Voortgang inhoud inspanningen/acties

B. PARAGRAFEN

Voortgang inhoud inspanningen/acties

B. PARAGRAFEN

Terug naar navigatie - B. PARAGRAFEN

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van een aantal aspecten, bezien vanuit een bepaald perspectief. Ze gaan over onderwerpen die in de gehele begroting terug te vinden zijn en waaraan politieke of financiële risico’s verbonden zijn. De paragrafen geven de raad dus op een andere manier dan de begrotingsprogramma’s inzicht in de financiële positie van onze gemeente.

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt regels aan welke paragrafen er in de begroting moeten zijn en wat daarin aan de orde komt. De volgende paragrafen zijn in deze jaarstukken opgenomen:
A.    Weerstandsvermogen en risicobeheersing
B.    Onderhoud kapitaalgoederen
C.    Financiering
D.    Bedrijfsvoering
E.    Verbonden partijen
F.    Grondbeleid
G.    Lokale heffingen

Op 9 juli 2015 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder regeling nr. 2015-000387198, een overzicht met kengetallen verplicht gesteld voor in de begroting 2016 en het jaarverslag van provincies en gemeenten. Het totaaloverzicht van deze (verplichte) kengetallen is nu opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. De detailtoelichtingen staan vermeld in de paragrafen financiering, grondbeleid, lokale heffingen en in de bijlage (staat van incidentele baten en lasten).

Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In 2021 zijn we opnieuw geconfronteerd met de gevolgen van het coronavirus. Ondanks dat is de economie in 2021 sterk gegroeid (4,8% CBS) en zien we steeds meer signalen dat een oververhitting van de economie dreigt.

Als gemeente hebben we de nodige negatieve effecten hiervan ondervonden. We worden geconfronteerd met een sterk oplopende inflatie en ook wordt het steeds moeilijker om voldoende personeel te krijgen. Daarnaast is er gebrek aan goede apparatuur vanwege een chip tekort op wereldniveau. Leveranties van chip intensieve producten worden uitgesteld.

In deze paragraaf komt aan de orde of de gemeente Veenendaal in staat is om op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen en financiële risico’s – oftewel tegenvallers - op te vangen. 

Risicomanagement heeft in 2021 opnieuw een belangrijke plaats ingenomen binnen ons beleid en bedrijfsvoering. In 2021 zijn diverse risico’s opnieuw benoemd en bestaande risico’s van een update voorzien. Bij het uitvoeren van ons beleid hebben wij beheersmaatregelen genomen om risico’s goed op te kunnen vangen. Daarnaast worden risico’s ook opgevangen via het weerstandsvermogen.

Het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit (beschikbare middelen) af te zetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit (risico’s). Ook wordt beoordeeld of er voldoende structurele middelen zijn om structurele risico’s op te vangen.  In 2021 hebben wij gestuurd op een verantwoorde financiële positie door een sluitende begroting en voldoende weerstandsvermogen. 

Schematisch ziet dat er als volgt uit:

De weerstandscapaciteit
Eind 2021 is circa € 27,5 miljoen (2020 € 23,5 miljoen) aan weerstandscapaciteit aanwezig. Hiervan is € 5,4 miljoen structureel van aard.

De gemeentelijke weerstandscapaciteit op 31 december 2021 (in miljoenen)
Algemene Reserve 20
Onbenutte belastingcapaciteit 5,3
Onbenutte belastingcapaciteit rioolrecht 0
Onvoorziene uitgaven 0,1
Stille reserves 1,1
Startersleningen 1
Totaal 27,5

Beschikbaar is:

  •  In de algemene reserve is € 20 miljoen beschikbaar. De algemene reserve is daarmee € 3,5  miljoen hoger dan het gewenste niveau van € 16,5 miljoen (incidentele capaciteit);
  • Onbenutte belastingcapaciteit bedraagt € 5,3 miljoen (structurele capaciteit);
  • De post onvoorzien bedraagt € 0,14 miljoen (structurele capaciteit);
  • De posten stille reserves en startersleningen bedragen € 1,1 miljoen en € 1 miljoen (incidentele capaciteit).

Risico’s.
Risico’s worden periodiek geïnventariseerd. Daarnaast wordt op diverse niveaus in de organisatie de dialoog over risico’s en de te nemen beheersmaatregelen gevoerd. De informatie die aldus verkregen wordt is de basis voor het indelen van de risico’s. De score van een risico wordt berekend op basis van kans x financieel gevolg volgens onderstaande tabel. Dit levert een bruto risicoscore op (ScB). Als gevolg van het nemen van maatregelen daalt vaak de kans en de impact (gevolg) van een risico. Op basis hiervan wordt de netto risicoscore berekend (ScN).

Kans Score kans Gevolg Score Gevolg
< 10 jaar 10% 1 X < € 50.000 1
5 jaar < x < 10 jaar 30% 2 € 50.000 < x < € 200.000 2
2 jaar < x < 5 jaar 50% 3 € 200.000< x < € 500.000 3
1 jaar < x < 2 jaar 70% 4 € 500.000< x < € 1.000.000 4
X > 1 jaar 90% 5 X > 1.000.000 5

De risicoscore wordt als volgt berekend:
- Een risico dat zich 1 maal in de 3 jaar kan voordoen met een gevolg van € 250.000 krijgt voor kans een 3 en voor gevolg een 3 en scoort dus 3 x 3 = 9.
- Een risico dat zich 1 maal in de 2 jaar kan voordoen met een gevolg van € 600.000 krijgt voor kans een 4 en voor gevolg een 4 en scoort dus 4 x 4 = 16.

In de hiernavolgende tabel is een overzicht opgenomen van de belangrijkste gemeentelijke risico’s per 31-12-2021. Het betreft hier risico’s waarvan de omvang hoger is dan € 0,5 miljoen. De risico’s zijn extern van karakter.

Het betreft een totaalbedrag van € 8,6 miljoen (was € 8,6 miljoen in de 3e bestuursrapportage) aan incidentele risico’s. 

De structurele risico’s bedragen € 1,5 miljoen (was eveneens € 1,5 miljoen in de 3e bestuursrapportage).

Programma 1: Fysieke leefomgeving Financieel gevolg Beheersmaatregelen Bruto score Netto score Toelichting
De invoering van de Omgevingswet is een complex en intensief traject. Daarbij worden diverse risico’s onderkend zoals: mogelijke leges derving, veranderende samenwerking met derden, onzekerheid over de te verwachten kosten, software aanpassingen, nieuwe juridische procedures en uitstel van de wet. € 1,0 miljoen (i) Er is een projectgroep die verantwoordelijk is voor het treffen van maatregelen om de invoering van de Omgevingswet soepel te laten verlopen. 12 12 De invoering van de omgevingswet is vertraagd als gevolg van de corona crisis.
De verbetering van het exploitatieresultaat van DEVO (Duurzame Energie Veenendaal-Oost) blijft achter bij de prognose als gevolg van vertraging in de realisatie van het volloopschema van de aan te sluiten woningen op het warmtenet en als gevolg van prijsontwikkelingen op de energiemarkt. Daarnaast staat de gemeente voor 100% borg voor de financiering van DEVO door de banken. € 0,6 miljoen  (i) 1. Monitoring van de ontwikkeling van het exploitatieresultaat van DEVO en tijdige bijstelling van het businessmodel door DEVO.  2. Verstrekken van zekerheden via hypotheek en pandrechten door DEVO aan de gemeente.  3. Toestemming van de gemeente voor de opname van het variabele deel van de financiering door DEVO. 15 12 Geen op- of aanmerkingen.
Programma 2: Economie, Werk en Ontwikkeling Financieel gevolg Beheersmaatregelen Bruto score Netto score Toelichting
De parkeerexploitatie blijft achter bij de prognoses. € 0,5 miljoen (s) 1. Promotie van Veenendaal via het Programmaplan Vitale Winkelstad!  2. Bijstellen parkeerbeleid.  3. Afspraken met Q-park over de afwikkeling van claims. 25 20 Geen op- of aanmerkingen.
De Jeugdzorg is een ‘open-eind’ regeling die kan leiden tot extra kosten. € 0,5 miljoen (i) - Meer prikkels opnemen bij de aanbesteding om aanbieders te laten innoveren en transformeren;   '- De regiefunctie versterken om meer grip te krijgen op de kostenontwikkeling. 25 15 Geen op- of aanmerkingen.
De uitkeringslasten stijgen en/of de BUIG-uitkering van het rijk neemt af. € 1,5 miljoen (i) Het inzetten van instrumenten om het aantal klanten van bijstandsuitkeringen niet te laten toenemen zoals re-integratie-  en poortwachtersinstrumenten. 25 25 Het risico dat de uitkeringslasten zullen toenemen is aanwezig door het wegvallen van diverse Rijksregelingen (Covid-19) kunnen  mensen hun baan kwijt raken.
Programma 5: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Financieel gevolg Beheersmaatregelen Bruto score Netto score Toelichting
Vanwege de uitbraak van de corona crisis is een schadebedrag opgenomen van € 25 per inwoner. Uitgegaan wordt van 66.800 inwoners. € 1,7 miljoen (i) 1.De corona crisis wordt gemonitord door de organisatie;  2.Aan de hand van de financiële kengetallen (schuldpositie, stand algemene reserve, solvabiliteit en weerstandsratio) wordt periodiek beoordeeld of bijsturing van het gemeentelijk beleid noodzakelijk is. 15 15 Het is nog niet duidelijk welke gevolgen de verspreiding van het virus nog met zich mee zal brengen. Hierdoor is het Corona risico gehandhaafd op het niveau van de eerste berap.
Bezuinigingen door het Rijk op de algemene uitkering. € 1.0 miljoen (s) Monitoring ontwikkeling rijksuitgaven omdat op basis van het principe samen de trap op en de trap af de hoogte van de algemene uitkering kan variëren. 12 12 Geen op- of aanmerkingen..
Financiële tegenvallers bij gemeenschappelijke regelingen. € 1,0 miljoen (i) De verbonden partijen worden nauwlettend gevolgd en beoordeeld. 16 12 Gemeente Veenendaal neemt deel in tal van gemeenschappelijke regelingen. Ook deze instanties kunnen te maken hebben met tegenvallende exploitatiecijfers vanwege het coronavirus. In eerste instantie moeten deze tegenvallers binnen hun eigen weerstandsvermogen worden opgevangen. Is dat niet toereikend, dan zullen de deelnemende gemeenten worden aangesproken.
Per 1 januari 2016 is de wet Vennootschapsbelasting overheidsbedrijven ingevoerd. Net als bij stichtingen en verenigingen wordt bij gemeenten bekeken welke activiteiten in de zin van de Vpb structureel winstgevend zijn. Op basis van specifieke regels – over bijvoorbeeld rente en afschrijving – wordt jaarlijks winst of verlies van elk van deze activiteiten bepaald. Over de totale winst zal vennootschapsbelasting worden afgedragen. Voor de Vpb vormt het cluster grondbedrijf en de relatie met OVO het belangrijkste aandachtsgebied. € 1,0 miljoen (i) 1. Doorlichten beleidsterreinen waar VPB geldt.  2. Interne controle.  3. Anticiperen op de invoering. 12 12 In de afgelopen jaren is er veelvuldig overleg gevoerd met de Belastingdienst omdat de gemeente Veenendaal zekerheid wil hebben over de interpretatie van de Vpb-positie van de grondexploitaties. De interpretaties van de feiten en wet- en regelgeving waren moeilijk en lagen op veel terreinen uit elkaar. Er ligt nu een compromis en dit is een redelijke uitkomst voor beide partijen. Voor het grondbedrijf is er op basis van de resultaten nog geen Vpb-plicht tussen 2016 – 2020.
Het niet naleven van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) kan onbedoeld leiden tot het delen van privacy- gevoelige gegevens en eventuele boetes. € 0,5 miljoen (i) 1.Bewustmakingsactiviteiten.  2.Technische maatregelen. 15 15 Geen op- of aanmerkingen.
Het (al dan niet bewust) lekken van gegevens die geheim dienen te blijven, bijvoorbeeld bedrijfsvertrouwelijke informatie. € 0,8 miljoen (i) 1. Bewustmakingsactiviteiten.  2.Technische maatregelen. 12 8 Geen op- of aanmerkingen.

Veranderingen bij de risico’s in 2021.
In 2021 zijn de volgende belangrijke mutaties opgetreden bij de gemeentelijke risico’s ten opzichte van 2020 op:

- Het risico bij de invoering van de omgevingswet is opgenomen voor  1 miljoen;
- Het risico bij DEVO is gedaald van € 0,8 miljoen naar € 0,6 miljoen;
- Het risico bij de Jeugdzorg is gedaald van € 1,5 miljoen naar € 0,5 miljoen;
- Het risico bij de algemene uitkering is gedaald van € 1,5 miljoen naar € 1 miljoen;
- Het risico bij de Woningbouw in Veenendaal - oost is niet langer opgenomen omdat dit risico nu volledig af te dekken is via de risicoreserve grondexploitatie.

Vergelijking incidentele / structurele risico’s – incidentele / structurele weerstandscapaciteit.
Op dit moment is er voor € 8,6 miljoen aan incidentele risico’s aanwezig. De weerstandscapaciteit met een incidenteel karakter bedraagt € 22,1 miljoen. De structurele risico’s komen uit op € 1,5 miljoen. De structurele weerstandscapaciteit komt uit op € 5,4 miljoen. Al met al is er een goede balans tussen incidentele / structurele risico’s en incidentele / structurele weerstandscapaciteit.  
Ontwikkeling gemeentelijk risicoprofiel
Het totaal overzicht aan risico’s levert een verhoging van het gemeentelijk risicoprofiel op. De rekening 2021 wordt afgesloten met een volume van € 56 miljoen (2020 € 55 miljoen). 

De ratio weerstandscapaciteit – risico’s op basis van de risicosimulatie methode.
Om verantwoord met risico’s om te gaan, is het noodzakelijk een buffer (weerstandscapaciteit) te hebben. De benodigde weerstandscapaciteit kan lager zijn dan de omvang van de risico’s (€ 56 miljoen) aangezien niet alle gemeentelijke risico’s die gesignaleerd zijn, tegelijkertijd zullen optreden. Daarnaast zijn er veel beheersmaatregelen getroffen die de omvang van de netto risico's weten te beperken.

Op basis van de risicosimulatie analyse (Monte Carlo analyse) van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement  blijkt dat een buffer (weerstandscapaciteit) van minimaal € 12,4 miljoen (was € 14,6 miljoen in 2020) nodig is om de risico’s verantwoord af te dekken. Met andere woorden: de gemeente kan door het aanhouden van een buffer (weerstandscapaciteit) van € 12,4 miljoen met een zekerheid van 90% (landelijke norm) de aanwezige risico’s afdekken. 

De ratio aanwezige buffer / benodigde buffer bedraagt 2,2 (was 1,6 in 2020). Deze ratio wordt berekend door de aanwezige buffer van € 27,5 miljoen te delen door de benodigde buffer van € 12,4 miljoen. In de begroting 2021 bedroeg de ratio 1,6. De stijging van de ratio komt vooral door de daling  van de omvang van het bedrag dat nodig is om de risico’s af te dekken met € 2,2 miljoen.

Weerstandsratio Gemeente Veenendaal
2019 2020 2021
Begroting 1,8 2,0 1,6
Rekening 2,1 1,6 2,2

De beoordeling van de ratio van  2,2 voor 2021 (1,6 in 2020) is volgens de systematiek van het Nederlands Bureau voor Risicomanagement ‘goed’. Daarmee wordt voldaan aan het door de gemeenteraad vastgestelde uitgangspunt van beleid dat het weerstandsvermogen minimaal een ratio groter dan 1 dient te hebben wat overeenkomt met voldoende. 

