B. PARAGRAFEN

B. PARAGRAFEN

Terug naar navigatie - B. PARAGRAFEN

Omschrijving (toelichting)

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van een aantal aspecten, bezien vanuit een bepaald perspectief. Ze gaan over onderwerpen die in de gehele begroting terug te vinden zijn en waaraan politieke of financiële risico’s verbonden zijn. De paragrafen geven de raad dus op een andere manier dan de begrotingsprogramma’s inzicht in onze financiële positie.

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt regels aan welke paragrafen er in de begroting moeten staan en wat daarin aan de orde komt.
De volgende paragrafen zijn in deze jaarstukken opgenomen:
A.    Weerstandsvermogen en risicobeheersing 
B.    Onderhoud kapitaalgoederen  
C.    Financiering
D.    Bedrijfsvoering 
E.    Verbonden partijen 
F.    Grondbeleid
G.    Lokale heffingen  
H.  Openbaarheid van bestuur 

Op 9 juli 2015 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder regeling nr. 2015-000387198, een overzicht met kengetallen verplicht gesteld voor in de begroting 2016 en het jaarverslag van provincies en gemeenten. Het totaaloverzicht van deze (verplichte) kengetallen is nu opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. De detailtoelichtingen staan vermeld in de paragrafen financiering, grondbeleid, lokale heffingen en in de staat van incidentele baten en lasten.

Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In deze paragraaf komt aan de orde of de gemeente Veenendaal in staat is om op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen en financiële risico’s – oftewel tegenvallers - op te vangen. Risicomanagement heeft in 2024 net als in eerdere jaren een belangrijke plaats binnen ons beleid en bedrijfsvoering. In 2024 zijn er diverse risico’s opnieuw benoemd en bestaande risico’s van een update voorzien. Bij het uitvoeren van ons risicobeleid hebben wij beheersmaatregelen genomen om risico’s goed op te kunnen vangen. Daarnaast worden risico’s ook opgevangen via het weerstandsvermogen.

Het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit (beschikbare middelen) af te zetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit (risico’s). Ook wordt beoordeeld of er voldoende structurele middelen zijn om structurele risico’s op te vangen. In 2024 hebben wij gestuurd op een verantwoorde financiële positie door een sluitende begroting en voldoende weerstandsvermogen. 

Schematisch ziet dat er als volgt uit: 

 

De weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bedraagt eind 2024 circa € 38,7 miljoen (2023 € 42 miljoen). Hiervan is € 8 miljoen structureel van aard.

Tabel 1 Beschikbare weerstandscapaciteit Bedrag in €
Algemene reserve 30.616.000
Onbenutte belastingcapaciteit ozb 8.000.000
Onvoorzien 105.000
Totale weerstandscapaciteit 38.721.000

Risico’s.

Risico’s worden periodiek geïnventariseerd. Daarnaast wordt op diverse niveaus in de organisatie de dialoog gevoerd over risico’s en de te nemen beheersmaatregelen. De informatie die wordt verkregen is de basis voor het indelen van de risico’s. De score van een risico wordt berekend op basis van kans x financieel gevolg volgens onderstaande tabel. Dit levert een bruto risicoscore op (ScB). Als gevolg van het nemen van maatregelen daalt vaak de kans en de impact (gevolg) van een risico. Op basis hiervan wordt de netto risicoscore berekend (ScN).

Niet alle risico's zijn uit te drukken in kans en gevolg.  Een belangrijk risico is dat onze beleidsdoelen niet worden gehaald. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting  in de zogenaamde onderuitputting van budgetten. Hierdoor wordt er onnodig beslag gelegd op financiële middelen. Wij zijn echter ook afhankelijk van externe factoren zoals de krapte op de arbeidsmarkt, het niet beschikbaar zijn van materialen en de oplopende kosten van energie en materiaal. Wij werken daarom aan een continue verbetering van het gemeentelijk begrotingsproces.  

Tabel 2
Kans Score Kans Gevolg Score Gevolg
> 10 jaar 10% 1 X < € 50.000 1
5 jaar < x < 10 jaar 30% 2 € 50.000 < x < € 200.000 2
2 jaar < x < 5 jaar 50% 3 € 200.000< x < € 500.000 3
1 jaar < x < 2 jaar 70% 4 € 500.000< x < € 1.000.000 4
X < 1 jaar 90% 5 X > 1.000.000 5

De risicoscore wordt als volgt berekend:
- Een risico dat zich 1 maal in de 3 jaar kan voordoen met een gevolg van € 250.000 krijgt voor kans 3 en voor gevolg 3 en scoort dus 3 x 3 = 9.
- Een risico dat zich 1 maal in de 2 jaar kan voordoen met een gevolg van € 600.000 krijgt voor kans 4 en voor gevolg 4 en scoort dus 4 x 4 = 16.   

Tabel 3: Top 10 risico's (in miljoenen euro's)
Omschrijving risico (omschrijving beheersmaatregel) Effect Kans BSc NSc
1. Onvoldoende beschikking over kwalitatief en kwantitatief personeel (Strategische personeelsplanning – Monitoring budget loonkosten – werving op basis van toekomstige talenten). € 2,5 (i) 90% 25 25
2. Jeugdzorg (1 maandelijkse monitor): a.Het niet realiseren van de geraamde structurele taakstelling van € 800.000 op de uitgaven door het terugdringen van de jeugdhulp m.b.t. het (residentieel) verblijf; b. Het niet realiseren van de structureel geraamde rijksvergoeding (inkomsten) van € 860.000 als gevolg van de verwachte compensatie vanuit het Rijk voor de autonome groei en het verwachte oordeel van de deskundigencommissie. € 1,7 (s) 70% 20 16
3. Door onzekerheden op politiek terrein en economische ontwikkelingen kan de algemene uitkering afwijken van de raming. Ook kan de groei van het aantal inwoners en andere indicatoren zorgen voor een beperkte afwijking van de raming. Op grond hiervan wordt rekening gehouden met mogelijke mee/ tegenvallers van de algemene uitkering. € 1,5 (i) 50% 15 15
4. De BUIG-uitkering van het rijk neemt af of de uitkeringslasten stijgen door een toename van het aantal cliënten. Daarnaast een nadelige modelaanpassing ook voor een tegenvaller zorgen. (De inzet van re-integratie- en poortwachters-instrumenten waardoor het aantal cliënten wordt beperkt). € 0,8 (s) 70% 20 16
5. De prijs van aardgas c.q. LNG kan door internationale ontwikkelingen behoorlijk schommelen. De energierekening van de gemeente en aan de gemeente gelieerde organisaties kan hierdoor stevig oplopen (vaste contracten, energiebesparing en verduurzaming). € 1,2 (i) 50% 20 15
6. Financiële tegenvallers bij gemeenschappelijke regelingen. (Nauwgezet volgen ontwikkelingen gemeenschappelijke regelingen en bijsturen waar mogelijk). € 1,0 (i) 50% 16 12
7. Bij de toepassing van de belasting-wetgeving (BTW, BCF, Loonheffing (met name WKR) etc.) kunnen verschillen van inzicht en/of interpretatie ontstaan, of kunnen de regels onjuist worden toegepast. Dit kan leiden tot een naheffing van de zijde van de fiscus. € 1,0 (i) 50% 12 12
8. De invoering van de Omgevingswet is een complex en intensief traject met meerdere risico's, zoals: leges derving, veranderende samenwerking met derden, onzekerheid over de kosten, software aanpassingen en nieuwe juridische procedures. € 1,0 (i) 50% 12 12
9. De verbetering van het exploitatieresultaat van DEVO blijft achter bij de prognose doordat de ACM een bovengrens vaststelt ten aanzien van het maximale resultaat over de investeringen en de consument meer inzet op energiebesparing (overleg met de ACM en hogere energie-efficiënte energie-installatie). € 0,6 (i) 50% 12 12
10. Aantrekken van leningen wordt als gevolg van de stijging van de rente boven de 3,5 % duurder dan geraamd in de begroting (Anticiperen op rentestijging – kasgeldfinanciering toepassen). € 1,5 (i) 30% 10 10

Vergelijking incidentele / structurele risico’s – incidentele / structurele weerstandscapaciteit
Op dit moment is er voor (€ 10,3) miljoen aan incidentele risico’s aanwezig. De weerstandscapaciteit met een incidenteel karakter bedraagt (€ 30,7) miljoen. De structurele risico’s komen uit op € (2,5) miljoen. De structurele weerstandscapaciteit komt uit op € 8 miljoen. Al met al is er een goede balans tussen incidentele / structurele risico’s en incidentele / structurele weerstandscapaciteit. 

Ontwikkeling gemeentelijk risicoprofiel
Het totaal overzicht aan risico’s levert een verlaging van het gemeentelijk risicoprofiel op. De rekening 2024 wordt afgesloten met een volume van € 56 miljoen (2023 € 60 miljoen).  Duidelijk is dat in 2024 de risico's zijn afgenomen. Dit is onder andere het gevolg van het aflopen van de energie en coronacrisis.

De ratio weerstandscapaciteit – risico’s op basis van de risicosimulatie methode.
Om verantwoord met risico’s om te gaan, is het noodzakelijk een buffer (weerstandscapaciteit) te hebben. De benodigde weerstandscapaciteit kan lager zijn dan de omvang van de risico’s (€ 56 miljoen) omdat niet alle gesignaleerde gemeentelijke risico’s tegelijkertijd optreden en meerdere uitgevoerde beheersmaatregelen de omvang van de risico's weten te beperken.

Op basis van de risicosimulatie analyse (Monte Carlo analyse) van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement  blijkt een buffer (weerstandscapaciteit) van minimaal € 12,9 miljoen (was € 14,5 miljoen in 2023) nodig om de risico’s verantwoord af te dekken. Met andere woorden: de gemeente kan door het aanhouden van een buffer (weerstandscapaciteit) van € 12,9 miljoen met een zekerheid van 90% (landelijke norm) de aanwezige risico’s afdekken.  Conclusie hierbij is dat 2024 minder risicovol jaar was dan 2023. 

De ratio aanwezige buffer / benodigde buffer bedraagt 3,0  (was 2,9 in 2023). Deze ratio wordt berekend door de aanwezige buffer van € 38,7 miljoen te delen door de benodigde buffer van € 12,9 miljoen. Ook hier zien we een positieve ontwikkeling van de ratio ten opzichte van 2023 door het einde van de corona en energiecrisis. 

Bij de 3e bestuursrapportage 2024 bedroeg de ratio 3,1.  In termen van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement komt een ratio van 3,0 overeen met de classificatie goed (> 2 = goed).

Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie aan over het effect van de rentelasten en aflossingen ten opzichte van de exploitatie. Om duidelijk te maken wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dat betekent voor de schuldenlast, wordt de netto schuldquote berekend op basis van inclusief en exclusief doorgeleende gelden. Een netto-schuldquote tot 90% kan worden beschouwd als goed. Het gemeenschappelijke financieel toezichtkader (GTK 2020) van de Provincie geeft als signaleringswaarde minst risicovol bij bovengenoemde schuldquote van 46% (bron GTK: minst risicovol schuldquote <90%).  In 2024 zien we dat de netto schuldquote daalt van 57% naar 46%. Dit komt doordat de omvang van de gemeentelijke exploitatie is toegenomen terwijl de gemeentelijke schuld maar licht stijgt. Ook neemt de gemeentelijke reserve positie toe waardoor er minder gefinancierd hoeft te worden met externe middelen. 

De solvabiliteitsratio 
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het gemeenschappelijke financieel toezichtkader (GTK 2020) van de Provincie geeft als signaleringswaarde neutraal bij een solvabiliteitratio van 36% (bron GTK: neutraal solvabiliteitratio 20%-50%). 

Grondexploitatie 
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De grondexploitatie heeft met 1,5% een relatief beperkt aandeel in de financiële exploitatie van de gemeente Veenendaal en is lager dan de prognose van 4,2% in de begroting 2024. 

Structurele exploitatieruimte 
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten. Het berekende kengetal van 0,80% wordt als neutraal beoordeeld. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2026 en meerjarenraming 2026-2029 wordt het kengetal opnieuw bepaald, waarbij we als uitgangspunt hanteren dat het kengetal minimaal neutraal is.

Belastingcapaciteit 
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van belastingcapaciteit is hier: woonlasten van een meerpersoonshuishouden, opgebouwd uit OZB, afvalstoffen- en rioolheffing. Globaal kan een belastingcapaciteit tot 100% als goed worden beoordeeld, een capaciteit tussen 100% en 110% als matig, en een capaciteit hoger dan 110% als onvoldoende. De belastingcapaciteit van de gemeente Veenendaal van 85% (was 78% in 2023) wordt daarom als goed beoordeeld. Wel zien we dat als gevolg van de hogere tarieven de capaciteit in 1 jaar met 7% verslechterd is.

Kengetallen Rekening 2023 Begroting 2024 Rekening 2024
1A Netto schuldquote 64% 97% 52%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 57% 90% 46%
2 Solvabiliteitsratio 34% 23% 36%
3 Grondexploitatie 1,6% 4,2% 1,5%
4 Structurele exploitatieruimte -0,5 2,3 0,8
5 Belastingcapaciteit 79% 78% 85%

Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Omschrijving (toelichting)

Tot de kapitaalgoederen in de openbare ruimte rekenen we  wegen en civiele kunstwerken (bruggen, tunnels en viaducten), riolering,  water,  groen, speel- en sportvoorzieningen en vastgoed in de gemeente. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud en technische vervanging in renovatie. 

Omschrijving (toelichting)

Algemeen beleidskader

Het beheer van de openbare buitenruimte en riolering staat beschreven in het Omgevingsprogramma Openbare Ruimte 2022-2025 (OPOR). Het beheer van het gemeentelijke vastgoed staat beschreven in de ‘Strategische kaders exploitatiebeheer gemeente Veenendaal’ en het ‘Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024’. Voor de buitensportaccommodaties is de beheerkwaliteit bepaald door de landelijk gestelde eisen van NOC*NSF en de verschillende sportbonden.
In 2024 is het beheer van de kapitaalgoederen uitgevoerd zoals vastgelegd in de vastgestelde beheer- en beleidsplannen. De doelstelling voor het beheer van de openbare ruimte ligt volgens het vastgestelde OPOR op A-niveau voor de winkelcentra en begraafplaats (conform CROW-beeldsystematiek) en voor de overige delen van Veenendaal op B-niveau. Belangrijke items hierin zijn natuur, duurzaamheid, participatie, bereikbaarheid, social return en klimaatadaptatie. Kapitaalgoederen die aan het einde van de technische of maatschappelijke levensduur zijn, worden gereconstrueerd. Hierbij wordt integraal gekeken of er noodzakelijke aanpassingen of vervangingen nodig zijn aan de wegen, riolering, groenvoorzieningen, technische installaties, verkeersregelinstallaties en openbare verlichting. Door de integrale werkwijze worden kapitaalvernietiging en het ontstaan van onveilige situaties voorkomen. Met gerichte en integrale programmering van het groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte worden de beschikbare middelen zo goed en efficiënt mogelijk ingezet.

