In het afgelopen voorjaar hebben de verkiezingen voor de gemeenteraad plaatsgevonden. Er is een nieuw raadsakkoord vastgesteld voor de periode 2022-2025 met als titel ‘Samen werken in vertrouwen’.
In het akkoord zijn de belangrijkste thema’s en ambitie voor Veenendaal voor de komende bestuursperiode geschetst. De Programmabegroting 2023 is de 1e begroting gebaseerd op dit raadsakkoord.
Inleiding
Algemene situatie
Terug naar navigatie - Algemene situatieHet jaar 2022 zal ongetwijfeld de geschiedenis ingaan als een turbulent jaar met crises op allerlei terreinen van het dagelijks leven. Terwijl de gevolgen van de coronacrisis nog duidelijk aanwezig waren, viel Rusland op 24 februari Oekraïne binnen en sindsdien wordt Europa dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van het oorlogsgeweld. Bij alle onrust werden van 14 – 16 maart verkiezingen gehouden voor de gemeenteraad. De gemeenteraad wordt in snel tempo geconfronteerd met allerlei ontwikkelingen in het maatschappelijk leven:
- Stijgende energie en brandstofprijzen, soms tot ongekend hoog niveau;
- Inflatiecijfers die vele decennia niet zo hoog zijn opgelopen;
- Opvang van asielzoekers en vooral ook veel Oekraïners;
- Stagnerende woningbouw door de stikstofproblemen en grote woningnood;
- Onzekerheid over het nieuwe verdeelstelsel van het Gemeentefonds.
Kortom: de raad in de huidige samenstelling krijgt met grote uitdagingen te maken. En ook hier is de titel van het raadsprogramma actueel: raad en college werken samen in vertrouwen om deze uitdagingen op te pakken!
Raadsakkoord en begroting
Terug naar navigatie - Raadsakkoord en begrotingIn het raadsakkoord worden de belangrijkste thema’s en ambities voor Veenendaal voor de komende bestuursperiode verwoord: waaraan willen we als raad en college werken. Het akkoord bestaat uit negen thema’s die veel onderlinge samenhang hebben. In dit hoofdstuk wordt in het kort beschreven hoe deze thema’s in deze begroting zijn verwerkt.
De thema’s ‘Wonen’ en ‘Mobiliteit’
Veenendaal kiest voor versterking van de woonfunctie en richt de blik naar de regio (‘Excellente woonstad in een complementaire regio’, Strategische Visie Veenendaal 2040, 2017). Kwaliteit gaat voor kwantiteit. En, in lijn met de wensen van inwoners, moet Veenendaal zich bovenal concentreren op het verbeteren van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving. Dat betekent slim omgaan met de ruimte door intensivering van de woonbebouwing, herontwikkeling, functieverandering en voldoende aandacht blijven houden voor groen en water.
Om te kunnen blijven voorzien in voldoende ruimte voor wonen en bedrijven is in de eerste plaats een ‘slimme’ omgang met de beschikbare mogelijkheden binnen en buiten de gemeentegrenzen nodig. Hieraan direct gekoppeld, is de aandacht voor kwaliteit in de openbare ruimte en een duurzame leefomgeving. Ook een goede mobiliteit is een belangrijk aspect van de kwaliteit van wonen, werken en recreëren. Er is, in het belang van een vitale gemeente, een structurele verbetering van de mobiliteit, bereikbaarheid en verkeersveiligheid noodzakelijk. Er moet sprake zijn van een goede doorstroming met zo weinig mogelijk verkeersslachtoffers. De diversiteit aan vervoersmodaliteiten moet worden versterkt, kwantitatief en kwalitatief.
De reikwijdte van het ruimtevraagstuk gaat daarmee verder dan de grenzen van de gemeente Veenendaal. Het is daarom van belang dat we met elkaar de bestuurlijk strategische acties benoemen en verbindingen blijven leggen met buurgemeenten en met de provincies Utrecht en Gelderland om tijdig te anticiperen op ontwikkelingen en kansen. Naast de ruimtelijke ambities speelt ook de financiële haalbaarheid hierbij een belangrijke rol. In het verlengde van de verstedelijkingsstrategie staat 2023 in het teken van de integrale grootschalige gebiedsuitwerkingen in Foodvalley. Voor Veenendaal zijn twee gebieden hierbij van belang. Het eerste betreft de spoorzone Veenendaal centrum (bundeling van diverse locatie-ontwikkelingen zoals Stationskwartier en het Ambacht, inclusief de verbetering van de onderliggende infrastructuur). Samen met de buurgemeenten, provincies en rijk zal als tweede gestart worden met het gebied rondom Station De Klomp.