Kengetallen

Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2021
Netto schuldquote 75% 83% 62%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 70% 77% 57%
Solvabiliteitsratio 28% 24% 30%
Grondexploitatie 1,60% 1,00% -2,30%
Structurele exploitatieruimte 0,90% 0,00% 0,40%
Belastingcapaciteit 78% 83% 81%

Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Om duidelijk te maken wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast, wordt de netto schuldquote berekend zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Een netto-schuldquote tot 90% kan worden beschouwd als goed. Het gemeenschappelijke financieel toezichtkader (GTK 2020) van de Provincie geeft als signaleringswaarde minst risicovol bij bovengenoemde schuldquote van 57% (bron GTK: minst risicovol schuldquote <90%). 

De solvabiliteitsratio 
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het gemeenschappelijke financieel toezichtkader (GTK 2020)
van de Provincie geeft als signaleringswaarde neutraal bij een solvabiliteitratio van 30% (bron GTK: neutraal solvabiliteitratio 20%-50%). 

Grondexploitatie 
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De grondexploitatie heeft met -2,30 % een relatief beperkt aandeel in de financiële exploitatie van de gemeente Veenendaal. 

Structurele exploitatieruimte 
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten. Het berekende kengetal van 0,40% wordt als minst risicovol beoordeeld. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026 zal het kengetal opnieuw bepaald worden waarbij we als uitgangspunt hanteren dat het kengetal minimaal neutraal is.

Belastingcapaciteit 
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van belastingcapaciteit is hier: woonlasten van een meerpersoonshuishouden, opgebouwd uit OZB, afvalstoffen- en rioolheffing. Globaal kan een belastingcapaciteit tot 100% als goed worden beoordeeld, een capaciteit tussen 100% en 110% als matig, en een capaciteit hoger dan 110% als onvoldoende. De belastingcapaciteit van de gemeente Veenendaal van 81% is daarom als goed beoordeeld.

Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Tot de kapitaalgoederen in de openbare ruimte rekenen we de wegen en civiele kunstwerken (bruggen, tunnels en viaducten), de riolering, het water en het groen en het vastgoed in de gemeente. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud en technische vervanging in renovatie.

Inhoud
Het beheer van de kapitaalgoederen is in de afgelopen jaren vastgelegd in de verschillende beheer- en beleidsplannen. Voor het beheer van de openbare buitenruimte wordt het ‘Integraal beheerplan Openbare Ruimte 2017 - 2020’ gevolgd en als onderdeel hiervan voor de riolering en het water het “Gemeentelijk Water- en Rioleringsplan 2017-2020”. In 2021 is  een nieuw programma vastgesteld voor het beheer van de openbare ruimte (het OPOR). In 2021 hanteerden wij het Integraal beheerplan 2017-2020 als leidraad voor het beheer van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte.

Het beheer van het gemeentelijke vastgoed staat beschreven in de ‘Strategische kaders exploitatiebeheer gemeente Veenendaal’ en het ‘Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024’. Voor de buitensportaccommodaties is de beheerkwaliteit bepaald door de landelijk gestelde eisen van NOC*NSF en de verschillende sportbonden.

In 2021 is het beheer van de kapitaalgoederen uitgevoerd zoals vastgelegd in de vastgestelde beheer- en beleidsplannen. De doelstelling voor de openbare ruimte ligt volgens het vastgestelde IBP op A-niveau voor de winkelcentra en begraafplaats. Voor de overige delen van de gemeente  is de intentie een groei richting B-niveau te realiseren. Belangrijke items hierin zijn, natuur, duurzaamheid, participatie, bereikbaarheid, social return en klimaatadaptatie.

Door de integrale werkwijze worden kapitaalvernietiging en het ontstaan van onveilige situaties voorkomen. Met gerichte en integrale programmering van het groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte worden de beschikbare middelen zo goed en efficiënt mogelijk ingezet.

Algemene ontwikkelingen
Via het IBP 2017 -2020 zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld om de beheerkwaliteit van de openbare ruimte weer te laten groeien naar het B-niveau.

In 2020 is gestart met het Wijkgericht Werken 2.0. Uitgangspunt is in gesprek te gaan met bewoners aan de hand van een digitale weergave van de door ons geplande werkzaamheden in 2021 en verder als onderdeel van het wijkplan. Samen met bewoners is dit wijkplan definitief gemaakt waarin ook de initiatieven en wensen van bewoners zijn meegenomen, mits passend binnen de bestaande budgetten. Bewoners worden gestimuleerd actief mee te denken en doen binnen de geplande werkzaamheden in de openbare ruimte.

De gemeente werkt in het kader van klimaatadaptatie aan het afkoppelen van regenwater door bij rioolreconstructie hemelwaterriolen aan te leggen. Daarbij worden ook kansen benut om extra groen te realiseren. Bij deze maatregelen wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens de trits ‘water vasthouden, bergen en dan pas afvoeren’.

Elke maand wordt de openbare ruimte geschouwd door een onafhankelijk bureau. Deze schouw is een momentopname en is in de eerste plaats bedoeld als sturingsinstrument voor de uitvoering. Er wordt geschouwd op technische kwaliteit en verzorgende kwaliteit. Dit laatste gaat over zaken als zwerfvuil, onkruid, lengte van het gras, graffiti etc.

Technische kwaliteit
Op basis van (eigen) inspecties en schouwrapporten wordt klein of groot onderhoud uitgevoerd in de openbare ruimte zodat deze voldoen aan de beeldkwaliteit A/B-niveau. In de winkelcentra en de begraafplaats wordt voor de verhardingen, straatmeubilair en groen een A-niveau gerealiseerd. In de overige wijken wordt de kwaliteit beoordeeld op een B/C-niveau en wordt toegewerkt naar het B-niveau.

Verzorgende kwaliteit
De verzorgende kwaliteit van de openbare ruimte wordt op basis van inspecties beoordeeld op een B/C-niveau en in de centrumgebieden op B/A-niveau. Ook hier wordt toegewerkt naar het gewenste kwaliteitsniveau B en A. Bij verzorgende kwaliteit wordt bijvoorbeeld naar zwerfafval en onkruid gekeken; het gaat erom dat de openbare ruimte schoon en netjes is.

Verloop kwaliteit
In het Integraal beheerplan is het uitgangspunt dat er gewerkt wordt naar een openbare ruimte met kwaliteit A in het centrum en begraafplaats en B in de overige gebieden. Op dit moment werken we hier nog steeds naar toe en ligt het kwaliteitsniveau van een (steeds kleiner) deel van het areaal tussen niveau B en C. Met de het vaststellen van het OPOR is de verdere groei naar het B-niveau geborgd.

Wegen, kunstwerken, openbare verlichting en technische installaties
Wegen die aan het einde van de technische of maatschappelijke levensduur zijn worden gereconstrueerd. Hierbij wordt integraal gekeken of er noodzakelijke aanpassingen dan wel vervangingen zijn aan de riolering, groenvoorzieningen, technische installaties, verkeersregelinstallaties, openbare verlichting ect. In 2021 zijn o.a. de volgende reconstructies en groot onderhoudprojecten uitgevoerd en/of in uitvoering.

Straat Jaar Stand van zaken
Hertogenlaan/Regentesselaan 2021 Gereed
Winkelcentrum De Ellekoot 2021 In uitvoering
De Smalle Zijde, Bobinestraat 2021 In uitvoering
Parkeerterrein Sportpark Spitsbergen 2021 Gereed
Valleistraat (Kleine Beer-Boogschutter) 2021 Gereed 
Dragonderweg 2021 In uitvoering
Groot onderhoud en vergroenen  Castor-Pollux 2021 Gereed
Levensduurverlengend onderhoud Rondweg-West 2021 Gereed
Groot onderhoud kademuur Petenbos Oost 2021 Gereed

Met subsidie vanuit het ministerie zijn er op diverse locaties snelheidsremmende maatregelen aangebracht om de verkeersveiligheid te vergroten. Deze werkzaamheden worden in 2022 afgerond. In Petenbos en Petenbos-oost is een start gemaakt met het aanbrengen van LED armaturen van de openbare verlichting. Deze vervanging wordt ook in 2022 afgerond. 

Vertaling begroting
Voor het reconstructies aan wegen en kunstwerken is in 2021 in het meerjareninvesteringsplan een totaalbedrag van € 2.950.000 besteed. 
Voor het dagelijkse onderhoud zijn in 2021 de volgende bedragen in de exploitatiebegroting besteed:
•    Wegen en kunstwerken en gladheidbestrijding € 1.310.000;
•    Openbare verlichting, technische installatie en VRI € 1.500.000;
•    Straatmeubilair , bewegwijzering en bebording € 200.000;
•    Reiniging openbare ruimte en onkruidverwijdering € 960.000.

Financiële consequentie (langjarig)
De komende jaren worden veel wegen gereconstrueerd welke gefinancierd zijn vanuit de opbrengsten van de grondexploitatie. De komende jaren levert dit door deze bedragen te investeren een toename aan kapitaalslasten op zoals in de onderstaande grafiek is weergegeven.

Riolering

Beleidskaders
Er wordt gewerkt aan de hand van het Gemeentelijk Riolerings- en Waterplan 2017-2020. In 2021 is dit plan geactualiseerd en als beleid opgenomen in het OPOR. 

(Financiële) consequenties
In 2021 is levensduur verlengend onderhoud uitgevoerd aan rioleringen. Verder worden, naast regulier onderhoud (reiniging van riolen en gemalen), ook reconstructies uitgevoerd.

Voor de uit te voeren reconstructiewerkzaamheden wordt verwezen naar de tabel onder wegen en kunstwerken. Bij deze projecten wordt waar mogelijk het regenwater op het openbare terrein afgekoppeld door de aanleg van een gescheiden stelsel en krijgen bewoners aangeboden eveneens het regenwater op particulier terrein af te koppelen. 

De werkzaamheden op industrieterrein Nijverkamp (Wageningselaan) betreffen het verruimen van het hemelwaterriool als maatregel tegen structurele wateroverlast. Uitvoering van dit project heeft nog niet plaatsgevonden in verband met lopend effectonderzoek op de grondwateraanvoer naar natuurgebied De Hel. 

Vertaling begroting
Voor afkoppelprojecten en rioolvervangingen is in 2021 in het meerjareninvesteringsplan een bedrag van € 5.550.000 besteed. 

Voor het dagelijkse onderhoud zijn onderstaande bedragen in de exploitatiebegroting 2021 uitgegeven:
•    Rioolbeheer € 446.800;
•    Reinigen en onderhouden kolken € 194.000
•    Onderhoud pompen en persleidingen € 224.600

Hierin zijn naast het beheer en onderhoud aan de riolen onder andere kosten voor baggerwerkzaamheden, grondwaterbeheer en een aandeel in straatvegen inbegrepen.

Ook is € 186.000 besteed voor het stimuleren van afkoppelen van regenwater en vergroenen van particuliere percelen. Deze impuls wordt gedekt uit de voorziening rioleringen. 

Financiële consequentie (langjarig)
De komende jaren worden riolen vervangen welke gefinancierd zijn vanuit de opbrengsten van de grondexploitatie, ook worden nieuwe hemelwaterrioleringen en waterbergingen aangelegd. De komende jaren levert dit door deze bedragen te investeren een toename aan kapitaalslasten op zoals in de onderstaande grafiek is weergegeven.

Water

Beleidskader
Er is gewerkt aan de hand van het Gemeentelijk Riolerings- en Waterplan 2017-2020. In 2021 wordt dit plan geactualiseerd en als beleid opgenomen in het OPOR. 

Financiële consequenties
Naast het regulier onderhoud zoals het maaien en korven van vijvers en sloten zijn in 2021 meerdere watergangen en oevers voorzien van nieuwe beschoeiingen of omgevormd tot natuurvriendelijke oevers. Hiervoor is in 2021 een raamcontract afgesloten. Ook vinden er baggerwerkzaamheden plaats. We onderzoeken tenslotte ook of we een pilot kunnen doen met een harkboot om overlast door woekerende waterplanten aan te pakken.

Vertaling begroting
In totaal is voor het dagelijkse onderhoud in de exploitatiebegroting 2021 besteed:
•    Maaien vijvers en klein onderhoudswerk € 37.000;
•    Baggerwerkzaamheden: uitgaven nihil. De baggerwerkzaamheden is een meerjarig lopend project in samenwerking met het Waterschap. 

Voor het vervangen van beschoeiingen is in 2021 vanuit het meerjareninvesteringsplan € 94.000 besteed. 

Groen en speelvoorzieningen

Beleidskader
In de uitvoering van het beleid is gewerkt aan de hand van het Integraal Beheerplan openbare ruimte (IBP, 2017-2020). Sinds 2017 volgen we daarin een andere aanpak, met vooral aandacht voor verduurzaming van het groen, gevolgen van klimaatverandering en de bijdrage van groen in de waterhuishouding, zoals afvoer van regenwater en dat alles binnen de bestaande budgetten. Voor de kapitaalgoederen zijn daarin vooral de ontwikkelingen, het kostenbewustzijn en de duurzaamheid van toepassing.

Op basis van het IBP beheren wij het centrumgebied op een A-kwaliteitsniveau en de overige wijken / industrieterreinen op een B-niveau.

In het OPOR is de positie van ‘groen’ verankerd binnen de prioriteringstabel van functiegebieden en is de actualisatienotitie van het groenstructuurplan verwerkt. Klimaatadaptatie en ecologie waren hierin belangrijke thema’s. Het groenpanel, bestaande uit een groep betrokken bewoners en organisaties, is hierbij betrokken geweest. Ook is het speelbeleid aangepast naar het BOSS (Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten) beleid.  

Financiële consequenties
Omdat alleen gezond en gevarieerd groen de voordelen geeft die we beogen met ons groen, zijn we continu bezig met snoeien, kap en herplant, groeiplaatsverbetering en andere beheersmaatregelen zoals maaien en onkruidbestrijding. Het belang van variatie is door de in Nederland snel toegeslagen essentaksterfte en de eikenprocessierups eens te meer duidelijk geworden.

Bij weg- en rioolreconstructies (zie tabel eerder in deze paragraaf) is het groen standaard meegenomen bij herinrichting. Hierbij is het uitgangspunt geweest dat waardevol groen blijft behouden en waar mogelijk verbeterd. Naast deze reconstructies is op diverse locaties ingezet op renovatie en uitbreiding van het openbaar groen. Ook zijn er diverse speelplekken (deels) vernieuwd.

Vertaling begroting
Voor het materieel en het dagelijkse onderhoud zijn in de exploitatiebegroting 2021 de onderstaande bedragen besteed:
•    Onderhoud groen, impuls groen en burgerparticipatie, materieel en hondenuitlaatterreinen € 3.200.000;
•    Speelvoorzieningen € 200.000.

Financiële consequentie (langjarig)
De komende jaren wordt groen en worden speelplekken, welke gefinancierd zijn vanuit de opbrengsten van de grondexploitatie, vervangen. Ook wordt er om de ambities waar te maken geïnvesteerd in nieuw hoogwaardig groen en speellocaties. De komende jaren levert dit, door deze bedragen te investeren, een toename aan kapitaalslasten van ca.  € 1 miljoen. 

