Programma 3: Sociale leefomgeving

Visie

Terug naar navigatie - Visie

Omschrijving (toelichting)

Integraal Beleidskader Sociaal Domein 2024

Inleiding
Het jaar 2024 markeert de start van het nieuwe Integraal Beleidskader Sociaal Domein 2024-2027 (IBK-SD). Op 16 november 2023 heeft de gemeenteraad dit beleidskader vastgesteld. Dit kader bouwt voort op het IBK-SD 2020-2023 en blijft gebaseerd op de bestaande visie sociaal domein en het Model Veenendaal 2020. In 2024 hebben we een belangrijke stap gezet in de uitvoering van het nieuwe beleidskader. Nadat we in 2023 breed wensen en verwachtingen uit de samenleving hebben opgehaald, hebben we dit proces doorgezet door in gezamenlijkheid met onze partners vorm en inhoud te geven aan de uitvoering van de ambities als het gaat om deze integrale doelen.  
In 2024 hebben we op verschillende momenten zowel interne collega’s, adviesraden als externe partners betrokken bij het vorm en inhoud geven van het uitvoeringsplan voor 2025. Dit is gebeurd via uiteenlopende methoden, onder andere middels de sociaal domein brede bijeenkomsten die in 2024 hebben plaatsvonden. We hebben hierbij zowel bestaande samenwerkingspartners als nieuwe relevante partijen betrokken om samen te kijken waar we uitvoering aan gaan geven in 2025. We zijn daarbij actief op zoek gegaan naar partners die nog geen deel uitmaakten van eerdere samenwerkingen, maar die wel essentieel zijn vanwege hun rol in het behalen van onze gemeenschappelijke doelen.
Deze brede benadering is mede ingegeven door de uitdagingen en ambities waarvoor we als gemeente staan, gecombineerd met de krapte in beschikbare middelen. Juist daarom zien we het belang van een intensieve samenwerking, zodat we onze slagkracht kunnen vergroten en onze maatschappelijke doelen en de ambities die daarbij horen, effectief kunnen realiseren. We hebben op verschillende onderwerpen werkgroepen gecreëerd van interne collega's en externe partners/organisaties om nog beter samen te kunnen werken aan de maatschappelijke doelen. Dit onderstreept onze inzet om samen met inwoners en betrokken partijen te werken aan een sterke en toekomstbestendige sociale basis.

Maatschappelijke Doelen
Voor de periode 2024-2027 richten we ons op drie centrale maatschappelijke doelen:

  • Bestaanszekerheid voor alle inwoners;
  • Bevorderen van zelfredzaamheid;
  • Kwalitatief goede ondersteuning voor inwoners die dit nodig hebben.

In 2024 is het Programma Sociaal Domein opgezet. Het IBK 2024-2027 vormt de basis voor dit programma. Door deze programmatische aanpak versterken we de samenhang en effectiviteit binnen het sociaal domein en vergroten we de impact van ons beleid, met als uiteindelijk doel een toekomstbestendige en beter georganiseerde sociale infrastructuur.
Eind 2024 hebben we een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van de ‘Staat van Veenendaal’. Dit instrument biedt een gedetailleerd inzicht in de stand van zaken binnen het sociaal domein en ondersteunt ons bij het maken van gerichte beleidskeuzes. Door op een meer datagedreven manier te werken, kunnen we ontwikkelingen beter monitoren en tijdig inspelen op veranderende omstandigheden. Daarnaast stimuleert dit instrument de samenwerking met externe partijen, doordat we gezamenlijk werken vanuit een gedeeld beeld van de belangrijkste opgaven en uitdagingen. In 2025 zullen we dit voortzetten. 
In de programmabegroting 2025 zijn inspanningen op de beoogde effecten opgenomen die zijn afgeleid uit het integraal beleidskader 2024-2027. De hierin opgenomen 3 maatschappelijke doelen vormen hiervoor de basis. We rapporteren in deze jaarstukken nog op basis van de doelen vanuit het oude IBK, in de P&C cyclus 2025 is het nieuwe IBK de onderlegger. 

 

Thema's

Terug naar navigatie - Thema's

Omschrijving (toelichting)

De visie van het Programma Sociale Leefomgeving komt tot uiting in acht thema’s:
I.          Inkomen
II.        Sociaal domein – Participatie en re-integratie
III.      Sociaal domein – WMO
IV.      Sociaal domein – Jeugd
V.       Onderwijs en ontwikkeling
VI.     Sport
VII.    Cultuur
VIII.  Welzijn

Omschrijving (toelichting)

I.    Inkomen

Hersteloperatie toeslagenaffaire
De afwikkeling van de toeslagenaffaire is complexer dan gedacht. Hierdoor duurt de afhandeling langer dan vooraf gedacht. Inmiddels kunnen ook ex-partners en nabestaanden een beroep doen op ondersteuning. Ook in 2024 heeft een zaakwaarnemer samen met gedupeerden een plan van aanpak opgesteld over materiële en immateriële vergoeding. Verder zijn in 2024 de gedupeerden via landelijke en lokale acties benaderd voor ondersteuning. Bovendien is lokaal een lotgenotencontactgroep gestart. Deze acties hebben in 2024 bijgedragen aan een groter bereik, nl. 35% van de totale groep gedupeerden. 

Aanpak Geldzorgen, armoede en schulden
Het kabinet Rutte IV heeft de aanpak van geldzorgen, armoede en schulden vastgesteld. Het kabinet Schoof heeft deze aanpak voortgezet. In 2024 zijn op landelijk niveau de volgende resultaten bereikt: subsidieverlening voor het omgaan met geld voor jongeren, het vergroten van het bereik van mensen met schulden, het afspreken van een basisniveau aan schuldhulpverlening en de vaststelling van een Rijksincassovisie.

Inkomensvoorziening Participatiewet, IOAW, IOAZ, BBZ 
Ten behoeve van de bijstandsuitkeringen ontvangen we van het Rijk het BUIG-budget (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten).  Aangezien Veenendaal al langere tijd een zogenaamde ‘voordeelgemeente’ is (we ontvangen meer middelen van het Rijk dan we nodig hebben om de uitkeringen te betalen) is een deel van het BUIG budget een aantal jaren geleden structureel afgeroomd.
Landelijke ontwikkelingen laten zien dat het aantal bijstandsgerechtigden stijgt. In 2024  ligt het instroom- en uitstroomcijfer van gemeente Veenendaal net iets hoger dan de ontwikkeling van het gemiddelde van Nederlandse gemeenten. Het instroomcijfer is 2,5% en het uitstroomcijfer is 2,2%. Het instroomcijfer is hoger dan het uitstroomcijfer, waardoor het bijstandsbestand groeit. De bijstandsontwikkeling landelijk is 100.7% en voor Veenendaal 103.5%. 

Armoedebeleid/minimaregelingen 
Via de Veenendaalpas geven we uitvoering aan de minimaregelingen. In juni 2024 heeft de gemeenteraad naar aanleiding van de Evaluatie Minimaregelingen 2023 de aangepaste Integrale Verordening Sociaal Domein vastgesteld. Door dit nieuwe beleid is het mogelijk voor inwoners om tegoeden te sparen op de pas en de Doe Mee-budgetten zijn ruimer inzetbaar. De mogelijkheden van het gebruik van de Veenendaalpas zijn daardoor breder geworden. Hierdoor is er meer keuzevrijheid gekomen en mensen kunnen het inzetten waarvoor zij het nodig hebben. Er zijn nu ongeveer 300 aanbieders aangesloten. Het bedrag van de Regeling Meerkosten Chronisch Zieken en Gehandicapten was tijdelijk verhoogd door een aangenomen amendement naar € 500,-. Vanaf het nieuwe pasjaar (gestart per 1 juli) is dit weer € 200,-. 

Voedselbank 
In 2024 is de nodige inspanning verricht om te komen tot passende huisvesting voor de Voedselbank. In december 2024 heeft dit geresulteerd in het ondertekenen van een nieuwe huurovereenkomst. De Voedselbank is nu voorzien in huisvesting aan de Gilbert van Schoonbekestraat tot 2034. Daarmee is voldaan aan de inspanning die is opgenomen in het Integraal Beleidskader Sociaal Domein 2024-2027.  

Maatwerkbudget 
In juni 2024 is Stichting Urgente Noden (SUN) Veenendaal officieel gestart en is een overeenkomst met de gemeente getekend. SUN Veenendaal heeft een startbijdrage ontvangen als werkbudget waarmee ze maatwerk kan leveren aan inwoners die in urgente (financiële) nood zitten en landelijke en/of lokale voorzieningen niet toereikend zijn of tijdig genoeg uitkomst bieden. Het is daarmee een aanvulling binnen het gemeentelijk armoedebeleid. SUN Veenendaal heeft in de tweede helft van 2024 het netwerk opgebouwd en samenwerkingsovereenkomsten gesloten,  wat hulporganisaties in staat stelt als intermediair een aanvraag te doen. De gevraagde hulp wordt zo lokaal mogelijk georganiseerd of ingekocht. 

Energietoeslag
Inwoners konden de Eenmalige Energietoeslag 2023 tot 1 april 2024 aanvragen. Deze bedroeg in principe € 800,-. De toeslag is grotendeels ambtshalve toegekend aan de doelgroep die bekend was door toekenning van de Eenmalige Energietoeslag 2022. Daarnaast was het ook mogelijk om een aanvraag te doen voor de toeslag vanaf half december 2023. Huishoudens die geen Eenmalige Energietoeslag 2022 hadden gehad en voldeden aan de criteria, kwamen in aanmerking voor € 1.300,-. Er zijn veel aanvragen ingediend, maar in de beoordeling bleek het vaak te gaan om dubbele aanvragen (inwoners die al ambtshalve een verstrekking hadden ontvangen)  en aanvragen die niet voldeden aan de criteria en dus zijn afgewezen. Extra budget was niet nodig.

Bijzondere bijstand/individuele inkomenstoeslag 
In 2024 zijn de kosten voor bijzondere bijstand toegenomen met 7% ten opzichte van 2023. Dat heeft te maken met hogere prijzen van producten en diensten. Het aantal cliënten is stabiel gebleven ten opzichte van 2023. In de toekenningen van Individuele Inkomenstoeslag zien we een toename van 8%. Deze toeslag is bedoeld voor inwoners die langere tijd een laag inkomen hebben en geen verbetering van het inkomen wordt verwacht. 

