De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding van de opbrengst gebonden is (bestemmingsheffingen) en heffingen waarvan de besteding van de opbrengst vrij is. Ongebonden lokale heffingen zoals de OZB en de hondenbelasting rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij inhoudelijk niet aan begrotingsprogramma’s zijn gerelateerd en de opbrengst vrij kan worden besteed. Gebonden heffingen zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing, rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor het komende jaar vast.
Het gemeentelijke belastinggebied is wettelijk begrensd. De regelingen, waarin is bepaald welke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Zo mag bijvoorbeeld het bedrag van een gemeentelijke heffing niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van de belastingplichtige en is het niet toegestaan om met rechten winst te maken.
Onder belastingen verstaan wij gedwongen bijdragen van burgers, bedrijven, verenigingen en dergelijke aan de overheid. Er hoeft geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover te staan. Met de opbrengst van belastingen worden algemene voorzieningen in stand gehouden, ze vormen een algemeen dekkingsmiddel. Uitzondering hierop is de reclamebelasting. Deze opbrengst wordt gestort in een Ondernemersfonds. Hieruit kunnen ondernemers extra activiteiten organiseren. Vanwege het feit dat bij de belastingen de relatie tussen opbrengst en kosten ontbreekt kan daarom geen dekkingspercentage worden aangegeven. De belastingen die in 2024 in Veenendaal werden geheven, zijn:
• onroerendezaakbelastingen (OZB);
• afvalstoffenheffing;
• hondenbelasting;
• parkeerbelasting;
• precariobelasting;
• reclamebelasting;
• BIZ Heffing;
• rioolheffingen;
• begrafenisrechten;
• toeristenbelasting.
Aparte vermelding verdient hierbij de afvalstoffenheffing. Deze werd geheven op basis van een bijzondere wet: de Wet milieubeheer. Tegenover deze heffing staat wel een direct aanwijsbare tegenprestatie (het ophalen van huisvuil), maar toch heeft de afvalstoffenheffing het karakter van een belasting omdat de bereidwilligheid om gebruik te maken van deze dienstverlening niet bepalend is voor de belastingplicht. Ook degene die geen gebruik wil maken van deze dienstverlening ontvangt een aanslag. Door de direct aanwijsbare tegenprestatie kan wel een relatie met de kosten worden gelegd en is het mogelijk een dekkingspercentage te berekenen. In onze gemeente bedraagt het percentage 100%.
Rechten en leges
Rechten kunnen worden gedefinieerd als ‘betalingen die door de overheid krachtens algemene regelingen (i.c. verordeningen) worden gevorderd ter zake van een concrete door de overheid in haar functie als zodanig bewezen dienst’. Kort gezegd betekent deze definitie dat de overheid tegenover de betaling van de particulier een individuele prestatie stelt. Voor rechten geldt dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden verhaald.
Leges zijn vergoedingen voor diverse administratieve en andersoortige diensten door of vanwege het gemeentebestuur verstrekt. Kernwoord hier is dienstverlening. Leges vertonen qua definitie grote overeenkomsten met rechten. Hier geldt dan ook dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden doorberekend.
De voornaamste rechten en leges die in 2023 in onze gemeente zijn geheven, zijn:
• lijkbezorgingrechten;
• leges omgevingsvergunning (voorheen bouwleges);
• leges publiekszaken (bijv. uittreksels, paspoorten).
Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten bij de begroting 2024 waren:
1.1 Indexatie 2024
Bij de begrotingsbehandeling in november 2023 is besloten de gemeentelijke heffingen voor 2024 trendmatig met 3,1% te verhogen. De tarieven voor de afvalstoffenheffing, rioolrechten, leges en kosten van lijkbezorging zijn daarvan uitgezonderd. Hiervoor geldt als uitgangspunt een maximale kostendekkendheid van 100%.
1.2 Onroerende zaakbelastingen (OZB)
Ons bestendig beleid is dat mutaties als gevolg van een hertaxatie van de waarde van de onroerende zaken geen gevolgen mag hebben voor de belastingopbrengsten en wordt verdisconteerd in tariefsberekeningen (sinds invoering van de Wet WOZ in 1995).
1.3 Rioolheffingen
Bestendig beleid is een kostendekkende rioolheffing waarvan 50% van de kosten wordt verhaald via het aansluitrecht en 50% via het afvoerrecht. In 2024 is voor de kadernota en onderzocht of wel alle relevante kosten aan de rioolheffing worden toegerekend. Daaruit bleek dat meer kosten toegerekend zouden moeten worden hetgeen in de begroting 2025 zijn beslag heeft gekregen.
1.4 Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt van het huidige beleid is erop gericht 100% van de inzamelings- en verwerkingskosten van het afval in de tarieven te verdisconteren. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Veenendaal overgegaan op Diftar op basis van volume-frequentie. In december 2019 heeft de raad besloten tot invoering van GF+E inzameling voor de hoogbouw in Veenendaal. In november 2020 is besloten tot optimalisatie aanbiedvoorwaarden afvalbrengstation.