Buitensport
Buitensportvoorzieningen die niet meer voldoen aan de landelijk gestelde eisen van NOC*NSF en de verschillende sportbonden worden gerenoveerd. Daarnaast zijn verschillende werkzaamheden uitgevoerd om de accommodaties te verbeteren. Tenslotte worden maatregelen getroffen om te voldoen aan de zorgplicht. In het kader daarvan worden rond alle kunstgras voetbalvelden o.a. kantplanken en schoonloopmatten geplaatst. In 2021 zijn de volgende projecten uitgevoerd:

Sportveld Jaar Stand van zaken
Beplanting sportaccommodatie 2021 Gereed
Hekwerk sportterreinen 2021 Gereed
Maatregelen zorgplicht infill kunstgras 2021 In uitvoering
Vervangen materieel buitensport 2021 Gereed
Renovatie sportterreinen 2021 Gereed

Vertaling begroting
Voor de werkzaamheden aan buitensportvoorzieningen is in 2021 in het meerjareninvesteringsplan een totaalbedrag van € 251.900 opgenomen. Dit bedrag is nog niet volledig uitgegeven. Daarnaast is er in de exploitatie een bedrag van € 61.000 opgenomen om de rubber korrels rond de kunstgras voetbalvelden op te ruimen. Die werkzaamheden kunnen pas plaatsvinden op het moment dat alle kantplanken en schoonloopmatten geplaatst zijn. De werkzaamheden zijn momenteel in uitvoering. Door materiaal schaarste worden deze werkzaamheden in het 2e kwartaal afgerond. 

Vastgoed

Algemeen
Onze doelstelling voor vastgoed is een goed onderhouden (slank) vastgoedbestand, waarmee effectief invulling wordt gegeven aan het accommodatiebeleid van de gemeente en financiële risico’s tot een minimum beperkt blijven. We doen dit tegen zo laag mogelijke tarieven en kostendekkend. Hierdoor hebben we de kosten en opbrengsten goed in beeld en sturen we op zo laag mogelijke uitgaven.

Beleidskader
De werkzaamheden worden overeenkomstig het vastgestelde beleidskader Strategische kaders dynamisch vastgoedmanagement uitgevoerd. 
Op 27 mei 2021 is het Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024 door de gemeenteraad vastgesteld. Wij voeren ons beheer overeenkomstig de kaders uit dit plan uit.

Overzicht kwaliteitsniveau
Het vastgoed wordt in stand gehouden op kwaliteitsniveau 3 van de NEN 2767. Het publieksgedeelte van het gemeentehuis wordt in standgehouden op kwaliteitsniveau 2 van de NEN 2767. Het vastgoed met een exploitatieperiode korter dan 5 jaar wordt in standgehouden op kwaliteitsniveau 4 van de NEN 2767.

(Financiële) consequenties
Uit het vastgoedbeheerplan volgt een jaarlijks door het college vastgestelde onderhoudsraming en jaarbudget. Dit budget is gebaseerd op dat wat is afgesproken met de raad in het Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024. Op basis van het meerjarenonderhoudsplan (MOP) wordt bekeken welke werkzaamheden en budget noodzakelijk zijn om de kwaliteit te handhaven. Uitgangspunt is dat het gemeentelijke vastgoed voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau en er geen achterstallig onderhoud is.

Vertaling begroting
Voor het grootonderhoud aan de gemeentelijke gebouwen (MOP) is in 2021 € 498.000 besteed. Dit bedrag is t.l.v. de Onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen gebracht.  

Naam beleidsstuk Wanneer vastgesteld
Strategische kaders dynamisch vastgoedmanagement 18 mei 2017 (raadsvergadering)
Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024 27 mei 2021
Accommodatiebeleid 2016 - 2020 18 mei 2017

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

II.g. Een vastgoedportefeuille in bezit die aansluit op de vraag vanuit beleid; het faciliteren van maatschappelijk activiteiten, stedelijke ontwikkeling en eigen bedrijfsvoering huisvesten.

Terug naar navigatie - II.g. Een vastgoedportefeuille in bezit die aansluit op de vraag vanuit beleid; het faciliteren van maatschappelijk activiteiten, stedelijke ontwikkeling en eigen bedrijfsvoering huisvesten.

Wat gaan we hiervoor doen? (inspanningen/acties)

II.h. De (technische) kwaliteit van onze portefeuille voldoet aan onze criteria.

Terug naar navigatie - II.h. De (technische) kwaliteit van onze portefeuille voldoet aan onze criteria.

Wat gaan we hiervoor doen? (inspanningen/acties)

II.i. De Gemeente Veenendaal heeft eind 2021 met de eigen vastgoedportefeuille 15% energie bespaard t.o.v. 2014 en 5% duurzame energie opgewekt.

Terug naar navigatie - II.i. De Gemeente Veenendaal heeft eind 2021 met de eigen vastgoedportefeuille 15% energie bespaard t.o.v. 2014 en 5% duurzame energie opgewekt.

Wat gaan we hiervoor doen? (inspanningen/acties)

Paragraaf C. Financiering

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

In deze paragraaf komt het gemeentelijke financieringsbeleid aan de orde o.a. op basis van de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en het gemeentelijk treasurystatuut. De focus van het financieringsbeleid is gericht op het beperken van de financieringsrisico’s. Er is een directe relatie met paragraaf A-risico’s en weerstandsvermogen. 

In 2021 trad een sterk herstel van de economie op. Dit na de mondiale recessie van 2020. De Nederlandse economie groeide met 4,8% (bron: CBS). 

De financieringsbehoefte kwam uit op het geraamde niveau. In de begroting 2021 is uitgegaan van € 27 miljoen. Uiteindelijk is ook voor € 27 miljoen aan langlopende middelen aangetrokken in de vorm van 3 langlopende leningen.

 In 2021 is het gelukt om tegen relatief lage rentes voor een bedrag van € 27 miljoen aan langlopende middelen aan te trekken. De gemiddelde rente voor langlopende leningen kwam uit op 0,1% (0,25% in 2020). De negatieve rente op de kasgeldleningen kwam gemiddeld uit op -0,50 % en leverde een bedrag van € 110.000 op. 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is op basis van de wet FIDO nageleefd. De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel geld de gemeente mag lenen voor een periode van maximaal 1 jaar. Voor Veenendaal is de limiet € 17,4 miljoen. Deze wordt berekend op basis van 8,5% van het begrotingstotaal ad. € 205 miljoen.  In 2021 is maximaal gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet waardoor het renteresultaat positief beïnvloed kon worden.

Kasgeldlimiet 2021 (bedragen x € 1.000,-) Begroot Rekening
Vlottende schuld 28.000 48.003
Vlottende middelen 12.000 30.420
Netto vlottende schuld 16.000 17.583
Toegestane kasgeldlimiet 17.420 17.474
Ruimte 1.420 -109

Liquiditeitsontwikkeling

Terug naar navigatie - Liquiditeitsontwikkeling

 In de grafiek liquiditeitsontwikkeling 2021 wordt een vergelijking gemaakt van de prognose (oranje) ten opzicht van de werkelijkheid (blauw) op de rekening courant van de gemeente. Door middel van kasgeldleningen en langlopende leningen wordt maandelijks gezorgd voor voldoende liquide middelen. Dit is nodig om tijdig te kunnen betalen. Ook in 2021 is hiervoor zorggedragen.  

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De renterisiconorm is ook op basis van de wet FIDO nageleefd. De renterisiconorm schrijft voor hoeveel maximaal geleend mag worden voor een periode langer dan één jaar en tegelijkertijd dat de maximale aflossing voor een gemeente niet meer mag zijn dan 20% van de omzet. Hierdoor worden de financiële gevolgen van een eventuele rentestijging beperkt.

De relevante gegevens over de renterisiconorm wijken in gunstige zin af van de begroting en zijn nog meer solide dan begroot door de hogere baten en lasten (begroot € 205 miljoen, werkelijk € 237,4 miljoen).  Feitelijk komt het erop neer dat voldaan wordt aan een renterisiconorm van lager dan 10%. In een periode van lage rente is dit een goed uitgangspunt.  

Renterisiconorm 2021 realisatie 2022 prognose 2023 prognose 2024 prognose
Renterisiconorm: 20% van € 237,4 miljoen in 2021 47.480.000 41.000.000 41.000.000 41.000.000
Renterisico op vaste schuld -19.813.000 -18.645.000 -18.378.000 -17.812.000
Ruimte 27.667.000 22.355.000 22.622.000 23.188.000

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

De financieringspositie geeft inzicht welk deel gefinancierd is met eigen middelen en welk deel met vreemde middelen. De eigen middelen bestaand uit de algemene reserve en andere reserves. De vreemde middelen worden aangetrokken via geldleningen op de geld- en kapitaalmarkt.  In 2021 is de financieringspositie sterk verbeterd. De omvang van het eigen vermogen verbeterde met 3%. Deze verbetering geeft aan dat 2021 voor onze gemeente een gunstig jaar was.

Financieringspositie 2018 2019 2020 2021
Eigen vermogen (reserves) 32% 28% 28% 30%
Vreemd vermogen: 68% 72% 72% 70%
·         waarvan kort vreemd vermogen 10% 14% 16% 14%
·         waarvan lang vreemd vermogen 58% 58% 56% 56%

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Vanaf 1 juli 2021 is voor gemeenten met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen. Over het eerste half jaar van 2021 bedroeg het drempelbedrag voor Veenendaal € 1,5 miljoen (begrotingstotaal van € 205 miljoen). Vanaf 1 juli 2021 is dit verhoogd tot afgerond € 4 miljoen. Het drempelbedrag is dan het bedrag dat buiten de schatkist aangehouden mag worden.

De gemeente mag dus overtollige middelen, als deze meer bedragen dan € 4 miljoen, niet bij een gewone bank zoals bijvoorbeeld de BNG Bank of NWB Bank onderbrengen. In 2021 zijn daarom regelmatig financiële middelen bij de schatkist gestald zodat de norm van € 1,5 miljoen c.q. € 4 miljoen (2e halfjaar 2021) niet is overschreden. 

In de praktijk wordt deze norm nog beter nageleefd doordat vanaf € 0,5 miljoen een negatieve rente (max. -0,8 %) over tegoeden in rekening worden gebracht door de BNG Bank. Bij de schatkist hoeft geen negatieve rente te worden betaald. Als gevolg hiervan worden financiële middelen die even niet nodig zijn direct bij de schatkist gestald. 

Borgtocht c.q. garanties

Terug naar navigatie - Borgtocht c.q. garanties

Het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal Oost en het Duurzaam Energiebedrijf Veenendaal Oost
(DEVO) zijn in 2021 gemonitord. Voor meer informatie wordt verwezen naar de staat gewaarborgde geldleningen (verderop in de balans), de paragraaf risico’s en weerstandsvermogen en de paragraaf verbonden partijen. 
Daarnaast zijn in 2021 de sportverenigingen die een gemeentelijke borgtocht hebben en stichting Wijkcentrum Dragonder Noord beoordeeld.

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema
A Externe rentelasten over korte en lange financiering 1.320.532
B De externe rentebaten (Startersleningen en duurzaamheidsleningen) 121.029
C Totaal door te rekenen externe rente (A – B) 1.199.503
D De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 234.248
E De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 474.235
F Subtotaal (D + E) -708.483 -708.483
G Saldo door te rekenen externe rente 472.348
H Rente over eigen vermogen en voorzieningen 1.529.310
I De aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente (G+H) 2.001.658
J De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) 2.509.219
K Renteresultaat op het taakveld treasury 507.561

Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) – EMU saldo

Terug naar navigatie - Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) – EMU saldo

In de programmabegroting is voor 2021 uitgegaan van een negatief EMU-saldo van € 7,2 miljoen (onderschrijding van de toegekende referentiewaarde € 7,8 miljoen met € 0,6 miljoen). Door de volgende oorzaken is bij de jaarrekening berekend dat dit ‘overschot’  veel gunstiger is uitgevallen. De belangrijkste oorzaken zijn: 

- Het exploitatiesaldo is € 8,9 miljoen hoger dan begroot; 
- Minder investeringen dan gepland. Het betreft een bedrag van € 5,7 miljoen; 
- Een hoger beroep op de voorzieningen tot een bedrag van € 5,0 miljoen;
- Het saldo van baten en lasten grondexploitatie valt bijna € 11 miljoen voordeliger uit door extra verkopen en subsidie van de provincie Utrecht.

In de navolgende tabel is het volledig overzicht van de afwijkingen opgenomen. 

Omschrijving Begroting 2021 Rekening 2021
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -2.500 6.899
-/- Mutatie (im)materiële vaste activa 7.900 2.208
+/+ Mutatie voorzieningen 3.000 -2.036
-/- Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) -200 -10.638
-/- Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa -
Berekend EMU-saldo -7.200 13.293
Referentiewaare -7.800 -7.800
Saldo 600 21.093

Paragraaf D. Bedrijfsvoering

Planning en control

Terug naar navigatie - Planning en control

Conform de planning & control cyclus zijn de volgende documenten opgesteld en aangeboden aan de raad:

  • Jaarstukken 2020;
  • Kadernota 2022-2025;
  • Drie bestuursrapportages 2021;
  • Programmabegroting 2022 en meerjarenraming 2023-2025.

In 2021 hebben de collega's digitaal samengewerkt in de software van Pepperflow. In deze software zijn de drie bestuursrapportages 2021 en de Programmabegroting 2022 en meerjarenraming 2023-2025 samengesteld. Deze planning- & controldocumenten zijn online gepubliceerd op de website https://veenendaal.begrotingsapp.nl/.

Verbetering administratieve processen

Terug naar navigatie - Verbetering administratieve processen

Bij de opstelling van de begroting voor 2021 werd er nog vanuit gegaan, dat de accountant bij de jaarrekening van 2021 geen oordeel meer zal geven over de rechtmatigheid. Het verantwoording van de rechtmatigheid is dan een taak voor het college: het oordeel wordt dan onderdeel van de 'getrouwheidsverklaring' van de accountant. De invoering van deze nieuwe regels is door de minister uitgesteld, en zal pas bij de jaarrekening over 2022 voor het eerst moeten worden toegepast.

Wel is een aanvang gemaakt met het op orde brengen van de administratieve processen welke de basis vormen voor de rechtmatigheidsverantwoording. In het afgelopen najaar zijn de relevante processen van de administratie aangescherpt en worden relevante gegevens vanaf 1 januari 2022 maandelijks gemonitord. Te denken valt hierbij aan het verloop van de budgetten (budgetbewaking), maar ook aan het verloop van uren ten behoeve van investeringen, registratie en bewaking van financiële verplichtingen en prestatieverklaringen welke aan de betaling van facturen ten grondslag ligt. Het project 'administratie op orde' wordt in samenwerking met team Control uitgevoerd.

Privacy

Terug naar navigatie - Privacy

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) gaat over het goed beschermen van persoonsgegevens. De afgelopen jaren zien we steeds meer dat persoonsgegevens een doelwit zijn geworden voor criminelen. Dit zorgt ervoor dat voldoen aan de AVG een continue proces is waarin we risico's vaststellen en reduceren. Begin 2021 is het nieuwe strategische beleidskader privacy vastgesteld waarin een meer risico gestuurde aanpak centraal staat. Door de steeds verdergaande digitaliseren is er veel aandacht gespendeerd aan nieuwe projecten en inrichten van nieuwe processen waar privacy by design en adviezen op zijn gegeven ook conform wettelijke verplichtingen. Daardoor was er minder ruimte om vorm te geven aan deze risico gestuurde aanpak voor alle processen. Het ‘sturen op risico's en het borgen van de nodige maatregelen’ wordt de komende jaren het aandachtspunt. Daarnaast blijven we de wettelijke verplichtingen uitvoeren vanuit de AVG zoals het borgen van de rechten van betrokkenen, updaten van het register van verwerkingen, afsluiten van de nodig verwerkersovereenkomsten etc. In 2021 zijn er 18 datalekken gemeld binnen de gemeente Veenendaal.