Schulddienstverlening
Het aantal mensen dat door schulden in de problemen komt, neemt toe. In de afgelopen jaren was sprake van een lichte stijging van 7,7% in 2021 naar 8,8% in 2023. In 2024 bleef dit aantal ongeveer stabiel. Tegelijkertijd vragen mensen minder hulp aan voor hun schulden. Het beeld in Veenendaal is vergelijkbaar met het beeld in Nederland. Wel was in Veenendaal sprake van een lichte stijging van het aantal mensen dat hulp vroeg. We hebben in 2024 een communicatieplan schulddienstverlening opgesteld en uitgevoerd. De boodschap die we wilden uitdragen was dat mensen geen schaamt hoeven voelen en dat ze niet schuldig zijn aan het vragen van hulp. Ook de inzet van vroegsignalering droeg bij aan het vragen van hulp; in 2024 was er weer sprake van een lichte stijging van het aantal mensen dat hulp accepteerden. Omdat we beter weten hoe we mensen moeten bereiken, daalde het aantal pogingen tot contact ook licht. 
In 2024 is de basisdienstverlening voor schuldhulp concreet geworden. Hiermee wordt hogere kwaliteit van dienstverlening in alle gemeenten nagestreefd. De basis bestaat uit acties op de korte, middellange en lange termijn. In Veenendaal voldoen we aan de acties op korte termijn. Vanaf 2025 zullen we de gevolgen van de acties op de middellange en lange termijn gaan merken. Zo wordt landelijk gestart met een andere manier van het delen van data over het effect van schuldhulpverlening. . Een tweede belangrijke ontwikkeling staat los van de basisdienstverlening. . Dat is het zgn. nulaanbod. In die gevallen waarbij geen aflossingscapaciteit aanwezig is, wordt een nulaanbod gedaan. Concreet betekent dit dat er wordt voorgesteld om alle schulden kwijt te schelden. 

Participatiewet  in balans (menselijke maat)
Het wetsvoorstel Participatiewet in balans is op 27 juni 2024 aangeboden aan de Kamer. Het is de eerste stap naar een wet die eenvoudiger is en uitgaat van vertrouwen en de menselijke maat. Het wetsvoorstel is een samenhangend pakket met maatregelen die op relatief korte termijn zijn in te voeren en diverse prangende knelpunten in de huidige Participatiewet verhelpen of verzachten. Het huidige kabinet heeft enkele wijzigingen in het wetsvoorstel aangebracht. Het aanpassen van het wetsvoorstel heeft enige tijd in beslag genomen, waardoor het twijfelachtig is of per 1 juli 2025 kan worden gestart met de implementatie van het wetsvoorstel,  zoals dit eerder was gecommuniceerd.

Om te komen tot een goed werkende Participatiewet die aansluit bij de huidige maatschappij is ook een cultuuromslag en een ander mensbeeld nodig; van denken in systemen naar van wat mensen nodig hebben. Dit traject is landelijk gestart en loopt parallel aan de  wijzigingen van de wet. Lokaal zijn we hier volop mee bezig. 

Omschrijving (toelichting)

II.    Sociaal domein – Participatie en re-integratie

Ontwikkelingen arbeidsmarktregio
In 2024 is de krapte op de arbeidsmarkt iets afgenomen. Toch blijft er sprake van structurele krapte. Werkzoekenden hebben meer kans op een passende baan, voor werkgevers blijft het moeilijk om vacatures te vervullen. In de regio is dit een voortdurend aandachtspunt waarbij projecten worden opgestart of voortgezet om deze aansluiting te verbeteren, in de arbeidstoeleiding aan de basis van de arbeidsmarkt, als in Leven Lang Ontwikkelen, Van Werk naar Werktrajecten en een goede arbeidsmarktinfrastructuur.

Door de veranderde situatie op de arbeidsmarkt ziet het kabinet de noodzaak om de 35 arbeidsmarktregio's te hervormen. hiervoor zijn vier maatregelen geformuleerd:

  1. het creëren van één regionaal loket: het Werkcentrum
  2. het versterken van het van-werk-naar-werk-stelsel
  3. het meer centraal zetten van de ondersteuningsbehoefte
  4. het structureel borgen van een gezamenlijke publiek-private governance

In de Arbeidsmarktregio Foodvalley zijn we in afgelopen jaar begonnen met de benodigde voorbereidingen om in 2025 aan deze ontwikkeling vorm te geven.

Simpel switchen
De gemeente Veenendaal heeft zich ten doel gesteld te komen tot een doorlopende lijn van arbeidsparticipatie, zodat iedereen mee kan doen op de best passende plek. We ontwikkelen deze doorlopende lijn verder door aan te sluiten bij het landelijke programma Simpel Switchen 2024 - 2027. Met onze partners hebben we het project Simpel Switchen - Kansen voor Veenendaal ontwikkeld, waarmee we in de komende drie jaar  inzetten op een veilige en laagdrempelige overgang tussen dagbesteding, vrijwilligerswerk en verschillende vormen van betaald werk.  Hierdoor bieden we samen kansen aan mensen die toe zijn aan een volgende stap en een veilige stap terug voor wie werk (tijdelijk) niet mogelijk is.

Participatie en re-integratie statushouders
Arbeidsparticipatie van inburgeraars wordt steeds belangrijker. Het is onderdeel van integratie en – mits op de juiste werkplaats – stimuleert het de Nederlandse taal te spreken, naast het volgen van formele lessen. Sinds 2024 monitoren we hoeveel mensen werken, naast een inburgeringstraject. Toch is het lastig om aan het werk te komen. Dat hangt samen met taalbarrières, niet-erkende diploma’s en een gebrek aan kennis over de Nederlandse arbeidsmarkt. Ook is het niet altijd te combineren met het volgen van taaltrajecten die we regionaal inkopen. Inburgeraars gaan drie dagdelen per week naar school en daarnaast veranderen de roosters regelmatig. De noodzaak om in de weekenden en avonden les te krijgen wordt steeds groter. Hierover gaan we in gesprek met de taalscholen.
Naast arbeidsparticipatie is maatschappelijke participatie belangrijk. Om meer grip en regie te krijgen op maatschappelijke begeleiding is in 2024 gestart met een pilot waarbij de gemeente zelf, met eigen vrijwilligers en is in samenwerking met ‘Veenendaal voor Vluchtelingen’ ongeveer 25 inburgeraars maatschappelijke begeleiding aanbiedt. Deze bevindingen worden gebruikt voor de inrichting van maatschappelijke begeleiding vanaf 2026.

Beschut werk
Het instrument beschut werk maakt onderdeel uit van de Participatiewet. Beschut werk is werk in een beschermde omgeving onder aangepaste omstandigheden en heeft altijd de vorm van een dienstbetrekking. Het UWV geeft hiervoor indicaties af en bepaalt of iemand hiervoor in aanmerking komt. De gemeente heeft vervolgens de opdracht om voor hen een geschikte plek te vinden. Waar deze dienstbetrekking wordt georganiseerd is een keuze van de gemeente. De gemeente streeft daarbij naar een inclusieve arbeidsmarkt. In Veenendaal krijgt dit voet aan de grond en inmiddels kennen we een divers scala aan sociale werkbedrijven vanuit verschillende bedrijfssectoren waar inwoners met een indicatie beschut werk aan het werk zijn. In 2024 waren 59 inwoners werkzaam met een beschut werken indicatie, terwijl onze taakstelling vanuit het Rijk 38 inwoners bedroeg. Ondanks de toename in complexiteit van problematiek van de doelgroep, laten de cijfers zien dat wij vooruitstrevend zijn in het creëren van passend aanbod en het bieden van passende begeleiding voor inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt. 

Aansluiting Onderwijs en arbeidsmarkt
We beschikken over een breed scala aan voorzieningen om jongeren in een kwetsbare positie verder te kunnen ondersteunen naar een succesvolle arbeidstoeleiding. Een regionaal onderzoek naar de ondersteuning aan jongeren in een kwetsbare positie heeft aanbevelingen gedaan die kunnen bijdragen aan een verdere doorontwikkeling van de succesvolle arbeidstoeleiding. Wij nemen deze aanbevelingen mee in ons huidige beleid en staan nauw in contact met onze lokale en regionale samenwerkingspartners die de doelgroep begeleiden. Daarnaast blijft de doelgroep met een indicatie voor het doelgroepenregister stijgen, hiervoor blijft passende ondersteuning noodzakelijk.
We zijn in 2024 gestart met de voorbereidingen voor de nieuwe wet Van School naar Duurzaam Werk. Deze wet treedt inwerking per 1 januari 2026. De samenwerking tussen het onderwijs- en het arbeidsmarktdomein zal verder versterkt worden, onder andere door gezamenlijk een regionaal programma Voortijdig Schoolverlaters te maken en uit te voeren. Hierdoor wordt de aanpak voor het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en de overgang van school naar werk één aanpak. Het oorspronkelijke doel en de doelgroep van het regionaal VSV-programma wordt verbreed. Niet alleen meer gericht op voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten, maar ook op de verbetering van de overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt. Voor de gemeente betekent dit dat zij door het onderwijs of het Doorstroompunt Vallei eerder bij jongeren betrokken zullen worden voor de begeleiding naar werk. Dit vraagt nauwere samenwerking met onderwijsinstellingen en het Doorstroompunt. Hiervoor zijn vijf bijeenkomsten georganiseerd in 2024 om de samenwerking tussen de professionals die werken op het snijvlak onderwijs & arbeidsmarkt te verstevigen. 

Inburgering
In 2024 was wederom sprake van een verhoogde instroom van inburgeraars. Samen met de instroom van de gemeenten Rhenen en Renswoude was de instroom ongeveer 100. Dit leidde tot een verhoogde werkdruk waarvoor extra formatie is ingezet. De verhoogde instroom leidt tot (landelijke) knelpunten in de inburgeringsketen, van het voeren van de brede intake tot het doen van examen en het afronden van de trainingen (MAP en PVT). Deze knelpunten leiden daardoor ook tot minder snelle uitstroom dan gepland; inburgeraars wachten op de afronding van hun traject. In 2023 en 2024 hebben we de knelpunten in kaart  gebracht, geanalyseerd waar we aanpassingen kunnen doen en vastgesteld waar de knelpunten opgelost kunnen worden. In 2025 starten we met een nieuwe aanbestedingsprocedure. Daarnaast maken we met de taalscholen (waar we regionaal een contract mee hebben afgesloten) nieuwe contractafspraken.

Omschrijving (toelichting)

III.    Sociaal domein – Wmo

Maatwerkvoorzieningen
In 2024 hebben we ingezet op contractmanagement  en regie op casusniveau door de Wmo-consulenten.  Het contractmanagement heeft in 2024 vele acties uitgevoerd rondom rechtmatigheid en handhaving. Dit met als doel rechtmatige bestedingen van de Wmo gelden en ook handhaven op contractafspraken. Het contractmanagement heeft in 2024 vele acties uitgevoerd rondom rechtmatigheid en handhaving. Dit met als doel rechtmatige bestedingen van de Wmo gelden en ook handhaven op contractafspraken. Dat laatste kende uitdagingen door personele krapte, maar vanaf 2025 heeft de gemeenteraad een extra formatieplaats beschikbaar gesteld om de regie op casusniveau goed uit te kunnen voeren. Dit met als doel om € 100.000 te besparen op de uitgaven Wmo. 
De  aantallen cliënten met een immateriële voorziening (begeleiding en dagbesteding) zijn mede door bovenstaande inzet stabiel gebleven.  De aantallen cliënten schoonmaakondersteuning zijn conform verwachting gegroeid. Tijdens het jaar waren er wachtlijsten bij aanbieders van schoonmaakondersteuning, maar aan het eind van het jaar konden nieuwe cliënten binnen enkele weken worden geholpen. 
Daarnaast zijn de immateriële maatwerkvoorzieningen opnieuw ingekocht. De nieuwe contracten zijn ingegaan op 1 januari 2025.  

Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang
In 2024 is er een vervolg gegeven aan de beweging die is ingezet vanaf 2022, gericht op de afbouw van intramurale zorg rondom Beschermd Wonen naar een zelfstandig thuis in de wijk. Aan deze beweging wordt gewerkt middels zes pijlers zoals opgenomen in het uitvoeringsplan 2023-2026. Verder is de regionale inkoop Beschermd Wonen & Beschermd Thuis en Safehouses in de regio gerealiseerd. De contracten zijn gestart per 1 januari 2025. Ook is in 2024  een start gemaakt met de regionale inkoop Tijdelijk Verblijf die deze beweging ondersteund.    

Collectief vraagafhankelijk vervoer 
Het collectief vraagafhankelijk vervoer, dat wordt uitgevoerd door de Valleihopper, is in 2024 opnieuw aanbesteed. Voor Veenendaal blijft dezelfde vervoerder ook vanaf 1 januari 2025 actief. In de tweede helft van het jaar heeft het callcenter, onder andere door personele krapte, problemen gekend. De Valleihopper was hierdoor niet goed telefonisch bereikbaar. De aanbieder van het callcenter (Connexxion) heeft om deze problemen op te lossen alle telefonie gecentraliseerd. 
In 2024 is duidelijk geworden dat de Valleihopper het OV-Vangnet de komende jaren blijft uitvoeren in opdracht van de  Provincie Utrecht. 
Het geplande onderzoek naar vrijwilligersvervoer heeft nog niet plaatsgevonden en is uitgesteld naar 2025. 

Onafhankelijke cliëntondersteuning
In 2024 was er een toename in het aantal inwoners dat gebruik heeft gemaakt van de onafhankelijke cliëntondersteuner van MEE. De instroom per kwartaal is gegroeid van ongeveer 30 inwoners naar ongeveer 40 inwoners. De verwachting is dat deze groei blijvend is. Daarnaast is er meerdere keren een artikel over de cliëntondersteuner in de Rijnpost verschenen. 

Gezondheidsbeleid
Middels de financiële uitvoeringsregeling behorende bij het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) ontvangt de gemeente sinds 2023 (tijdelijk) geoormerkte middelen om integraal in te zetten op diverse aspecten van gezondheid. In 2024 stond de uitvoering van GALA centraal. De uitvoering van het  GALA is onderdeel van het uitvoeringsplan van het IBK-SD en richt zich op de volgende hoofdthema's.
-  Terugdringen gezondheidsachterstanden
-   Een gezonde fysieke leefomgeving
-   Versterken van de sociale basis
-   Een gezonde leefstijl
-   Versterken van de mentale weerbaarheid en mentale gezondheid 
-  Vitaal ouder worden
Centraal binnen GALA staan de vijf ketenaanpakken gericht op Kansrijke Start, Valpreventie, Welzijn op Recept en de Ketenaanpakken overgewicht kinderen en volwassenen.

In 2024 startte de uitvoering van het Regioplan in het kader van het IZA (Integraal Zorgakkoord). Veenendaal neemt deel in de regio Gelderse Vallei. Vanuit de regionale samenwerking rond gezondheid (Vitale Gelderse Vallei) zijn werkagenda's en plannen uitgewerkt in 5 coalities:

  • Gezond opgroeien
  • Vitaal ouder worden
  • Mentaal vitaal
  • Acute zorg
  • Multiproblematiek

Vanuit de coalitie Mentaal vitaal is gewerkt aan een herstelaanbod voor inwoners met psychische kwetsbaarheid.  Dit houdt  in dat we trainingen, cursussen en activiteiten (waaronder een digitaal aanbod) ontwikkelen en organiseren die gericht zijn op persoonlijk herstel. Hiernaast is gewerkt aan de ontwikkeling van een coördinatie- en triagepunt voor de mentale gezondheid. 

Omschrijving (toelichting)

IV.    Sociaal domein -Jeugd

Ontwikkelingen en risico’s Jeugd 2023-2026
Het gebruik van jeugdzorg lijkt zeer beperkt toe te nemen, maar de kosten stijgen fors. De verwachting is dat deze trend zich in de komende jaren voortzet. De Jeugdautoriteit beschrijft in ‘de Stand van de jeugdzorg 2024’ dat het gebruik van de jeugdzorg hoog blijft maar nauwelijks lijkt toe te nemen. De kosten stijgen desondanks fors. Dit betreft met name het deel ambulante zorg. De VNG houdt rekening met een snel oplopend tekort – in drie jaar- naar een totaal van 3,3 miljard in 2028. Ook in de gemeente Veenendaal zien wij dat de kosten harder stijgen dan het gebruik van de jeugdzorg. 

Hervormingsagenda
I
n 2024 is duidelijk geworden dat de maatregelen van de Hervormingsagenda voor Veenendaal niet leiden tot een stabilisering of daling van de kosten. Daarop is aan de raad in het laatste kwartaal van 2024 toegezegd om in januari 2025 terug te komen met een procesvoorstel. Het doel is om met raad en college op verschillende momenten het gesprek te voeren en met elkaar te zoeken naar mogelijkheden om andere politieke keuzes te maken. Uiteindelijk kunnen deze onder andere vast worden gelegd in de verordening Jeugd. Daarbij roept het rapport Groeipijn op om de oplossingen vooral te zoeken in de aanpalende domeinen buiten de jeugdzorg. Zoals in het gezin, op school en in de samenleving. Jeugdhulp is aanpalend aan de andere levensdomeinen, en niet andersom.

Risico besparing coalitieakkoord
Landelijk is er een onafhankelijke deskundigencommissie ingesteld onder leiding van Tamara van Ark. Deze commissie heeft eind januari 2025 een zwaarwegend advies uitgebracht. Het advies  maakt duidelijk in welke mate het Rijk de gemeenten moet compenseren  voor de tekorten in de Jeugdzorg en de ingeboekte besparingen vanuit de Hervormingsagenda. Het Rijk zal dit advies betrekken bij de voorbereiding van en besluitvorming over de Voorjaarsnota 2025. De  financiële gevolgen zullen verwerkt worden in de meicirculaire 2025. Op het moment van het opstellen van de ze rapportage is er nog geen eenduidige uitspraak van het Rijk en lopen de onderhandelingen nog. In een volgend P&C document  komen we hier op terug.

Risico proeftuin Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming
Binnen de proeftuin kind- en gezinsbescherming financieren we maatwerk in preventieve zorg met externe professionals. Er bestaat een risico dat de kosten voor veiligheid hoger uitvallen dan verwacht. In oktober 2024 werd op rijksniveau een koersbesluit genomen om het estafettemodel te doorbreken, met de oprichting van een decentraal stelsel. Het Regionaal Veiligheidsteam (RVT) wordt een publiekrechtelijke organisatie, waarbij taken van de Gecertificeerde Instellingen (GI), Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming samenkomen. Jeugdreclassering blijft onder rijksverantwoordelijkheid. Echter, totdat de wetgeving is aangepast, moet er binnen de bestaande wetgeving worden gewerkt, wat integraal werken bemoeilijkt. Dit sluit niet aan bij de ontwikkelde werkwijze, en de periode tot nieuwe wetgeving wordt geschat op 2 à 3 jaar. Er wordt door de betrokken gemeenten van JeugdFV gewerkt aan een constructie ter overbrugging, tot het rijk met de benodigde wetgeving komt. De langlopende proeftuinen, waar JeugdFV bij betrokken is ervaren al grenzen, en juridische ondersteuning is beperkt. Dit kan leiden tot teleurstelling bij medewerkers en het risico dat zij afhaken.

Risico herijking tarieven
In 2023 is gestart met het periodiek toetsen van het tarievenmodel Jeugdhulp. Tijdens de herijking zijn de productbeschrijvingen geoptimaliseerd en is de opbouw in lijn gebracht met het tarievenmodel. Met deze eerste herijking is er een nieuw tarievenmodel ontworpen, dat geschikt is voor de doorontwikkeling van de jeugdhulpproducten en toepasbaar is bij een volgende herijking. Het tarievenmodel is getoetst aan het voorlopig voorstel van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) reële prijzen voor de Jeugdwet. Het uiteindelijke resultaat is door een extern adviseur beoordeeld en goedgekeurd op betrouwbaarheid en redelijkheid. Hiernaast zijn er andere inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd. Herijking van de tarieven heeft  als financieel effect dat de kosten met € 1,03 miljoen zijn gestegen. Dit is 3.29% van jeugdhulpkosten 2024 en gebaseerd op voorlopige cijfers.
Bovenregionaal liep er in 2024 een gezamenlijke aanbesteding van ‘essentiële functies’. Dit zijn bovenregionaal gezamenlijk ingekochte plaatsen, die afhankelijk van de omvang en de inhoud als essentieel wordt gezien. Door de gehanteerde bekostigingsmethodiek kan dit een financieel risico betekenen (vanaf januari 2025). Voor de gecertificeerde instellingen worden er met ingangsdatum 1 januari 2024 landelijke tarieven gehanteerd met een ingroeipad tot 1 januari 2026. Voor Jeugdregio FV zijn er grote afwijkingen t.o.v. de landelijke tarieven.

Frictiekosten aanbieders
We zien landelijk een afbouw van gesloten jeugdzorg. Dit is een gewenste ontwikkeling, maar deze ontwikkeling gaat sneller dan de tijd die organisaties nodig hebben om zich hierop te kunnen aanpassen. In 2024 hebben we deze frictiekosten ook werkelijkheid zien worden door een toelage op de tarieven, vooruitlopend op de ‘essentiële functies’ (per 1 januari 2025)  bij een landelijke aanbieder.  

Doorontwikkeling veiligheidsketen 
Het veiligheidsdomein in de jeugdzorg is in beweging, met landelijk onderzoek dat wijst op gebreken in de jeugdbeschermingsketen en onvoldoende zorg voor kwetsbare kinderen. Dit wordt ook regionaal en lokaal herkend. Er is een toenemende behoefte aan verandering, mede doordat het werk in de zorg en jeugdbescherming minder aantrekkelijk wordt. Sinds april 2022 werkt de gemeente Veenendaal mee aan de Verbeteragenda Jeugdbescherming, die administratieve lasten wil verlagen en meer afstemming beoogt tussen gecertificeerde instellingen en het CJG. Het landelijk visiedocument benadrukt de noodzaak voor een eenvoudigere, gezinsgerichte, en lerende veiligheidsketen. Dit vereist meer integrale samenwerking tussen de betrokken organisaties. Veenendaal is sinds oktober 2022 onderdeel van een proeftuin, waar een regionaal veiligheidsteam samen met het CJG gezinnen eerder ondersteunt en voorkomt dat rechterlijke maatregelen nodig zijn. In 2024 is hiervoor extra capaciteit vrijgemaakt.