 

Omschrijving (toelichting)

Algemene ontwikkelingen

Rekenkameronderzoek Groenbeheer
Mede naar aanleiding van raadsvragen over het groenbeheer is er in 2024 een Rekenkameronderzoek uitgevoerd naar het groenbeheer en groenbeleid. De resultaten zijn in het eerste kwartaal van 2025 met u gedeeld.

Onderzoek naar overname groenbeheer op bedrijventerreinen
Samen met de BOV (Bedrijvenkring Ondernemend Veenendaal) is een onderzoek gestart naar de overname van het groenbeheer op de bedrijventerreinen. Tijdens de behandeling van de Programmabegroting 2025-2028 heeft u hierom verzocht.

Pilot bedrijventerrein De Compagnie
Als uitwerking van de Green Deal is in 2024 een pilot gestart op bedrijventerrein De Compagnie. Het doel van ondernemers en gemeente is om het bedrijventerrein klimaatbestendig te maken. Ook streven we naar een hogere belevingskwaliteit van het groen en naar meer natuur en biodiversiteit. Eind 2024 heeft de gemeente een subsidie verstrekt. De maatregelen komen in 2025 tot uitvoering.

Pilots verruiging grasvelden en het Bonte Berm concept
In lijn met het OPOR is in 2024 uitvoering gegeven aan de wens naar meer biodiversiteit door onder andere grasvelden om te vormen naar kruidenrijk gras. Op een 4-tal locaties is het frequent gemaaide gras omgevormd naar een kruidenrijk mengsel dat eveneens bijdraagt aan de bestrijding van de eikenprocessierups. Op 1 locatie ontstond weerstand bij omwonenden en leidde dit tot een WOO verzoek. De situatie is ter plekke aangepast naar een soort tussenvariant. 

Ook is op een 2-tal locaties het Bonte Berm concept toegepast, met kruiden, bollen en knollen en een insectenhotel met informatiebord (o.a. voor het gemeentehuis). Dit concept zorgt het hele groeiseizoen voor kleur en biodiversiteit en heeft veel positieve reacties opgeleverd.

A0 reclame
In 2024 heeft een aanbesteding voor de plaatsing van A0 reclameborden plaatsgevonden. In 2024 heeft Centercom op 75 locaties een frame opgehangen. In deze frames wordt reclame van lokale evenementen, gemeente Veenendaal, politieke partijen en commerciële partijen aangebracht. Door deze frames is er minder overlast van scheef hangende borden en is de buitenruimte veiliger en netter.

Buurtvisiekaart
In 2024 is data verzameld over de Schepenbuurt. De bestaande inrichting van de openbare ruimte is gecombineerd met gegevens over parkeren, hittestress, wateroverlast, ongevallen en meldingen openbare ruimte. Aan de hand van deze data wordt een visie ontwikkeld voor de reconstructie van de Schepenbuurt. De data verzamelen heeft meer tijd gekost dan verwacht waardoor het maken van de visie nog niet gestart is.

Projecten openbare ruimte en sport
In 2024 zijn onder andere de volgende reconstructies en grootonderhoud projecten uitgevoerd en/of in uitvoering.

Straat

Stand van zaken

Reconstructie Duivenwal-Weverij

Gereed

Herinrichting Boslaan - Dennenlaan

Gereed

Overweg Boslaan

Gereed

Herinrichting Waterman

Gereed

Aanleg tweerichtingen fietspad Brinkersteeg

In uitvoering

Herinrichting Morgenster

Gereed

 

 

Vervanging openbare verlichting Molenbrug, Nieuweweg Noord, fietspad Petenbos en bij de diverse reconstructies

Gereed

Vervanging verkeersregelinstallatie Duivenwal-Kerkewijk door iVRI

Gereed

Groot onderhoud asfaltverhardingen bedrijventerrein Batterijen en Compagnie Oost

Gereed

Diverse sportservice projecten waaronder voetbalveld VRC (kunstgras)

Gereed

 

 

Realisatie BOSS in wijk Dragonder Oost

Gereed

Realisatie BOSS diverse speelplekken Dragonder-noord

Gereed

 

 

Renovatie openbaar groen, o.a. Paddenstoelenlaan, Ereprijs en Bontekoestraat

Gereed

Renovatie boomstructuur als gevolg van essentaksterfte

Gereed / in uitvoering

 

Herinrichting Duivenwal-Weverij: Bij dit project is de Dubotool gehanteerd bij aanbesteding en uitvoering.  Dubotool is een vereenvoudigd hulpmiddel voor de beoordeling van de duurzaamheid van GWW-projecten. In Dubotool worden alleen de belangrijkste milieuthema’s meegenomen. Dit zijn thema’s die gezamenlijk voor 90% of meer het milieuprofiel bepalen. 

Beheer- en klimaatbewust ontwerpen
Adviseurs en beheerders met groenkennis worden steeds vaker aan de voorkant in de planvorming betrokken. Dit is zichtbaar in de praktijk, te denken valt bijvoorbeeld aan de nieuwbouw in Veenderij en Groenpoort, gebiedsontwikkeling in het Franse Gat, de reconstructie van de Ambachtsstraat/ Boslaan en de reconstructie van wijk De Pol. In deze plannen komt er (veel) meer en kwalitatief hoogwaardig groen terug. Dit is niet altijd direct zichtbaar, zoals de speciale ondergrondse groeiplaatsen voor bomen onder parkeervakken. Deze maatregelen zorgen er wel voor dat de bomen duurzaam oud kunnen worden en er over 40 jaar nog staan. Daarnaast zijn er meer groene parkeervakken en verschillende vormen van waterberging in de projecten gerealiseerd.

Buurtaanpak en het project Gezonde Buurten
In de buurtaanpak wordt de buurt opgeknapt. We vormen (een deel van) speelplekken om naar BOSS-locaties en we leggen BOSS-routes en ontmoetingsplekken aan. Waar nodig renoveren we groen en herstellen we boomstructuren. Ook kijken we naar locaties om te vergroenen. Straatwerk wordt recht gelegd en wortelopdruk zo veel mogelijk weggenomen. Bebording wordt in orde gebracht en straatkolken worden waar nodig hersteld of vervangen. Ook worden blindegeleidetegels aangebracht op hoofdroutes om de toegankelijkheid te verbeteren. Tot slot wordt aandacht besteed aan de veiligheid van schoolomgevingen. Na realisatie kan de buurt er weer minimaal 7 jaar tegenaan zonder dat grootschalige ingrepen nodig zijn. Het streven is om iedere 7 à 8 jaar in een buurt terug te komen.

In 2024 hebben we de bewoners in de Pioniersbuurt en Achterkerk betrokken bij de buurtaanpak. Deze plannen worden in 2025 gerealiseerd. Daarnaast zijn we gestart met de buurtaanpak in de Componistenbuurt, Vogelbuurt en Schrijverswijk. In deze laatste buurt wordt samen gewerkt met het project Gezonde Buurten, waarvoor een subsidie verkregen is van € 60.000. Het project Gezonde Buurten richt zich vooral op het betrekken van bewoners bij hun leefomgeving en het stimuleren van bewoners om actief deel te nemen aan de activiteiten om gezond te bewegen. Na realisatie van de BOSS-plekken, wordt er nog een jaar lang activiteiten georganiseerd op deze plekken. Het project Gezonde buurten is een samenwerking tussen Jantje Beton, IVN Natuureducatie, JOGG (Gezonde Jeugd, gezonde Toekomst) en de gemeente Veenendaal.

Meldingen openbare ruimte
Op 1 juli 2024 zijn we gestart met de nieuwe applicatie meldingen openbare ruimte. Er is afgesproken de werking te monitoren en te evalueren. In januari 2025 hebben we het eerste half jaar geëvalueerd. We zien een constructieve ontwikkeling betreffende het systeem en een positieve terugkoppeling van diverse gebruikers( bijvoorbeeld Team Clean). Ook zijn er nog aandachtspunten en daar blijven we hard aan werken om ook die punten te optimaliseren.

Omschrijving (toelichting)

Kwaliteit van de openbare ruimte
De winkelcentra en de begraafplaats van Veenendaal worden op A-niveau onderhouden, de overige wijken op B-niveau.
De openbare ruimte wordt maandelijks geschouwd door een onafhankelijk bureau. Deze schouw is een momentopname en is in de eerste plaats bedoeld als sturingsinstrument voor de uitvoering. Er wordt geschouwd op technische kwaliteit en verzorgende kwaliteit. Bij technische kwaliteit is onder andere gekeken of beplanting goed gesnoeid is en of een afvalbak niet scheef staat. Bij verzorgende kwaliteit is onder andere gekeken naar zwerfafval en onkruid. Het gaat erom dat de openbare ruimte schoon en netjes is.

Jaarlijks vinden er 13 meetrondes plaats door een extern bureau (iedere 4 weken een meting). Tijdens deze meetronde worden ruim 65 beeldmeetlatten gemeten. Iedere beeldmeetlaat vertaald een bepaalde beheertaak. In de diagrammen hieronder wordt het gemiddelde van alle beeldmeetlatten per meetronde getoond. Dit kan afwijken van het beeld dat u hebt over een bepaalde periode in het jaar of over een bepaalde beheertaak. Het voert te ver om in de jaarrekening hier uitgebreid op in te gaan.

De diagrammen hieronder tonen het gemiddelde resultaat in 2024 verspreid over het gehele jaar. De behaalde kwaliteit mag maximaal 10% afwijken van de afgesproken kwaliteit. Dit betekent dat C en D niveau in principe niet onder de 90% lijn uit mag komen.

Gerealiseerde gemiddelde kwaliteit in de A-gebieden (winkelcentra en begraafplaats):


Gerealiseerde gemiddelde kwaliteit in de B-gebieden:

Gerealiseerde gemiddelde kwaliteit heel Veenendaal in meerjarenperspectief:

Complete beheerpakket
Naast de ruim 65 beheertaken die conform een beeldmeetlat gemeten worden, vindt er ook veel beheer en onderhoud plaats buiten deze beeldsystematiek om. U moet dan denken aan:

  • Maatregelen uit de jaarlijkse weginspectie;
  • Maatregelen uit de jaarlijkse riool inspectie;
  • Maatregelen uit de jaarlijkse BVC (Boom Veiligheid Controle);
  • Maatregelen uit de 2-jaarlijkse inspectie van speel- en sportvoorzieningen;
  • Onderhoud aan watergangen;
  • Maatregelen aan openbare verlichting;
  • Maatregelen aan verkeersregelinstallaties;
  • Bestrijding van ziekten en plagen in het groen, bijvoorbeeld de eikenprocessierups;
  • Bestrijding van invasieve exoten, zoals de Japanse duizendknoop;
  • Bestrijding van overlast door dieren (ratten, mollen, ganzen, etc.);
  • Vergunningen t.b.v. kabels & leidingen;
  • Vergunningen t.b.v. uitritten;
  • Vergunningen t.b.v. de kap van bomen;
  • Aanplant van nieuwe bomen;
  • Groeiplaatsverbetering van bestaande bomen;
  • Verhelpen van incidenten, bijvoorbeeld na een storm;
  • Ecologisch beheren van bermen en ruig gras terreinen (dit omhelst ruim 25% van het totale areaal aan openbaar groen);
  • Aanleg van kruidenrijke bermen;
  • Realiseren van buurtinitiatieven in de openbare ruimte;
  • Acties t.b.v. vergroening van de buitenruimte en particuliere tuinen en andere klimaat adaptieve maatregelen, zoals het afkoppelen van regenpijpen.

Het voert te ver om al deze taken in de jaarrekening toe te lichten. We vermelden dit om u een brede kijk te geven op het beheren van alle assets in de openbare buitenruimte. Dit is veel breder dan alleen het beeldkwaliteitsniveau. Het veilig houden van de openbare ruimte is misschien wel de belangrijkste taak. Door het nemen van bovengenoemde maatregelen hebben we ook in 2024 volop ingezet op de veiligheid van de openbare ruimte. Daarnaast waren deze maatregelen onmisbaar om overlast zo veel mogelijk te voorkomen en onze inwoners tevreden te houden over de openbare ruimte.

Omschrijving (toelichting)

Participatie

Bij ieder project is nagegaan of participatie zinvol is conform de randvoorwaarden van ons participatiebeleid.

Omschrijving (toelichting)

 Wegen, kunstwerken, openbare verlichting en technische installaties

Beleidskaders
Zie Algemeen beleidskader

Vertaling begroting
Voor de reconstructies (Meerjareninvesteringsplan)  zijn in 2024 de volgende bedragen besteed:

  • Wegen en kunstwerken : € 3.767.713,-
  • Verkeersregelinstallaties : € 500.000,-
  • Openbare verlichtingen € 270.000,-.  

Voor het dagelijkse onderhoud (exploitatiebegroting) zijn in 2024 de volgende bedragen besteed: 

  • Wegen en kunstwerken en gladheidbestrijding € 2.890.311,-;
  • Openbare verlichting, technische installatie en VRI € 883.093,-;
  • Straatmeubilair , bewegwijzering en bebording € 145.623,-;
  • Reiniging openbare ruimte en onkruidverwijdering € 1.166.858,-. 

Omschrijving (toelichting)

Riolering

Beleidskaders
Zie Algemeen beleidskader

Vertaling begroting
Voor afkoppelprojecten en rioolvervangingen (Meerjareninvesteringsplan) is in 2024 een bedrag van € 3.182.237,- besteed. 

Voor het vervangen van pompen en gemalen (Meerjareninvesteringsplan) is in 2024 een bedrag van €108.200,- besteed.