Naast de AVG is ook de Wet Politiegegevens (Wpg) van kracht binnen de gemeente op werkzaamheden van de Boa's. In de Wpg zijn vereisten en regels opgenomen voor het verwerken van persoonsgegevens die nodig zijn om de opsporing van strafbare feiten goed te kunnen uitvoeren. De Wpg bepaalt dat er een externe audit 2 jaar na inwerkingtreding voor de eerste keer moet worden uitgevoerd, en dus in 2021. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft op haar website gepubliceerd dat er een generiek uitstel komt voor het inleveren van het Wpg externe audit rapport. Boa werkgevers krijgen nu tot en met 31 december 2022 de tijd om het eerste Wpg-auditrapport aan te leveren bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Vooruitlopend op deze auditverplichting is er een 0-meting (self assessment) uitgevoerd. Met de aandachtspunten hieruit gaan we de komende periode aan de slag.

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Op het gebied van de vennootschapsbelasting (Vpb) speelt een aantal ontwikkelingen. Landelijk lopen er diverse rechtszaken met betrekking tot inkomsten uit reclame, waarover Vpb verschuldigd zou zijn. In afwachting van de uitspraken hierop is formeel bezwaar aangetekend tegen de aangiften over de jaren 2016-2019.
Ook is Vpb verschuldigd over financiële overschotten op de exploitatie van begraafplaatsen en aula’s. Inmiddels is hierover een vooroverleg met de Belastingdienst opgestart.
Tenslotte zijn er ook ontwikkelingen met betrekking tot het ‘Horizontaal Toezicht’. De bestaande convenanten Horizontaal Toezicht (HT) die gemeenten hebben afgesloten met de Belastingdienst vervallen vanaf 2023. Deze veranderende samenwerking tussen gemeenten en de Belastingdienst is het gevolg van de ‘Doorontwikkeling Horizontaal Toezicht’ (DHT). Omdat de nieuwe opzet specifieke eisen stelt, is deze verandering ingrijpend voor gemeenten. Een gemeente moet bijvoorbeeld zelf aantoonbaar maken hoe controles worden uitgevoerd vanuit een geborgde interne beheersingsaanpak. 
Hiervoor moet allereerst een gestructureerde werkwijze bij de gemeente worden geïntroduceerd waardoor de gemeente fiscale risico’s kan gaan beheersen. Die gestructureerde aanpak moet wel aanhaken bij een gestandaardiseerde werkwijze. Een gestructureerde werkwijze die voor de Belastingdienst transparant en duidelijk is en verenigbaar is met de manier waarop de interne beheersing van andere processen in de gemeente is vormgegeven. De grootste winst voor de gemeente is dat een dergelijke gestructureerde aanpak leidt tot fiscale duidelijkheid. Deze aanpak verkleint dus het risico op onaangename financiële verrassingen.
In het jaar 2021 hebben de eerste informerende gesprekken met de Belastingdienst plaatsgevonden over de aanpak. In 2022 wordt vervolgens een Plan van Aanpak opgesteld

Integriteit 2021

Terug naar navigatie - Integriteit 2021

Ambtseed of belofte afleggen
Aan een aanstelling voor nieuwe medewerkers wordt de eis gesteld dat zij binnen een half jaar de ambtseed of belofte afleggen. Nieuwe medewerkers leggen in principe de ambtseed of belofte af tijdens het introductieprogramma. Alleen door Corona hebben er vorig jaar geen fysieke bijeenkomsten plaatsgevonden. Volstaan werd daarom met het ondertekenen van de eed/belofte. In 2021 hebben alle nieuwe medewerkers de ambtseed afgelegd.

Europese aanbesteding

Terug naar navigatie - Europese aanbesteding

We hebben bij de controle van de aanbestedingen van de leveranciers waaraan over de periode 2018-2021 meer dan € 214.000 is geleverd geconstateerd dat bij tien leveranciers dit niet conform de Europese aanbestedingsregels heeft plaatsgevonden.

De totale inkopen in 2021 bij deze leveranciers bedroegen € 1,3 miljoen en betreffen in 2021 verantwoorde lasten. De fout is grotendeels ontstaan door levering van inhuur van personeel en aanschaf van WMO hulpmiddelen. Deze contracten zijn allen in het verleden aangegaan.

Paragraaf E. Verbonden partijen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Verbonden partijen zijn volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Hieronder verstaan wij deelnemingen van onze gemeente in gemeenschappelijke regelingen, besloten en naamloze vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Wij beperken ons in deze paragraaf tot de verbonden partijen die conform de definitie van het BBV onder verbonden partijen vallen. 

Deze paragraaf gaat in op de doelstelling en activiteiten van de samenwerkingsverbanden waarin onze gemeente participeert en tevens een bepaalde bestuurlijke invloed uitoefent. Deze paragraaf geeft inzicht in de verbonden partijen van de gemeente (welke, waarom) en de risico’s die hiermee (mogelijk) gelopen worden. Tevens wordt melding gemaakt van de actuele (beleid-) ontwikkelingen. 

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

De gemeente Veenendaal kiest hier bewust voor een faciliterende rol waarin wij kaders en omstandigheden creëren, waarbinnen inwoners, maatschappelijke partners en ondernemers zaken met elkaar kunnen realiseren. Tegelijkertijd constateren wij dat wij als gemeente niet in alle gevallen kunnen volstaan met een faciliterende rol. Wanneer er sprake is van een te behartigen openbaar belang, willen wij als gemeente invloed en regie behouden. Dit kan ook gerealiseerd worden binnen het verband van een verbonden partij. Vanwege de grote bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen is inzicht in en effectieve sturing op alle verbonden partijen gewenst. Verder worden wij geconfronteerd met taakstellingen en omvangrijke taken via het regeerakkoord en de decentralisaties. Daardoor groeit het belang om grip te houden op de activiteiten en realisatie van doelstellingen door de verbonden partijen. Wij zetten ons in voor verbonden partijen die maximaal bijdragen aan de lokale bestuurlijke ambities en een actief risicomanagement voeren. De ambtelijke organisatie zal ook hierdoor in toenemende mate samen (moeten) werken bij de realisatie van de beoogde bestuurlijke doelstellingen. Voorts wordt in de ambtelijke organisatie een centraal coördinatiepunt ingesteld voor alle verbonden partijen en samenwerkingsverbanden. Daarnaast wordt elke verbonden partij jaarlijks integraal op risico´s, kansen en ontwikkelingen beoordeeld.

 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Per 1 januari 2021 is voor de uitvoering van de Valleihopper de Bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO) ingericht waar de acht Foodvalley gemeenten in deelnemen. De BVO is een collegeregeling. Binnen de BVO werken deze gemeenten samen met de provincie Gelderland om de inwoners mobiel te houden. De provincie Gelderland heeft besloten om het aanvullen openbaar vervoer, genaamd OV-Vangnet, anders in te richten. De drie Utrechtse gemeenten binnen de Foodvalley zijn niet automatisch onderdeel van deze ontwikkeling en is daarom met zowel de provincie Utrecht alsook de provincie Gelderland in gesprek over het borgen van het aanvullend openbaar vervoer voor de inwoners. 

Stichting Veens Welzijn is in 2020 opgericht en voert in 2021 voor het eerst de welzijnstaken in Veenendaal uit. Vanaf 2022 staat Veens Welzijn ook als verbonden partij in de programmabegroting.

Samenvattend overzicht Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - Samenvattend overzicht Verbonden Partijen
Gemeenschappelijke Regelingen (GR) 1. Regio Foodvalley
2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)
Vennootschappen en coöperaties 7. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
8. Duurzame Energie Veenendaal-Oost BV (DEVO)
9. Vitens NV
10. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
11. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
Stichtingen en verenigingen

12. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
13. Stichting Ontmoetingshuis
Overige verbonden partijen 14. Parkeervoorzieningen

1. Regio Foodvalley

Terug naar navigatie - 1. Regio Foodvalley
Naam Regio Foodvalley
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Collegeregeling)
2. Vestigingsplaats Ede
3. Doelstelling en openbaar belang De gemeenschappelijke regeling is getroffen om de Regio een Europese topregio te maken op het gebied van innovatie in de foodsector met versterking van de leefomgeving.
4. Relatie met beleidsprogramma Burger & Bestuur
5. Deelnemende partijen Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.
7. Financieel belang

Om de samenwerking mogelijk te maken betalen de gemeenten een inwonerbijdrage, die jaarlijks wordt geïndexeerd. Voor 2021 was deze vastgesteld op € 3,32 per inwoner, hetgeen voor Veenendaal neerkomt op een bedrag van € 217.159. Tevens heeft Veenendaal in 2021 € 129.859 betaald aan projecten van de diverse  werkprogramma's. De verdeling over de werkprogramma's is: economie € 22.616; energie € 26.429; mobiliteit € 16.518; ruimtelijke ordening € 15.192; wonen € 19.104 en voedsel en eiwittransitie € 30.000).  In 2021 is ook € 21.179 betaald als bijdrage aan de verstedelijkingsstrategie Arnhem-Nijmegen Foodvalley. De bijdrage aan het mobiliteitsfonds bedroeg in 2021 € 66.440. 
Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.

8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 3,1 miljoen
31-12-2020: € 2,6 miljoen
31-12-2019: € 2,0 miljoen

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 2,1 miljoen
31-12-2020: € 3,0 miljoen
31-12-2019: € 2,9 miljoen

10. Financieel resultaat

2021: € 0,192 miljoen 
2020: € 0,213 miljoen
2019: - € 0,13 miljoen

11. Website www.regiofoodvalley.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen
In 2021 is de regio geconfronteerd met twee grote tegenstellingen: Enerzijds nam de urgentie van een aantal grote maatschappelijke thema’s stevig toe; denk daarbij aan woningbouw, de toekomst van de landbouw en het stikstofprobleem. En anderzijds bleven oplossingen maar uit omdat de onderhandelingen over een nieuw kabinet veel te lang duurden.
De regionale projecten hebben in 2021 flinke progressie gemaakt: de regiodeal levert de eerste resultaten op en ook vanuit de strategische agenda zijn goede resultaten geboekt. Deze resultaten worden meer en meer door de samenwerkende overheden, ondernemers en onderwijs- en onderzoeksinstellingen in gezamenlijkheid gerealiseerd. De Economic Board Regio Foodvalley is in 2021 dan ook stevig uit de startblokken gekomen en Regio Foodvalley wordt in toenemende mate gezien als een goed voorbeeld van regionale samenwerking. Bij het bezoek van de kersverse ministers Staghouwer (Landbouw) en Van der Wal (Stikstof) is de regio zelfs als gidsregio getypeerd. In die zin is 2021 voor Regio Foodvalley een goed jaar geweest: de inhoud en processen zijn op orde, raden worden intensief betrokken, triple helixpartners doen volwaardig mee en de samenwerking tussen alle betrokken partijen is misschien wel beter dan ooit. En dit alles leidt tot goede resultaten. 

Risico's en financiële positie
Regio Foodvalley heeft in de jaarrekening 2021 de onderstaande risico’s beschreven.
1. risico's voortvloeiend uit het eigen beleid. Er zijn geen risico’s genoemd. Om eventuele tekorten op de exploitatie op te vangen heeft het Algemeen Bestuur op 9 december 2011 besloten een Algemene reserve te vormen. 
2. risico's voortvloeiend uit het beleid van een hogere overheid. Er zijn geen risico’s genoemd.
3. risico's voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten en instanties. Er zijn geen risico’s genoemd.
4. risico's voortvloeiend uit het doen/ nalaten van derden. Schadeclaims onrechtmatige overheidsdaad en productverantwoordelijkheid. In 2021 hebben zich geen dergelijke zaken voorgedaan.
5. Overige verzekerde risico 's.  Regio Foodvalley heeft de kantoorinboedel verzekerd tegen brand en diefstal. Voor het personeel is een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering afgesloten. De aansprakelijkheid van bestuurders in Regio Foodvalley is afgedekt door de verzekering van de gemeente voor de betreffende bestuurder.
6. risico's voortvloeiend uit voor de regio niet te beïnvloeden autonome ontwikkelingen. Dit betreft inflatieontwikkeling door loon- en prijsstijging. Het resultaat van de Cao-onderhandelingen en prijsstijgingen werken door in het jaarresultaat. Op het jaarresultaat heeft dit een beperkt effect.

De weerstandscapaciteit per ultimo 2021 bestaat uit de algemene reserve, deze is voldoende om de door de organisatie ingeschatte financiële risico’s op te kunnen vangen. 

Regio Foodvalley heeft per 31 december 2021 geen langlopende schulden. Het solvabiliteitspercentage bedraagt 59 % en is daarmee goed. 

2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - 2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Naam Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De VRU is een samenwerkingsverband van en voor de 26 Utrechtse gemeenten. Zij behartigt het belang van de gemeente op de terreinen brandweerzorg, de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (Ghor), rampenbestrijding, risico- en crisisbeheersing. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor een adequate samenwerking met politie en de RAVU (regionale ambulancevoorziening Utrecht) ten aanzien van de gemeenschappelijke meldkamer en een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Door deelname aan de Veiligheidsregio Utrecht wordt de samenwerking tussen verschillende instanties bij bestrijding van rampen en crises verbeterd. Elk lid van het AB fungeert als intermediair tussen gemeente en het bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht. Wanneer er regionale besluiten genomen moeten worden, is goedkeuring van alle gemeenteraden nodig.
4. Relatie met beleidsprogramma Burger en Bestuur
5. Deelnemende partijen 26 Utrechtse gemeenten
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. De burgemeester is in zijn functie lid van het algemeen bestuur (AB) VRU.
7. Financieel belang

De bijdrage aan de VRU was in 2021 € 3.196.000.

Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen aangezuiverd. 

8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 23,2 miljoen 
31-12-2020: € 17,7 miljoen  
31-12-2019: € 13,1 miljoen 

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 62,7 miljoen 
31-12-2020: € 47,2 miljoen  
31-12-2019: € 44,4 miljoen

10. Financieel resultaat

2021: € 3,1 miljoen
2020: € 2,1 miljoen  
2019: € 2,6 miljoen 

11. Website www.vru.nl
12. Risicoprofiel Middel

Ontwikkelingen:
Het jaar 2021 is het tweede jaar van de beleidsperiode 2020-2023. Deze periode kenmerkt zich vooral door het voeren van een sobere en solide bedrijfsvoering waarbij geen bijdrage wordt gevraagd voor nieuw beleid. In plaats daarvan worden structurele kosten voor nieuw beleid gedekt uit besparingen door efficiënter werken en bestaand beleid te heroverwegen. Sinds de regionalisering is ruim 20% bezuinigd op de gemeentelijke bijdrage aan de VRU. Met als doel de gemeenten zoveel mogelijk financieel comfort te bieden wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de financiële krapte bij de gemeenten. 

Het financiële resultaat over 2021 laat een positief saldo van € 3,1 miljoen zien. Dit positief resultaat is als gevolg van COVID-19 in belangrijke mate incidenteel van aard en heeft op hoofdlijnen twee oorzaken: 
1. Lagere personele kosten voor opleiding, training en oefening. Hierbij zijn inbegrepen de lagere kosten voor de inhuur van instructeurs. 
2. Lagere kosten voor operationele middelen (gebruik en beheer operationeel materieel). 

Van het positieve resultaat wordt € 2,3 miljoen terug gestort aan de gemeenten, voor Veenendaal betekent dit een bedrag van € 86.000.  Het restant van het positieve resultaat (€ 782.000) wordt gestort in de reserve ontwikkel- en egalisatiereserve. 

Het algemeen bestuur heeft in maart 2019 ingestemd met het instellen van een ontwikkel- en egalisatiereserve en het principe dat een eventueel positief rekeningresultaat in deze reserve wordt gestort. De middelen uit de ontwikkel- en egalisatiereserve kunnen worden ingezet voor organisatieontwikkeling en om de gemeentelijke bijdrage stabiel te houden. De afgelopen jaren zijn de positieve rekeningresultaten met name ingezet voor dat laatste doel, waarmee incidentele stijgingen van de gemeentelijke bijdragen zoveel mogelijk zijn voorkomen. 