Omschrijving (toelichting)

Thema V - Onderwijs en ontwikkeling

Lokale Educatieve Agenda (LEA)/lokaal onderwijsbeleid  
De Lokale Educatieve Agenda (hierna LEA) is een wettelijke overlegvorm tussen de gemeente en het onderwijs. In de gemeente Veenendaal bestaat de LEA naast het onderwijs ook uit kinderopvangorganisaties, die zijn verenigd in een Platform Kinderopvangorganisaties. In 2024  is een nieuw LEA beleidsplan ontwikkeld en vastgesteld.  Een belangrijk element in de beleidsagenda LEA 2025-2029 is het gebruik van data ter ondersteuning van onze doelstellingen. We werken aan een ‘Staat van Educatie in Veenendaal’. Door middel van data kunnen we beter inzicht krijgen in de behoeften van onze jonge inwoners en kunnen we gerichte en effectieve interventies met elkaar bespreken. Welke specifieke data hiervoor gebruikt zullen worden, zal in samenwerking met alle betrokken partijen nog nader worden bepaald. 

Integrale Kindcentra (IKC)
Een Integraal Kind Centrum is een organisatie voor kinderen van nul tot dertien jaar, waar onderwijs, opvang en welzijnsactiviteiten zijn samengevoegd.  Het is de ambitie van de gemeente, de schoolbesturen en de kinderopvangorganisaties om zoveel mogelijk Veenendaalse kinderen thuisnabij onderwijs te bieden in voorzieningen, waarin een doorlopende leerlijn voor kinderen van 0 jaar tot einde basisschoolleeftijd een plek heeft. De gemeente Veenendaal neemt bij de ontwikkeling van de IKC-visie nadrukkelijk een faciliterende rol in en laat de specifieke invulling, binnen de kaders van het IKC-Beleid, over aan de schoolbesturen. De scholen die betrokken zijn bij drie IKC’s in 2024, (IKC Dragonder Zuid, IKC SO/SBO/PO en het IKC Dragonder Noord) zijn zelf aan de slag gegaan met een inhoudelijke samenwerking en visievorming. Voor IKC Noord is zowel de visie als een samenwerkingsovereenkomst vastgesteld. De IKC vorming voor IKC SO/SBO/PO is in een vergevorderd stadium.  

Nationaal Programma Onderwijs
In het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) is het afgelopen jaar ingezet op activiteiten die de sociale interactie bevorderen.  Hierin is er samenwerking geweest met scholen, welzijn, jeugdhulp en sociale initiatieven.  De programma's uit het plan van aanpak zorgden voor structurele verbeteringen in de ondersteuning van kinderen, jongeren en ouders in Veenendaal.

Verbinding Onderwijs en jeugdhulp
In 2024 hebben we verder gewerkt aan de versterking tussen onderwijs en o.a. het CJG. Een voorbeeld hiervan zijn de brugfunctionarissen die gestart zijn in 2024 op een aantal basisscholen. Een aantal gefinancierd uit Rijksmiddelen en een aantal uit het budget van de samenwerkingsverbanden.  Deze brugfunctionarissen trekken nauw op met de schoolcontactpersonen+ van het CJG die vanuit NPO ingezet worden. 

Omschrijving (toelichting)

Thema VI – Sport

Sporten zorgt voor een verbetering van de gezondheid, voor preventie van ziektes en helpt bij de deelname aan de maatschappij. Samen met Stichting Sportservice Veenendaal en alle sportaanbieders geven we uitvoering aan het beleidskader sport en bewegen 2024. Ook in het Gezond en Actief Leven Akkoord hebben we ruim aandacht voor sport en bewegen. We zetten hierbij in op preventie voor verschillende doelgroepen, zoals kwetsbare ouderen en jongeren. Het uitgangspunt is dat sport voor iedereen bereikbaar is.

In 2024 is het nieuwe beleidskader Sport en Bewegen vastgesteld. Hierin zijn de nieuwe ontwikkelingen opgenomen op het gebied van JOGG, de integraliteit vanuit het Gezond en Actief Leven Akkoord en continuering van het Sportakkoord II. Daarnaast is de formatie voor het ondersteunen van sportverenigingen en voor de intensivering van gezonde leefstijl interventies uitgebreid via de buurtsportcoachregeling.

In 2024 is uitvoering gegeven aan de volgende beleidsdoelstellingen: 

1. Verhogen sportparticipatie: door het organiseren van sportevenementen, aanbieden van passend sportaanbod en de tarieven van dit aanbod zo laag mogelijk, en daarmee toegankelijk, te houden;
2. Versterken sportfaciliteiten in Veenendaal: door de inzet van clubondersteuning bij sportaanbieders op specifieke thema's en kwalitatief goed beheer/onderhoud van bestaande faciliteiten;
3. We creëren een sportieve buitenruimte die uitdaagt tot bewegen: bijvoorbeeld via de gerealiseerde sportieve ontmoetingstuin;
4. We werken samen en zetten in op de maatschappelijke waarde van sport: onder andere door de actieve rol in de ketenaanpakken 'overgewicht' en 'valpreventie' en het stimuleren van samenwerking binnen en tussen sportaanbieders en andere, domein overstijgende, organisaties.

Omschrijving (toelichting)

Thema VII – Cultuur

In 2024 zijn voor inwoners van Veenendaal volop kunstzinnige en culturele activiteiten georganiseerd. Enkele voorbeelden hiervan zijn de Lampegietersdagen, Theater bij de Buren, de Kickstart ateliers, BuitenBühne en de expositie van Marius van Dokkum in Stadsmuseum Veenendaal. Culturele activiteiten creëren op een laagdrempelige manier verbinding door ontmoeting. Voor veel mensen is het vanzelfsprekend om actief deel te nemen aan kunst- en cultuuractiviteiten. Voor een even grote groep is dit niet vanzelfsprekend omdat zij drempels ervaren, zoals minima, laaggeletterden en inwoners met een niet-westerse achtergrond. De gemeente heeft zich op verschillende manieren ingezet om deze drempels weg te nemen. Cultuur is, met de kunstuitingen daarbinnen, een krachtig instrument om in te zetten voor de samenleving. Kunst en cultuur dragen bij aan zingeving, persoonlijke ontwikkeling, betrokkenheid bij de samenleving, meer begrip voor elkaars normen en waarden en (culturele) achtergronden en een positieve gezondheid van de inwoners. In 2024 hebben we hier volop op ingezet via de diverse verhaallijnen uit de cultuurvisie.
Het geplande onderzoek rondom samenwerking tussen culturele partijen is in 2024 gestart en zo vormgegeven dat dit bijdraagt aan de uitvoering van het amendement 'Eén cultuurbedrijf' (aangenomen op 9 juli 2024 door de raad). Het amendement beoogt om tot één Centraal Veenendaals Cultuurbedrijf te komen per 2028. In de tweede helft van 2024 zijn de eerste processtappen gezet om tot uitvoering van dit amendement te komen. Er zijn gesprekken gevoerd met culturele partijen, desk research is uitgevoerd en op 26 november 2024 heeft een beeldvormende avond plaatsgevonden.  
In het derde kwartaal van 2024 is door de gemeenteraad ingestemd met de realisatie van een nieuw theater met een grote en een kleine zaal,  film- en popfunctie. De komende periode worden deze plannen verder uitgewerkt. 

Omschrijving (toelichting)

Thema VIII – Welzijn

Versterken sociale basis 
Het versterken van de sociale basis in Veenendaal heeft in 2024 op diverse onderdelen extra aandacht gehad. De methode Welzijn op Recept is uitgebreid naar alle huisartsenpraktijken in Veenendaal. In elke huisartsenpraktijk is een Welzijnscoach actief. Deze uitbreiding is mogelijk gemaakt dankzij financiering vanuit het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). De uitvoeringsorganisatie Veens Welzijn speelt een belangrijke rol in het versterken van de sociale basis. Dit doet Veens Welzijn onder andere door de sociale cohesie in wijken te vergroten en ontmoetingen in de wijken en buurten te faciliteren. In 2024 heeft de organisatie zich laten scholen in de methode Assset Based Community Development (ABCD methode) om de rol in community building verder te professionaliseren. Ook dit traject is gefinancierd vanuit GALA middelen. De ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties en mantelzorgers is verder uitgebreid. Veens Welzijn is in 2024 gestart met de ontwikkeling van een mantelzorgexpertisecentrum; een steunpunt dat voorziet in informatieverstrekking, het bundelen van kennis en het faciliteren van samenwerking tussen netwerkpartners. De totstandkoming van dit expertisecentrum wordt eveneens mogelijk gemaakt door inzet van middelen uit het GALA. De pilot Hulplijn Veenendaal waarbij hulpvragers in contact worden gebracht met vrijwilliger is geëvalueerd en de Hulplijn Veenendaal wordt gecontinueerd. De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de uitvoering van het welzijnsbeleid in Veenendaal. De Rekenkamer ziet kansen om de doelen van het welzijnsbeleid in Veenendaal concreter en meetbaarder te maken. Dit biedt de mogelijkheid om beter inzicht te krijgen in de behaalde resultaten en effecten. Daarnaast kan de sturing op resultaten bij Stichting Veens Welzijn worden versterkt door naast ingezette uren en middelen ook de maatschappelijke impact in kaart te brengen. Als grootste uitvoerder van het welzijnsbeleid speelt Veens Welzijn een cruciale rol in het realiseren van maatschappelijke doelen. In 2024 is het project ‘meetbaar en merkbaar welzijn’ opgestart met als doel het ontwikkelen van een meetinstrument om de impact van het welzijnsbeleid, uitgevoerd door Veens Welzijn, zichtbaar te maken. In 2025 volgen hiervan de eerste resultaten.

Vrijwillige inzet 
In 2024 is de Kenniskring geëvalueerd door Veens Welzijn. De deelnemers zijn tevreden en zij gaan graag door met de Kenniskring.
Tevens is ook de Vrijwilligerscampagne geëvalueerd.  Deze campagne liep in 2023 en 2024 met als doel om  meer vrijwilligers te werven en vrijwilligers te waarderen. Op basis van de feedback van de organisaties die de vragenlijst hebben ingevuld is gebleken  dat deze campagne  nauwelijks tot geen nieuwe vrijwilligers heeft opgeleverd. Wel heeft de meerderheid van deze organisaties aangegeven veel positieve reacties te hebben gekregen op het bericht in de Rijnpost. Sommige benoemen ook dat het goed heeft gewerkt voor de naamsbekendheid. 
Daarnaast heeft een aantal vrijwilligersorganisaties een brief gestuurd met de titel ‘Vrijwilligerswerk onder druk’. In deze brief schetsen de vrijwilligersorganisaties in 
Veenendaal een perspectief van toenemende druk op vrijwilligers en uiten zij hun zorgen omtrent het 
duurzaam in standhouden van het vele vrijwilligerswerk in Veenendaal. We zijn met de ondertekenaars in gesprek om te verkennen of en hoe we de onderlinge samenwerking nog beter vorm kunnen geven en welke gezamenlijke acties opgepakt kunnen worden in Veenendaal.