Voor het dagelijkse onderhoud (exploitatiebegroting) zijn in 2024 de volgende bedragen besteed:

  • Rioolbeheer € 544.282,-;  
  • Reinigen en onderhouden kolken en plaagdierbestrijding € 325.177,-;  
  • Onderhoud pompen en persleidingen € 264.018,-.   
  • Stimuleren van afkoppelen regenwater en vergroenen particuliere percelen € 62.000,-. Er zijn onder andere 48 subsidies uitgekeerd voor het vergroenen en afkoppelen van tuinen en 75 regentonnen aangesloten.

Omschrijving (toelichting)

Water

Beleidskaders
Zie Algemeen beleidskader

Vertaling begroting
Voor het vervangen van beschoeiingen (Meerjareninvesteringsplan) is in 2024 een bedrag van €100.000,-  besteed. 

Voor het dagelijks onderhoud (exploitatiebegroting) zijn in  2024 de volgende bedragen besteed:

  • Maaien vijvers en klein onderhoudswerk € 25.918,-;
  • Baggerwerkzaamheden € 0,-. 

Omschrijving (toelichting)

Groen en speelvoorzieningen / BOSS-locaties

Beleidskader
Zie Algemeen beleidskader

Vertaling begroting
Voor groen en spelen (Meerjareninvesteringsplan) zijn in 2024 de volgende bedragen besteed:

  • Aanleg van kwantitatief en kwalitatief hoogwaardig groen en een gezonde en groene leefomgeving : € 55.000,-;
  • Vervanging, omvorming en optimalisatie van de speellocaties naar BOSS-locaties : € 71.000,-.

Voor het dagelijkse onderhoud (exploitatiebegroting) zijn in 2024 de volgende bedragen besteed:

  • Onderhoud groen:             €  4.002.824,-;
  • Speelvoorzieningen:         €      372.671,-;
  • Hondenvoorzieningen:    €         25.304,-.

Omschrijving (toelichting)

Buitensport 
Het kader is dat de buitensportvoorzieningen moeten voldoen aan de richtlijnen en eisen van NOC*NSF en de sportbonden om zo een goede sportbeoefening mogelijk te maken. Hiervoor zijn in 2024 de volgende werkzaamheden uitgevoerd/voorbereid: 

 

Werkzaamheden en club/vereniging 

Stand van zaken 

VMHC Spitsbergen - renovatie veld 3 

In voorbereiding (2025 uitvoering) 

TPV Spitsbergen - renovatie tennisbanen 1 t/m 4 

In voorbereiding (2025 uitvoering) 

VRC - omzetting veld 4 van natuurgras naar kunstgras 

Afgerond 

Renovatie van natuurgrasvelden 

Afgerond 

 

Vertaling begroting
In 2024 is voor het realiseren van deze werkzaamheden en het aanschaffen van materieel een bedrag van
€ 978.770 
 besteed. 

Omschrijving (toelichting)

Vastgoed

Algemeen
Onze doelstelling voor vastgoed is een goed onderhouden (slank) vastgoedbestand, waarmee effectief invulling wordt gegeven aan het accommodatiebeleid van de gemeente en financiële risico’s tot een minimum beperkt blijven. We doen dit tegen zo laag mogelijke tarieven en kostendekkend. We hebben de kosten en opbrengsten goed in beeld en we sturen op zo laag mogelijke uitgaven 

Beleidskader 
De werkzaamheden worden overeenkomstig het vastgestelde beleidskader Strategische kaders dynamisch vastgoedmanagement uitgevoerd. Op 27 mei 2021 is het Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024 door de gemeenteraad vastgesteld. Wij voeren ons beheer uit overeenkomstig de kaders uit dit plan. 

In 2024 is de vastgoedportefeuille uitgebreid met de Transformatorstraat 1B en 1C (respectievelijk Wijkservice en de oefenlocatie van de brandweer), de Kerkewijk 59 (opvanglocatie voor Oekraïners), de aanhuur van Brouwersgracht 251 (Trefpunt duurzaam Veenendaal) en de aanhuur van het pand Markt 20 (CJG). 


Overzicht kwaliteitsniveau
Het vastgoed is in stand gehouden op kwaliteitsniveau 3 van de NEN 2767. Het publieksgedeelte van het gemeentehuis is in standgehouden op kwaliteitsniveau 2 van de NEN 2767. Het vastgoed met een exploitatieperiode korter dan 5 jaar wordt in stand gehouden op kwaliteitsniveau 4 van de NEN 2767 

In ons beheerplan (2021) is aangegeven dat voor het Theater Lampegiet nog minimaal wordt onderhouden. In 2023 is het besluit genomen het theater tot 2026 in stand te houden en in 2024 zijn middelen voor onderhoud beschikbaar gesteld. In 2024 zijn de nodige werkzaamheden hiervoor uitgevoerd, onder andere aan de trekkenwand en de theaterverlichting.  

De aanbesteding van de duurzame gevelrenovatie van het gemeentehuis is afgerond en de de voorbereiding voor de uitvoering is gestart. De daadwerkelijke start van de werkzaamheden volgt in het najaar van 2025. De subsidieaanvraag voor een aantal (aanvullende) duurzaamheidsmaatregelen voor het gemeentehuis is toegekend   

 

(Financiële) consequenties
Uit het vastgoedbeheerplan volgt een jaarlijks door het college vastgestelde onderhoudsraming en jaarbudget. Dit budget is gebaseerd op dat wat is afgesproken met de raad in het Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024. Op basis van het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) is bekeken welke werkzaamheden en welk budget noodzakelijk zijn om de kwaliteit te handhaven. Uitgangspunt is dat het gemeentelijke vastgoed voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau en er geen achterstallig onderhoud is. 

Vertaling begroting
Voor het grootonderhoud aan de gemeentelijke gebouwen (MOP) is in 2024 € 282.837,- besteed. Dit bedrag is ten laste van de Onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen gebracht. Voor onderhoud aan het theater is in 2024 € 539.302,- besteed.  

 

Omschrijving (toelichting)

   
   
   
   

Paragraaf C. Financiering

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Omschrijving (toelichting)

In deze paragraaf komt het gemeentelijke financieringsbeleid aan de orde op basis van de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en het gemeentelijk treasury statuut.  De focus van het financieringsbeleid is gericht op het beperken van de financieringsrisico’s. Er is een directe relatie met paragraaf A-risico’s en weerstandsvermogen. 

In 2024 groeide de economie met 0,8%. Een behoorlijke verbetering ten opzichte van de economische krimp in 2023. (bron: ING Bank).  De financieringsbehoefte is lager dan het geraamde niveau. In de begroting 2024 is uitgegaan van € 42,5 miljoen.

Uiteindelijk is voor € 20 miljoen aan langlopende middelen aangetrokken in de vorm van 2 langlopende leningen. Het lagere volume vindt zijn oorzaak in het feit dat er in 2024 forse vertragingen opgetreden zijn bij het uitvoeren van geplande investeringen door een gebrek aan personeel. Daarnaast zijn er in 2024 relatief veel subsidies ontvangen in zowel de grondexploitatie als voor de opvang van Oekraïners waardoor er meer middelen waren.

De gemiddelde rente voor langlopende leningen kwam uit op 3.1 % (3,4 % in 2023).

De rente op kasgeldleningen kwam in de tweede helft van 2024 door de renteverlagingen van de Europese Centrale Bank uit op 3,2 %.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Omschrijving (toelichting)

De kasgeldlimiet is  nageleefd op basis van de wet FIDO. De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel geld de gemeente mag lenen voor een periode van maximaal 1 jaar. Voor Veenendaal is de limiet € 20,5 miljoen. Deze wordt berekend op basis van 8,5% van het begrotingstotaal ad. € 241 miljoen. De netto vlottende schuld bedroeg gemiddeld € 11.9 miljoen zodat ruim voldaan is aan de kasgeldlimiet.

In 2024 is door de relatief hoge korte rente minder gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. 

Liquiditeitsontwikkeling

Terug naar navigatie - Liquiditeitsontwikkeling

Omschrijving (toelichting)

In het eerste kwartaal zijn er veel betalingen gedaan in het kader van rente en aflossing op geldleningen. De belastingontvangsten zijn  in het eerste kwartaal gering waardoor er een hoge behoefte aan liquiditeit was.  Deze hoge behoefte is ingevuld door kasgeldleningen en het aantrekken van een langlopende lening van € 10 miljoen. Bij de langlopende geldlening heeft de stijgende rente een rol gespeeld.

In het tweede kwartaal zijn veel belastinginkomsten binnengekomen en is nogmaals een langlopende lening van € 10 miljoen aangetrokken waardoor er steeds minder kasgeld kon worden geleend dat relatief duur was. 

Aan het begin van het derde kwartaal is er vanuit het BTW - compensatiefonds een bedrag van € 12 miljoen ontvangen en in augustus 2024 nog een keer € 12,5 miljoen vanuit het ministerie van I en W. Dit zorgde voor een tijdelijk ruimere liquiditeit en is een deel van dit bedrag tijdelijk bij schatkist ondergebracht.

In het vierde kwartaal is het saldo bij het schatkistbankieren gebruikt voor de aanvulling van de benodigde liquiditeiten.

Aan het einde van het jaar verminderde de bevoorschotting vanuit het Rijk terwijl de uitgaven relatief hoog zijn geweest.  Daarom zijn de subsidies die aan het einde van het jaar  binnenkwamen ingezet voor het afdekken van de liquiditeitsbehoefte.

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Omschrijving (toelichting)

De renterisiconorm is op basis van de wet FIDO nageleefd. De renterisiconorm schrijft voor hoeveel maximaal geleend mag worden voor een periode langer dan één jaar en tegelijkertijd dat de maximale aflossing voor een gemeente niet meer mag zijn dan 20% van de baten. Hierdoor worden de financiële gevolgen van een eventuele rentestijging beperkt.

De relevante gegevens over de renterisiconorm wijken in gunstige zin af van de begroting en zijn nog meer solide dan begroot door de hogere baten en lasten (begroot € 230 miljoen, werkelijk € 228 miljoen). Feitelijk komt het erop neer dat voldaan wordt aan een renterisiconorm van lager dan 10%. 

Excel-tabel

Renterisiconorm 2024 realisatie 2025 prognose 2026 prognose 2027 prognose
Renterisiconorm: 20% van € 228 miljoen in 2024 45.545.000 45.545.000 45.545.000 45.545.000
Renterisico op vaste schuld -16.074.000 -14.907.000 -13.836.000 -13.381.000
Ruimte 29.471.000 30.638.000 31.709.000 32.164.000

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

Omschrijving (toelichting)

De financieringspositie geeft inzicht welk deel gefinancierd is met eigen middelen en welk deel met vreemde middelen. De eigen middelen bestaan uit de algemene reserve en andere reserves. De vreemde middelen worden aangetrokken via geldleningen op de geld- en kapitaalmarkt.

In 2024 is de financieringspositie verbeterd. Het eigen vermogen bedraagt 36%. In 2022 en 2023 was dit 34%. Verder valt op dat in 2024 met minder kort vermogen is gefinancierd in vergelijking met 2023. Dit is het gevolg van het relatief dure kasgeld in 2024.

Excel-tabel

Financieringspositie 2022 2023 2024
Eigen vermogen (reserves) 34% 34% 36%
Vreemd vermogen: 66% 66% 64%
·         waarvan kort vreemd vermogen 10% 11% 5%
·         waarvan lang vreemd vermogen 56% 55% 59%

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Omschrijving (toelichting)

Voor gemeenten met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen, zoals Veenendaal is de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen. Het drempelbedrag is voor Veenendaal € 4,8 miljoen (begrotingstotaal van € 241 miljoen). Het drempelbedrag is het bedrag dat buiten de schatkist aangehouden mag worden.

De gemeente mag dus overtollige middelen, als deze meer bedragen dan € 4,8 miljoen, niet bij een bank zoals de Rabobank onderbrengen maar alleen bij de schatkist. In 2024 zijn daarom regelmatig financiële middelen bij de schatkist gestald zodat de norm van € 4,8 miljoen niet is overschreden. 

Borgtocht c.q. garanties

Terug naar navigatie - Borgtocht c.q. garanties

Omschrijving (toelichting)

Het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal Oost en het Duurzaam Energiebedrijf Veenendaal Oost (DEVO) zijn in 2024 gemonitord. Bij DEVO betreft het DEVO Holding, DEVO en DEVOG (Duurzaam Energiebedrijf Groenpoort) .  De gemeente heeft 100% van de aandelen van DEVO Holding in haar bezit. DEVO Holding heeft  op haar beurt weer 100% van de aandelen van DEVOG en DEVO in haar bezit.

Voor meer informatie wordt verwezen naar de staat gewaarborgde geldleningen, de paragraaf risico’s en weerstandsvermogen en de paragraaf verbonden partijen.  Daarnaast zijn in 2024 de sportverenigingen die een gemeentelijke borgtocht hebben beoordeeld.

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

Omschrijving (toelichting)

De rentelasten voor externe financieringen zijn uitgekomen op € 2.788.380 (A). De externe rentebaten bedragen € 301.855 (B).

De door te rekenen externe rente bedraagt per saldo € 2.486.525 (A-B=C).

De bouwgronden in exploitatie zijn belast met een rente van 1.35% volgens de voorgeschreven berekeningswijze uit de notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019). Er is een bedrag van € 548.570 (D) doorbelast aan de grondexploitatie. De rente die in het kader van projectfinanciering is doorbelast bedraagt € 391.511 (E). 

Het saldo door te rekenen externe rente bedraagt dan (C)-(D)-(E)= € 1.546.445 (G). De rente over reserves en voorzieningen bedraagt € 2.641.621 (H). De aan de taakvelden toe te rekenen rente is dan (G)+(H)= € 4.188.066.  

Het in 2024 gehanteerde rentepercentage voor de integraal gefinancierde activa bedroeg 1,5%. Op basis van dit percentage is werkelijk € 4.254.615 (J) toegerekend aan de taakvelden. Op basis hiervan is er een positief resultaat op treasury ontstaan van € 66.550 (K).

Het verschil tussen de toegerekende rente aan de taakvelden (renteomslag) en de werkelijke rentelast bedraagt 1,6% (€ 66.550 (K)/ € 4.254.615 (J)). Dit is ruim binnen de toegestane afwijking van 25%, zodat ultimo 2024 geen herberekening van het gehanteerde rentepercentage van 1,5% heeft plaatsgevonden.