De ontwikkel- en egalisatiereserve is gemaximeerd op een bedrag van € 1,8 miljoen. 
Voorstellen voor de inzet van de ontwikkel- en egalisatiereserve worden verwerkt in de begroting van het komende en lopende jaar die gelijktijdig met de jaarstukken van het voorgaande jaar aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. 

Het inzetten van deze middelen voor het inhalen van de door COVID-19 ontstane achterstand op het gebied van opleiden, trainen en oefenen kan onderdeel zijn van dit voorstel.

Risico’s en financiële positie
De bedrijfsvoeringsreserve laat de weerstandscapaciteit van de Vru zien. Binnen deze capaciteit kunnen de risico’s (mogelijke toekomstige financiële tegenvallers) worden opgevangen zonder dat dit dit direct afgewenteld hoeft te worden op de gemeenten. Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit voor 2021 € 0,5 miljoen. De beschikbare weerstandscapaciteit van de Vru is € 1,4 miljoen per ultimo 2021 en is dus toereikend om de risico’s af te dekken.

Volgens de richtlijnen van het BBV is de Vru verplicht om kengetallen op te nemen die inzicht geven hoeveel financiële ruimte de Vru heeft om structurele en incidentele lasten te dekken of op te vangen. Voor de Vru gaat het om de netto schuldquote, het solvabiliteitsratio en de structurele exploitatieruimte. De netto schuldquote bedraagt per 31 december 2021 22,8 % (2020 32,1%), deze schuldquote is gunstig. De norm ligt tussen 0 en 100% en de Vru ligt ruimschoots onder het maximium van 100%. De daling van de schuldquote in 2021 is veroorzaakt door een hogere stand van de liquide middelen. Het solvabiliteitsratio bedraagt per 31 december 2021 27,0% (2020 27,3%). De solvabiliteit is ten opzichte van 2020 gedaald door de toename van vaste schulden met een rente typische looptijd langer dan 1 jaar. De langlopende leningen worden hoofdzakelijk gebruikt voor de financiering van de vaste activa. De solvabiliteit is aan de lage kant. De structurele exploitatieruimte is per ultimo 2021 0,3% (2020 -0,2%) hetgeen inhoudt dat alle middelen structureel zijn bestemd.  

3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)

Terug naar navigatie - 3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
Naam  Sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4) 
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam), IW4 Beheer N.V. is een Naamloze Vennootschap (N.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang De doelstelling van IW4 is het handhaven, vergroten of herstellen van de arbeidsgeschiktheid van personen die tot arbeid in staat zijn, maar ook voor wie, in belangrijke mate, ten gevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of nu niet aanwezig is. De regie van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is belegd bij de rechtspersoon bezittend openbaar lichaam (gemeenschappelijke regeling) Instituut Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht. Het Instituut heeft de uitvoering via een samenwerkingsovereenkomst belegd bij IW4 Beheer NV, waarvan de aandelen in handen zijn van de GR.
4. Relatie met beleidsprogramma 2. Economie, Werk en Ontwikkeling
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal, Rhenen, en Renswoude
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. Namens onze gemeente zitten wethouders in het bestuur van de GR. Naast WSW-subsidie en een vergoeding voor opdrachten betaalt onze gemeente aan de GR een bijdrage om het subsidietekort per SE deels te compenseren.
7. Financieel belang De eventuele tekorten van de beheer NV worden (naar rato) door de deelnemende partijen aangezuiverd, als de voorzieningen en reserves binnen de NV en/of GR ontoereikend zijn.
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 5,0 miljoen (NV)
31-12-2020: € 6,1 miljoen (NV)
31-12-2019: € 6,0 miljoen (NV)

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 1 miljoen (NV)
31-12-2020: € 1 miljoen (NV)
31-12-2019: € 1 miljoen (NV)  

10. Financieel resultaat

2021: € -1,2 miljoen (NV)
2020: € 11.000 (NV)
2019: € -0,2 miljoen (NV)

11. Website

www.iw4.nl

12. Risicoprofiel Hoog

Ontwikkelingen:
IW4 voert namens de deelnemende gemeenten de Participatiewet, onderdeel Sociale werkvoorziening uit. Alle bedrijfsactiviteiten van de GR worden uitgevoerd door IW4 Beheer NV. De uitvoering van de WSW is door middel van een aanwijzingsbesluit overgedragen aan de NV. De uitgangspunten voor het sociale beleid worden bepaald door het Algemeen Bestuur van de GR, terwijl de verantwoordelijkheid voor het bedrijfseconomisch handelen in de handen ligt van de directie en de RvC van de NV. In 2018 zijn door de gemeenteraden van Veenendaal, Rhenen en Renswoude besluiten genomen over de financiering van de WSW en de toekomst van IW4.  Dit besluit is door het bestuur van de GR aangemerkt als strategische visie van de GR. Ook is de governance van de gemeenten via de GR op de NV verstrekt. Mede op basis van de strategische visie heeft de NV een transitieplan 2019-2021 opgesteld. In deze periode werkt ze toe naar een toekomstbestendige organisatie (incl. toekomstbestendige huisvesting). In 2022 laat het bestuur de uitvoering hiervan toetsen door een extern onderzoeksbureau.

 

4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - 4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

 

Naam

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU) 
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke Regeling
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De Gemeenschappelijke Regeling GGD regio Utrecht, gevestigd te Utrecht, is getroffen ter uitvoering van de taken die bij of krachtens de Wet publieke gezondheid zijn opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
4. Relatie met beleidsprogramma 4 Burger & Bestuur
5. Deelnemende partijen 26 gemeenten uit de provincie Utrecht
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 4.112.694
31-12-2020: € 5.140.000 
31-12-2019: € 4.230.000

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 49.257.954
31-12-2020: € 35.520.000
31-12-2019: € 11.750.000

10. Financieel resultaat

31-12-2021: € 565.000
31-12-2020: € 2.260.000
31-12-2019: € 633.000

11. Website www.ggdru.nl
12. Risicoprofiel

Middel

Ontwikkelingen:
De coronacrisis heeft ook in 2021 een grote impact gehad op de GGDrU en heeft geleid tot noodzakelijke wijzigingen op de begroting. Echter hebben deze kosten voor de gemeenten geen negatief financieel effect gehad: deze zijn volledig door RIVM en het ministerie van VWS vergoed. De toename in het vreemd vermogen wordt grotendeels veroorzaakt door de vertraagde financiële afwikkeling van COVID-19 gerelateerde kosten en zijn dus van tijdelijke aard.

In 2021 zijn de volgende ontwikkelingen van invloed geweest op de hoogte van de inwoner- en kindbijdrage:
•    Effecten op de loonindex hebben tot een stijging geleid van de loonkosten van de GGDrU van circa € 2,88 miljoen in 2021.
•    Hiernaast heeft de prijsindex invloed gehad op de gemeentelijke bijdrage, in 2021 leidde dit naar verwachting tot een materiele kostenstijging van €170.000.

 

5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Naam Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Openbaar Lichaam)
2. Vestigingsplaats Soest
3. Doelstelling en openbaar belang De AVU zorgt onder andere voor de verwerking van het Veenendaalse huishoudelijke afval. De kosten worden één op één doorberekend aan de gemeente en zitten in het tarief van de afvalstoffenheffing.
4. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen 25 gemeenten uit de provincie Utrecht 
6. Bestuurlijk belang In het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Utrecht (AVU) zijn de 25 aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht vertegenwoordigd in het Algemeen- en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling AVU.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 0,80 miljoen (conceptjaarrekening)
31-12-2020: € 0,69 miljoen
31-12-2019: € 0,49 miljoen

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 20,8 miljoen (conceptjaarrekening)
31-12-2020: € 23,8 miljoen
31-12-2019: € 17,6 miljoen

10. Financieel resultaat

31-12-2021: € 0,8 miljoen (conceptjaarrekening)
31-12-2020: € 0,2 miljoen
31-12-2019: € 0,2 miljoen

11. Website www.avu.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen:
Centraal stonden in 2021 de werkzaamheden zoals deze tot het takenpakket moeten worden gerekend: zorgdragen voor een reguliere verwijdering van ingezamelde afvalstromen (huishoudelijk restafval, grof huishoudelijk afval, gft-afval, oud papier en karton, verpakkingsglas, oude medicijnen en injectienaalden). De werkzaamheden in dit kader zijn het voorbereiden en uitvoeren van contracten, contractbeheer, registratie van hoeveelheden, databeheer, het doen van ontvangsten en betalingen, en de financiële administratie.

In 2021 zijn de in 2019 aanbestede en in 2020 gegunde verwerkingscontracten voor het huishoudelijk restafval, het grof huishoudelijk restafval en het gft-afval verder geïmplementeerd. Ook is de verwerking van het verpakkingsglas na aanbesteding in 2020 in 2021 geïmplementeerd. De verwerking van het oud papier is aanbesteed en geïmplementeerd en de voorbereiding voor de aanbesteding van het textiel is volop in uitvoering.

Tenslotte heeft de AVU de strategische belangen van de deelnemende gemeenten behartigd. In dit kader worden wetgeving en beleidsmaatregelen inzake afvalverwijdering gevolgd en wordt waar nodig gereageerd. Steeds vaker wordt de AVU, als representant van een groot aantal gemeenten (als ware de AVU een belangenorganisatie) in een ontwerpstadium hierbij betrokken. De AVU onderhoudt dan ook inmiddels een uitgebreid relatienetwerk met overheden en andere organisaties om te kunnen participeren in en anticiperen op bepaalde ontwikkelingen. Met name de discussie omtrent het invoeren van UPV’s ( uitgebreide producenten verantwoordelijkheid) bij matrassen en textiel heeft hierbij in 2021 veel aandacht gevraagd.

 

6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - 6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)
Naam Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)

1. Rechtsvorm

Gemeenschappelijke regeling
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De ODRU ondersteunt gemeenten bij het waarborgen en ontwikkelen van een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving.
4. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen De huidige deelnemers van de ODRU zijn de gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, IJsselstein, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
7. Financieel belang

De bijdrage aan de ODRU was in 2021 € 998.139.

Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen aangezuiverd. 

8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 1,7 miljoen
31-12-2020: € 1,2 miljoen
31-12-2019: € 1,7 miljoen

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 2,2 miljoen
31-12-2020: € 2,6 miljoen
31-12-2019: € 7,7 miljoen

10. Financieel resultaat

2021: € 769.700
2020: € 125.800
2019: € 221.200

11. Website www.odru.nl
12. Risicoprofiel Middel

Ontwikkelingen:
De ODRU heeft ook in 2021 hinder ondervonden in de uitvoering voor gemeenten (vooral in toezicht en handhavingstaken) vanwege corona. Omdat er minder fysieke controles waren, zijn meer administratieve controles op afstand uitgevoerd. 
In maart 2021 is het rapport van de Commissie van Aartsen uitgekomen. Dit heeft geleid tot veel politieke aandacht. De ODRU gaat aan de slag met de aanbevelingen. 
De laatste raming van de meerkosten voor het werken onder de Omgevingswet laat een stijging van 13% zien. Dit zit vooral in de extra bodem taken waarvan de gemeente bevoegd gezag wordt. De Provincie is nu nog bevoegd gezag en heeft de taken uitbesteedt aan de RUD. 
Eind 2021 is het programma duurzaamheid gestopt. Er is veel aandacht geweest voor klimaat en energie. Zo zijn er bij kantoren controles uitgevoerd in het kader van Energie Label-C. Het programma heeft goed gewerkt en op verzoek van de gemeenten wordt in 2022 een vervolg gegeven met een nieuw programma dat in samenwerking met de gemeenten wordt opgesteld. Ook is in 2021   het project contracteren en verantwoorden afgerond. Door dit proces anders vorm te geven is het mogelijk om over en weer de deadlines te halen. 
Tot slot is in 2021 de uniforme VTH  -strategie vastgesteld in de raad. Deze is gezamenlijk met ODRU en gemeenten opgesteld. 
Het jaarresultaat komt over 2021 uit op € 770.000 positief. Het positieve resultaat wordt grotendeels verklaard door lagere salarislasten en minder kosten voor inhuur en uitbesteding. Van het resultaat wordt € 581.000 bestemd voor vereiste aanwending voor wetgeving en toekomstige bedrijfsvoering/dienstverlening. Aan de eigenaar gemeenten wordt € 189.000 terugbetaald. 

Risico’s en financiële positie
De algemene reserve bedraagt in 2021 € 703.000 en is gelijk aan de beschikbare weerstandscapaciteit. Binnen deze capaciteit kunnen de risico’s (mogelijke toekomstige financiële tegenvallers) worden opgevangen zonder dat dit direct afgewenteld hoeft te worden op de gemeenten. Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit voor 2021 € 809.000. De beschikbare weerstandscapaciteit van de ODRU (€ 703.000) is dus per ultimo 2021 te laag om de risico’s af te dekken. In de resultaatbestemming 2021 is een bedrag van € 106.000 opgenomen om toe te voegen aan de algemene reserve en is daarmee de beschikbare weerstandscapaciteit weer toereikend.

Volgens de richtlijnen van het BBV is de ODRU verplicht om kengetallen op te nemen die inzicht geven hoeveel financiële ruimte de ODRU heeft om structurele en incidentele lasten te dekken of op te vangen. Voor de ODRU gaat het om de netto schuldquote, het solvabiliteitsratio en de structurele exploitatieruimte. De netto schuldquote bedraagt per 31 december 2021 – 8,05 % (2020 -6,28%). De norm ligt tussen 0 en 100% en de ODRU ligt ruimschoots onder het maximum van 100%. De wijziging   van de schuldquote wordt veroorzaakt door dat de voorschotfacturen voor het 1e kwartaal 2022 niet in het 4e kwartaal 2021 zijn gefactureerd maar in het 1e kwartaal van 2022. Het solvabiliteitsratio bedraagt per 31 december 2021 33,9% (2020 12,8%). De solvabiliteit is ten opzichte van 2021 fors gestegen door het positieve rekeningresultaat voor 2021. De solvabiliteit is prima. De structurele exploitatieruimte is per ultimo 2021 1,2% (2020 -0,53%). Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken.  

7. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)

Terug naar navigatie - 7. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
Naam Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
1. Rechtsvorm Commanditaire Vennootschap (C.V.) en Besloten Vennootschap (B.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. heeft tot doel het realiseren van een plangebied aan de oostkant van Veenendaal voor circa 4.000 woningen (waarvan ca. 1.000 zijn gerealiseerd in plangebied Dragonder-oost).
4. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen De gemeente Veenendaal en Grondexploitatie Quattro Veenendaal C.V. zijn in 2003 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan voor het ontwikkelen van dit plangebied, waarbij het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. en Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost Beheer B.V. zijn opgericht. Beide partijen (gemeente Veenendaal en Quattro) hebben een 50% belang.
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA), lid RvC (Raad van Commissarissen)
7. Financieel belang 50% van het aandelenkapitaal B.V.
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: nnb
31-12-2020: € 6,4 miljoen 
31-12-2019: € 6,2 miljoen

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021:nnb
31-12-2020: € 57,1 miljoen 
31-12-2019: € 60,1 miljoen

10. Financieel resultaat

31-12-2021: nnb
31-12-2020: € - 3  
31-12-2019: € - 117

11. Website www.veenendaaloost.nl
12. Risicoprofiel Middel

Ontwikkelingen:
In 2021 heeft de woningbouwproductie vooral plaatsgevonden in het deelplan Veenderij. In totaal zijn 143 bouwrijpe kavels verkocht en vinden de bouwactiviteiten plaats in de zuid-west hoek van Veenendaal-oost, te weten de eilanden H, I, J en K. Daar is de grond bouwrijp gemaakt en kan de daadwerkelijke bouw van de woningen aanvangen. Het gaat om ruim 250 woningen.