Inclusie en diversiteit
In 2024 is in het bijzonder gewerkt aan een aantal aspecten rondom diversiteit en inclusie. De Week van de Toegankelijkheid is in samenwerking met inwoners en professionele partners georganiseerd. Er was weer veel te beleven doordat er een heel weekprogramma van activiteiten was. 
Daarnaast is ingezet op het versterken van het contact met de samenleving via netwerken en groepen inwoners. Door dat contact weten we als gemeente beter wat er speelt, welke behoeftes of ongenoegens er zijn. Door ons te richten op een diversiteit aan mensen, sluiten we aan op zowel diversiteit en inclusie als op het tegengaan van polarisering.
Als gemeente hebben we een wettelijke taak om discriminatie tegen te gaan. Dit doen we in samenwerking met de anti-discriminatie voorziening. Naast het behandelen van meldingen, geven zij advies bij specifieke vraagstukken en organiseren zij samen met ons de zogenaamde 'On Tour': informatie over discriminatie verspreiden en het gesprek aangaan met inwoners.
Een inwonersinitiatief op het gebied van dialogen, heeft ervoor gezorgd dat we ook als gemeente het gesprek in de samenleving stimuleren en faciliteren. Het doel is om een netwerk van dialoogtafels op te zetten; daar is in 2024 een begin mee gemaakt.
Als een rode lijn liep het opstellen van de visie op diversiteit en inclusie ('Verbindend en veelzijdig') hier doorheen. Deze visie is namelijk opgesteld met behulp van een uitgebreid participatietraject. Binnen de organisatie zijn alle medewerkers uitgenodigd workshops te volgen en vanuit hun vakgebied input te geven. En in Veenendaal zijn inwoners en organisaties gevraagd input te geven.  Dit heeft geleid tot een gedragen inhoud en heeft bijgedragen aan het versterken van netwerken en bewustwording over discriminatie.
Ten slotte is de subsidie Diversiteit en Inclusie verstrekt waarbij er voldoende aanvragen waren om bijna het gehele budget van 2024 te kunnen toekennen aan initiatieven die inclusie versterken.

Thema I: Inkomen

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

I.d De gemeente neemt bij voorkeur een faciliterende rol aan om de rol van inwoners en de kracht van de samenleving te stimuleren (MD09).

Terug naar navigatie - I.d De gemeente neemt bij voorkeur een faciliterende rol aan om de rol van inwoners en de kracht van de samenleving te stimuleren (MD09).

Thema II: Sociaal domein - Participatie en re-integratie

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema III: Sociaal domein - WMO

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

III.a. We willen meer sturen op kwaliteit en effectiviteit van aangeboden ondersteuning.

Terug naar navigatie - III.a. We willen meer sturen op kwaliteit en effectiviteit van aangeboden ondersteuning.

III.f. Verder versterken opvoed- en opgroeiklimaat (MD02).

Terug naar navigatie - III.f. Verder versterken opvoed- en opgroeiklimaat (MD02).

Thema IV: Sociaal domein - Jeugd

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema V: Onderwijs en ontwikkeling

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Omschrijving (toelichting)

De volgende verbonden partijen leveren een bijdrage aan het realiseren van de doelen uit dit programma:

  • BVO Valleihopper;
  • Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG);
  • Stichting Veens Welzijn;
  • Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU);
  • Sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4).

Zie voor meer informatie paragraaf E Verbonden partijen.

Financiële programmarealisatie 2024 (bedragen x € 1.000)

Terug naar navigatie - Financiële programmarealisatie 2024 (bedragen x € 1.000)

Excel-tabel

Programma 3 Sociale leefomgeving
Primitief Raming 2024 Na begrotingswijziging Realisatie 2024 Saldo 2024
Lasten 115.665 137.380 138.450 -1.070
Baten 29.563 43.709 48.035 4.326
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten -86.102 -93.672 -90.415 3.257
Toevoeging aan reserve 6 3.071 3.396 -325
Onttrekking aan reserve 340 4.288 4.311 23
Gerealiseerd resultaat -85.768 -92.455 -89.500 2.954

Toelichting op de financiële programmarealisatie (bedragen x € 1.000)

Terug naar navigatie - Toelichting op de financiële programmarealisatie (bedragen x € 1.000)

Omschrijving (toelichting)

Ten opzichte van de in de 3e bestuursrapportage 2024 aangepaste begroting, zijn de grootste afwijkingen:

Excel-tabel

Taakveld Afwijking 2024 V/N
Arbeidsparticipatie 243 V
Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 33 V
Geëscaleerde zorg 18+ 416 V
Inkomensregelingen 947 V
Maatwerk-voorzieningen (WMO) 376 V
Musea 49 V
Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 374 V
Onderwijshuisvesting 92 N
Samenkracht en burgerparticipatie 1.026 V
Sportaccommodaties 87 N
Sportbeleid en activering 110 V
Volksgezondheid 111 V
Hulp bij het huishouden (WMO) 618 N
WSW en Beschut werk 61 V
Toegang en eerstelijnsvoorzieningen 2.036 V
Begeleiding (WMO) 562 V
Dagbesteding (WMO) 190 V
Overige maatwerkarrangementen (WMO) 94 V
Jeugdhulp begeleiding 2.080 N
Jeugdhulp behandeling 985 V
Jeugdhulp dagbesteding 25 N
Jeugdhulp zonder verblijf overig 551 N
Pleegzorg 1.007 V
Gezinsgericht 1.199 N
Jeugdhulp met verblijf overig 1.780 N
Behandeling GGZ zonder verblijf 925 V
Crisis/LTA/GGZ-verblijf 766 N
Gesloten plaatsing 108 N
Jeugdreclassering 934 V
Beschermd wonen 112 N
Maatschappelijke- en vrouwenopvang 181 V
Overige verschillen 15 V
Totaal programma Sociale Leefomgeving 3.257 V

Omschrijving (toelichting)

Excel-tabel

Omschrijving (toelichting)

Arbeidsparticipatie: voordeel € 243.000
Op het taakveld Arbeidsparticipatie is het resultaat ultimo 2024 afgerond € 243.000 voordelig. Dit wordt veroorzaakt door lagere lasten en hogere baten op de onderdelen die betrekking hebben op statushouders en inburgering, diverse onder- en overschrijdingen op de onderdelen die betrekking hebben op re-integratie en participatie., en een hogere inkomst uit ESF subsidie dan eerder werd voorzien. 

Re-integratie en participatie onderdelen (diverse voor- en nadelen) 
We zien bij de bijstandsontwikkeling dat er een verhoogde instroom is van inwoners en dat de personen die bijstandsafhankelijk zijn ook een grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt en vaker te kampen hebben met multi-problematiek.  Personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben vaak voor een langere tijd en soms ook meer re-integratie instrumenten nodig. Deze verschuiving in de zwaarte van de doelgroep heeft geleid tot hogere lasten dan op voorhand was voorzien. Het gaat dan onder andere om de onderdelen Re-integratie en Aanbodversterking, Diagnose en Workfirst, Re-integratie Algemeen en Facilitering Werkgevers.   
De overschrijding van het budget Baanafspraken Sociaal Akkoord komt voort uit de groeiende groep inwoners met een indicatie doelgroepregister.  Deze groep blijft groeien, volgens het landelijk beeld. Voorheen kwamen de jongvolwassenen uit deze doelgroep mogelijk in aanmerking voor een Wajong-uitkering, maar sinds de aanpassing van de Wajong in 2021, is het moeilijker voor jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt om aanspraak te maken op deze regeling. 
De verschuiving in de zwaarte van de doelgroep leidde in 2024 tot een voordeel op de onderdelen Directe bemiddeling (dit instrument is steeds vaker minder passend) en Re-integratie flankerend beleid (als gevolg van een lager aantal uitgekeerde uitstroompremies). 

ESF (voordeel € 111.000)
Daarnaast hebben wij in 2024 afgerond € 436.000 ontvangen uit het ESF subsidieresultaat. In 2024 is  voor de subsidieverantwoording personele inzet bekostigd en in de derde bestuursrapportage is reeds  € 325.000 overgeheveld naar 2025: € 50.000 ten behoeve van de subsidieverantwoording in 2025 en 2026, € 200.000 Programmabudget Sociaal Domein en € 75.000 voor het project Simpel Switchen – Kansen voor Veenendaal en de herstructurering van de samenwerking in de arbeidsmarktregio (Regionaal Werkcentrum). Het restant valt vrij ten gunste van de algemene middelen.
 
Inburgering en statushouders
We zien op het onderdeel Wet Inburgering voorzieningen 2022 e.v.  een onderbesteding, die is ontstaan in 2022. In dat eerste jaar van de uitvoering van de Wet inburgering ontstonden forse wachtlijsten bij de taalscholen als gevolg van opstartproblemen bij de taalscholen. Deze opstartproblemen zijn inmiddels weggewerkt, maar er is nog steeds een overschot als gevolg van onderbesteding in dat eerste jaar. Onderbenutting van deze SPUK inburgering mag eenmaal worden overgeheveld naar het volgende kalenderjaar. Om te voorkomen dat de onderbenutte middelen terugvloeien naar het Rijk zijn de kosten die werden geboekt onder het onderdeel Statushouders en Taaleis -passend binnen de voorwaarden van de specifieke uitkering-  overgeheveld naar de SPUK inburgering.  

Inburgering Algemeen (voordeel € 52.000)
Er is een onderschrijding van €52.087 ten opzichte van de begroting. 

Statushouders en Taaleis (voordeel € 190.000)
Het onderdeel Statushouders en Taaleis wordt gebruikt voor de kosten die voortvloeien uit het flankerend beleid en re-integratietrajecten voor statushouders/inburgeraars. We zien bij de statushouders/inburgeraars verder dat de verhoogde instroom van statushouders leidt tot een wachtlijst bij de taalscholen voor het volgen van leerroutes. Er is een voortdurend proces van vormen van nieuwe (homogene) klassen, het werven van nieuwe taaldocenten en het organiseren van avond- en weekendlessen. Statushouders kunnen daarom niet direct starten en dit leidt soms tot wachttijden van enkele maanden. Dit wordt deels opgevangen met extra re-integratietrajecten (waaronder taallessen). Tegelijk geldt dat de kosten voor de leerroutes  in een later stadium dan waar in de SPUK van wordt uitgegaan alsnog worden gemaakt. 

Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie: voordeel € 33.000
Het resultaat binnen het taakveld Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie  is ultimo 2024 afgerond  € 33.000 voordelig. Dit wordt veroorzaakt door een voordeel op het onderdeel cultuurvisie , nadelen op vastgoed, onderhoud en kapitaallasten. 

Cultuurvisie (voordeel € 49.000)
Deze onderschrijding wordt grotendeels veroorzaakt doordat het onderzoeksbudget niet volledig is benut. Vanwege prioritering in de werkzaamheden (als gevolg van druk op het dossier cultuur) zijn de geplande onderzoeken pas in hert vierde kwartaal 2024 gestart en worden deze afgerond in 2025. Hierdoor is alleen de eerste termijn betaald in 2024, waarmee slechts een gedeelte van het onderzoeksbudget van 2024 is aangewend. Het resterende bedrag van € 49.000 kan incidenteel vrijvallen ten gunste van de algemene middelen in 2024.