Excel-tabel

Rente schema 2024
A Externe rentelasten over korte en lange financiering 2.788.380
B De externe rentebaten (starters- en duurzaamheidsleningen) 301.855
C Totaal door te rekenen externe rente (A – B) 2.486.525
D De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 548.570
E De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 391.511
F Subtotaal (D + E) 940.080 940.080
G Saldo door te rekenen externe rente (C – F) 1.546.445
H Rente over eigen vermogen en voorzieningen 2.641.621
I De aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente (G+H) 4.188.066
J De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) 4.254.615
K Renteresultaat op het taakveld treasury 66.550

Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) – EMU saldo

Terug naar navigatie - Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) – EMU saldo

Omschrijving (toelichting)

In de programmabegroting is voor 2024 uitgegaan van een negatief EMU-saldo van € 19,1 miljoen (overschrijding van de toegekende referentiewaarde € 8,3 miljoen met € 19,1  miljoen). Bij de jaarrekening is dit tekort  € 20,5 miljoen gunstiger uitgevallen. De belangrijkste oorzaken zijn: 

- Het exploitatiesaldo is € 10 miljoen hoger dan begroot; 
- Minder investeringen dan gepland. Het betreft een bedrag van € 7,7 miljoen; 
- Een hogere toevoeging aan de voorzieningen dan begroot tot een bedrag van € 7,6 miljoen;
- Het saldo van baten en lasten grondexploitatie wijkt € 12 miljoen af.

-In de september circulaire 2024 is het EMU-saldo opnieuw gepubliceerd en verhoogt tot € 12,4 miljoen (was € 8,3 miljoen).

 

Excel-tabel

Omschrijving Begroting 2024 Rekening 2024
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 0,5 10,5
-/- Mutatie (im)materiële vaste activa 22,9 15,2
+/+ Mutatie voorzieningen 0 7,6
-/- Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) 4 -8
-/- Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa 0 0
Berekend EMU-saldo 27,4 10,9
Referentiewaare 8,3 12,4
Saldo 19,1 -1,5

Paragraaf D. Bedrijfsvoering

D. Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - D. Bedrijfsvoering

Omschrijving (toelichting)

In artikel 14 van het BBV wordt een paragraaf bedrijfsvoering voorgeschreven. Hier is kort aangegeven wat de inhoud moet zijn van de paragraaf: ‘de paragraaf over de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering’.
Het gaat hierbij om het doel te sturen op hoofdlijnen en de kwaliteit van het inzicht van de raad te bevorderen. Het sturen en beheersen van de bedrijfsprocessen zijn primair de verantwoordelijkheid van het college, maar de raad moet zich wel een oordeel kunnen vormen over de inrichting en functioneren van de bedrijfsvoering. Deze paragraaf dient daartoe. Ook is de paragraaf bedoeld om organisatiebrede opgaven en initiatieven toe te lichten.

Omschrijving (toelichting)

Planning en Control
Conform de planning & control-cyclus zijn de volgende documenten opgesteld en aangeboden aan de raad:

  • Jaarstukken 2023;
  • Kadernota 2025-2028;
  • Drie bestuursrapportages;
  • Programmabegroting 2025 en meerjarenraming 2026-2028.

2024 is gezien het intensieve traject van heroverwegingen rond de kadernota en begroting 2025 een bijzonder jaar geweest. Door participatie uit de samenleving en goed samenspel met de raad zijn we erin geslaagd om met de Kadernota 2025-2028, de financiële en inhoudelijke kaders vast te stellen. Deze kaders zijn uitgewerkt in de Programmabegroting 2025 en de meerjarenraming 2026-2028, waarbij zowel het begrotingsjaar 2025 als het jaar 2028 sluitend zijn. De wijze waarop we dit proces hebben vormgegeven leidde tot belangstelling daarvoor uit andere gemeenten.

Omschrijving (toelichting)

Rechtmatigheid

Vanaf het verslagjaar 2023 is de rechtmatigheidsverantwoording ingevoerd. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de naleving van de regels, die van belang zijn voor financiële handelingen van de gemeente. Met deze verantwoording geven wij invulling aan hoofdstuk 3 van de financiële verordening. 

In de rechtmatigheidsverantwoording zijn drie criteria van belang:
-    het begrotingscriterium
-    het voorwaardencriterium 
-    het misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. 

De rapporteringstolerantie voor onrechtmatigheden is door de Raad vastgesteld op € 100.000 euro.  
De uitkomsten van de rechtmatigheidsverantwoording worden weergegeven in onderstaande tabel: 

 

 

Begrotingscriterium
Alle begrotingsoverschrijdingen (bruto) op de totale lasten per begrotingsprogramma (en daarmee overeenstemmende balansmutaties) onrechtmatig als deze lasten in strijd zijn met een wettelijke bepaling of met het beleid van de Raad. Overschrijding van budgetten binnen wet- en regelgeving en passend bij de uitvoering van het beleid van de Raad zijn niet onrechtmatig (netto).  

Overschrijding lasten begrotingsprogramma’s en investeringskredieten 
In 2024 is er bij de begrotingsprogramma's sprake geweest van een overschrijding van €15,8 miljoen aan de lastenkant. In overeenstemming met de financiële verordening artikel 11 lid 3 is € 14,9 miljoen hiervan acceptabel. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de baten en lasten in de jaarrekening en bij de programmaverantwoording. Daarnaast is er in 2024 een overschrijding van €188.000 op de kredieten. 

We blijven gericht inzetten op een zorgvuldige monitoring van investeringskredieten, budgetramingen en de bijbehorende realisatie, waarbij continue procesverbetering onze blijvende aandacht heeft. 

Voorwaardencriterium 
Bij dit criterium gaat het om toepassing van de eisen en voorwaarden die worden gesteld aan financiële (beheers)handelingen. Die eisen en voorwaarden hebben betrekking op doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden bewijsstukken, recht, hoogte en duur. 

Wij hebben vastgesteld dat er onrechtmatigheden zijn voor een bedrag van €433.000 doordat de Europese aanbestedingsrichtlijnen niet juist zijn toegepast. 

Hieronder wordt een toelichting gegeven.  

Algemeen:
Een budgethouder die een werk, levering of dienst afneemt bij een leverancier, dient zich af te vragen op welke wijze de afname moet worden aanbesteed. Hiervoor is er binnen de gemeente een inkoopbeleid die moet waarborgen dat de regels worden gevolgd. In 2024 is voor een bedrag van  € 433.000 ingekocht waarbij de Europese aanbestedingsrichtlijnen niet juist zijn toegepast. 

 

Toelichting aanbesteding en inkopen
Onderstaand treft u een overzicht aan van de geconstateerde onrechtmatigheden in het aanbestedings- en inkoopproces over het jaar 2024, onderverdeeld per categorie.  

Groenonderhoud
Bij de opdrachtverlening aan vier leveranciers is een onrechtmatigheid vastgesteld. In alle vier de gevallen is de onrechtmatigheid in 2025 opgeheven.  
Totale onrechtmatigheid 2024: € 53.000. 

Verzekeringen
Bij de gunning van een opdracht aan één leverancier is een onrechtmatigheid geconstateerd. Door stilzwijgende verlenging is de contractwaarde overschreden, wat in 2024 resulteerde in een totale onrechtmatigheid van € 68.000. 

Diensten
Bij de opdrachtverlening aan twee leveranciers is een onrechtmatigheid vastgesteld.  
Totale onrechtmatigheid 2024: € 184.000. 

Telefonie
De kosten voor mobiele telefonie zijn niet via een EU-aanbesteding verlopen, wat als onterecht wordt beschouwd.  
Totale onrechtmatigheid 2024: € 128.000. 

Misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium
Misbruik is het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens. Met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te ontvangen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Oneigenlijk gebruik is het door het aangaan van rechtshandelingen en/of feitelijke handelingen, ontvangen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de tekst van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan. 

Uitkeringen, subsidies en vergunningen gaan alleen naar inwoners, bedrijven en instellingen die daar recht op hebben. Dit wordt getoetst aan wet- en regelgeving en interne integriteitsregelingen en -afspraken. Wij hebben interne procedures om na te gaan dat (belasting-)gelden, subsidies, uitkeringen of bijdragen, enzovoort op de juiste manieren worden ingezet en besteed. Voor verschillende beleidsterreinen hebben wij preventieve en/of repressieve maatregelen. Preventieve maatregelen zijn met name regelgeving, voorlichting en controle vooraf. Repressieve maatregelen zijn controle achteraf en sanctionering. 

In 2023 is er overkoepelend beleid voor het voorkomen van misbruik- en oneigenlijk gebruik vastgesteld, deze is voor boekjaar 2024 nog altijd actueel. Door het naleven van dit beleid zijn er in 2024 terugvorderingen voor een bedrag van €0,4 miljoen opgelegd. 
 
Eindconclusie:
Het college stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen € 16,4 miljoen bedraagt. Dit is hoger dan de daarvoor gestelde grens van € 6,5 miljoen. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het college overigens een bedrag van € 14,9 miljoen acceptabel op basis van door de gemeenteraad vastgestelde afspraken.?

 

Omschrijving (toelichting)

Fiscale zaken in control
In 2011 is met de Belastingdienst een convenant afgesloten in het kader van het 'horizontale toezicht'. Kern hiervan is dat de gemeente fiscaal in control is en samenwerkt met de Belastingdienst. Daardoor behoeven vanuit de Belastingdienst geen uitgebreide controles meer plaats te vinden. Het convenant is destijds voor onbepaalde tijd afgesloten.
In 2021 zijn er door de Belastingdienst nieuwe eisen gesteld aan het continueren van het convenant, de zogenaamde Doorontwikkeling Horizontaal Toezicht (DHT). Aan de nieuwe afspraken liggen drie pijlers ten grondslag: 
-    een fiscale strategie;
-    het inzicht in fiscale risico’s;
-    de beheersing hiervan door de organisatie via onder andere monitoring en testing.
Deze drie pijlers komen samen in een Tax Control Framework (TCF) waarvan de werking onder het oude horizontaal toezicht niet werd getoetst. Hoewel Veenendaal op de goede weg is, is de inspecteur van de Belastingdienst van mening dat er nog te weinig stappen zijn gemaakt om in aanmerking te komen voor het afsluiten van een nieuw convenant (december 2022). In januari 2023 is daarom een doorstart gemaakt om dit te kunnen realiseren met hulp van bureau Fiscaliade. Dit bureau heeft ruime ervaring met de voorbereidende werkzaamheden voor de opstelling van een convenant en heeft in beeld gebracht waar de gemeente Veenendaal nog inzet moet plegen. Dit is in de zomer van 2023 besproken met de inspecteur en afgesproken is dat in 2024 een vervolggesprek met de inspecteur zal plaatsvinden over de te zetten stappen richting een nieuw  convenant. In de tweede helft van 2023 zijn de bevindingen van Fiscaliade daarom uitgewerkt in een plan van aanpak en inmiddels is gestart met de uitvoering daarvan. Inmiddels is er voortgang geboekt op een aantal terreinen, zoals het vastleggen van procedures rondom het wagenpark, het in kaart brengen van de vastgoedportefeuille en het stroomlijnen van het aangifteproces BTW en BCF. We verwachtten in 2025 de benodigde maatregelen te treffen, zodat ook de overige keyrisks beheerst zullen worden en we het convenant met de Belastingdienst te kunnen sluiten.

 

Omschrijving (toelichting)

Inkoop en aanbesteding
Mede om de risico's van onrechtmatige aanbestedingen/inkopen te beperken en meer controle over het proces te krijgen is gekozen om over te gaan tot aanschaf van een inkoop- en bestelsysteem. De geslaagde aanbesteding heeft geleid tot een contract met Proactis. In 2024 is verder gewerkt aan de voorbereidingen voor de implementatie. Live-gang (gefaseerd)  wordt thans verwacht vanaf maart/april 2025.  Implementatie van nieuwe systemen binnen een bestaande omgeving zorgt soms voor onverwachte uitdagingen. Dat is ook hier het geval en begin 2025 wordt bezien welke implicaties dat in dit project heeft.  Verder is de inkooporganisatie bezig geweest met de begeleiding/advisering en/of het opstarten van 34 Europese aanbestedingen. Bedroeg het aantal Meervoudig onderhandse aanbestedingen 75  en heeft bij circa 25 enkelvoudig onderhandse aanbestedingen begeleiding of advisering door team inkoop plaatsgevonden. 

Omschrijving (toelichting)

Personeelsbeleid  

Naar meer zicht op de samenstelling van onze teams – strategische personeelsplanning 
In de huidige arbeidsmarkt is het voor veel organisaties moeilijk goed personeel te vinden en te behouden zo ook voor gemeenten/ de gemeente Veenendaal.  Daarnaast  hebben we te maken met vergrijzing en verloop en hebben ook wij te maken met steeds complexere vraagstukken waarvoor we specifieke expertise en vaardigheden nodig hebben in onze organisatie.  Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat een doeltreffende inzet van strategische personeelsplanning (SPP) steeds belangrijker wordt.
Uit het rekenkamerrapport 2024 jaar blijkt dat onze gemeente relatief weinig personeel heeft vergeleken met andere gemeenten van dezelfde grootte.  Daarom startten we in 2024 een benchmarkonderzoek om inzicht te krijgen in hoe onze teams zijn samengesteld. Vanuit dit inzicht ondernemen we verdere acties. In de loop van 2025 is er inzicht in de personele samenstelling zowel op kwalitatief en kwantitatief niveau.

Recruitment & werving en selectie
Met de komst van een vaste recruiter is er (nog) meer focus op werving & selectie en goed werkgeverschap. We zetten hiermee in op een actieve arbeidsmarktbenadering en recruitmentwerkwijze. 
We richtten ons op het maken van teksten en inzet van middelen waarmee we de juiste doelgroep aanspreken. Daarnaast besteden we meer aandacht aan een duurzame match en aan de eerste contactervaring met de gemeente. Samen met een externe partij hebben we ons gericht op de ontwikkeling van een werkgeversmerk.  Ook hebben we stappen gezet om de samenwerking in de regio te optimaliseren en ons als werkgever ook voor jong talent interessanter te maken door onder andere de start van het vormgeven van een traineeship. 