De regio Foodvalley is landelijk gezien een belangrijke regio als het gaat om duurzame landbouw, gezonde voeding (Regiodeal Foodvalley) en mogelijke oplossingen voor het stikstofvraagstuk. De landbouwtransitie heeft daarmee in 2023 een prominente rol in de ruimtelijke afspraken tussen gemeenten, provincies en het rijk.
Het thema ‘Energie en Duurzaamheid’
De gemeente Veenendaal heeft een belangrijke rol in de transitie naar een duurzame en circulaire samenleving. Op deze transitie wordt ingezet langs de sporen Circulair Veenendaal, Energieneutraal Veenendaal, de Klimaatbestendige leefomgeving van Veenendaal en Duurzaamheid is van ons allemaal.
Circulair Veenendaal
Circulariteit is hét uitgangspunt voor ons denken, bouwen en financieren van onze activiteiten. Het leidt feitelijk tot een 'herontwerp' van de samenleving, waarin alle gebruikelijke basisconcepten opnieuw worden beoordeeld op de aspecten van circulariteit. Het vraagt veel van de samenleving en de gemeente kan door het geven van de goede voorbeelden een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie naar een circulaire samenleving. Een basisprincipe van circulariteit is om te vragen naar de noodzaak van een activiteit: is dit echt nodig, hebben we dit echt nodig? Veenendaal kiest ervoor dit principe voor alle nieuwe objecten toe te passen. Daarnaast wordt ingezet op het CO2-neutraal maken van het bestaande vastgoed. Ook in het onderhoud moet circulariteit het uitgangspunt worden.
Energieneutraal Veenendaal
Al in 2017 is de ambitie van een Energieneutraal Veenendaal geformuleerd: we wekken uiteindelijk net zo veel duurzame energie op als we verbruiken. Om dit te bereiken is in 2022 het Programmaplan Energieneutraal Veenendaal 2022-2025 vastgesteld. Dit plan vormt voor inwoners en ondernemers de uitwerking van de energie-ambities, zoals opgenomen in de Regionale Energiestrategie (RES), de Transitievisie Warmte en laadvisie. We volgen hierbij de kaders van de Omgevingsvisie en zorgen ervoor dat het omgevingsplan de mogelijkheid biedt om de energietransitie volgens de wensen van onze gemeente mogelijk te maken.
De aanpak verschuift steeds meer richting de uitvoering waarvoor de nodige menskracht, expertises, maar ook de betrokkenheid van externe partijen nodig is. Er komen voor de periode 2022-2030, onvoldoende, middelen beschikbaar van het rijk om de gemeenten bij deze omvangrijke taak te ondersteunen.
De Klimaatbestendige leefomgeving van Veenendaal
We moeten ons voorbereiden op een ander klimaat. De impact van klimaatverandering is nu al merkbaar, ook in Veenendaal. De gevolgen, meer overlast en schade, verschillen lokaal en zijn afhankelijk van de inrichting van de gebouwde omgeving en het natuurlijk systeem.
Inzicht in de mate waarin de klimaateffecten zullen optreden en daarmee welke maatregelen moeten worden getroffen om de gevolgen te beperken, is essentieel. In 2023 ronden we onze klimaatstresstest af. Met deze stresstest worden de kritische locaties in Veenendaal duidelijk. We brengen, in dialoog met bewoners en bedrijven, de locatiespecifieke maatregelen in beeld en prioriteren deze op basis van duurzaamheid, effect en kosten.
Duurzaamheid is van ons allemaal
De doelstelling om in 2050 duurzaam te zijn is niet eenvoudig te realiseren. We moeten samen met inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen op zoek naar wat mogelijk is en op welke wijze we binnen de draagkracht van de aarde toewerken naar een duurzaam Veenendaal. De gemeente wil een voorbeeld zijn; wij doen wat we ook van anderen verwachten. Bij onze partners willen we draagvlak voor de veranderingen vergroten en hen stimuleren om innovatief te zijn.