Vastgoed en onderhoud (nadeel € 28.000) 
De te ontvangen huurbaten voor de panden voor het Vastgoed Sociaal Cultureel Werk is voor € 40.200,- te hoog in de begroting opgenomen. Daarnaast is er € 69.200- minder nodig geweest voor de exploitatie van de panden.

Om theater Lampegiet tijdelijk te kunnen blijven exploiteren, in verband met een veilige bedrijfsvoering, zijn in de begroting 2024 (€ 800.000) en in de tweede bestuursrapportage 2024 (€ 459.000) middelen beschikbaar gesteld. De werkzaamheden vinden plaats in 2024 en 2025. Voor de werkzaamheden die nog in 2025 moeten plaatsvinden, wordt  het restant budget uit 2024 van € 76.000,- in 2025 opnieuw beschikbaar gesteld.  

Geëscaleerde zorg 18+: voordeel € 416.000
Binnen het taakveld Geëscaleerde zorg 18+ is het resultaat ultimo 2024 afgerond € 416.000 voordelig. Dit wordt veroorzaakt door lagere lasten op de onderdelen Advies en Meldpunt Verward gedrag, Innovatiemiddelen Opvang en Beschermd wonen en Beschermd Thuis PGB. 

Advies- en Meldpunt Verward (voordeel € 210.000)
In 2024 zijn alle kosten voor het Meldpunt verward gedrag ten laste gebracht van de SPUK IZA uitkering, waardoor er incidenteel een voordelig resultaat van € 210.000 is gerealiseerd. 

Innovatiemiddelen Opvang en beschermd wonen (voordeel € 58.000)
Het uitvoeringsplan Beschermd Wonen /Beschermd Thuis loopt nog door tot 2026. In 2024 heeft de focus gelegen op de regionale aanbesteding Beschermd Wonen /Beschermd Thuis. Hierdoor zijn deze middelen in 2024 niet volledig besteed. Het doel van de aanbesteding is om een dekkend zorglandschap te creëren en de middelen zijn nodig om het beoogde doel te realiseren.  In een eerdere fase zijn deze middelen als meerjarig aangemerkt.  Voorgesteld wordt de resterende middelen in 2025 beschikbaar te stellen. 

Beschermd Thuis PGB (voordeel € 144.000)
De budgetten van Beschermd Wonen en Beschermd Thuis zijn over verschillende taakvelden verdeeld.  Voor verdere informatie zie de toelichting bij taakveld Beschermd wonen (WMO).

Overig: voordeel € 4.000

Inkomensregelingen: voordeel € 947.000
Op het taakveld Inkomensregelingen is het resultaat ultimo 2024 afgerond € 947.000 voordelig. Dit wordt onder andere veroorzaakt door lagere lasten op de BUIG (bijstand en verwante regelingen), Kwijtschelding Afvalstoffenheffing, Schuldhulpverlening Beleid, Minima en Energietoeslag. Op de onderdelen Individuele Studietoeslag en Menzis is sprake van hogere lasten. 

Bijstand en verwante regelingen (diverse voordelen)
De lasten voor deze regelingen vielen uiteindelijk lager uit dan bij de derde bestuursrapportage werd voorzien.

Kwijtschelding Afvalstoffenheffing (voordeel € 68.000)
In het kader van het gevoerde minimabeleid kunnen inwoners van de gemeente Veenendaal onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding krijgen voor diverse gemeentelijke belastingen en heffingen, waaronder afvalstoffenheffing. Ten opzichte van 2023 is er een daling te zien op de kwijtschelding afvalstoffenheffing van ruim € 50.000. Ten opzichte van de begroting 2024 is er een voordeel behaald van € 68.000. Volledigheidshalve zien we op de andere heffingen waarvoor kwijtschelding kan worden aangevraagd, de rioolheffing en hondenbelasting, geen noemenswaardige afwijkingen ten opzicht van de begrote bedragen. 

Individuele studietoeslag (nadeel € 42.000)
Bij de wijziging van de regeling was de verwachting dat de uitgaven zouden toenemen als gevolg van een verbeterd bereik van de doelgroep. In 2024 heeft dit geleid tot een nadeel van afgerond € 42.000. Binnen het huidige beleid hanteren wij de wettelijk verplichte minimumbedragen, waardoor de mogelijkheden om deze stijging te beïnvloeden beperkt zijn. Wel verwachten wij dat de stijging zich in de komende jaren zal stabiliseren en afvlakken naar de jaarlijkse indexering. 

Minima (voordeel € 329.000)
Er is sprake van een voordelig resultaat van € 329.000.  Deze onderuitputting is voornamelijk het gevolg van een eerdere ophoging van het budget bij de eerste bestuursrapportage, vanwege onzekerheden rondom de financiële effecten van de invoering van nieuw beleid. De daadwerkelijke implementatie van dit beleid heeft echter aanzienlijk later in het jaar plaatsgevonden dan oorspronkelijk gepland. Daarnaast blijken de uitvoeringskosten in 2024 € 100.000 lager uit te komen in vergelijking met 2023.

Menzis (nadeel € 60.000)
Op dit onderdeel is het resultaat  € 60.000 nadelig.  Ten opzichte van 2023 hebben in 2024  meer inwoners gekozen voor de Gemeentepolis. Het bereik is dus vergroot.  De polisdeelnemer kon daarnaast kiezen uit verschillende zorgpakketten en in 2024 is een toename zichtbaar in het aantal mensen dat heeft gekozen voor GarantVerzorgd 3. Dit pakket kent de hoogste gemeentelijke bijdrage.

Energietoeslag (voordeel € 226.000)
In 2023 is er een bijraming gedaan op de energietoeslag, aangezien destijds werd verwacht dat het aantal aanvragen hoog zou uitvallen.  De energietoeslag liep tot maart 2024 en is daarna afgeschaft. Hoewel er veel aanvragen zijn ingediend, zijn uiteindelijk ook veel aanvragen afgewezen, waardoor een deel van de gereserveerde middelen niet nodig bleek te zijn. Het resultaat op dit onderdeel is € 226.000 voordelig.

Maatwerk-voorzieningen (WMO): voordeel € 376.000
Het voordelige saldo op dit taakveld bedraagt € 376.000.

Vervoersvoorzieningen (voordeel € 140.000) en Woonvoorzieningen (voordeel € 204.000, resultaatbestemming € 142.000)
Bij zowel de vervoersvoorzieningen als ook de woonvoorzieningen  is er, net als in 2023,  minder aanspraak gemaakt op  de op de budgetten van deze voorzieningen  Hierdoor houden we bij zowel bij de vervoers- als bij de woonvoorzieningen een bedrag van in totaal € 202.000 over.

Overige (voordeel € 32.000)
Op de overige posten is een voordelig resultaat gerealiseerd van € 32.000.

Musea: voordeel €49.000
Binnen dit taakveld valt het budget voor het Gemeentearchief. Het budget kent geen jaarlijks repeterend uitgavenpatroon maar wordt ingezet op de diverse aspecten van het archief.  Het resultaat voor 2024 is € 49.000 (voordelig, incidenteel).  De afwijking op het budget is o.a. veroorzaakt door een reservering van  € 20.000 voor mogelijke extra kosten voor de restauratie van het Veenraadschapsarchief.   In het najaar werd -na gesprekken met betrokken partijen- duidelijk dat deze middelen uiteindelijk niet nodig waren. 

De aanpassingen van de studiezaal, waarvoor een bedrag van ongeveer € 15.000 was gereserveerd,  konden niet meer in het boekjaar 2024 worden gerealiseerd. Dit is inmiddels doorgeschoven naar 2025 en dit kan worden uitgevoerd binnen de voor 2025 beschikbare middelen.  

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken: voordeel € 374.000
Het  voordeel (van afgerond) € 374.000 op taakveld Onderwijsbeleid en Leerlingenzaken  wordt veroorzaakt door:

Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (OAB, voordeel afgerond € 333.000 inclusief doorbelastingen 
Het voordelige verschil wordt veroorzaakt door de reserveringen van het OAB tot en met 2023. De vaststellingsbeschikking 2023 over de OAB-middelen van het rijk geeft aan dat de opgebouwde reserve eind 2023 € 1.085.000 bedraagt. Op de balans hebben wij ultimo 2023 een bedrag van € 1.418.000 staan. Het voordelige verschil van € 333.000 laten we in de jaarrekening 2024 vrijvallen en komt te gunste van de algemene middelen.                                                                                                                                                                                                                                                        

Peuterwerk  (nadeel € 51.000)
In de derde bestuursrapportage 2024 is, conform B&W besluit van 1 oktober 2024, € 58.000 overgeheveld voor extra peuterplaatsen in 2025 (in totaal 100 peuterplaatsen). Bij de berekening van deze overheveling is ook rekening gehouden met de inkomsten uit de afrekeningen van voorgaande jaren van diverse peuterwerkinstellingen. Per abuis zijn naast deze overheveling ook de “extra” inkomsten uit de afrekeningen van voorgaande jaren in de derde bestuursrapportage 2024 in het begrotingssaldo verwerkt. Hierdoor is er bij de jaarrekening 2024 een tekort van € 51.000 ontstaan.

Regionale Administratie Leerplicht (voordeel baten € 92.000)                                                                                                                                                                                             Op de Dienstverleningsovereenkomsten hebben we een hogere baat dan begroot van € 92.000 omdat er onder andere een nieuwe leerplicht DVO voor Scherpenzeel is vastgesteld. De inkomsten zijn op dit taakveld verantwoord terwijl de uitgaven (inhuur) verantwoord zijn op het programma bedrijfsvoering. Grootste deel van de baten betreft RMC gelden (Regionaal meldpunt Coördinatie). Hiervoor zijn wij centrumgemeente en belasten we een deel van de kosten door via de verdeelsleutel jeugdige tot en met 18 jaar. 

Onderwijshuisvesting: nadeel € 92.000
Het resultaat wordt veroorzaakt door een bedrag van € 152.000 aan hogere baten als het gevolg van een hogere bijdrage van de onderwijsinstellingen voor onder meer de materiële instandhouding.

De uitgaven zijn € 241.700 hoger dan begroot wat voornamelijk wordt veroorzaakt door het saldo van de hogere kapitaallasten en personeelskosten € 237.000.

Overig nadeel: € 2.300

Samenkracht en burgerparticipatie: voordeel € 1.026.000
Crisisherstelfonds (voordeel € 440.000)
In mei 2023 besloot de raad om een stelpost Crisisherstelfonds in te stellen, gericht op het toegankelijk houden, in stand houden en versterken van de Veenendaalse samenleving. Vervolgens heeft het college medio juni 2023 de Subsidieregeling eenmalige lastencompensatie voor maatschappelijke organisaties vastgesteld en is de raad hierover geïnformeerd via een raadsinformatiebrief.

Als gevolg van vertraging in de werving van capaciteit om de regeling uit te kunnen voeren besloot het college in het najaar van 2023 om de einddatum van de regeling aan te passen.