De kracht van regionale samenwerking
In het kader van de samenwerking binnen de Regio Foodvalley hebben de gemeentesecretarissen op 23 mei 2024 besloten tot de oprichting van een regionaal traineeprogramma. Dit programma heeft als doel om een pool van goed opgeleide, jonge professionals te creëren die ervaring hebben met gemeentelijke werkzaamheden en kennis van de regio. Het initiatief speelt in op de vergrijzing en de krapte op de arbeidsmarkt en bevordert samenwerking tussen gemeenten. Als project traineeship Regio Foodvalley zijn we een samenwerking aangegaan met de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) voor de ontwikkeling van een maatwerk opleidingsprogramma. Dit programma is gericht op persoonlijke en professionele ontwikkeling van de trainees en vindt plaats bij de verschillende gemeenten uit de Regio Foodvalley. Op 1 november 2024 is een projectgroep gestart die toewerkt naar een traineeprogramma en de aanname van minimaal 10 trainees die in het najaar van 2025 gaan starten. De gemeente Veenendaal fungeert als hosting gemeente: daarmee leveren we een projectleider, zijn we verantwoordelijk voor administratieve en organisatorische ondersteuning. 

'Veenendaal werkt voor jou''
Als organisatie willen we ons  voor zowel huidige als toekomstige medewerkers positief  onderscheiden op de arbeidsmarkt. Ons doel is om een uniek en authentiek werkgeversverhaal/-merk te ontwikkelen dat nauw aansluit bij onze kernwaarden STER (Samenwerken, Toegevoegde waarde, Energie en Werkplezier, en Resultaatgericht Werken).  Hiervoor is input uit de organisatie opgehaald wat geresulteerd heeft in de propositie “Veenendaal werkt voor jou”. Met deze insteek laten we de veelzijdigheid en flexibiliteit van werken bij de gemeente Veenendaal zien en positioneren we Veenendaal als werkgever die aansluit op elke levensfase van medewerkers. De uitrol start begin 2025.

Behouden – Onboarding
Onboarding is belangrijk om nieuwe medewerkers aan ons te binden.  Door een goede onboarding krijgen nieuwe medewerkers een warm welkom en een zachte landing binnen de organisatie en laten we hen  kennismaken met zowel de organisatie als de functie. We investeerden het afgelopen jaar  in het kandidaat- en medewerkersproces (van werving tot in dienst treden) en het creëren van een warm welkom. Dit deden we op verschillende manieren:

  • De informatie op ons intranet is meer gefaseerd vindbaar aangesloten op elke fase binnen de onboarding.  
  •  De introductiedag uitgebreid. We informeren medewerkers  over de samenstelling van de gemeente door een verhaal van de burgemeester, ze maken kennis met de geschiedenis van Veenendaal tijdens een rondleiding. Daarnaast is er aandacht voor politieke sensitiviteit en digitale fitheid.
  • Tijdens de gehele onboarding hebben nieuwe medewerkers een buddy.
  • We bieden voor iedere medewerker een workshop Talentmanagement aan en diverse trainingen. Zoals het werken binnen een gemeente en politieke sensitiviteit. Zo willen we ervoor  zorgen dat medewerkers zich naast welkom ook ontwikkelen in hun rol. 

Ontwikkelen in een lerende organisatie
Talent zien, houden én ontwikkelen, oftewel: talentmanagement, zien wij als een van de belangrijkste uitdagingen van dit moment. Om als organisatie toekomstbesteding te zijn,   is het van belang om het aanwezige potentieel/talent van de medewerkers optimaal te benutten
Als gemeente Veenendaal investeren we in onze mensen. Afgelopen jaren hebben we Talentmanagement ingevoerd en versterkt. We bieden workshops tijdens de onboarding om medewerkers te informeren en hen te helpen bij hun ontwikkeling. Leidinggevenden krijgen trainingen om dit in de praktijk te brengen. We werken ook aan een medewerkersapp om medewerkers inzicht te geven in hun talenten en hun ontwikkelmogelijkheden en hoe zij hiermee aan de slag kunnen in hun werk.
Ook de gespreksdialoog speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van medewerkers. In de dialoog schenken we o.a. aandacht  aan inhoud en doelen, talent en ontwikkeling en vitaliteit: een goede werk- en privé-balans en begeleiding bij (dreigend) verzuim.  Daarnaast kunnen medewerkers t.a.v. persoonlijke ontwikkeling gebruik maken van de online bibliotheek van Goodhabitz en opleidingen en trainingen volgen vanuit het  opleidingsbudget.
 
Leiderschap als motor van de verandering
Binnen de gemeente Veenendaal is leiderschap van onze leidinggevenden en managers een cruciale factor om het ontwikkel,- en verandervermogen van onze medewerkers te vergroten. Middels diverse leiderschapsbijeenkomsten stonden we stil bij de ontwikkelingen die van belang zijn om in de Veense organisatie als teamleider of (opgave)manager te functioneren en tevens de gezamenlijke slagkracht en samenwerking verder te optimaliseren.

Vitaliteit en duurzame inzetbaarheid
Om als organisatie fit te zijn voor de toekomst, hebben we vitale medewerkers nodig Daarvoor is het belangrijk dat we aandacht hebben voor het werkgeluk en de vitaliteit van onze medewerkers. Zodat zij hun werk op een goede, leuke en prettige manier kunnen doen. Daarom investeerden we afgelopen jaar  in de optimalisatie van onze arbodienstverlening. Naast de inzet van bedrijfsartsen is ook een energiebalans-coach van belang  om verzuim zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Het verzuimcijfer over 2024 bedraagt 6,6% en de meldingsfrequentie 0,84. Dit is vergelijkbaar met de benchmark. 
In veel gevallen geven medewerkers de balans tussen werk en privé aan als oorzaak voor het verzuim. In 2024 voerden we daarom ook een Risico Inventarisatie en Evaluatie  met als onderdeel een onderzoek Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) om meer inzicht te krijgen in de factoren die hier een rol in spelen en wordt aansluitend in 2025 een Periodiek Arbeids Gezondheidsonderzoek (PAGO) uitgevoerd. 

Als we kijken naar de verzuimverdeling Kort- midden- en lang zien we over 2024 dat de verdeling als volgt is:

Kort Middellang Lang Extra lang
10,77% 12,24% 41,87% 35,13%

Uit deze verdeling valt op te maken dat het meeste verzuim in de categorie lang valt wat zegt dat het verzuim in veel gevallen langer dan 43 dagen duurt. Het is hierbij van belang om actief te blijven sturen op preventie en het kort- en middellange verzuim om te voorkomen dat het resulteert in langdurig verzuim.

Goedwerkgeverschap - Arbeidsvoorwaarden
We bieden goede secundaire arbeidsvoorwaarden (CAO en eigen regelingen) en flexibele werkopties. Zoals het veens werken (plaats- en tijdsonafhankelijk werken) en mogelijkheden om parttime te werken. Het afgelopen jaar hebben we heldere kaders en faciliteiten ontwikkeld ten aanzien van het Veens werken. Dit draagt bij en zorgt voor een goede werk- en privé balans. Daarnaast is een erkenning als mantelzorgvriendelijke werkgever aangevraagd waarbij we in onze organisatie aandacht vragen voor de mogelijkheden en faciliteiten als je mantelzorger bent. En is er voor medewerkers de mogelijkheid ontwikkeldom eerder te stoppen met werken aan het eind van hun loopbaan (RVU). Tevens is opnieuw gekeken naar een regeling t.a.v. het Individuele Keuze Budget (IKB) waarmee wordt bijgedragen aan het (nog meer) bieden van aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden op het gebied van mobiliteit en duurzame inzetbaarheid e.d. 

Omschrijving (toelichting)

Integriteitsbeleid
Integriteit - Aandacht voor integriteit. 
Integriteit kan het vertrouwen in de gemeente maken of breken. Als ambtenaar is het belangrijk integer te handelen. Je vertegenwoordigt tenslotte de gemeente. We hebben verschillende regels en gedragscodes om de integriteit van onze organisatie te waarborgen. Bijvoorbeeld een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en het afleggen van de eed of belofte.
Ondanks deze instrumenten, lopen we soms tegen dilemma's aan over wat wel of niet integer is.  Daarom is het een thema dat blijvend aandacht verdient en waarover we in gesprek moeten blijven. De aandacht voor integriteit is daarmee een continu proces. In 2024 actualiseerden we onze gedragscode en introduceerden we een routekaart met informatie over integriteit en sociale veiligheid. Ook bieden we medewerkers trainingen aan op dit gebied.
Integriteit is een blijvende opdracht voor ons allemaal. Samen zorgen we voor een veilige en integere werkomgeving waarin iedereen zich gehoord en gerespecteerd voelt.

Omschrijving (toelichting)

Informatisering & Automatisering

Goed functionerende systemen en goed informatiebeheer zijn een belangrijke basis voor de werking van onze organisatie en belangrijk voor de verantwoording in onze democratie. Daarom zijn stabiliteit, betrouwbaarheid en de juiste ondersteuning onmisbaar. In 2024 zijn daarvoor op een aantal onderwerpen grote stappen gemaakt. 

  1. Netwerkstabiliteit gemeentehuis
    In 2024 verbeterden we ons netwerk. We vernieuwden de netwerkinfrastructuur (waaronder WIFI) . Dit zorgt voor een stabieler en sneller netwerk, betere beheersbaarheid om het gehele netwerk en het netwerk is beter te monitoren.

    2.  Beveiliging
        Om de gegevens van de gemeente beter te beschermen is  het wachtwoordbeleid geüpdatet. Daarin stellen we  strengere eisen . Om medewerkers hierbij beter te ondersteunen, schaften we een wachtwoordkluis aan. De wachtwoordkluis en het beleid rollen we in 2025 uit. Daarnaast werkten we afgelopen jaar aan extra beveiligingsmaatregelen voor mobiele apparaten. Hierdoor kunnen gegevens niet zomaar buiten het gemeentelijke netwerk worden verspreid.  Als laatste hebben we verschillende acties ondernomen om medewerkers bewuster te maken als het gaat om informatiebeveiliging. 

  1. Regierol van I&A
    We versterkten onze regierol in Informatisering en Automatisering (I&A). Dit deden we door  met onze leveranciers in gesprek  te gaan om beter samen te werken. Zo zijn er richtlijnen en afspraken gemaakt die we in 2025 verder implementeren. Dit betekent dat we nu onze leveranciers beter kunnen aansturen. Door duidelijke richtlijnen en communicatie hebben we de samenwerking en prestaties van onze leveranciers verbeterd 
  1. i-Visie en i-Beleid
    We hebben een I-visie en I-beleid vastgesteld om duidelijker te maken waar we met informatisering en automatisering naartoe willen groeien, aan welke regels we moeten voldoen en welke kaders we daar intern voor hebben gesteld. Dit krijgt een vervolg in de I-strategie. 

Informatiehuishouding
In 2024 werkten we aan bewustwording door presentaties, tips via het intranet en bewustwordingscampagnes over hoe je met gegevens omgaat en hoe je het beste kan werken met informatie. De bewaarstrategie is geschreven en  het vernietigingsproces in het zaaksysteem werd ingericht en  de eerste zaken vernietigd. Rondom WMO zijn de te vernietigen dossiers vernietigd.  In 2024 is intensief contact geweest met de provinciale archiefinspecteur waarmee we haar afgelopen jaren toenemende zorg hebben kunnen mitigeren. In de toezichtbrief maakt ze ook melding van de voortgang die hierop nu zichtbaar is. 

Omschrijving (toelichting)

Belastingen
In 2024 is intensief gewerkt aan realisatie van de uitbesteding van de belastingtaken aan de gemeenschappelijke regeling GBLT. En daarmee tevens het beëindigen van onze dienstverlening daarin aan de gemeenten Woudenberg en Renswoude. De inspanningen zijn door de Waarderingskamer gewaardeerd in een fors hogere beoordeling van de kwaliteit (van 2 naar 4 sterren op een schaal van 5) waarna de overdracht aan GBLT succesvol per 1 januari 2025 is gerealiseerd.

Omschrijving (toelichting)

Informatieveiligheid
Zowel bestuurlijk, als op de verschillende managementniveaus, is er veel aandacht voor informatieveiligheid. De focus van het gesprek ligt, naast ‘voldoen aan wet- en regelgeving’, vooral ook op het (risicogestuurd) borgen van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van (persoons)gegevens en gemeentelijke dienstverlening.

In navolging van een herijking van het meerjarenplan informatiebeveiliging 2021-2025 is een doorstart gemaakt voor de periode 2024-2026. Met dit plan wordt een verdiepingsslag gemaakt op de huidige beveiligings- en beheersmaatregelen, waaronder de aanscherping van processen en het toepassen van geavanceerde technische beveiligingsmaatregelen. 

De komst van de Cyberbeveiligingswet (Cbw) en de nieuwe Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO2) vraagt een verdere inspanning van de organisatie om te voldoen aan wet- en regelgeving. In 2024 is al een aanzet gemaakt om vanaf 2025 goed te kunnen voldoen aan de uitgangspunten van de Cbw en BIO2. Ook het huidige Informatiebeveiligingsbeleid wordt herijkt aan de hand van deze ontwikkelingen en nieuwste inzichten.

Jaarlijks wordt voor het gebruik van verschillende landelijke aansluitingen en basisregistraties (Suwinet, BRP, BRO, BGT, BAG en DigiD) verantwoording afgelegd volgens het ENSIA-verantwoordingstelsel. Vanaf het verantwoordingsjaar 2024-2025 worden verschillende (beheers)normen voor DigiD-applicaties ook getoetst op werking. De gemeente heeft ook deze verantwoordingsperiode aangetoond te voldoen aan alle gestelde normen, waaronder ook de nieuwe ‘werkingsnormen’ voor DigiD.

Paragraaf E. Verbonden partijen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

Beleid
Wij kiezen bewust voor een faciliterende rol waarin wij kaders en omstandigheden creëren, waarbinnen inwoners, maatschappelijke partners en ondernemers zaken met elkaar kunnen realiseren. Tegelijkertijd constateren wij dat wij als gemeente niet in alle gevallen kunnen volstaan met een faciliterende rol. Wanneer er sprake is van een te behartigen openbaar belang, willen wij als gemeente invloed en regie behouden. Dit kan ook gerealiseerd worden binnen het verband van een verbonden partij.

Vanwege de grote bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen is inzicht in en effectieve sturing op alle verbonden partijen gewenst. Verder worden wij geconfronteerd met taakstellingen en omvangrijke taken via het regeerakkoord en de decentralisaties. Daardoor groeit het belang om grip te houden op de activiteiten en realisatie van doelstellingen door de verbonden partijen. Wij zetten ons in voor verbonden partijen die maximaal bijdragen aan de lokale bestuurlijke doelstellingen en een actief risicomanagement voeren. De ambtelijke organisatie zal  in toenemende mate samen (moeten) werken bij de realisatie van de beoogde bestuurlijke doelstellingen. Daarnaast wordt elke verbonden partij jaarlijks integraal op risico´s, kansen en ontwikkelingen beoordeeld. De in 2016 door de commissie BBV vastgestelde Notitie Verbonden Partijen en het daarin opgenomen instrumentarium zijn bij dit alles leidend.