Voor de nieuw te realiseren wijk “Groenpoort” zijn de benodigde gronden in 2021 grotendeels verworven, zodat dit de weg vrijmaakt voor de opstalontwikkeling van ca 970 woningen.  

 

8. Duurzame Energie Veenendaal-Oost BV (DEVO)

Terug naar navigatie - 8. Duurzame Energie Veenendaal-Oost BV (DEVO)

 

Naam Duurzame Energie Veenendaal-oost BV (DEVO)
1. Rechtsvorm Besloten Vennootschap (B.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang DEVO is het lokale energiebedrijf dat verantwoordelijk is voor de exploitatie en het beheer van de duurzame energievoorziening in een deel van Veenendaal-oost (Buurtstede en Veenderij). DEVO draagt bij aan het bereiken van de gemeentelijke doelstelling om met ingang van 2050 energieneutraliteit te realiseren.
4. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal 
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is voor 100% aandeelhouder van deze onderneming
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: nnb
31-12-2020: € -5,702 miljoen
31-12-2019: € -5,527 miljoen

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: nnb
31-12-2020: € 12,546 miljoen
31-12-2019: € 14,117 miljoen

10. Financieel resultaat

31-12-2021: nnb
31-12-2020: € - 0,174 miljoen
31-12-2019: € -0,345 miljoen

11. Website www.devo-veenendaal.nl
12. Risicoprofiel Hoog

Ontwikkelingen
In juni 2021 heeft de gemeenteraad  besloten om de aandelen van Quattro Energie BV in DEVO te kopen en een borgstelling aan DEVO  te verstrekken waardoor de continuïteit van de onderneming en van de levering van warmte en koeling aan de woningen in de wijken Buurstede en  Veenderij in Veenendaal-Oost gewaarborgd is.

Tevens heeft de gemeenteraad in december 2021 besloten om de geheimhouding op een substantieel deel van de documenten, die betrekking hebben op de garantieovereenkomsten van DEVO, op te heffen, omdat Ouattro Energie BV zijn deelneming in DEVO per 1 juli 2021 heeft beëindigd en de (financiële) belangen van de gemeente en de onderneming door de openbaarmaking van de documenten niet worden geschaad.

 

9. Vitens NV

Terug naar navigatie - 9. Vitens NV

 

Naam Vitens NV
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Zwolle
3. Doelstelling en openbaar belang Publiek waterbedrijf, belast met de zorg voor de watervoorziening
4. Relatie met beleidsprogramma 5 Algemene dekkingsmiddelen
5. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,98% van de aandelen.
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 600,3 miljoen
31-12-2020: € 559,2 miljoen
31-12-2019: € 533,3 miljoen

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 1.387,8 miljoen
31-12-2020: € 1.340,1 miljoen
31-12-2019: € 1.233,5 miljoen

10. Financieel resultaat

31-12-2021: € 19,4 miljoen
31-12-2020: € 23,9 miljoen
31-12-2019: € 11,1 miljoen

11. Website www.Vitens.nl
12. Risicoprofiel laag

Ontwikkelingen
2021 was voor Vitens opnieuw een door COVID-19 getekend jaar. De operationele prestaties zijn stabiel gebleven, ondanks de effecten op het personeel en de organisatie na bijna twee jaar werken onder corona-regime. Ook is de klanttevredenheid op peil gebleven. Op financieel terrein is het afzien van dividend door de aandeelhouders  succesvol geweest om voor de komende drie jaar ruimte te creëren voor noodzakelijke investeringen. Hier ligt een opgave om dit voort te zetten voor de (middel)lange termijn. Grote zorgen waren (en zijn) er over de te trage en complexe vergunningsprocessen voor drinkwaterwinningen waardoor de leveringszekerheid ook op de korte termijn in gevaar dreigt te komen. Hier is dringend actie nodig en Vitens heeft er in 2021 fors op ingezet om deze urgentie onder de aandacht te brengen. 

2021 was ook het eerste jaar van de nieuwe strategie Elke druppel duurzaam in 2030. Deze strategie, gericht op een duurzaam watersysteem met een positieve impact op mens en natuur, is door de medewerkers en partners met veel enthousiasme ontvangen.  Met provincies en waterschappen zijn samenwerkingsagenda’s opgezet voor het verduurzamen van de waterwinningen. Ook met branchevereniging Vewin zijn de handen ineen geslagen om de noodzaak en urgentie van een duurzame watertransitie te vergroten onder de stakeholders.

 

10. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)

Terug naar navigatie - 10. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
Naam Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Den Haag
3. Doelstelling en openbaar belang Bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de inwoner. De bank levert zo een bijdrage aan de publieke taak.
4. Relatie met beleidsprogramma 5 Algemene dekkingsmiddelen
5. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,2% van de aandelen.
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 5.062 miljoen
31-12-2020: € 5.097 miljoen
31-12-2019: € 4.887 miljoen

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 143.995 miljoen
31-12-2020:  € 155.262miljoen
31-12-2019: € 144.802 miljoen

10. Financieel resultaat

31-12-2021: € 236 miljoen
31-12-2020:  € 221 miljoen
31-12-2019: € 163 miljoen

11. Website www.bngbank.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen:
2021 is een uitdagend jaar voor de BNG gebleken, niet alleen door de effecten van de COVID-19-pandemie op ons dagelijks leven, manier van werken en op onze samenleving, maar bovenal door de grote uitdagingen waar de klanten voor staan. Of het nu gaat om de gemeenten die willen investeren in duurzame en leefbare steden, maar zich geconfronteerd zien met onvoldoende financieel perspectief door tekorten in het sociale domein; om de woningcorporaties die zich inspannen voor meer sociale huurwoningen en de verduurzaming ervan en daarvoor meer financiële armslag nodig hebben; of om de zorgsector die het accent wil verleggen naar meer passende zorg en preventie. Stuk voor stuk klanten in het publieke domein die worden gedreven door maatschappelijke impact.

De BNG heeft in 2021 opnieuw laten zien een betrouwbare en duurzame partner te zijn van haar klanten. Ze dacht mee met hun vraagstukken en zorgde met gunstige leningen voor meer dan de helft van de kredietvraag in het publieke domein. Daarmee bestendigde ze haar positie als marktleider. De BNG is daar trots op en wil haarzelf hierin blijven verbeteren zodat ze nog meer impact maakt met haar klanten. Dat doet ze door scherper aan te sluiten bij de maatschappelijke vraagstukken en transities waar de klanten voor staan. Door hierop haar expertise te leveren en ervaringen te delen. En door inzet van haar unieke positie – als verbindende partij tussen de verschillende spelers in het publieke domein. De BNG is gedreven vanuit gelijklopende belangen: het maken van maatschappelijke impact. Dat is de essentie van haar aangescherpte strategie: "Ons Kompas Naar Impact".

De BNG heeft een eerste meting gedaan van de maatschappelijke impact die de klanten maken. Zij doet dit omdat ze belang hecht aan het sturen op en rapporteren over datgene waar het echt om draait. Ze heeft deze meting gepubliceerd op haar website en vanaf 2022 wil ze jaarlijks de voortgang van haar klanten op de gemeten indicatoren laten zien. Ze rapporteert hierin ook specifiek over het verlagen van de CO2-emissies verbonden met onze kredietportefeuille. Uit de meting die in het verslagjaar is gedaan over de kredietportefeuille per 31-12-2020 blijkt dat deze zijn gedaald. Dit is vooral een verdienste van de klanten, en in deze verslagperiode in het bijzonder van de woningcorporaties waarvan het energieverbruik van hun vastgoed is gedaald.

 

 

11. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)

Terug naar navigatie - 11. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
Naam Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap (NV)
2. Vestigingsplaats Ede
3. Doelstelling en openbaar belang ACV is een overheids-nv. De missie van ACV is de opdracht gevende gemeenten, bedrijven en particulieren te ontzorgen op het gebied van afval & reiniging en te opereren als de logische, regionale samenwerkingspartner.
4. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeenten Ede, Renkum, Renswoude, Veenendaal en Wageningen
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA) 
7. Financieel belang 24,8% van de aandelen van de holding
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 13,4 miljoen (concept)
31-12-2020: € 11,6 miljoen
31-12-2019: € 11,1 miljoen

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 19,8 miljoen (concept)
31-12-2020: € 21,8 miljoen
31-12-2019: € 21,9 miljoen

10. Financieel resultaat

31-12-2021: € 1,9 miljoen (concept)
31-12-2020: € 0,5 miljoen
31-12-2019: € 0,5 miljoen

11. Website www.acv-groep.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen:
In de Strategische Agenda 2018-2022 van ACV was als een van de punten op de ontwikkelagenda voor deze periode het optimaliseren van de kostentoerekening en afrekenmethodiek opgenomen. Deze optimalisatie heeft in 2020 plaatsgevonden en de nieuwe systematiek is in 2021 voor het eerst toegepast.

 

12. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)

Terug naar navigatie - 12. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
Naam Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG) 
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het algemeen doel van de Stichting is om de inwoners van Veenendaal zoveel als nodig bij te staan bij de zorg voor de opvoedondersteuning, gezinsondersteuning en ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. De Stichting sluit hierbij aan bij de ontwikkeling naar integraal werken binnen de drie sociale domeinen, te weten: jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie – bijvoorbeeld door de vorming van integrale sociale wijkteams – en levert hier een actieve bijdrage aan. Zij doet dit uitsluitend in opdracht van de gemeente.
4. Relatie met beleidsprogramma 3 Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen nvt
6. Bestuurlijk belang Het College
- stelt de jaarlijkse bijdrage vast op basis van de prestatieafspraken.
- benoemt, schorst en ontslaat de leden van het Bestuur.
- krijgt bepaalde besluiten van het Bestuur ter goedkeuring voorgelegd.
7. Financieel belang

De gemeente verstrekt op basis van prestatieafspraken een jaarlijkse bijdrage. 
De jaarresultaten komen ten gunste of ten laste van de Gemeente.

8. Eigen Vermogen

31-12-2021: € 0
31-12-2020: € 0
31-12-2019: € 0 
 (op basis van de statuten is het niet toegestaan vermogen te vormen) 

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: € 930.768 
31-12-2020: € 983.504
31-12-2019: € 1.086.005

10. Financieel resultaat

31-12-2021: € 0
31-12-2020: € 0
31-12-2019: € 313.403

11. Website www.cjgveenendaal.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen
De Stichting CJG heeft haar opdracht uitgevoerd voor de gemeente Veenendaal vanuit vier kerntaken.
1.    Preventie en vroegsignalering
Het CJG heeft actief  bijdrage aan het vormgeven van een stevige sociale basis in Veenendaal. Ze hebben daarin een sterke samenwerking met partners in Veenendaal zoals, Veens Welzijn, de GGD, huisartsen en scholen.

2.    Toegang
Afgelopen jaar heeft het CJG geïnvesteerd in het onderhouden en borgen van een eenduidige hoogwaardige toegang voor de inwoners van Veenendaal. De toegang bestaat uit: (digitaal) spreekuur, contactpersoonschap huisartsen en scholen. 
Een extra investering heeft plaats gevonden middels:
1. Een 3 daagse training ‘gesprekstechnieken’ voor team Toegang. 
2. Extra gesprekken vanuit bestuurder, leidinggevende team Toegang en contactpersonen scholen ten behoeve van versterking van de samenwerking. Daaruit zijn onder andere de reflectiebijeenkomsten onderwijs en zorg ontstaan. 
3. Er is verbinding tussen team Jonge Kind en team Toegang in de vorm van een pilot. Bij iedere aanmelding van een kind tot en met 5 jaar sluit een medewerker van team Jonge Kind aan. 
4. Het werken met gespreksverslag voor de hele organisatie, in het bijzonder voor team toegang en team Jonge Kind. 
5. Evaluatie van de toegang: hieruit kwam duidelijk naar voren dat de inrichting van de toegang werkt, moet worden behouden en een aantal aanbevelingen zijn inmiddels gerealiseerd.

3.    Ambulante ondersteuning
Het jaar 2021 is benut om de werkwijze ambulant te professionaliseren. De aanleiding daarvoor was: te lange doorlooptijden, te lange en soms te zware trajecten waardoor er geen doorstroom hadden en de lichtere trajecten soms moesten doorwijzen of te lang moesten wachten voor het traject konden worden opgepakt. De werkzame elementen zijn opgegaan in de aangescherpte werkwijze die een kwalitatieve verbetering is en leidt tot een betere doorstroom. In 2022 zal dit nog verder worden geïmplementeerd. Het CJG biedt lichte kortdurend (beschikkingsvrije specialistische) ambulante ondersteuning, met een looptijd van 4.5 maanden. Hierdoor is brede inzet van expertise binnen één organisatie aanwezig (kennis van het lokale veld, jonge kind, veiligheid, geestelijke gezondheidszorg enz.) dichtbij huis, toegankelijk en snel beschikbaar. 

4.    Regie 
Wanneer het CJG betrokken is en de ondersteuning gestart is, blijven we betrokken om te zorgen dat het gezin de ondersteuning krijgt die nodig is. Er is gewerkt aan extra sturing op het startgesprek. Belangrijk om goede afspraken te maken over de doelen, inzet van hulpverlening en het verloop van het traject. Dit is meegenomen en vastgelegd in de aangescherpte werkwijze regie. In 2022 zal dit verder worden geïmplementeerd.

5.    Inzet CJG naast de kerntaken 
a)    In het kader van de integrale samenwerking neemt het CJG structureel deel aan de volgende overleggen of voert de afgesproken taken uit: Het triageteam, Koplopersoverleg Sociaal Domein, Interventieteam gemeente Veenendaal, Bestuurlijk kernteam Sociaal Domein, JOR (Jongeren in de Openbare Ruimte), Project Kansrijke Start (gezamenlijke aanpak voor goede start voor kwetsbare zwangeren), Coördinator Verwijsindex.
b)    Taskforce. Het CJG heeft ook binnen de Taskforce jeugd van de gemeente Veenendaal een belangrijke bijdrage geleverd om mee te denken in mogelijke maatregelen die kunnen leiden tot passende hulp en ondersteuning en een verantwoorde besteding van de middelen. Ook wordt gekeken naar bewegingen binnen het gehele jeugddomein om trends te ontdekken en vandaaruit gesprekken aan te gaan met partners.

6.    Verdere ontwikkelingen
a)    Balans tussen interne organisatie voor kernteam versus gevraagde inzet bij projecten en overleggen vanuit de gemeente Veenendaal.
b)    Ook het jaar 2021 stond in het teken van COVID-19 en de daarmee samenvallende maatregelen. Dit heeft zowel qua werk als privé impact gehad op het CJG en haar medewerkers. Desondanks heeft het CJG haar veerkracht laten zien door op een creatieve en innovatie wijze de dienstverlening en doorontwikkeling met succes voort te zetten. En veel stil te staan bij het welzijn van de medewerkers. 
c)    Het CJG heeft een verzoek gedaan bij het aanbieden van de jaarstukken, 10 % van de gemeentelijke bijdrage aan het CJG over 2021 via een resultaatbestemming naar het begrotingsjaar 2022 van het CJG over te hevelen, waarna het CJG dit in de egalisatiereserve zal storten. Dit verzoek moet worden gezien in het kader van het voorgenomen besluit van het college om op korte termijn het CJG toestemming te verlenen vanaf 2022 een egalisatiereserve in te stellen.
d)    Begin 2021 heeft de opvolgaudit plaatsgevonden. In deze audit werd o.a. gekeken naar de uitvoering van de opgestelde plannen van het voorgaande jaar, verbeteringen die zijn  aangebracht en of er tijdens de processen de volledige PDCA-cyclus zijn doorlopen (continu verbeteren). De audit is succesvol afgesloten met een certificering.
e)    Het CJG heeft bijgedragen aan het Rekenkameronderzoek kostenbeheersing Jeugdhulp.
f)    Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming.
De komende jaren wordt landelijk gewerkt aan een nieuw toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, waar in 2021 voorbereidend aan is gewerkt. Het toekomstscenario biedt perspectief over hoe de jeugdbeschermingsketen er slimmer en effectiever uit kan zien waarbij het belang van het kind en het gezin centraal staat. De basisprincipes van het scenario zijn gezinsgericht, rechtsbeschermend, transparant, eenvoudig en lerend. Belangrijk uitgangspunt voor dit toekomstscenario kind- en gezinsbescherming is dat er voor een kind een vast gezicht is. Rondom het kind het CJG betrokken. Het CJG streeft zoveel als mogelijk naar continuïteit. Ook binnen de gemeente Veenendaal wordt hier actief beleid op ontwikkeld in samenspraak met het CJG en zal in 2022 een projectgroep worden samengesteld waar het CJG aan zal deelnemen. 