1.5 Hondenbelasting
Voor de hondenbelasting is voor 2024 geen sprake van verandering van het beleid.
1.6 Leges
De leges worden in verschillende delen gepresenteerd. De bouwleges zijn afzonderlijk in de begroting 2024 opgenomen. Behoudens geringe inhoudelijke wijzigingen is er bij de leges geen sprake van gewijzigd beleid.
1.7 Precariobelasting
Sinds 2022 wordt er nog precariobelasting geheven voor het hebben of plaatsen van eigendommen in de openbare ruimte zoals bijvoorbeeld terrassen en sandwichborden voor reclame-uitingen. Er is in 2024 geen sprake van een beleidswijziging. Wel is in de derde bestuursrapportage van 2024 besloten om de precariobelastingen voor terrassen, de standplaatshouders en de supermarkten die winkelwagentjes hebben buitenstaan over de jaren 2020 tot en met 2022 niet op te leggen.
1.8 Reclamebelasting
Reclamebelasting is een belasting op openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg, bijvoorbeeld logo's, stickers, gevelreclame, lichtbakken en uithangborden. Ondernemers in de binnenstad en op alle bedrijventerreinen in Veenendaal betalen reclameheffing aan de gemeente. De opbrengst wordt naar rato verdeeld over de coöperatieve verenigingen Bedrijventerreinen en het Platform Binnenstadsmanagement. Kwijtschelding voor reclamebelasting is niet mogelijk.
1.9 Bedrijven Investeringszone Winkelstad Veenendaal
In mei 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de invoering van een Bedrijven Investerings Zone (BIZ) Winkelstad Veenendaal. In 2022 is er een uitbreiding van het zogenoemde Kernwinkelgebied doorgevoerd. De BIZ beoogt gezamenlijke investeringen ter verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsomgeving te financieren. De BIZ is een bestemmingsheffing die eigenaren en gebruikers betalen. Onder verrekening van de perceptiekosten wordt de bate uitbetaald aan een stichting. Er is sprake van tariefdifferentiatie (zie 2.5).
1.10 Toeristenbelasting
Niet-inwoners van de gemeente, die overnachten én betalen voor die overnachting, betalen in Veenendaal toeristenbelasting. De doelstelling is dat de kosten van bepaalde voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de gemeente wonen.
1.11 Parkeerbelasting
Op basis van artikel 225 Gemeentewet kunnen gemeenten in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen heffen. Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden twee belastingen geheven:
• De parkeerbelasting voor een plek en een bepaalde tijdsperiode, waarvoor parkeerautomaten zijn geplaatst.
• De parkeerbelasting voor een door de gemeente verstrekte parkeervergunning.
Hiermee kunnen gemeenten op een efficiënte en financieel verantwoorde wijze hun parkeerbeleid realiseren. Er is daarmee een link naar de financiering van het parkeerbeleid maar de opbrengst valt in de algemene middelen
Ontwikkelingen 2024
Met betrekking tot de beleidsuitgangspunten inzake de lokale heffingen zijn de voornemens zoals opgenomen in de begroting allemaal uitgevoerd. Daarnaast zijn gedurende 2024 de volgende wijzigingen en noemenswaardige zaken aan de orde geweest:
- In 2024 is hard gewerkt aan de overdracht van de heffing en inning van belastingen naar GBLT vanaf 1 januari 2025. Voor een toelichting op deze overdracht aan GBLT wordt verwezen naar “Paragraaf D. Bedrijfsvoering”.
- Alle onroerende zaken in Veenendaal zijn in 2023 ten behoeve van het belastingjaar 2024 opnieuw gewaardeerd naar de peildatum 1 januari 2023. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde (peildatum 1 januari 2022) is de waarde van woningen met gemiddeld 4,9% gestegen en de waarde van niet-woningen met 2,7%. Deze waardeontwikkeling zijn in de tarieven van 2024 verdisconteerd.
- Gedurende 2024 heeft de hertaxatie naar waardepeildatum 1 januari 2024 plaatsgevonden ten behoeve van de aanslagoplegging 2025. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde 2023 (peildatum 1 januari 2023) zijn de waarden van de woningen met gemiddeld 1,8% gestegen en de waarde van de niet-woningen met gemiddeld plus 3,15%. Deze waardeontwikkeling is in de tarieven van 2025 verdisconteerd en door de gemeenteraad vastgesteld in december 2024.
- Zoals bovenstaand gemeld heeft de Hoge Raad de verordening voor de precarioheffing op kabels en leidingen ongeldig verklaard. Daarom is sinds 2020 geen aanslag precarioheffing op kabels en leidingen meer opgelegd.
- De parkeertarieven zijn in 2024 trendmatig verhoogd.