Het thema ‘Openbare ruimte en groen’
De kwaliteit van de openbare ruimte en het groen is van grote invloed op het welbevinden van onze inwoners, op de aantrekkelijkheid van onze gemeente voor nieuwe inwoners, bezoekers en bedrijven en speelt een rol bij klimaatadaptatie om hittestress en wateroverlast tegen te gaan. Naast aandacht voor voldoende onderhoud van de openbare ruimte en het groen, heeft dit thema dus belangrijke raakvlakken met andere thema’s in het raadsakkoord. Het is daarom van belang om deze integraliteit in de concrete plannen voldoende aandacht te geven. We werken zo veel mogelijk wijkgericht en geven de bewoners inspraak bij de inrichting van de ruimte binnen de gestelde kaders.
Het thema ‘Digitalisering’
Wij zitten al een tijd midden in de zogenaamde derde industriële revolutie. Zoals bij elke revolutie het geval is, leidt dit tot fundamentele verandering en is er sprake van een herontwerp van de samenleving. In alle sectoren, van privaat tot publiek, is er reeds een grote mate van digitalisering ingevoerd. Ondanks deze veranderingen staan wij slechts aan het begin van de revolutie. Ook in de publieke sector moeten en kunnen er nog grote slagen worden gemaakt om de dienstverlening richting de inwoners en bedrijven te vergroten en, veel belangrijker, aangenamer te maken. Dit betekent dat er een digitale transformatie moet komen, waarin data een belangrijke rol krijgt in de manier waarop wij invulling geven aan onze beleidsvorming, -uitvoering, -voortgang en -monitoring. Als gemeente blijven we daarbij oog houden voor een goede combinatie van “tellen en vertellen”.
Zowel vanuit de landelijke wet- en regelgeving als vanuit de ambities van de gemeente Veenendaal is de noodzaak aanwezig om meer data-gedreven en informatie-gestuurd te werken. Om de minimale ambities te behalen, zal er in de komende periode een inhaalslag moeten worden gemaakt en organisatorisch worden bestendigd. Binnen de financiële mogelijkheden die er voor de programmabegroting 2023 en het meerjarenperspectief aanwezig zijn, zullen landelijke verplichtingen en lokale ambities vertaald worden in effectieve activiteiten. Deze activiteiten zullen een impact hebben op de structuur en cultuur van de hele organisatie, een toekomstgericht fundament leggen voor data-gedreven werken en informatiesturing. In de komende periode wordt het programma I-grip uitgerold. De uitvoering van dit programma is essentieel om de informatiehuishouding op orde te brengen en te houden, de relevante informatie actief te openbaren en duurzame toegankelijkheid tot deze informatie te garanderen. Nieuwe landelijke en Europese wet- en regelgeving maken een aanzienlijke verzwaring van de ‘grip’ op onze informatiehuishouding onvermijdelijk.
Hoewel een grote nadruk wordt gelegd op de technologie, staat de mens altijd centraal. De menselijke maat wordt niet vergeten en de technologische inzet moet altijd leiden tot het oplossen van een probleem en verbeteren van de kwaliteit van het leven voor onze inwoners. De menselijke maat mag ook niet ontbreken bij de introductie van data-gedreven werken binnen de gemeentelijke organisatie. Het veranderingsproces moet goed begeleid en ondersteund worden. Daarom is het bevorderen van de digitale volwassenheid van onze inwoners en van de ambtelijke organisatie een noodzaak zodat eenieder zich optimaal ondersteund voelt in de onvermijdelijke digitale transformatie.
In de afgelopen jaren is er intensief en succesvol samengewerkt met ondernemers en onderwijsinstellingen in de ICT-sector. Deze samenwerking, bekend geworden onder de naam ICT Campus, wordt voortgezet. In het kader van de verstedelijkingsstrategie wordt tevens nagedacht om de ICT-sector verder te versterken. Dit gebeurt, onder andere, door een actiever beleid te voeren voor het aantrekken van innovatieve ICT-bedrijven en door te kijken naar een gebiedsontwikkeling langs de A-12 corridor.
Het thema ‘Veiligheid’
Veiligheid is een belangrijk aspect van het dagelijks leven dat op vele terreinen een rol speelt en moet spelen. Veiligheid is daarom bij uitstek een thema dat in alle andere thema’s van het raadsakkoord aandacht vraagt. Er wordt waar nodig nog steviger ingezet op deze integrale benadering, uiteraard binnen de mogelijkheden die wij als gemeente hebben. Samenwerking met andere actoren in het veiligheidsdomein is en blijft essentieel. Hierop is de laatste jaren al stevig ingezet en dit blijft ook het geval om zo de veiligheid in de stad, in wijken en op de bedrijfsterreinen te vergroten. Ook is er aandacht voor kleine criminaliteit en overlast. De inzet van onze capaciteit is blijvend gericht op het tegengaan van radicalisering, ondermijningen en polarisatie.