De regeling is in 2024 uitgevoerd. Zes organisaties hebben een aanvraag gedaan op grond van deze regeling. Hiervan bleken twee aanvragen te voldoen aan de criteria en zij ontvingen ieder de maximale subsidie van € 30.000. Vier aanvragen zijn afgewezen omdat er sprake was van een solvabiliteit hoger dan 0,25: de solvabiliteit van die organisaties lag tussen 0,45 en 1.0.

In de raadsinformatiebrief van destijds is opgenomen dat -in het geval er sprake is van onderschrijding- de resterende middelen beschikbaar blijven op de Stelpost Crisisherstelfonds, en dat het college deze middelen naar inzicht kan inzetten voor andere crises.  Er zijn momenteel geen concrete aanwijzingen of crises bekend waarvoor de resterende middelen nodig kunnen zijn. Daarnaast willen we – gezien de financiële uitdagingen waar we als gemeente voor staan- terughoudend zijn met het ‘meeslepen’ van budgetten. Voorgesteld wordt om de stelpost op te heffen en de resterende middelen ad. € 440.000 vrij te laten vallen.

Diversiteit (voordeel € 55.000, resultaatbestemming) 
De functie van adviseur Diversiteit en inclusie bestaat nog niet zo lang. In de afgelopen jaren is gewerkt aan het opbouwen van netwerken en het bepalen van prioriteiten. Het is bij een nieuw takenpakket nog niet meteen duidelijk waaraan het geld het beste kan worden uitgegeven om doelen te bereiken. Daardoor is niet alleen dit jaar maar ook voorgaande twee jaren minder uitgegeven dan begroot. Inmiddels is er wel gekort op het structurele budget. De verwachting is dat de inzet op activiteiten rondom diversiteit en inclusie, juist zal groeien naarmate het onderwerp meer aandacht krijgt en de functie van adviseur meer vorm krijgt. 

In 2024 is intensief gewerkt aan het vormen van de Visie Verbindend en Veelzijdig. Daardoor is een aantal geplande inspanningen niet uitgevoerd. In aanvulling op de in de derde bestuursrapportage overgehevelde middelen wordt voorgesteld het restant budget van € 55.000,- beschikbaar te stellen in 2025. 

Digitale inclusieve stad (voordeel € 152.000, resultaatbestemming) 
In 2024 is onderzoek gedaan naar digitale inclusie en de noodzakelijke en gewenste stappen om te komen tot verbetering.  Het is van belang om  inzet te plegen op het deel van de inwoners die niet of beperkt vaardig is met digitalisering. De uitvoering hiervan is in 2024 nog niet gerealiseerd en daardoor zijn de beschikbare middelen niet besteed. Voorgesteld wordt om de resterende middelen ad € 152.000 middels een resultaatbestemming opnieuw beschikbaar te stellen in 2025 ter uitvoering van deze taak. 

Mantelzorgondersteuning (voordeel € 110.000)
Mantelzorgers kunnen jaarlijks een waardering aanvragen in de vorm van een Twinkeling voucher. In 2024 zijn de kosten hiervan € 89.000 lager uitgevallen dan vooraf was begroot. De bestedingen 2024 zijn wel in lijn met die van voorgaande jaren.
Vanuit de jaarrekening 2023 is er € 47.000  meegenomen naar 2024 voor de bekostiging van het project Mantelzorg en werkgeverschap. De kosten hiervoor in 2024 zijn uiteindelijk € 21.000 lager uitgevallen. 

Welzijn - Veens (voordeel € 167.000, resultaatbestemming €50.000)
In 2024 zijn beschikbare middelen voor  Veens Welzijn  uitgeruild met de incidentele ontvangen IZA en GALA uitkeringen. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen:

De uitvoerende taken van Veens Welzijn gericht op het versterken van de sociale basis dragen tevens bij aan het versterken van de sociale basis zoals bedoeld in het GALA. In 2024 is een bedrag van € 41.000 vanuit het GALA besteed aan de taken van Veens Welzijn gericht op de sociale basis.
De uitvoerende taken van Veens Welzijn gericht op het stimuleren van ontmoeting en tegengaan van eenzaamheid dragen bij aan de doelen zoals bedoeld in het GALA/Eenzaamheid. In 2024 is een bedrag van € 12.000 vanuit GALA besteed aan taken gericht op het tegengaan van eenzaamheid.
Het uitvoeren van Welzijn op Recept door Veens Welzijn draagt bij aan de doelen van het IZA (versterken samenwerking medisch en sociaal domein). In 2024 is er een bedrag van € 35.000 vanuit het IZA ingezet voor Welzijn op Recept.

Bij de derde bestuursrapportage 2024 is er middels Amendement A2024.74 'Frictiekosten bezuinigingen Welzijnswerk' incidenteel € 50.000 beschikbaar gesteld. In 2024 zijn er nog geen kosten gemaakt voor de uitvoering van dit amendement er is gewerkt aan planvorming in 2025. Voorgesteld wordt de middelen middels een resultaatbestemming beschikbaar te stellen in 2025 voor eventuele frictiekosten die zich nog kunnen voordoen. 

Overig: voordeel € 52.000

Sportaccommodaties: nadeel € 87.000
Personeelskosten voordeel  €2.250,-
Kapitaallasten nadeel €87.800,-
Bovenstaande posten worden toegelicht bij programma Bedrijfsvoering

Sportbeleid en activering: voordeel € 110.000
Op het taakveld ‘Sportbeleid en activering’ is per saldo een voordeel van € 110.000. Dit voordeel ontstaat voornamelijk vanwege de inzet van gelden ten behoeve van de SPUK Gala middelen. De volledige SPUK GALA 2024 (t.b.v. het sportakkoord, de leefomgeving en de brede regeling combinatiefuncties) bevat tevens de overheveling van middelen uit 2023. Conform de regeling was het toegestaan om 20% van de middelen uit 2023 over te hevelen naar 2024. Een deel van de uitgaven voor de uitvoering van sportbeleid 2024 is dan ook gedekt binnen de regeling SPUK brede Gala, aangezien hier nog ruimte was. Hierdoor ontstaat binnen dit taakveld een overschot.  

Volksgezondheid: voordeel € 111.000
GGD regio Utrecht (voordeel € 44.000)
In 2024 zijn er aan verschillende kinderopvang instellingen bestuurlijke boetes opgelegd. Totaal bedroegen de inkomsten hieruit € 16.000. 

Binnen de GGDrU begroting is per saldo € 28.000 overgebleven. Hiervan is € 16.000 veroorzaakt door een BTW teruggave over de geleverde dienstverlening door de GGDrU in 2024.

GIDS gelden - Clean-FrisValley (voordeel € 30.000)
Er stond voor 2024 € 30.000 gereserveerd voor het ophogen van de steekproef van de gezondheidsmonitor van de GGDrU. Uiteindelijk hebben we de kosten voor deze steekproef kunnen bekostigen vanuit de SPUK GALA middelen waardoor het eerder meegenomen bedrag niet is ingezet. 

H30-09 Opgroeien in een Kansrijke Omgeving en Vroegsignalering (nadeel € 31.000)
Binnen de SPUK H30 regeling is het toegestaan om maximaal 15% van het budget uit te ruilen met andere onderdelen van deze SPUK regeling.  Het hier ontstane nadeel wordt volledig gecompenseerd door de ontstane voordelen op andere onderdelen binnen deze SPUK regeling.

Overig (voordeel € 68.000)

Posten waarvan de afwijking op FCL niveau lager is dan € 25.000

Hulp bij het huishouden (WMO): nadeel € 618.000
Hulp bij het Huishouden (nadeel € 618.000)
De totale uitgaven komen overeen met de prognose uit de derde bestuursrapportage 2024. In deze rapportage is gemeld dat in 2024 de totale uitgaven van  de Wmo maatwerkvoorzieningen (waar de hulp bij het huishouden onderdeel van uitmaakt) naar verwachting ongeveer € 500.000 lager uitvallen.  In 2024 is sprake van een verdere stijging van de cliëntaantallen die gebruik maken van de hulp bij het huishouden, maar deze stijging is wel conform verwachting. 

WSW en beschut werk: voordeel € 61.000
Op het taakveld WSW en Beschut werk is het resultaat ultimo 2024 afgerond € 61.000.

Sociale Werkvoorziening (voordeel € 2.000)
De rijksbijdrage voor de Wet sociale werkvoorziening (WSW) wordt conform afspraak jaarlijks volledig doorgezet naar de Gemeenschappelijke Regeling Instituut voor Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4). Hoewel de rijksbijdrage jaarlijks wordt aangepast, heeft dit geen financiële consequenties voor de gemeente, aangezien deze post kostenneutraal is.

Beschut werk (voordeel € 59.000)
In 2024 zijn meer plekken voor beschut werk gerealiseerd dan de taakstelling voorschrijft. Hier was reeds rekening mee gehouden. Voor de hoogte van de vergoeding wordt bij alle aanbieders de landelijke normbedragen gehanteerd. Het voordelig resultaat a € 59.000 valt vrij ten gunste van de algemene middelen. 

Toegang en eerstelijnsvoorzieningen: voordeel € 2.036.000
1.    Uitgaven toegang via 2e lijnszorg Jeugdhulpregio Foodvalley (voordeel  € 1.637.000)
Een belangrijk onderdeel van dit taakveld is de toegang voor de jeugdhulp, die onderdeel uitmaakt van de totale 2e lijnszorgkosten jeugd. Alle taakvelden die te maken hebben met de 2e lijnszorg die door de Jeugdhulpregio Foodvalley (JeugdFV) wordt uitgevoerd, zijn verderop in dit document  in totaliteit toegelicht.

Het resterende voordeel op dit taakveld  bedraagt afgerond € 399.000  en wordt voornamelijk veroorzaakt door:

2.    CJG (voordeel  € 120.000) 
In 2024 is de bijdrage aan het CJG € 91.000 lager geweest dan in de gemeentelijke begroting 2024 is opgenomen. De afwijking  is veroorzaakt doordat de indexering van het gemeentelijk budget in dit specifieke geval hoger is uitgevallen dan waarmee  we op grond van de richtlijnen rekening mee gehouden hebben. De afwijking heeft weliswaar een structureel karakter, maar wordt vanaf 2026 ingezet ter dekking van de uitvoeringskosten van de op te richten Gemeenschappelijke Regeling  en InterGemeentelijke Samenwerking voor de 2e lijnszorg in onze regio.

Daarnaast is er een positieve afwijking van € 23.000 doordat een aantal uitgaven voor het familiehuis in 2024 voor een bedrag van afgerond € 9.000 ten laste van de SPUK/IZA 2024 zijn gebracht. De uitvoering van het project Familiehuis draagt bij aan de doelen van het GALA/Kansrijke Start. Daarnaast is een bedrag € 14.000, wat bestemd was voor het Familiehuis, niet besteed. 

3.    Algemene voorzieningen jeugd (voordeel € 71.000)
Het voordelige saldo van € 71.000 is veroorzaakt doordat de onderwijsspecialist van het CJG, die uit deze gelden betaald wordt, in 2024 minder ingezet is dan aanvankelijk was beoogd en doordat het budget diverse kosten in 2024 niet volledig is benut.  