 

 

13. Stichting Ontmoetingshuis

Terug naar navigatie - 13. Stichting Ontmoetingshuis
Naam  Stichting Ontmoetingshuis
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het binnen de kaders van het vigerend bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk beheren, kostendekkend exploiteren en doen exploiteren van het Ontmoetingshuis Veenendaal-oost, al dan niet tezamen met andere door de Gemeente Veenendaal aan te wijzen partijen en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. De stichting mag niet al dan niet commerciële activiteiten verrichten of laten verrichten buiten de doelstelling, locatie en andere samenwerkingsvormen.
4. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Het College
- Goedkeuring en ontslag bestuur
- Toestemming beleidsmatige en/of strategische keuzes (financieel, samenwerken, etc.)
- Inzage en aanwijzingen financieel beheer.
7. Financieel belang Het college compenseert een negatieve exploitatie indien deze niet uit de reserve gehaald kan worden. Eventuele overschotten vallen ten gunste van de reserves.
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: nnb
31-12-2020: € 497.568
31-12-2019: € 408.529

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: nnb
31-12-2020: € 631.450
31-12-2019: € 567.934

10. Financieel resultaat

31-12-2021: - € 104.753 (begroot)
31-12-2020: - € 112.574
31-12-2019: - € 105.083

11. Website https://ontmoetingshuis.nl/
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen:
Het Ontmoetingshuis Veenendaal-oost is in gebruik als multifunctioneel complex ten behoeve van basisonderwijs, kinderopvang en maatschappelijke voorzieningen zoals sport en welzijn.

 

14. Parkeervoorzieningen

Terug naar navigatie - 14. Parkeervoorzieningen
Naam  Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)
1. Rechtsvorm Vereniging / Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang

Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaars” en “het beheer over de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.

VVE Tricotage
Stichting (VVE) Arie van Hensbergen

4. Relatie met beleidsprogramma 1 Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Het College
- Goedkeuring en ontslag bestuur
- Toestemming beleidsmatige en/of strategische keuzes (financieel, samenwerken, etc.)
- Inzage en aanwijzingen administratie
7. Financieel belang Vaste gemeenschappelijke bijdrage.
Compensatie verliezen en investeringen.
8. Eigen Vermogen

31-12-2021: nnb
31-12-2020: € 117.517
31-12-2019: € 109.528

9. Vreemd Vermogen

31-12-2021: nnb
31-12-2020: 116.298
31-12-2019: 109.528

10. Financieel resultaat

31-12-2021: nnb
31-12-2020: - € 13.163
31-12-2019: - € 9.100

11. Website nvt
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen:
Verenigingen van Eigenaars (VvE) waarbij de parkeergarages deeluitmaken van deze VvE's.

 

Paragraaf F. Grondbeleid

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

De woningmarkt brak in 2021 record op record, ondanks corona. De huizenprijzen stegen in 2021 hard, met gemiddeld 15,2% (bron: CBS). Dit is de hoogste stijging sinds 2000, terwijl in 2020 de prijzen ook al ruim 9% waren gestegen. De verkoopsnelheid is tevens erg hoog, waardoor een grote krapte in de woningmarkt is ontstaan. Het belangrijkste antwoord op de schaarste zal gezocht moeten worden in het toevoegen van aanbod van nieuwbouwwoningen. Er is in Veenendaal in 2021 veel gebouwd. Te denken valt aan bouwprojecten in Veenderij, Brouwerspoort, Stationskwartier, Balkons en Pampagras. Op diverse plekken zijn in 2021 de voorbereidingen getroffen om met de bouw te beginnen zoals in Veenderij, Brouwerspoort, Boveneind en Lindewijck. Het stadscentrum heeft  zijn vorm verder gekregen met de realisatie bij het stadsstrand (Brouwerspoort).

In de afgelopen jaren is gebleken hoe belangrijk het is bij woningbouw om toekomstige bewoners en omwonenden te betrekken bij nieuwe plannen. De gemeente stimuleert ontwikkelaars voor toepassen van co-creatie met omwonenden en vanuit marktpartijen worden dit ook steeds meer als vanzelfsprekende trajecten gezien. Participatietrajecten zijn niet meer weg te denken bij nieuwe ontwikkelingen. De mate van participatie zal altijd maatwerk blijven. Er is zowel behoefte aan systeembouw als volledige zelfbouw en alles wat er tussen zit. 

Een andere trend die over de gehele breedte plaatsvindt is duurzaamheid. De wettelijke normen worden strenger, maar, belangrijker, de mogelijkheden worden ook steeds groter. Het bereiken van energieneutrale nieuwbouwwoningen wordt steeds vaker bereikt. 

Visie op grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie op grondbeleid

Een belangrijke les van de afgelopen jaren is dat een keuze voor óf facilitair óf actief grondbeleid niet volstaat. In de door de raad in 2020 aangenomen Nota Grondbeleid 2020-2024 is situationeel grondbeleid daarom verder uitgewerkt en verdiept. Voor de komende jaren kan hiermee ook beter ingezet worden op publiekrechtelijke instrumenten zoals de Wet Voorkeursrecht gemeenten (WVG) en de toepassing van de Grondexploitatiewet. Hiermee kan de gemeente meer regie nemen als de situatie daarom vraagt. Daarnaast heeft de raad in 2020 de Nota Bovenwijkse voorzieningen vastgesteld, waardoor het kostenverhaal van bovenwijkse investeringen verzekerd kan worden. 

Uitvoering van grondbeleid

Terug naar navigatie - Uitvoering van grondbeleid

In 2020 is de Omgevingsvisie 2030 door de raad vastgesteld. Dit integrale strategische beleidsdocument voor de fysieke leefomgeving geeft de Veense visie weer op thema’s als: bouwen en wonen; groen, natuur en water; mobiliteit en infrastructuur; milieu; economie en recreatie; cultuur en cultuurhistorie; openbare orde en veiligheid; volksgezondheid, welzijn en duurzaamheid. Het gaat niet alleen over de inrichting van onze gemeente, maar ook over hoe we de ruimte met z’n allen gebruiken. Voor de uitvoering van deze visie worden de instrumenten uit het grondbeleid gebruikt. Voor de woningbouwopgave wordt dit vertaald in het uitvoeringsprogramma Wonen, waarin de voorbereidingen zijn uitgevoerd om deze in 2022 bij de raad ter besluitvorming voor te leggen.
De gemeente heeft in 2021 de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) toegepast voor de ontwikkeling van het terrein Trivium. Voor de ontwikkeling van het Ambacht heeft de gemeente een aanvraag gedaan voor de Woningbouwimpuls (wbi). Deze is eind 2021 toegekend door het rijk.

Risicoreserve grondexploitaties

Terug naar navigatie - Risicoreserve grondexploitaties

In de Nota Grondbeleid 2020 – 2024 is opgenomen dat er jaarlijks een vertrouwelijke risicoanalyse wordt opgesteld door een extern bureau, waarin per project en op portefeuilleniveau het risicoprofiel wordt geschetst. Deze risicoanalyse omvat de grondexploitaties en grotere facilitaire projecten, de zogenaamde Meerjarige projectbegrotingen. Voor de grondexploitaties betreft dit de project- en projectoverstijgende risico’s. De gemeente maakt risico’s niet alleen inzichtelijk, maar zorgt met risicomanagement voor beheersing van de risico’s en treft de nodige beheersmaatregelen. De risico’s worden afgedekt met de risicoreserve grondexploitaties. 

Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Terug naar navigatie - Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Voor de verliesvoorziening grondexploitaties wordt de netto contante waarde toegepast, zoals ook opgenomen in de waarderingsgrondslagen.
Voor de onderstaande complexen hebben we een verliesvoorziening. Hieronder hebben we het effect opgenomen t.o.v. het geraamd eindresultaat (zie ook toelichting op de balans onder de voorraden). 

Complex bedragen x €1.000 Geraamd eindresultaat Netto Contante waarde Verschil
Brouwerspoort 27714 26115 1599
Het Ambacht 4963 4153 810
Pionierskwartier 5414 5204 210

Paragraaf G. Lokale heffingen

Paragraaf G: Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf G: Lokale heffingen

De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding van de opbrengst gebonden is (bestemmingsheffingen) en heffingen waarvan de besteding van de opbrengst vrij is. Ongebonden lokale heffingen zoals de OZB en de hondenbelasting rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij inhoudelijk niet aan begrotingsprogramma’s zijn gerelateerd en de opbrengst vrij kan worden besteed. Gebonden heffingen zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing, rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor het komende jaar vast.

Het gemeentelijke belastinggebied is wettelijk begrensd. De regelingen, waarin is bepaald welke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Zo mag bijvoorbeeld het bedrag van een gemeentelijke heffing niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van de belastingplichtige en is het niet toegestaan om met rechten winst te maken.

Onder belastingen verstaan wij gedwongen bijdragen van inwoners, bedrijven, verenigingen e.d. aan de overheid. Er hoeft geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover te staan. Met de opbrengst van belastingen worden algemene voorzieningen in stand gehouden, zij vormen een algemeen dekkingsmiddel. Uitzondering hierop is de reclamebelasting. Deze opbrengst wordt gestort in een Ondernemersfonds. Hieruit kunnen ondernemers extra activiteiten organiseren. Vanwege het feit dat bij de belastingen de relatie tussen opbrengst en kosten ontbreekt kan daarom geen dekkingspercentage worden aangegeven. De belastingen die in 2021 in Veenendaal werden geheven, zijn:

•    afvalstoffenheffing;
•    hondenbelasting;
•    onroerendezaakbelastingen (OZB);
•    parkeerbelasting;
•    precariobelasting;
•    reclamebelasting;
•    BIZ Heffing;
•    rioolheffingen;
•    begrafenisrechten;
•    toeristenbelasting.

Aparte vermelding verdient hierbij de afvalstoffenheffing. Deze werd geheven op basis van een bijzondere wet, te weten de Wet milieubeheer. Tegenover deze heffing staat wel een direct aanwijsbare tegenprestatie (het ophalen van huisvuil), maar toch heeft de afvalstoffenheffing het karakter van een belasting omdat de bereidwilligheid om gebruik te maken van deze dienstverlening niet bepalend is voor de belastingplicht. Ook degene die geen gebruik wil maken van deze dienstverlening ontvangt een aanslag. Door de direct aanwijsbare tegenprestatie kan wel een relatie met de kosten worden gelegd en is het mogelijk een dekkingspercentage te berekenen. In onze gemeente bedraagt het percentage 100%.

Rechten en leges
Rechten kunnen worden gedefinieerd als ‘betalingen die door de overheid krachtens algemene regelingen (i.c. verordeningen) worden gevorderd ter zake van een concrete door de overheid in haar functie als zodanig bewezen dienst’. Kort gezegd betekent deze definitie dat de overheid tegenover de betaling van de particulier een individuele prestatie stelt. Voor rechten geldt dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden verhaald. 

Leges kunnen worden gedefinieerd als vergoedingen voor diverse administratieve en andersoortige diensten door of vanwege het gemeentebestuur verstrekt. Kernwoord hier is dienstverlening. Leges vertonen qua definitie grote overeenkomsten met rechten. Hier geldt dan ook dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden doorberekend. 
De voornaamste rechten en leges die in 2021 in onze gemeente zijn geheven, zijn: 
•    lijkbezorgingrechten;
•    leges omgevingsvergunning (voorheen bouwleges);
•    leges publiekszaken (bijv. uittreksels, paspoorten).

Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten bij de begroting 2021 waren: 

1.1    Indexatie 2021
Bij de begrotingsbehandeling in 2020 is besloten de gemeentelijke heffingen voor 2021 trendmatig met 1,5% te verhogen. De tarieven voor de afvalstoffenheffing, rioolrechten, leges en kosten van lijkbezorging zijn daarvan uitgezonderd. Hiervoor geldt als uitgangspunt een maximale kostendekkendheid van 100%. 

1.2    Onroerende zaakbelastingen (OZB)
1.2.1 Ons bestendig beleid is dat mutaties als gevolg van een hertaxatie van de waarde van de onroerende zaken geen gevolgen mag hebben voor de belastingopbrengsten (sinds invoering van de Wet WOZ in 1995). Een waardestijging van de onroerende zaken binnen onze gemeente heeft zich in het verleden dan ook altijd vertaald in een evenredige tariefsdaling. 

1.3    Rioolheffingen
Bestendig beleid is een kostendekkende rioolheffing waarvan 50% van de kosten wordt verhaald via het aansluitrecht en 50% via het afvoerrecht. 

1.4    Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt van het huidige beleid is erop gericht 100% van de inzamelings- en verwerkingskosten van het afval in de tarieven te verdisconteren. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Veenendaal overgegaan op Diftar op basis van volume-frequentie. In december 2019 heeft uw raad besloten tot invoering van GF+E inzameling voor de hoogbouw in Veenendaal. In November 2020 heeft u besloten tot optimalisatie aanbiedvoorwaarden afvalbrengstation.

1.5    Hondenbelasting
Voor de hondenbelasting is voor 2021 geen sprake van verandering van het beleid.

1.6    Leges
De leges worden in verschillende delen gepresenteerd. De bouwleges zijn afzonderlijk in de begroting 2021 opgenomen. Behoudens geringe inhoudelijke wijzigingen is er bij de leges geen sprake van gewijzigd beleid.

1.7    Precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen
Met ingang van 1 juli 2015 is besloten precariobelasting in te voeren van netwerkbeheerders. De aanslagen worden na afloop van het belastingjaar opgelegd. De opbrengst wordt jaarlijks gestort in de voorziening dubieuze debiteuren precariobelasting. Er is een wetsvoorstel aangenomen om de precariobelasting voor netwerkbeheerders af te schaffen. Gemeenten (waaronder Veenendaal) die in 2015 al heffen kunnen nog heffen tot 1 januari 2022. Het is niet toegestaan het in 2016 gehanteerde tarief te verhogen. 

1.8    Precariobelasting overige
Naast precariobelasting op buizen, kabels en leidingen is er ook precariobelasting voor bv. Terrassen en gebruik van de openbare ruimte. Er is geen sprake van een beleidswijziging.

1.9    Reclamebelasting
Reclamebelasting is een belasting op openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg, bijvoorbeeld logo's, stickers, gevelreclame, lichtbakken en uithangborden. Ondernemers in de binnenstad en op alle bedrijventerreinen in Veenendaal betalen reclameheffing aan de gemeente. De opbrengst wordt naar rato verdeeld over de coöperatieve verenigingen Bedrijventerreinen en het Platform Binnenstadsmanagement. Kwijtschelding voor reclamebelasting is niet mogelijk. 