Het thema ‘Zorg en Welzijn’
In Veenendaal staat een inclusieve samenleving waaraan eenieder naar vermogen meedoet en waarbij mensen naar elkaar omkijken voorop. Belangrijk is het hanteren van de menselijke maat bij maatschappelijke ondersteuning en hulp. Vrijwilligerswerk wordt gefaciliteerd en gestimuleerd. En we besteden extra aandacht aan mantelzorgers.
Sociaal domein breed gaan we ons beleid kritisch toetsen op de menselijke maat. Uitdaging hierbij zal zijn om op een efficiënte manier te blijven werken, terwijl er oog is voor persoonlijke situaties. Uitgangspunt is werken vanuit wat écht helpt wanneer hulp of ondersteuning nodig is. Er komen ook uit ‘Den Haag’ mogelijke versoepelingen aan. Maatregelen die de wetten overstijgen willen we waar mogelijk nóg meer een integrale aanpak geven.
Aandacht voor jongeren
In samenwerking met welzijnspartners, scholen en veiligheidspartners willen we de inzet van jongerenwerk in Veenendaal versterken. De van oorsprong incidenteel ingezette capaciteit voor jongerenwerk in het Franse Gat willen we borgen. We willen in goed contact staan met jongeren en dat begint al vanaf jonge leeftijd (kinderen in de basisschoolleeftijd).
Specifieke aandacht is er zowel landelijk als lokaal voor de eerste 1.000 dagen van een kind vanuit het actieprogramma “Kansrijke start”.
Kwaliteit, toezicht en handhaving in het sociaal domein
We willen de beschikbare middelen voor het sociaal domein vanzelfsprekend goed besteden. Dit betekent dat we van onze zorgaanbieders kwaliteit verwachten. De relatie met de zorgaanbieders is gebaseerd op duidelijke wederzijdse afspraken inclusief duidelijkheid over de handhaving van die afspraken. Zo kunnen we aan al onze inwoners uitleggen dat we het beschikbare geld verantwoord besteden aan de meest kwetsbaren in de samenleving. Bij het vormgeven van handhaving vormt een goede relatie met onze professionele zorgaanbieders het uitgangspunt, inclusief een gezonde balans tussen controle en vertrouwen.
Het thema ‘Economie, Ondernemen en Bedrijfsleven’
Zoals hiervoor bij het thema ‘Energie en Duurzaamheid’ en vooral bij de thema’s ‘Wonen’ en ‘Mobiliteit’ al is aangegeven, is het voor onze gemeente van groot belang om aandacht te blijven geven aan ons vestigingsklimaat en aan duurzaamheid. In afstemming en samenwerking met betrokkenen werken we voortdurend aan het verbeteren van ons vestigingsbeleid, ondernemersklimaat en werkgeversdienstverlening. Dit vraagt een goede samenwerking binnen de gemeente maar zeker ook daarbuiten. De invloed van provincies en rijk op bijvoorbeeld ontwikkelmogelijkheden van bedrijvigheid en van mobiliteit is niet te onderschatten. Reden om (nog) meer aandacht aan deze externe partners te besteden. We faciliteren waar mogelijk ondernemers in duurzaam ondernemen en hun bijdrage in de circulaire economie. We richten ons op een goed functionerende binnenstad.
Het thema ‘Cultuur en evenementen’
Op basis van de cultuurnota 2022-2025 en de cultuurvisie 2022-2030 kan de komende jaren actief uitvoering worden gegeven aan het cultuurbeleid. Uitgangspunt hierbij is het waar nodig en mogelijk faciliteren van een bloeiend cultureel leven waarbij iedereen deel kan nemen en/of zelf een bijdrage kan leveren. In de cultuurvisie zijn zeven ‘verhaallijnen’ benoemd. De komende jaren wordt ingezet op de eerste vijf lijnen. Binnen – en als onderdeel van – het cultuurbeleid is de verdere ontwikkeling van het theater de komende jaren een belangrijk item.