4.    Integrale projecten Sociaal Domein (voordeel € 206.000)      
Bij de besluitvorming over de jaarrekening 2023 zijn voor de uitvoering van het vastgestelde Integraal Beleidskader Sociaal Domein middelen beschikbaar gesteld voor een maximale looptijd van 4 jaar (2024-2027). Het hier ontstane voordeel, ad € 206.000, wordt deels gecompenseerd door een nadelig resultaat van € 64.000 op taakveld Jeugdhulp begeleiding. Het resterende saldo, ad € 143.000, dient als dekking voor de uitvoering van het Integraal Beleidskader Sociaal Domein in de periode 2025-2027.
Bij de jaarrekening 2023 is besloten om voor de uitvoering van het vastgestelde Integraal Beleidskader Sociaal Domein middelen te reserveren voor een maximale looptijd van 4 jaar (te weten 2024, 2025, 2026 en 2027). 
In lijn met dit besluit wordt voorgesteld om de resterende middelen uit 2024, ad € 143.000 voor dit doel en de onderliggende activiteiten te blijven bestemmen en daarmee beschikbaar te stellen in 2026 en 2027. 

  5. Overige afwijkingen (voordeel € 2.000)                                                                                                                                                                                                                                                                                             

Begeleiding (WMO): voordeel € 562.000
De totale uitgaven komen overeen met de prognose uit de derde bestuursrapportage 2024. In deze rapportage is gemeld dat in 2024 de totale uitgaven van  de Wmo maatwerkvoorzieningen (waaronder de individuele begeleiding) naar verwachting ongeveer € 500.000 lager uitvallen.  De uitgaven zijn lager dan begroot door intensiever contractmanagement en onder andere regietrajecten.  Er zijn iets meer pgb's afgegeven dan verwacht.  De ZIN-uitgaven waren lager dan verwacht. 

Dagbesteding (WMO): voordeel € 190.000
De totale uitgaven komen overeen met de prognose uit de derde bestuursrapportage 2024. In deze rapportage is gemeld dat in 2024 de totale uitgaven van  de Wmo maatwerkvoorzieningen (waaronder de dagbesteding) naar verwachting ongeveer € 500.000 lager uitvallen. Er zijn in werkelijkheid in 2024  iets minder pgb's voor de dagbesteding afgegeven dan verwacht.

Overige maatwerkarrangementen (WMO): voordeel € 94.000
In 2024 is er vanuit het CAK € 58.000 meer aan eigen bijdrage (abonnementstarief) ontvangen dan vooraf was begroot.  Vanuit  circulaires hebben wij in 2024 € 46.000 aan extra Rijks middelen ontvangen.  Het was in 2024 nog niet noodzakelijk om deze extra middelen daadwerkelijk in te zetten. Voor 2025 en verder zullen deze wel  nodig zijn om de verwachte uitgaven te kunnen bekostigen.  Overige afwijkingen (nadeel van € 10.000).

Algemene toelichting 2e lijnszorg Jeugdhulpregio Foodvalley (JeugdFV) div. taakvelden : nadeel € 958.000 
De 2e lijnszorg die door de Jeugdhulpregio Foodvalley (JeugdFV) wordt uitgevoerd heeft betrekking op  de volgende taakvelden : Toegang en eerstelijnsvoorzieningen, Jeugdhulp begeleiding, Jeugdhulp behandeling, Jeugdhulp dagbesteding, Jeugdhulp zonder verblijf overig, Pleegzorg, Gezinsgericht, Jeugdhulp met verblijf overig, Behandeling GGZ zonder verblijf, Crisis/LTA/GGZ-verblijf, Gesloten plaatsing en Jeugdreclassering.).  Vanwege de onderlinge afhankelijkheid en de leesbaarheid worden de afwijkingen van de eerdergenoemde taakvelden welke onderdeel zijn van de JeugdFV hieronder samengevat toegelicht.

De 2e lijnszorgkosten wordt gefinancierd vanuit de Jeugdwet. Dit is een openeinderegeling. Wat betekent dat wanneer gemeente, gecertificeerde instelling, medisch specialist of huisarts een indicatie voor deze zorg afgeeft de gemeente dit moet betalen. Op basis van de definitieve jaarcijfers vanuit de Jeugdhulpregio Foodvalley  is de overschrijding op de kosten voor zorg in natura € 2.126.000 ten opzichte van de gemeentelijke begroting 2024. Deze overschrijding hangt vooral samen met de gestegen kosten voor ambulante jeugdzorg. Dit geldt zowel voor de ambulante begeleiding en behandeling als ook voor de de ambulante GGZ hulp.
Naast deze overschrijding zijn er incidentele voordelen voor afgerond in totaal € 1.168.000. Hierbij gaat het om  € 696.000 voordeel door een teruggave vanuit de Jeugdhulpregio Foodvalley voor zorgkosten voorgaande dienstjaren (t/m 2023). Er is  € 196.000 voordeel  ontstaan doordat de 2e lijnszorgkosten voor Oekraïense jeugd worden gedekt uit het budget wat de gemeente ontvangt voor de opvang van Oekraïense inwoners. Tenslotte heeft de gemeente een incidenteel voordeel van € 277.000, o.a. als gevolg van ontvangen middelen bij de afrekening van zorgkosten (o.a. William Schrikkergroep en Veilig Thuis). Per saldo is er sprake van een tekort van afgerond € 958.000.

In de decembercirculaire 2024 zijn door het Rijk meerdere bedragen die specifiek betrekking hebben op de jeugdbudgetten toegekend voor een totaalbedrag van € 167.000. Het gaat concreet om ‘Niet beoogde jeugdzorgkosten vanwege verblijf’ voor een bedrag van € 125.000, ‘Vrijval van middelen uit de subsidieregeling cruciale jeugdzorg’ voor € 19.000 en ‘Onbenutte middelen Hervormingsagenda jeugd’ voor € 23.000. De rijksvergoeding is verantwoord op programma 5 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien.

Jeugdhulp begeleiding: nadeel € 2.080.000
Het nadelige resultaat op het taakveld jeugdhulp begeleiding bedraagt € 2.080.000. Hiervan heeft een nadelig saldo van € 2.017.000 betrekking op de 2e lijnszorg.  Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen. Het overige nadelig saldo van € 63.000 heeft betrekking  op de programmakosten voor het sociaal domein. 

Jeugdhulp behandeling: voordeel € 985.000
Het voordelige resultaat op het taakveld jeugdhulp behandeling bedraagt € 985.000. Hiervan heeft een voordelig verschil van € 1.096.000 betrekking op de 2e lijnszorg. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.
Een nadelig saldo van € 111.000 wordt veroorzaakt door hogere uitgaven op de PGB's jeugd.  (Op dit moment zijn de  cijfers voor de PGB's nog in concept! Voor  definitieve cijfers van de PGB's zijn we nog in afwachting van het jaaroverzicht 2024 van de SVB). 

Jeugdhulp dagbesteding: nadeel € 25.000
Het nadelige resultaat op het taakveld jeugdhulp dagbesteding bedraagt € 25.000. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.

Jeugdhulp zonder verblijf overig: nadeel € 551.000
Het nadelige resultaat op het taakveld jeugdhulp zonder verblijf overig bedraagt € 551.000. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen. 

Pleegzorg: voordeel € 1.007.000
Het voordelige resultaat op het taakveld pleegzorg bedraagt € 1.007.000. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.

Gezinsgericht: nadeel € 1.199.000
Het nadelige resultaat op het taakveld gezinsgericht bedraagt € 1.199.000.  Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.

Jeugdhulp met verblijf overig: nadeel € 1.780.000
Het nadelige resultaat op het taakveld jeugdhulp met verblijf overig bedraagt € 1.780.000. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.

Behandeling GGZ zonder verblijf: voordeel € 925.000
Het voordelige resultaat op het taakveld behandeling GGZ zonder verblijf bedraagt € 925.000. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.

Crisis/LTA/GGZ-verblijf: nadeel € 766.000
Het nadelige resultaat op het taakveld jeugdhulp crisis/LTA/GGZ verblijf bedraagt € 766.000. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.

Gesloten plaatsing: nadeel € 108.000
Het nadelige resultaat op het taakveld gesloten plaatsing bedraagt € 108.000. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.

Jeugdreclassering: voordeel € 934.000
Het voordelige resultaat op het taakveld jeugdreclassering bedraagt € 934.000. Voor de toelichting wordt verwezen naar  de algemene toelichting zoals die eerder in dit document is opgenomen.

Beschermd wonen: nadeel € 112.000
De ingezette beweging van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis is in 2024 verder zichtbaar geworden. Hierdoor zien we dat de kosten voor Beschermd Wonen teruglopen  en dat de kosten voor Beschermd Thuis toenemen.  De afname op het gebied van Beschermd Wonen zorgt ook voor een lichte afname van de inkomsten eigen bijdrage die deze groep cliënten betaalt. Per saldo ontstaat er op dit taakveld een nadeel maar dit wordt volledig gecompenseerd met het voordeel op Beschermd Thuis PGB welke binnen taakveld Geëscaleerde zorg 18+ is ondergebracht.

Maatschappelijke-Overige en vrouwenopvangmaatwerkarrangementen (WMOWmo): voordeel € 181.000
Begeleide  HuisvestingPascal/Erik: Jongpakken Volwassenen (voordeel € 26.000)
In 2024 is met Kwintes een lager uurtarief overeengekomen voor de gesubsidieerde activiteiten. Hierdoor is uiteindelijk ook een lager subsidiebedrag verleend ten opzichte van de eerder vastgestelde gemeentelijke begroting

Overige verschillen: voordeel € 15.000

Excel-tabel

Omschrijving (toelichting)

Reservemutaties

Toevoegingen aan de reserves: nadeel € 325.000 In lijn met eerdere besluitvorming zijn de volgende toevoegingen aan de reserves, die afwijken van de begroting, verwerkt: 
•    Een storting in de bestemmingsreserve meerjarige middelen van € 76.000 voor de  werkzaamheden onderhoud lampegiet   
•    Een storting in de bestemmingsreserve meerjarige middelen van € 55.000 diversiteit.   
 •    Een storting in de bestemmingsreserve meerjarige middelen van € 58.000 innovatiemiddelen opvang en beschermd wonen.   
 •    Een storting in de bestemmingsreserve meerjarige middelen van € 143.000 voor de uitvoering programma sociaal domein integrale projecten. 
 •    Geen storting in de egalisatiereserve Rembrandt College van € 6.000 deze mutatie is abusievelijk neutraal begroot zie ook de toelichting hieronder bij de onttrekkingen. 

Onttrekking aan de reserves: nadeel € 23.000. 
•    In de begroting is abusievelijk een storting en onttrekking begroot vanwege de egalisatiereserve Rembrandtcollege per saldo € 0. De negatieve storting ad € 22.700 en storting ad € 6.200 van totaal saldo € 28.900 is op het programma 3 begroot en de onttrekking van totaal € 28.900 op programma 2, dit resulteert in een afwijking op de reserve in deze programma’s.  

Excel-tabel