Organisaties met maatschappelijk belang
In deze paragraaf zijn tevens opgenomen de partijen die strikt juridisch geen verbonden partij zijn door het ontbreken van het financieel belang zoals gedefinieerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), maar er wel sprake is van :
•    een structurele bekostiging in overwegende mate van (de activiteiten van) een organisatie via een of meer geldstromen (begrotingsfinanciering, subsidie en overeenkomst van opdracht); en
•    een bestuurlijk belang.

Gezien het maatschappelijk of algemeen belang en de mogelijke risico's zijn deze organisaties conform de aanbeveling van de Commissie BBV opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. In deze paragraaf vindt u een totaaloverzicht van de verbonden partijen, uitgesplitst in 4 categorieën: gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen, coöperaties en vennootschappen en overige verbonden partijen.

Risico's en ontwikkelingen
Mogelijke risico's op basis van de nieuwe indexatiesystematiek per 2026
Met de invoering van de PBBP-systematiek (prijs bruto binnenlands product) in de gemeente Veenendaal kan dit in de toekomst een risico vormen voor gemeenschappelijke regelingen (GR'en). Als de werkelijke loon- en prijsstijgingen hoger zijn dan de indexeringen vanuit de PBBP-systematiek, ontvangen de GR'en in principe onvoldoende compensatie ten opzichte van de reële loonstijging. Het kan in het geval van een GR zo zijn dat door een besluit van het AB (algemeen bestuur) van de GR onze gemeente  gehouden is een hogere indexering te vergoeden dan in onze systematiek beschikbaar is.

Samenvattend overzicht Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - Samenvattend overzicht Verbonden Partijen

AANPASSINGEN  VERBONDEN PARTIJEN VIA P&C AUB

 

Samenvattend overzicht Verbonden Partijen
Gemeenschappelijke regelingen (GR) 1 Regio Foodvalley
2 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
3 Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
4 Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
5 Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
6 Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)
7 Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper
Vennootschappen en coöperaties 8 Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost B.V. (OVO)
9 Duurzame Energie Veenendaal-Oost BV Holding B.V. (DEVO Holding)
10 Vitens N.V.
11 Bank Nederlandse Gemeenten N.V. (BNG)
12 Afvalcombinatie De Vallei N.V. (ACV)
Stichtingen en verenigingen 13 Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
14 Stichting Ontmoetingshuis
15 Stichting Veens welzijn
Overige verbonden partijen 16 Parkeervoorzieningen

1. Regio Foodvalley

Terug naar navigatie - 1. Regio Foodvalley

Excel-tabel

Naam 1. Regio Foodvalley
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Collegeregeling)
2. Vestigingsplaats Ede
3. Doelstelling en openbaar belang De gemeenschappelijke regeling is getroffen om de Regio een Europese topregio te maken op het gebied van innovatie in de foodsector met versterking van de leefomgeving.
4. Relatie met beleidsprogramma Burger & Bestuur
5. Deelnemende partijen Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.
7. Financieel belang De samenwerking in Foodvalley en de bijdragen van de gemeenten is gebaseerd op de Inwonersbijdragen. De bijdragen is opgebouwd uit drie onderdelen. 1, Regiokantoor (overhead) € 441.000 2, Mobiliteitsfonds € 71.600  3, Programma's € 199.400; Landbouwtransitie, Voeding voor gezond leven, Energietransitie, Human Capital, Innovatie, Fysieke randvoorwaarden en Quality of Living Het totaal voor Veenendaal bedraagt € 712.000. Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: €  5.700.000 31-12-2023: €  4.100.000 31-12-2022: €  3.500.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: € 22.400.000 31-12-2023: € 21.700.000 31-12-2022: €    2.700.000
10. Financieel resultaat 2024:  € 1.200.000 2023: €       272.000 2022: €          77.000
11. Website www.regiofoodvalley.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen In 2024 is middels zeven programma's uitvoering gegeven aan de Strategische Agenda 2020-2025. Het betreft de thema's: landbouwtransitie en vitaal platteland, voeding voor een gezond leven, energietransitie, human capital, innovatie, clustervorming en circulaire economie, fysieke randvoorwaarden, quality of living. Per thema zijn concrete doelstellingen en actiepunten bepaald. De inhoudelijke resultaten van deze programma’s staan verwoord in de voortgangsrapportage.  In 2024 is een nieuwe Strategische Agenda 2026-2030 ontwikkeld. Het concept is langs alle triple helix partners gegaan om wensen en bedenkingen op te halen. Ook Veenendaal was betrokken bij de totstandkoming van deze agenda. De planning is om in Q2 2025 de Strategische Agenda vast te stellen.  Tevens volgt de financiële uitwerking van de nieuwe agenda in 2025.  In 2024 is gewerkt aan grote samenhangende opgaven zoals in het regioarrangement staan beschreven voor Regio Foodvalley: 1) de schaalsprong als gevolg van de grote verstedelijkingsopgave, 2) het realiseren van natuurherstel en een robuust watersysteem en 3) het realiseren van een grootschalige landbouwtransitie.  In 2024 is het Regionaal Perspectief Landelijk Gebied vastgesteld. De Regiodeal Foodvalley 'Sneller naar duurzame en gezonde voeding' is in 2024 afgerond. Op 7 november is de oogst van deze regiodeal gepresenteerd. Er is een aanvraag Regiodeal 6e tranche ingediend bij het Rijk. Begin 2025 hoort de regio of er een ‘go’ volgt op de aanvraag.  Risico’s en financiële positie In algemene zin kunnen de risico's worden ingedeeld in: 1) risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid, 2) risico's voortvloeiend uit het beleid van een hogere overheid, 3) risico's voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten en instanties, 4) risico's voortvloeiend uit het doen /nalaten van derden, 5) risico's voortvloeiend uit voor de regio niet te beïnvloeden autonome ontwikkelingen. Regio Foodvalley heeft een reserve voor het exploitatierisico i.c. de Algemene reserve gevormd. Deze reserve wordt toereikend geacht gelet op de beschreven risico’s en  uitvoering van de lopende strategische agenda. De financiële uitwerking van de nieuwe SA vindt in 2025 plaats.

2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - 2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Excel-tabel

Naam 2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De VRU is een samenwerkingsverband van en voor de 26 Utrechtse gemeenten. Zij behartigt het belang van de gemeente op de terreinen brandweerzorg, de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (Ghor), rampenbestrijding, risico- en crisisbeheersing. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor een adequate samenwerking met politie en de RAVU (regionale ambulancevoorziening Utrecht) ten aanzien van de gemeenschappelijke meldkamer en een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing. Door deelname aan de Veiligheidsregio Utrecht wordt de samenwerking tussen verschillende instanties bij bestrijding van rampen en crises verbeterd. Elk lid van het AB fungeert als intermediair tussen gemeente en het bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht. Wanneer er regionale besluiten genomen moeten worden, is goedkeuring van alle gemeenteraden nodig.
4. Relatie met beleidsprogramma Burger en Bestuur
5. Deelnemende partijen 26 Utrechtse gemeenten
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. De burgemeester is in zijn functie lid van het algemeen bestuur (AB) VRU.
7. Financieel belang De bijdrage aan de VRU is in 2024 € 3.786.000. Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: € 35.500.000 31-12-2023: € 28.300.000 31-12-2022: € 23.300.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: € 70.200.000 31-12-2023: € 65.000.000 31-12-2022: € 62.500.000
10. Financieel resultaat 2024: € 7.300.000 2023: € 4.500.000 2022: € 700.000
11. Website www.vru.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen Toekomstscenario’s In 2024 is in lijn met de bestuursagenda 2024-2027 gestart met het uitwerken van de toekomstscenario’s. De veiligheidsregio heeft de afgelopen jaren een aanzienlijke groei doorgemaakt en blijft zich verder ontwikkelen. Tegelijkertijd worden de risico’s waarmee de VRU te maken heeft steeds groter en complexer. Hoewel deze groei (nog) niet heeft geleid tot een hogere bijdrage aan de veiligheidsregio, is de VRU erin geslaagd om dankzij schaalvoordelen, voortdurende verbeteringen en slimme samenwerkingen meer te doen met minder middelen. De VRU-organisatie wordt steeds vaker langdurig ingezet, met name bij crises, terwijl wettelijke verplichtingen en veiligheidseisen toenemen. Voor de komende periode staat de VRU voor grote uitdagingen door technologische en maatschappelijke veranderingen, krapte op de arbeidsmarkt, hoge inflatie, lange levertijden voor materieel en nieuwe risico’s zoals netcongestie, klimaatverandering, verduurzaming en geopolitieke spanningen. Daarom zijn in 2024 toekomstscenario’s ontwikkeld om investeringen en besparingsopties in kaart te brengen. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen: Scenario ‘op orde’: Investeringen om huidige taken te blijven uitvoeren. Scenario ‘op koers’: Extra investeringen om de bestuursagenda 2024-2027 uit te voeren. Waar mogelijk zijn besparingsopties gekoppeld aan investeringen om de stijging van de gemeentelijke bijdrage te beperken. De centrale vraag hierbij is: hoe kan de veiligheidsregio in de toekomst meegroeien met de toenemende risico’s en veranderende behoeften van onze gemeenten, en tegelijkertijd rekening houden met de financiële draagkracht van de gemeenten? Om onze taken te blijven uitvoeren en te anticiperen op nieuwe uitdagingen, zijn investeringen noodzakelijk. Sommige risico’s vragen nu en in de toekomst om een intensievere of andere aanpak. Na jaren van bezuinigen zijn de mogelijkheden om dit binnen de huidige begroting te realiseren beperkt. Tijdens de bestuursconferentie 2024 zijn ook bestuurlijke opdrachten geformuleerd Onderzoek naar de toekomstbestendigheid van de waterongevallenbestrijding. Analyse naar de maatschappelijke en financiële kosten en baten van de AED-taak. Verkenning doorbelasten dienstverlening ambulancezorg. Verkenning doorbelasten dienstverlening liftopsluitingen. Verkennen samenwerkingsmogelijkheden. meer tijd nemen voor de uitwerking van de toekomstscenario’s en deze aan te vullen met een scenario met een beperkte stijging van de gemeentelijke bijdrage om zo in ieder geval de komende jaren op de nullijn uit te komen. Veerkracht en weerbaarheid Vanuit het programma versterking crisisbeheersing is in 2024 een start gemaakt met het project Veerkracht (resilience) en weerbaarheid (incasseringsvermogen) van de maatschappij tijdens een crisissituatie, en veerkracht gaat over het vermogen van de maatschappij om na een crisis weer terug te veren en adequaat te reageren. De NAVO heeft een aantal jaar geleden een aantal weerbaarheidseisen opgesteld waar elk NAVO-lidstaat aan moet voldoen om veerkrachtig en weerbaar om te gaan met verstoringen. Deze zeven vereisten zijn gericht op de weerbaarheid van onze energievoorzieningen, communicatievoorzieningen, transportsystemen en voedsel- en watersystemen. Ook raken de eisen aan hoe een lidstaat om gaat met grote aantallen slachtoffers en vluchtelingenstromen. Deze eisen zijn opgesteld om lidstaten zelf weerbaarder te maken zodat er niet snel een beroep hoeft te worden gedaan op de militaire NAVO-capaciteit. Risico’s en financiële positie Uit een recente risico-inventarisatie blijkt dat de risico’s zijn toegenomen, wat resulteert in een grotere behoefte aan weerstandscapaciteit (€ 2,6 miljoen). Een belangrijke factor hierbij is het risico op een korting van 10% op de rijksbijdrage (BDuR) vanaf 2026. Daarnaast is het bestaande risico met betrekking tot de vrijwilligheid (verplichtend karakter) nader gekwantificeerd. Deze ontwikkelingen tonen aan dat het huidige weerstandsvermogen van € 1,4 miljoen ontoereikend is om de risico’s volledig af te dekken. Om het weerstandsvermogen op het gewenste niveau te brengen, is een storting in de algemene reserve van € 1,23 miljoen noodzakelijk. Begin 2025 wordt opnieuw een actualisatie uitgevoerd die vervolgens wordt verwerkt in de risicoparagraaf van de jaarstukken VRU 2024 en ontwerpbegroting 2025a/2026.  Resultaat 2024 Over 2024 is een voordelig resultaat behaald van € 7,3 miljoen. Dit komt voornamelijk door de overheadvergoeding COA met betrekking tot de werkzaamheden voor de crisisnoodopvang, CAO gelden, versterking crisisbeheersing door rijksbijdrage en niet ingevulde vacatureruimte. Voorgesteld wordt om dit bedrag te bestemmen voor de volgende activiteiten namelijk: Projecten Versterking Crisibeheersing (doorgeschoven activiteiten van 2024 naar 2025 € 0.2 miljoen Programma Veerkracht                                                                                                                                                 € 0.7 miljoen Verhogen weerstandvermogen                                                                                                                                 € 1.2 miljoen Projecten Digitale veiligheid                                                                                                                                       € 0.4 miljoen en Overbruggingsmaatregel (toekomstscenario's)                                                                                                € 4.8 miljoen                                                                                                                                                                                   Totaal             € 7.3 miljoen

3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)

Terug naar navigatie - 3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)