Het thema ‘Onderwijs’
Belangrijke inzet is het vergroten van de kansengelijkheid op de arbeidsmarkt, waarbij ontwikkeling van de Nederlandse taal essentieel is.
Binnen de sector onderwijs is zicht op de ontwikkeling van kinderen. De kennis over ontwikkeling van kinderen is ook voor de gemeente waardevol wanneer het de gemeentelijke verantwoordelijkheden raakt. Dat kan bijvoorbeeld gaan over armoede of zorgelijke thuissituaties. De partners in het onderwijs zijn dan als het ware de ogen en oren voor onze jonge inwoners. Daarom willen we werken aan een sterkere verbinding die bijdraagt aan een klimaat waarin onze jonge inwoners optimaal kunnen opgroeien en hun talenten zich volwaardig kunnen ontwikkelen. Voor de verbinding tussen onderwijs, opvang en instanties voor advies en informatie worden Integrale Kindcentra (IKC) gerealiseerd. Scholen moeten een veilige plek voor alle kinderen zijn.
Bestuursstijl
Terug naar navigatie - BestuursstijlIn het raadsakkoord is een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan de bestuursstijl. Een toegankelijke en transparante bestuursstijl is nodig, waarbij denken in mogelijkheden vooropstaat. In samenspel tussen raad, college en organisatie wordt hier de komende vier jaar vorm aangegeven. In de raadsconferentie van 26 en 27 augustus 2022 is hier een start mee gemaakt.
Bij de opstelling van de nu voorliggende Programmabegroting is in dit kader een eerste experiment uitgevoerd door de raad in een vroeg stadium mee te nemen in het ‘wordings’-proces van de Programmabegroting. In een tweetal avonden is verduidelijking gegeven van het dilemma om vooral op langere termijn een sluitende begroting te kunnen presenteren. Voor zowel college als de raad was het ‘zoeken’ om op een adequate wijze vorm te geven aan dit experiment. We zullen dit experiment evalueren, en hierbij stilstaan bij de vraag op welke wijze betrokkenheid van raad en organisatie passend en wenselijk is.
Organisatie
Terug naar navigatie - OrganisatieUitvoering van het raadsakkoord vraagt om een adaptieve en wendbare organisatie. De organisatie moet blijvend gericht zijn op het zo doeltreffend en doelmatig mogelijk behalen van resultaten. De insteek hiervoor is doen – leren – doen; continue aandacht voor verbeteringen zonder grote organisatorische veranderingen.
Aanpassing in aansturing
De komende bestuursperiode staan belangrijke thema’s op de politieke agenda. Bij de uitvoering hiervan wordt de samenwerking gezocht met ondernemers, (maatschappelijke) partners, andere overheden en de ambtelijke organisatie. De inrichting daarvan moet zodanig zijn dat adequaat en flexibel kan worden ingespeeld op wettelijke maar ook bestuurlijk gewenste ontwikkelingen. Er is meer aandacht nodig voor de externe gerichtheid van bestuur en organisatie.
Het totale takenpakket van de gemeente is verdeeld in een drietal thema’s: Ruimte, Samenleving en Bedrijfsvoering. Elke thema heeft een eigen directeur; samen met de algemeen directeur vormen zij de leiding van de organisatie.
Externe oriëntatie
Er wordt stevig ingezet op externe oriëntatie: het versterken van de invloed van Veenendaal in regionaal en bovenregionaal verband, juist met het oog op de grote uitdagingen van de komende jaren. Te denken valt hierbij aan verstedelijking, mobiliteit, duurzaamheid/circulariteit en Regiodeal. Voor dit doel zullen twee strategisch adviseurs worden aangetrokken om de organisatie en het bestuur te adviseren en ondersteunen in de externe oriëntatie, om met elkaar de belangen van Veenendaal extern te behartigen. Ook de directeuren hebben hierin een belangrijke rol. Het gaat om welke mogelijkheden en kansen er voor onze gemeente liggen in regio, provincie, rijk en in EU-verband, en deze mogelijkheden en kansen te benutten. Waar mogelijk en nuttig kan hierin gezamenlijk worden opgetrokken met andere gemeenten, bijvoorbeeld in Foodvalley-verband.