1.10    Bedrijven Investeringszone Winkelstad Veenendaal
In mei 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de invoering van een Bedrijven Investerings Zone (BIZ) Winkelstad Veenendaal. Deze BIZ Winkelstad Veenendaal is van toepassing in het zogenoemde Kernwinkelgebied en beoogd gezamenlijke investeringen ter verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsomgeving te financieren. De BIZ is een bestemmingsheffing die eigenaren en gebruikers betalen. Onder verrekening van de perceptiekosten wordt de bate uitbetaald aan een stichting (momenteel in oprichting). Er is sprake van tariefdifferentiatie (zie 2.5). 

1.11    Toeristenbelasting
Niet-inwoners van de gemeente, die overnachten én betalen voor die overnachting, betalen in Veenendaal toeristenbelasting. De doelstelling is dat de kosten van bepaalde voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de gemeente wonen.

1.12    Parkeerbelasting
Op basis van artikel 225 Gemeentewet kunnen gemeenten in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen heffen. Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden twee belastingen geheven:
•    De parkeerbelasting voor een plek en een bepaalde tijdsperiode, waarvoor parkeerautomaten zijn geplaatst.
•    De parkeerbelasting voor een door de gemeente verstrekte parkeervergunning.
Hiermee kunnen gemeenten op efficiënte en financieel verantwoorde wijze hun parkeerbeleid realiseren. Er is dus een link naar de financiering van het parkeerbeleid maar de opbrengst valt in de algemene middelen

Op de beleidsuitgangspunten inzake de lokale heffingen zijn de voornemens bij de begroting allemaal uitgevoerd. Daarnaast zijn gedurende 2020 de volgende wijzigingen en noemenswaardige zaken geweest:

 Alle onroerende zaken in Veenendaal zijn in 2020 ten behoeve van het belastingjaar 2021 opnieuw gewaardeerd naar de peildatum 1 januari 2020. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde (peildatum 1 januari 2019) zijn de waarden van de woningen met gemiddeld 7,3% gestegen en de waarde van de niet-woningen met 0,92%. Deze waardeontwikkeling zijn in de tarieven van 2021 verdisconteerd.
Gedurende 2021 heeft de hertaxatie naar waardepeildatum 1 januari 2021 plaatsgevonden ten behoeve van de aanslagoplegging 2022. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde 2020 (peildatum 1 januari 2020) zijn de waarden van de woningen met gemiddeld 10,2% gestegen en de waarde van de niet-woningen met gemiddeld plus 1,0%. Deze waardeontwikkeling zijn in de tarieven van 2022 verdisconteerd.
In 2020 is gestart met de inzameling van GF+E afval in de hoogbouw conform de besluitvorming in uw raad op 19 december 2019. In november 2020 heeft uw raad besloten om brengbeleid voor het afvalbrengstation te optimaliseren.

Zoals bovenstaand gemeld heeft de Hoge Raad de verordening voor de precarioheffing op kabels en leidingen ongeldig verklaard. Om reden hiervan is in 2020 en 2021 geen aanslag opgelegd.

De parkeertarieven zijn in 2021 trendmatig verhoogd. 

Overzicht inkomsten lokale heffingen 2021

Rekening 2019 Rekening 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
Onroerendezaakbelasting € 13.314.880 € 13.780.584 € 14.271.010 € 14.329.330
Afvalstoffenheffing € 5.872.649 € 6.797.285 € 7.608.468 € 7.780.181
Rioolheffingen € 3.241.222 € 3.288.372 € 3.353.772 € 3.353.933
Precariobelasting € 2.021.486 € 86.748 € 1.005.414 € 970.000
Parkeergelden € 2.161.275 € 1.718.014 € 2.211.784 € 1.650.845
Leges omgevings-vergunning € 2.003.495 € 2.544.943 € 2.293.410 € 2.429.666
Reclamebelasting € 506.904 € 506.977 € 541.779 € 503.070
Hondenbelasting € 386.524 € 393.481 € 392.418 € 404.223
Toeristenbelasting € 121.945 € 64.888 € 110.000 € 155.739
BIZ Winkelstad € 251.300 € 266.748 € 162.090 € 143.352

De opbrengst afvalstoffenheffing 2021 is inclusief de opbrengst van het aantal ledigingen (variabele tarief). Het variabele tarief wordt pas na afloop van het belastingjaar opgelegd. De aanslagen precariobelasting netwerkbeheerders worden vanaf 2020 niet meer opgelegd als gevolg van de uitspraak Stedin. De toeristenbelasting 2021 wordt in de eerste helft van 2022 opgelegd. 

Overzicht belangrijkste tarieven

Overzicht belangrijkste tarieven gemeentelijke heffingen
Soort heffing Tarief 2018 Tarief 2019 Tarief 2020 Tarief 2021
OZB
Gebruikersbelasting:
Niet-woning 0,1792% 0,1975% 0,1985% 0,1995%
Eigenarenbelasting:
Woning 0,1056% 0,1110% 0,1045% 0,0992%
Niet-woning 0,2244% 0,2473% 0,2485% 0,2497%
Afvalstoffenheffing
Basistarief € 159,36 € 167,76 € 191,58 € 222,32
Per aanbieding 240 liter € 8,12 € 8,30 € 8,36 € 8,49
Per aanbieding 140 liter € 4,77 € 4,85 € 4,92 € 4,99
Hoogbouw
Storting 30 liter (miv 2020 excl. korting GFE 20%) € 0,81 € 0,83 € 1,05 € 1,07
Storting 60 liter (miv 2020 excl. korting GFE 20%) € 1,62 € 1,65 € 2,11 € 2,14
Hondenbelasting
Tarief 1e hond € 86,40 € 88,08 € 89,40 € 90,72
Tarief 2e hond € 126,24 € 128,64 € 130,56 € 132,48
Tarief kennel € 223,20 € 227,44 € 230,88 € 234,36
Rioolheffing
Aansluitrecht woning eigenaar € 62,40 € 62,40 € 62,40 € 63,36
Afvoerrecht woning gebruiker € 31,20 € 31,20 € 31,20 € 31,68
Afvoerrecht niet-woning gebruiker € 312,00 € 312,00 € 312,00 € 316,68

Vergelijking woonlasten met andere gemeenten
Hierbij informeren wij u over de verschillende gemeentelijke belastingen en heffingen in onze gemeente in 2021 ten opzichte van andere gemeenten. Daarvoor gebruiken wij het brondocument van Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)

Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)
Jaarlijks brengt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) een atlas uit waarin de lokale lasten van de belastingen van gemeenten, provincies en waterschappen zijn opgenomen. Deze publicatie wordt gedurende het lopende jaar geactualiseerd. Deze geactualiseerde cijfers zijn in onderstaande tabel opgenomen en betreft ca. 350 gemeenten. De woonlasten die Coelo vergelijkt, bestaan uit OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze zijn gebaseerd op een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en een meerpersoonshuishouden; na aftrek van eventuele heffingskorting. 

In onze gemeente bedroegen de jaarlijkse woonlasten voor een meerpersoonshuishouden met een eigen woning in 2021 € 646. Daarmee staat onze gemeente op de 9e plaats van laagste gemeenten in Nederland op basis van de Coelo atlas 2021. Om u een beeld te geven van deze plaats in relatie tot andere gemeenten hebben wij onderstaande tabel met de top tien met de laagste woonlasten opgenomen:

Laagste gemeentelijke woonlasten
Gemeente Woonlasten 2021
1 Tilburg 598
2 Teylingen 614
3 Aalten 618
4 Gilze en Rijen 621
5 s-Hertogenbosch 624
6 Rijssen-Holten 636
7 Nijkerk 640
8 Ameland 645
9 Veenendaal 646
10 Tynaarlo 652

Ter vergelijking: in de gemeente met de hoogste woonlasten bedragen de lasten voor een meerpersoonshuishouden € 1.517,00. Het landelijke gemiddelde bedroeg in 2021 € 811,-. Voor een uitgebreide woonlastenvergelijking verwijzen wij naar www.coelo.nl

Kengetallen gemeentelijke belastingcapaciteit
Voor de gemeentelijke belastingcapaciteit is het verplicht een kengetal op te nemen in de begroting. Dit kengetal is in 2021 uitgekomen op 81%. De berekening hiervan treft u hieronder.

Vaststelling gemeentelijke belastingcapaciteit in %
Voor het jaarverslag 2021
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
€ 270,00
B Rioolheffing voor gezin € 95,00
C Afvalstoffenheffing voor gezin € 281,00
D Heffingskorting € 0,00
E Totale woonlasten gezin € 646,00
F Woonlasten landelijke gemiddelde gezin in het laatst bekende begrotingsjaar
***€ 811,00
Gemeentelijke belastingcapaciteit € 646 : € 811,00 = 80%
Kengetallen Realisatie 2019 Realisatie 2020 Begroting 2021 Jaarrekening 2021
Belastingcapaciteit 77% 78% 83% 80%

A Betreft de gemiddelde WOZ 2021 (€ 274.000)
C Hierbij is rekening gehouden met 8 aanbiedingen per jaar.
*** Coelo atlas 2021

Kostendekking gemeentelijke heffingen
Voor onderstaande leges en rechten geldt, op basis van artikel 229b van de Gemeentewet, dat de geraamde baten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten, m.a.w. de tarieven mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De werkelijke realisatie van de kostendekkendheid wordt afgezet tegen de begrote realisatie van de primaire begroting.

•    Afvalstoffenheffing
•    Rioolheffingen
•    Leges
•    Lijkbezorgingsrechten

Onderdeel Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing
Begroting 2021 Realisatie 2021
Kosten taakveld(en), incl (omslag)rente -€ 6.861.739 -€ 6.882.316
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen € 933.589 € 1.136.812
Onttrekking reserve t/m 2022 € 185.000 -€ 60.164
Netto kosten taakveld -€ 5.743.150 -€ 5.805.688
Toe te rekenen kosten
Kwijtschelding -€ 383.000 -€ 466.491
Overhead incl. (omslag)rente -€ 394.886 -€ 259.163
BTW -€ 1.366.915 -€ 1.101.314
Totale kosten -€ 7.887.951 -€ 7.632.635
Opbrengst Heffingen € 7.887.812 € 7.780.181
Dekkingspercentage 100% 102%
Onderdeel Rioolheffing Rioolheffing
Begroting 2021 Realisatie 2021
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -€ 2.006.778 -€ 2.198.055
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen € 32.422 € 512.227
Netto kosten taakveld -€ 1.974.356 -€ 1.685.829
Toe te rekenen kosten
Kwijtschelding -€ 50.000 -€ 50.280
Formatieve inzet incl. Overhead -€ 681.791 -€ 376.745
Dotatie aan de voorziening -€ 437.214 -€ 305.000
BTW -€ 210.411 -€ 223.122
Totale kosten -€ 3.353.772 -€ 2.640.976
Opbrengst heffingen € 3.353.771 -€ 3.353.933
Dekkingspercentage 100% 127%
Onderdeel Lijkbezorgings-rechten Lijkbezorgings-rechten
Begroting 2021 Realisatie 2021
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -€ 738.508 -€ 588.638
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen € 0 € 0
Netto kosten taakveld -€ 738.508 -€ 588.638
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente -€ 139.111 -€ 136.309
Storting onderhoudsvoorziening -€ 1.044 -€ 1.044
BTW
Totale kosten -€ 878.663 -€ 725.991
Opbrengst heffingen € 771.706 € 846.163
Dekkingspercentage 88% 117%
Leges Begroting 2021 Leges Realisatie 2021
Onderdeel Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -1.040.830 -1.378.466 -154.513 -770.563 -1.735.509 -54.642
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen - - - - - -
Netto kosten taakveld -€ 1.040.830 -€ 1.378.466 -€ 154.513 -€ 770.563 -€ 1.735.509 -€ 54.642
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente -255.566 -525.586 -65.897 -247.951 -686.357 -16.759
BTW
Totale kosten -€ 1.296.396 -€ 1.904.052 -€ 220.410 -€ 1.018.514 -€ 2.421.866 -€ 71.401
Opbrengst heffingen 1.250.064 1.860.530 34.222 739.867 2.455.483 30.278
Dekkingspercentage 96% 98% 16% 73% 101% 42%

Titel 1 betreft voornamelijk Reisdocumenten, burgerlijke stand, rijbewijzen. Tot titel 2 behoren de omgevingsvergunningen. In titel 3 vallen leges horeca en evenementen. 

Invordering

Het invorderingsbeleid heeft betrekking op het innen van de lokale heffingen. In 2009 hebben wij hiervoor een Leidraad invordering vastgesteld. Binnen onze gemeente bestaan er momenteel 3 betaalwijzen: 
•    betaling door middel van automatische incasso in 10 gelijke termijnen;
•    betaling in maximaal drie gelijke termijnen;
•    betaling ineens.

Wanneer (een gedeelte van) de belastingaanslag niet is betaald, wordt na het verstrijken
van de laatste vervaltermijn een aanmaning verstuurd aan de belastingplichtige. Wanneer ook hier niet op wordt betaald, volgt een dwangbevel. 

In 2021 zijn de betaaltermijnen voor de belastingaanslagen als gevolg van de Covid-19 problematiek op basis van een collegebesluit (onder voorwaarden) verlengd. 

Kwijtschelding
Onze gemeente maakte ook in 2021 gebruik van het door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG opgerichte Inlichtingenbureau. Dit bureau toetste voor de gemeente of een inwoner voor automatische kwijtschelding in aanmerking komt. Inwoners die als gevolg van deze toets automatische kwijtschelding kregen, ontvingen geen aanslag. De gemeente toetste de kwijtscheldingsverzoeken van inwoners die een aanslag ontvingen. Dit waren deels kwijtscheldingsverzoeken van inwoners die reeds getoetst waren door het IB ten behoeve van automatische kwijtschelding, maar hier op basis van die toets niet voor in aanmerking kwamen. Doordat de gemeente uitgebreider toetste dan het IB (door rekening te houden met meerdere aspecten zoals hoogte van de premie ziektekosten, alimentatie, huur etc.) werd in veel gevallen alsnog kwijtschelding verleend.

Belastingjaar Toetsing IB Toetsing gemeente Toekenningen geheel/gedeeltelijk Afwijzingen % toegekend Bedrag
2014 1418 707 1390 735 65,4 € 469.287
2015 1681 780 1502 959 61 € 489.650
2016 1791 950 1650 1091 60,2 € 347.833
2017 2227 1032 1806 1453 55 € 295.733
2018 2233 916 1573 1510 50,0 € 428.959
2019 2271 791 1608 1519 53 € 434.088
2020 2541 865 1715 1691 50,4 € 467.751
2021 Nnb Nnb Nnb Nnb Nnb € 532.148

NB1. Aantallen en bedragen zijn per eind maart 2022.
NB2. Het verschil in het bedrag tussen 2017 en 2018 wordt deels veroorzaakt door een verschuiving van de kwijtschelding die van toepassing is op het variabele deel van de ledigingen 2017. Daarnaast is er sprake van autonome oorzaken. Gemiddeld bedraagt de kwijtschelding over 2017 en 2018 € 362.346.

Zoals uit onderstaande grafiek blijkt ontvangt en kent de gemeente Veenendaal de afgelopen jaren meer kwijtscheldingen toe. Uit bovenstaande tabel blijkt ook een stijging van niet toegekende kwijtscheldingen. In absolute bedrage is ook een stijging zichtbaar. Dit is herleidbaar naar het aantal toekenningen maar ook aan de gestegen bedragen welke worden kwijtgescholden.

Realisatie van de beleidsvoornemens

Doelstelling Status Toelichting jaarstukken 2021
Trendmatige verhoging gemeentelijke tarieven met 1,5% v De tarieven voor de gemeentelijke belastingen en rechten zijn voor 2021 overeenkomstig het tarievenbesluit van uw raad op 26 november 2020 met 1,5% verhoogd.
Optimalisatie brengvoorwaarden afvalbrengstation v De voorwaarden zijn ingevoerd en het basisbedrag Afvalstoffenheffing is conform het besluit van uw raad verlaagd.