Excel-tabel

Naam 3. Sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam), IW4 Beheer N.V. is een Naamloze Vennootschap (N.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang De doelstelling van IW4 is het handhaven, vergroten of herstellen van de arbeidsgeschiktheid van personen die tot arbeid in staat zijn, maar ook voor wie, in belangrijke mate, ten gevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of nu niet aanwezig is. De regie van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is belegd bij de rechtspersoon bezittend openbaar lichaam (gemeenschappelijke regeling) Instituut Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht. Het Instituut heeft de uitvoering via een samenwerkingsovereenkomst belegd bij IW4 Beheer NV, waarvan de aandelen in handen zijn van de GR.
4. Relatie met beleidsprogramma Economie, Werk en Ontwikkeling
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal, Rhenen, en Renswoude
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. Namens onze gemeente zitten wethouders in het bestuur van de GR. Naast WSW-subsidie en een vergoeding voor opdrachten betaalt onze gemeente aan de GR een bijdrage om het subsidietekort per SE deels te compenseren.
7. Financieel belang De eventuele tekorten van de beheer NV worden (naar rato) door de deelnemende partijen aangezuiverd, als de voorzieningen en reserves binnen de NV en/of GR ontoereikend zijn.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: € 4.990.000 (N.V.) 31-12-2023: € 4.970.000 (N.V.)  31-12-2022: € 5.500.000 (N.V.)
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: € 10.422.000 (N.V.) 31-12-2023: € 10.529.000 (N.V.) 31-12-2022: € 2.600.000 (N.V.)
10. Financieel resultaat 2024: € 20.000 (N.V.) 2023: - € 495.000 (N.V.)  2022: € 640.000 (N.V.)
11. Website www.iw4.nl
12. Risicoprofiel Hoog
Ontwikkelingen IW4 voert namens de deelnemende gemeenten de Participatiewet, onderdeel Sociale werkvoorziening uit. Alle bedrijfsactiviteiten van de GR worden uitgevoerd door IW4 Beheer NV. De uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) is door middel van een aanwijzingsbesluit overgedragen aan de NV. De uitgangspunten voor het sociale beleid worden bepaald door het Algemeen Bestuur van de GR, terwijl de verantwoordelijkheid voor het bedrijfseconomisch handelen in handen ligt van de directie en de Raad van Commissarissen (RvC) van de NV.  In 2018 zijn door de gemeenteraden van Veenendaal, Rhenen en Renswoude besluiten genomen over de financiering van de WSW en de toekomst van IW4. Dit besluit is door het bestuur van de GR aangemerkt als strategische visie van de GR. Ook is de governance van de gemeenten via de GR op de NV versterkt. Mede op basis van de strategische visie heeft de NV een transitieplan 2019-2021 opgesteld. In deze periode werkte ze toe naar een toekomstbestendige organisatie (inclusief toekomstbestendige huisvesting). Het transitieplan is in 2022 geëvalueerd en extern getoetst door een extern onderzoeksbureau en in 2023 behandeld in de gemeenteraden. Om te komen tot een toekomstbestendige financiering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en goed te zorgen voor de bestaande Wsw-dienstverbanden, is aan de raad voorgesteld om een nieuw financieringsmodel vast te stellen. In dit model wordt de rijksbijdrage Wsw in zijn geheel aan de GR SWOU beschikbaar gesteld. Een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage is niet meer nodig en is per 2023 komen te vervallen.  Risico’s en financiële positie Met de huidige landelijke begeleidingsvergoeding voor Beschut Werk lukt het IW4 niet om een sluitende businesscase te maken voor dit onderdeel. Gemeenten ontvangen middelen voor de begeleiding en werkaanpassingen voor doelgroep beschut werk uit het participatiebudget. Verschillende onderzoeken onderschrijven het belang van het verhogen van de begeleidingskosten voor beschut werk. Het onderzoek van Significant APE concludeert dat er per beschutte werkplek € 10.000 tekort is. De begeleidingsvergoeding is per 1 januari 2024 verhoogd naar € 10.757. Ondanks deze verhoging blijft het tekort bestaan. Ondanks het tekort op Beschut Werk heeft IW4 een positief bedrijfsresultaat geleverd in 2024.  Indien het Rijk besluit de Wsw-budgetten in de toekomst substantieel af te romen bestaat het risico dat er een onoverkomelijk subsidietekort ontstaat. De gemeenten Veenendaal, Rhenen en Renswoude zijn via de GR SWZOU aandeelhouder in IW4 Beheer NV. Zowel de NV als de GR beschikken over reserves. Uiteindelijk zijn de deelnemende gemeenten wel risicodrager.  In 2024 hebben de gemeenten Veenendaal, Rhenen en Renswoude incidentele middelen ontvangen ter hoogte van € 300.183,- voor het verbeteren van de sociale infrastructuur, welke besteed zijn aan het financieel gezond houden van de GR. Vanaf 2025 heeft het Rijk meerjarige impulsbudgetten beschikbaar gesteld voor de sociaal ontwikkelbedrijven. Deze budgetten zijn nog niet beschikbaar gesteld voor een doeleinde. Hierover is de GR nog in gesprek met de NV.

4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - 4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Excel-tabel

Naam 4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling.
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De Gemeenschappelijke Regeling GGD regio Utrecht, gevestigd te Utrecht, is getroffen ter uitvoering van de taken die bij of krachtens de Wet publieke gezondheid zijn opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen 26 gemeenten uit de provincie Utrecht
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: € 6.216.567 31-12-2023: € 4.600.000 31-12-2022: € 4.300.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024:  € 36.090.647 31-12-2023: € 32.400.000 31-12-2022: € 29.300.000
10. Financieel resultaat 2024: € 2.477.000 2023: € 1.341.000 2022: € 726.000
11. Website www.ggdru.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen In 2024 werkte GGD regio Utrecht vanuit vier pijlers aan de publieke gezondheid in onze regio: Kansrijk opgroeien, Gezonde en veilige leefomgeving, Langer gezond zelfstandig en een Vitale organisatie. De jeugdgezondheidszorg ondersteunde kinderen en gezinnen via onder andere de Gezonde School-aanpak en programma’s als Kansrijke Start en Stevig Ouderschap. In Veenendaal werden meerdere scholen begeleid en ondersteund binnen de Gezonde School aanpak op thema’s als welbevinden, bewegen en seksuele gezondheid. Binnen de leefomgeving lag de nadruk op infectieziektebestrijding en rookvrije initiatieven. Binnen de pijler Langer Gezond Zelfstandig is in 2024 gewerkt aan hitteplannen waarbij hittepreventie bij ouderen een belangrijk thema was. De GGD heeft in opdracht van de Vallei-gemeenten een regionale netwerkstructuur voor valpreventie opgezet om samenwerking, kennisdeling en coördinatie te versterken. Daarbij wordt gewerkt aan gezamenlijke inkoop, scholing, gegevensuitwisseling en ondersteuning van lokale uitvoering. GGDru ondersteunde gemeenten daarnaast met monitoring, advies en toezicht op onder meer kinderopvang en Wmo-aanbieders. In 2024 heeft het Algemeen Bestuur van de GGD regio Utrecht (GGDrU) een bestuurlijk traject doorlopen om richting te geven aan de inhoudelijke en financiële koers van de organisatie vanaf 2026. Mede vanwege de financiële uitdagingen waar gemeenten voor staan, is vroegtijdig gestart met een brede dialoog over de toekomst van de publieke gezondheidszorg. Gedurende het jaar zijn in dit traject verschillende activiteite ondernomen waaronder gesprekken met alle wethouders Volksgezondheid, een bestuursconferentie en intensieve sessies binnen het Algemeen Bestuur waarin verschillende scenario's zijn verkend over de financiele en inhoudelijke richting van de GGDrU in de toekomst. Dit heeft ertoe geleid dat gekozen is voor een inhoudelijke doorontwikkeling van GGDrU met een taakstelling van €300.000 vanaf 2026, gericht op een toekomstbestendige en effectieve GGD binnen de financiële kaders van de regio. Daarnaast is besloten gemeenten de ruimte te laten te bezuinigen op het individuele maatwerk indien dit nodig wordt geacht op basis van de betreffende financiële situatie.

5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Excel-tabel

Naam 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Openbaar Lichaam)
2. Vestigingsplaats Soest
3. Doelstelling en openbaar belang De AVU zorgt onder andere voor de verwerking van het Veenendaalse huishoudelijke afval. De kosten worden één op één doorberekend aan de gemeente en zitten in het tarief van de afvalstoffenheffing.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen 25 gemeenten uit de provincie Utrecht
6. Bestuurlijk belang In het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Utrecht (AVU) zijn de 25 aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht  vertegenwoordigd in het Algemeen- en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling AVU.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: € 0 (concept ) 31-12-2023:  € 0 31-12-2022: € 300.607
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: € 20.799.653 (concept) 31-12-2023: € 21.103.922 31-12-2022: € 27.652.538
10. Financieel resultaat 2024: € 0 (concept) 2023: € 0 2022: € 96.703
11. Website www.avu.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen De AVU is in 2024 geconfronteerd met een tweetal problemen:  de problematiek van de lachgascilinders en de brand bij de verwerkingslocatie van AVR. Het Rijksbeleid heeft geleid tot de problematiek met de lachgascilinders en brengt hoge kosten met zich mee, die zeer waarschijnlijk voor rekening van de gemeenten zullen gaan komen. Als gevolg van de actuele landelijke ontwikkelingen op het gebied van lachgascilinders moeten extra kosten worden gemaakt op de overslaglocaties vanwege de extra controle van het restafval en de afvoer van lachgascilinders. Door de brand bij de AVR kan niet al het restafval worden verbrand en moet dit voor een deel worden opgeslagen. Risico’s en financiële positie De (mogelijk) extra kosten als gevolg van deze ontwikkelingen zijn nog niet  in beeld.

6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - 6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Excel-tabel

Naam 6. Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling.
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De ODRU ondersteunt gemeenten bij het waarborgen en ontwikkelen van een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen De huidige deelnemers van de ODRU zijn de gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, IJsselstein, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd of worden, per AB-besluit, opgevangen vanuit de algemene reserve, voor zover deze dat toelaat.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: € 1.710.203 31-12-2023: € 470.000 31-12-2022: € 1.200.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: € 5.843.006 31-12-2023: € 5.300.000 31-12-2022: € 4.300.000
10. Financieel resultaat 2024: € 843.228 2023: - € 643.800 2022: - € 49.400
11. Website www.odru.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen De ODRU voert VTH-taken uit voor de 15 deelnemende gemeenten. In 2024 heeft de dienstverlening doorgang gevonden, ondanks de vele ontwikkelingen. Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden, met als doel een geïntegreerde aanpak voor een duurzame en gezonde fysieke leefomgeving. De ODRU heeft zich voorbereid door processen aan te passen, medewerkers op te leiden en gemeenten ondersteuning en advies te bieden om een nieuw Omgevingsplan op te stellen. De komende jaren zullen deze processen en werkwijzen continu worden geëvalueerd en aangepast om effectief te blijven onder de nieuwe wetgeving. Deze ontwikkelingen tonen de inzet van de ODRU om haar dienstverlening te verbeteren en effectief in te spelen op veranderingen in wet- en regelgeving. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 zijn bevoegdheden voor bodemtaken gewijzigd. De ODRU en de RUD Utrecht hebben daarom een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) gesloten om hun krachten te bundelen voor de uitvoering van deze taken. Deze samenwerking voorkomt capaciteitsproblemen en behoudt kennis en ervaring binnen de organisaties. In de (ontwerp)begroting voor 2024 heeft de ODRU aandacht besteed aan de impact van de Omgevingswet, die naar verwachting leidt tot een structurele stijging van ongeveer 13% in de bijdragen van gemeenten. Deze stijging is echter nog niet verwerkt in de huidige begroting. Daarnaast heeft de ODRU zich ingezet om de lastenontwikkeling in samenspraak met de gemeenten zo laag mogelijk te houden, ondanks uitdagingen zoals hogere inflatie en loonstijgingen. In november 2024 heeft de ODRU haar inkoopbeleid geactualiseerd. Dit vernieuwde beleid richt zich op professionele, doelmatige en rechtmatige inkoopprocessen, met speciale aandacht voor duurzaamheid, innovatie en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het beleid biedt kaders voor alle betrokkenen bij inkoopprocessen en benadrukt de kernwaarden van de ODRU, zoals deskundigheid en maatschappelijke bewustwording. Daarnaast hebben alle ODRU-gemeenten ingestemd met de verlenging van de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (U&H-strategie) tot eind 2025. Deze strategie zorgt voor uniforme werkwijzen op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving (VTH) in de regio. De verlenging biedt een kader en houvast voor eenduidige en efficiënte samenwerking. In 2024 werd tevens een belangrijke stap gezet in de geplande fusie tussen de ODRU en de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht. Op 17 oktober 2024 hebben de ODRU en de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht gezamenlijke uitgangspunten vastgesteld voor de vorming van de nieuwe Omgevingsdienst Utrecht (ODU). Tevens stemden de algemene besturen van beide organisaties unaniem in met de oprichting van de nieuwe Omgevingsdienst Utrecht (ODU), die per 1 januari 2026 operationeel moet zijn. Deze fusie is bedoeld om een robuuste en kwalitatief hoogwaardige organisatie te creëren die de gehele provincie Utrecht bedient. Er is nadrukkelijk benoemd dat de fusie géén middel tot kostenbesparing is. De fusie wordt definitief na goedkeuring door de 27 deelnemende partijen, waaronder gemeenten en de provincie Utrecht, wat naar verwachting in november 2025 zal plaatsvinden.

7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper (BVO)

Terug naar navigatie - 7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper (BVO)

Excel-tabel

Naam 7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (collegeregeling)
2. Vestigingsplaats Barneveld
3. Doelstelling en openbaar belang Uitvoering geven aan het Collectieve vraagafhankelijke vervoer, het OV-Vangnet, beleidsvoorbereidingen treffen, contractmanagement uitvoeren en financieel management uitvoeren voor de Foodvalley gemeenten en de provincie Gelderland op dit onderdeel.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.
7. Financieel belang Ieder gemeente betaald de eigen deel voor de kosten van de uitvoering en de kosten van het beheer.
8. Eigen Vermogen Geen
9. Vreemd Vermogen Geen
10. Financieel resultaat Het betreft een maatwerkvoorziening dat een openeinde regeling is.
11. Website www.valleihopper.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen In 2024  zijn het vervoer en het callcenter opnieuw aanbesteed. Deze aanbesteding is afgerond en de contracten zijn ingegaan op 1 januari 2025.  De Provincie Utrecht heeft besloten om het OV-Vangnet ook de komende jaren bij de Valleihopper te beleggen en heeft daarom geparticipeerd in de aanbesteding.  In de nieuwe contracten is afgesproken onderzoek te doen naar beheersmaatregelen om de druk op de spits te verminderen.  Risico’s en financiële positie De nieuwe aanbesteding heeft geleid tot iets hogere tarieven, maar de impact is beperkt. Daarom heeft er in 2024 geen tussentijdse begrotingswijziging plaatsgevonden.