Aantrekkelijke werkgever in een moeilijke arbeidsmarkt
Door verschillende oorzaken is er inmiddels een (zeer) krappe arbeidsmarkt ontstaan. In diverse sectoren is er sprake van arbeidstekorten en in meerdere gevallen hebben die al geleid tot uitval van productie en dienstverlening. Ook (gemeentelijke) overheden worden in toenemende mate geconfronteerd met moeilijk te vervullen vacatures, langere wervingstrajecten, verlengde inhuur en oplopende werkdruk voor de zittende mensen. Omdat de voortekenen zijn dat deze krapte, ook bij een (korte) economische recessie, bij verschillende functies nog wel even zal aanhouden, wordt extra ingezet op 'aantrekkelijk' werkgeverschap. We zullen Veenendaal vooral op de inhoud en de cultuur profileren: meer aandacht schenken aan de interessante uitdagingen waaraan de komende jaren gewerkt gaat worden en meer nadruk leggen op het publiek ondernemerschap dat we bij medewerkers zoeken. Daarnaast zullen we - waar mogelijk in samenwerking met andere (buur)gemeenten in Foodvalley en scholen in de regio - de mogelijkheden van trainees nagaan. Ook zullen we meer gebruik moeten maken van (eigen) recruiters.
Binnenhalen van nieuwe collega's is één, het behouden van goede collega's is twee. Ook aan dit 'binden' willen we meer aandacht besteden.
Hoewel we zeker niet op lonen willen gaan concurreren, leidt de extra aandacht voor de arbeidsmarktkansen van onze gemeente wel tot extra kosten de komende jaren: voor langere en duurdere inhuur, voor extra recruitment en profilering, en voor een stevig en nuttig traineeprogramma. Het 'binden' vraagt om voortdurende scholing en training, om ontwikkelkansen, en om (meer) inzet op talenten.
Financieel-economische ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Financieel-economische ontwikkelingenAlvorens in te gaan op concrete cijfers van de Programmabegroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026 en het daarbij behorende meerjarenperspectief is het van belang een paar belangrijke ontwikkelingen te schetsen, welke het kader bepalen waarin de ramingen in de meerjarenbegroting plaatsvinden.
Ontwikkeling Algemene uitkering Gemeentefonds
Gelet op de diverse crises pompt het Rijk vele miljarden euro’s extra in de economie. Gemeenten profiteren daar in de jaren 2023-2025 fors van. Met ingang van het jaar 2026 komen die extra miljarden weer te vervallen: het kabinet wil de fase vanaf 2026 overlaten aan het dan zittende kabinet. Dat betekent dat de gemeenten vanaf 2026 miljoenen euro’s minder ontvangen uit het Gemeentefonds. In de vakpers wordt daarom al gesproken over het ‘ravijnjaar’. Via de VNG en de provinciebesturen wordt aangedrongen op meer duidelijkheid over de omvang van het Gemeentefonds vanaf 2026. Mogelijk krijgen gemeenten en provincies de beschikking over een groter eigen belastinggebied.
Extreem stijgende prijzen en lonen
De inflatie loopt historisch gezien hoog op: in de maand augustus 2022 was er sprake van 12%. Energieprijzen lopen zodanig hoog op dat vele mensen in de financiële problemen komen. Vooral de lage en de middeninkomens merken dat zij onder de streep minder overhouden of tekort komen. Voor de gemeentelijke huishouding wordt een verhoging van de energiekosten met bijna € 1,5 miljoen gerekend. Grondstoffen worden duurder, waardoor ook de dagelijkse boodschappen een groter deel van het huishoudbudget van de inwoners vragen. Gevolg is dat de looneisen weer hoger worden waardoor het gevaar dreigt dat we in een loon-prijsspiraal terecht komen.
In de risicoparagraaf besteden we aandacht aan de mogelijke gevolgen van prijsstijgingen voor instellingen, verenigingen en inwoners.
Rentestijging
Een andere tegenvaller is de forse rentestijging waarmee gerekend moet worden. In de vorige begroting kon nog gerekend worden met een rente van ongeveer 1 %; inmiddels is dat al 2,5 %. Voor de begroting betekent dit extra rentekosten op de voorgenomen investeringen van € 400.000,- in 2023 oplopend tot ongeveer € 2 miljoen vanaf 2026.
Algemene Reserve
Na de vaststelling van de 2e bestuursrapportage 2022 bedraagt de Algemene Reserve € 30,7 miljoen. In de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing' wordt nader ingegaan op de context hiervan. De door de raad vastgestelde limiet (ondergrens) is een bedrag van € 16,5 miljoen.
Opbouw van de begroting
Terug naar navigatie - Opbouw van de begrotingTen opzichte van vorige jaren is geprobeerd de leesbaarheid van de begroting voor wat betreft de 6 programma’s te optimaliseren.
Indeling van de programma’s
Na de inleiding en beschrijving van het financieel kader volgt het programmaplan, waarin de 6 programma’s zijn uitgewerkt. Hierbij wordt steeds dezelfde indeling gehanteerd:
PROGRAMMA
- Beschrijving van de visie m.b.t. dat programma;
- De thema's;
- Financieel overzicht m.b.t. dat programma;
- Relevante ontwikkelingen per thema.
Indeling in thema’s
Per thema de volgende indeling:
- Algemene informatie over dat thema;
- De doelenboom (wat willen we bereiken; wat gaan we ervoor doen);
- Opsomming van gerelateerde beleidsstukken zoals Nota’s;
- Financieel overzicht m.b.t. dat thema.
Per thema zijn de verbonden partijen benoemd die een bijdrage leveren aan de realisatie van de doelstellingen binnen dit thema. In paragraaf E (Verbonden Partijen), zijn deze verder beschreven.
Voor de verplichte indicatoren welke het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) voorschrijft nemen wij een directe link op naar het portaal 'Waar staat je gemeente'. Met behulp van deze link kunt u de vaste set aan indicatoren raadplegen. Een uitzondering hierop zijn de indicatoren voor het Programma 6 Bedrijfsvoering. Deze gegevens zijn te vinden in Programma 6 van deze Programmabegroting. Dashboard BBV - waarstaatjegemeente.nl
Opvolging adviezen provincie (toezichthouder)
Bij de beoordeling van de Programmabegroting 2022 heeft de provincie als toezichthouder enige aanbevelingen gedaan. Met deze aanbevelingen is bij de opstelling van de Programmabegroting 2023 rekening gehouden. Het betreft onder andere:
- Op een meer prominente plaats in de begroting sturen op het begrotingsevenwicht: in het hoofdstuk ‘Financieel Kader’ wordt dit uitgewerkt;
- Bij de paragraaf ‘onderhoud kapitaalgoederen’ is nu meer aandacht gegeven aan het meerjarig onderhoud (dus niet uitsluitend 2023);
- In de risicoparagraaf wordt aandacht gegeven aan de kostenontwikkeling m.b.t. de jeugdzorg.
Financieel perspectief
Terug naar navigatie - Financieel perspectiefIn het hoofdstuk Financieel kader wordt u meegenomen in de totstandkoming van het begrotingssaldo vanaf het moment van de Kaderbrief 2023 (voorjaar 2022) tot op heden. Hieronder volgt een opsomming van het eindsaldo en de consequenties hiervan voor de komende jaren.
Meerjarig perspectief
De Programmabegroting en meerjarenraming omvatten de periode 2023 tot en met 2026. Conform artikel 190 van de Gemeentewet, wordt de begroting door het college ter vaststelling aan de raad aangeboden met een meerjarenraming voor ten minste drie op het begrotingsjaar volgende jaren.
Het begrotingssaldo voor de periode 2023-2026 ziet er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Saldo | 552 | 2.321 | 4.013 | -10.100 | -11.968 | -11.968 | -11.968 | -11.968 |
Volgens het begrotingstoezicht van de provincie (zie hoofdstuk Financieel kader) voldoet de Programmabegroting aan de gestelde criteria: het begrotingsjaar (2023) moet structureel sluitend zijn, en als dat niet het geval is, dan moet uiterlijk het laatste jaar van de Meerjarenraming (2026) sluitend zijn. Toch zien we in 2026 een enorme terugval in financiële ruimte. Zoals geschetst is de belangrijkste oorzaak hiervan de teruglopende uitkering uit het Gemeentefonds. Verwacht mag worden dat het Rijk in het najaar 2022 (september- of decembercirculaire m.b.t. het gemeentefonds) duidelijkheid zal geven of en zo ja in welke mate er compensatie zal plaatsvinden.
Het College hecht eraan om verder te kijken dan het jaar 2026, namelijk naar de jaren 2027 t/m 2030. Hiermee wordt de lijn vanuit de Kaderbrief voortgezet. Immers, de jaren 2026 t/m 2030 laten een sterk negatief beeld zien, en dit negatieve perspectief vormt het kader voor besluitvorming over deze periode.