8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)

Terug naar navigatie - 8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)

Excel-tabel

Naam 8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
1. Rechtsvorm Commanditaire Vennootschap (C.V.) en Besloten Vennootschap (B.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. heeft tot doel het realiseren van een plangebied aan de oostkant van Veenendaal voor circa 4.000 woningen (waarvan ca. 1.000 zijn gerealiseerd in plangebied Dragonder-oost).
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen De gemeente Veenendaal en Grondexploitatie Quattro Veenendaal C.V. zijn in 2003 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan voor het ontwikkelen van dit plangebied, waarbij het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. en Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost Beheer B.V. zijn opgericht. Beide partijen (gemeente Veenendaal en Quattro) hebben een 50% belang.
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA), lid RvC (Raad van Commissarissen)
7. Financieel belang 50% van het aandelenkapitaal B.V.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: n.n.b  31-12-2023: € 7.322.739 31-12-2022: € 5.722.966
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: n.n.b. 31-12-2023: € 36.462.303 31-12-2022: € 63.200.000
10. Financieel resultaat 2024: n.n.b. 2023: € 1.599.772 2022: - € 811
11. Website www.veenendaaloost.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen Er zijn in 2024 geen bijzondere ontwikkelingen geweest met betrekking tot de verbonden partij OVO. De woningverkoop loopt voor op de planning. Risico’s en financiële positie Gelet op dat de ontwikkeling haar laatste fase ingaat nemen de risico's gestaag af. De financiële positie van het ontwikkelbedrijf is stabiel.

9. Duurzame Energie Veenendaal-Oost Holding BV (DEVO)

Terug naar navigatie - 9. Duurzame Energie Veenendaal-Oost Holding BV (DEVO)

Excel-tabel

Naam 9. Duurzame Energie Veenendaal-oost Holding BV (DEVO Holding)
1. Rechtsvorm Besloten Vennootschap (B.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang DEVO Holding is de moedermaatschappij van DEVO en DEVOG. DEVO is het lokale energiebedrijf dat verantwoordelijk is voor de exploitatie en het beheer van de duurzame energievoorziening in een deel van Veenendaal-oost (Buurtstede en Veenderij). DEVOG verzorgt dit voor Veenendaal-oost Groenpoort. DEVO Holding draagt bij aan het bereiken van de gemeentelijke doelstelling om met ingang van 2050 energieneutraliteit te realiseren.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is voor 100% aandeelhouder van deze onderneming
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: n.n.b. 31-12-2023: - € 4.966.892 31-12-2022: - € 6.135.433
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: n.n.b. 31-12-2023: € 27.809.241 31-12-2022: € 26.931.891
10. Financieel resultaat 2024: n.n.b.  2023: € 1.168.539 2022: - € 830.466
11. Website www.devo-veenendaal.nl
12. Risicoprofiel Hoog
Ontwikkelingen Op 30 mei 2024 heeft de gemeenteraad uitgesproken geen wensen en bedenkingen te hebben bij het voorgenomen besluit van het college om het publieke belang in de ontwikkeling van warmtenetten in Veenendaal te laten vertegenwoordigen door DEVO Holding B.V.. Dit is door DEVO opgepakt met onder meer initiatieven als Veenwarmte en betrokkenheid in Het Ambacht. Risico’s en financiële positie Bij het (tijdstip van) inkopen van energie wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij het moment en de daarbij behorende onderliggende gegevens die door de ACM worden gehanteerd bij de vaststelling van de verkooptarieven. Hiermee wordt voorkomen dat grote verschillen ontstaan tussen inkoop- en verkooptarieven. Risico's liggen ook bij de door de ACM gestelde maximale rendementseisen. Hoewel op landelijk niveau hierover gesprekken worden gevoerd, wordt nog onvoldoende rekening gehouden met de onvermijdelijke aanloopverliezen bij de aanleg van warmtenetten.

10. Vitens NV

Terug naar navigatie - 10. Vitens NV

Excel-tabel

Naam 10. Vitens NV
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Zwolle
3. Doelstelling en openbaar belang Publiek waterbedrijf, belast met de zorg voor de watervoorziening
4. Relatie met beleidsprogramma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
5. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,98% van de aandelen
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: € 713.800.000 31-12-2023:  € 677.700.000 31-12-2022: € 649.500.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: € 1.684.600.000 31-12-2023: € 1.559.700.000 31-12-2022: € 1.446.600.000
10. Financieel resultaat 2024: € 35.900.000 2023: €  27.200.000 2022: €     8.200.000
11. Website www.Vitens.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Het jaar 2024  kenmerkte zich door een zekere mildheid qua weer.  Vitens heeft zich voorbereid op een droge zomer met veel watergebruik. Het werd een nat voorjaar en een milde zomer. Vitens draaide operationeel een stabiel jaar met een wat hogere winst dan in 2023.  Zoals verwacht keert Vitens over 2024 ook geen dividend uit. De gehele winst wordt ingezet voor de financiering van het investeringsplan dat het hoofd moet bieden aan de (klimaat) uitdagingen die er de komende jaren liggen. Risico’s en financiële positie De stijgende vraag naar water,  door onder andere klimaatverandering en bevolkingsgroei, maakt dat water een steeds schaarser goed wordt.  Bovendien is Nederland er vanuit het verleden op gericht om het water zo snel mogelijk af te voeren. Dit is nadelig voor voor de natuur, landbouw en drinkwaterbedrijven zoals Vitens. Het risico bestaat dat Vitens daardoor niet kan voldoen aan de vraag van haar klanten. Vanwege de stijgende vraag naar water en het veranderende klimaat zijn forse investeringen nodig in de toekomst om aan deze vraag te kunnen voldoen. Vanwege deze hoge investeringen wordt de winst opnieuw geïnvesteerd in het bedrijf.

11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)

Terug naar navigatie - 11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)

Excel-tabel

Naam 11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Den Haag
3. Doelstelling en openbaar belang Bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De bank levert zo een bijdrage aan de publieke taak.
4. Relatie met beleidsprogramma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
5. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,2% van de aandelen.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024:  € 4.777.000.000 31-12-2023: € 4.721.000.000 31-12-2022: € 4.615.000.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024:  € 123.164.000.000 31-12-2023: € 110.819.000.000 31-12-2022: € 107.495.000.000
10. Financieel resultaat 2024: € 294.000.000 2023: € 254.000.000 2022: € 300.000.000
11. Website www.bngbank.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen BNG Bank blijft haar uitgangspunten baseren op de nieuwe strategie: “Ons Kompas Naar Impact”.  BNG Bank spant zich in om de CO2-voetafdruk van haar leningenportefeuille te laten dalen en de maatschappelijke impact te laten stijgen. Zij doet dit door scherper aan te sluiten bij maatschappelijke vraagstukken en transities waar o.a. de gemeenten voor staan. BNG Bank zet hiervoor haar beschikbare expertise en ervaring in. Bijvoorbeeld: de financiering van DEVO Groenpoort. De hoogte van het nettoresultaat voor 2025 is met onzekerheden omgeven. De Bank doet dan ook geen voorspelling voor 2025. BNG Bank blijft haar uitgangspunten baseren op de nieuwe strategie: “Ons Kompas Naar Impact”.  BNG Bank spant zich in om de CO2-voetafdruk van haar leningenportefeuille te laten dalen en de maatschappelijke impact te laten stijgen. Zij doet dit door scherper aan te sluiten bij maatschappelijke vraagstukken en transities waar o.a. de gemeenten voor staan. BNG Bank zet hiervoor haar beschikbare expertise en ervaring in. Bijvoorbeeld: de financiering van DEVO Groenpoort.

12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)

Terug naar navigatie - 12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)

Excel-tabel

Naam 12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Ede
3. Doelstelling en openbaar belang ACV is een overheids-nv. De missie van ACV is de opdracht gevende gemeenten, bedrijven en particulieren te ontzorgen op het gebied van afval & reiniging en te opereren als de logische, regionale samenwerkingspartner
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeenten Ede, Renkum, Renswoude, Veenendaal en Wageningen
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang 24% van de aandelen van de holding
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: n.n.b. 31-12-2023: € 15.025.000 31-12-2022: € 14.118.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: n.n.b. 31-12-2023: € 20.074.000 31-12-2022: € 20.416.000
10. Financieel resultaat 2024: n.n.b. 2023: € 1.083.000 2022: €     849.000
11. Website www.acv-groep.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Halverwege de uitvoering van de strategische agenda 2023-2027 doen zich diverse uitdagingen voor op het gebied van circulariteit en duurzaamheid. Enkele voorbeelden zijn: -    Fossiele materialen zijn vaak goedkoper dan circulaire. Dit bemoeilijkt de transitie naar circulair handelen. Dit is de afgelopen tijd zichtbaar in sectoren zoals de plasticindustrie, circulair bouwen en bulktextiel. -    Het huidige kabinet stelt zich behoudender op in de ontwikkeling van duurzaamheid. Dit maakt dat de financiële component van initiatieven onder druk komt te staan. In de geografische regio waar de ACV werkzaam is doet zich een terugtrekking van commerciële inzamelaars huishoudelijk afval voor. Deze terugtrekking kan kansen bieden voor een robuuster ACV. Risico’s en financiële positie De wereldhandel inzake de vraag naar herbruikbaar textiel voor hergebruik of recycling tot grondstof stagneert. Het herwinnen van grondstoffen is door kostenstijgingen (loon-, huur-, energie- en transportkosten) niet meer rendabel ten opzichte van gebruik van virgin materiaal, dit in combinatie met productie uit lage lonen landen en voornamelijk China. Een soortgelijke tendens is ook zichtbaar bij recycling van plastics uit PMD. In overleg met de rijksoverheid wordt sectorbreed besproken wat nodig is om deze circulaire werkzaamheden te blijven continueren.

13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)

Terug naar navigatie - 13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)

Excel-tabel

Naam 13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het algemeen doel van de Stichting is om de inwoners van Veenendaal zoveel als nodig bij te staan bij de zorg voor de opvoedondersteuning, gezinsondersteuning en ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. De Stichting sluit hierbij aan bij de ontwikkeling naar integraal werken binnen de drie sociale domeinen, te weten: jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie en levert hier een actieve bijdrage aan. Zij doet dit uitsluitend in opdracht van de gemeente.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen nvt
6. Bestuurlijk belang Het college - stelt de jaarlijkse bijdrage vast op basis van de prestatieafspraken. - benoemt, schorst en ontslaat de leden van het Bestuur. - krijgt bepaalde besluiten van het Bestuur ter goedkeuring voorgelegd.
7. Financieel belang De gemeente verstrekt op basis van prestatieafspraken een jaarlijkse bijdrage.  De jaarresultaten komen ten gunste of ten laste van de Gemeente. Om te voorkomen dat de Stichting aan het eind van het jaar een tekort in de jaarrekening  heeft, is besloten tot goedkeuring van het instellen van een egalisatiereserve binnen de  stichting. Het gaat om maximaal 10 % van de gemeentelijke bijdrage aan het CJG.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: € 259.822 31-12-2023: € 395.096 31-12-2022: € 375.516
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: € 541.382 31-12-2023: € 746.911 31-12-2022: € 846.623
10. Financieel resultaat 2024: € - 135.274 2023: € 0 2022: € 0
11. Website www.cjgveenendaal.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Toenemende vraag naar jeugdzorg vraagt om structurele keuzes. Strategische keuzes zijn noodzakelijk om zorg toegankelijk en uitvoerbaar te houden binnen de huidige kaders. Het aantal kinderen en jongeren met complexe problematiek neemt toe, wat leidt tot een groeiende zorgvraag bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Tegelijkertijd moeten lokale teams inspelen op de Hervormingsagenda, binnen de beperkingen van de financiële middelen en personele capaciteit. Dit dwingt tot scherpe prioritering en strategische keuzes.   Normaliseren en preventie Ondanks positieve ontwikkelingen blijft de druk op jeugdhulp hoog. In 2025 moet de focus liggen op versterking van normaliseringsbeleid, in nauwe samenwerking met gemeenten en ketenpartners. Dit vereist breed draagvlak en een gedeelde verantwoordelijkheid.   Proeftuin kind- en gezinsbescherming en casusregie Nieuwe werkwijzen in de veiligheidsketen zorgen voor een toename in complexe casussen en een zwaardere regierol voor het CJG. Dit vraagt om extra investeringen in personeel en efficiëntere werkprocessen, terwijl de regie idealiter bij gezinnen zelf blijft.   Ambulante dienstverlening en werkdruk   De doorontwikkeling van ambulante hulpverlening verloopt trager dan beoogd vanwege beperkte capaciteit voor ambulante jeugdhulp. Hierdoor worden de verwachte financiële en capacitaire voordelen niet volledig gerealiseerd. Dit heeft impact op de effectiviteit van de ingezette middelen en het staat haaks op de Hervormingsagenda, die inzet op sterke lokale teams. Ondanks inspanningen, om duurzame werving te versterken, blijven werkdruk en personeelsverloop aandachtspunten binnen het CJG. Huisvesting en samenwerking De nieuwe locatie aan de Markt 20 draagt bij aan efficiëntere samenwerking en betere toegankelijkheid voor cliënten. Dit is een positieve stap in de verdere professionalisering van het CJG.   Risico’s en financiële positie Binnen het financiële beheerkader worden risico’s systematisch geïnventariseerd en besproken in het ondersteuningsteam. Deze risico’s worden geregistreerd en periodiek opgenomen in de kwartaalrapportages. Voor het jaar 2024 zijn de volgende financiële en operationele risico’s geïdentificeerd:   Maatschappelijke ontwikkelingen De vraag naar jeugdhulp blijft structureel hoog, mede door de aanhoudende druk vanuit het onderwijs op jongeren. Dit leidt tot een verhoogde vraag naar ondersteuning, wat financiële druk uitoefent op het beschikbare budget en de capaciteit van de jeugdhulpverlening.  CAO-akkoord 2024-2025 De afgesproken loonsverhogingen in het kader van het CAO-akkoord 2024-2025 hebben directe financiële consequenties. Er is een stapsgewijze salarisverhoging vastgesteld tot ruim 12% in 2025, waarvan ruim 8% reeds in 2024 wordt doorgevoerd. Deze loonkostenstijging vroeg om een herijking van de financiële prognoses en budgettaire dekking.  Veranderde werkwijze in de veiligheidsketen De implementatie van de vernieuwde werkwijze binnen de veiligheidsketen leidt tot een verhoogde druk op het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Ondanks de inhoudelijk positieve ontwikkelingen blijven de effecten op de werklast en financiële middelen onverminderd groot.  Beperkte groei van ambulante hulpverlening De doorontwikkeling van ambulante hulpverlening verloopt trager dan beoogd. Hierdoor worden de verwachte financiële en capacitaire voordelen niet volledig gerealiseerd, wat impact heeft op de effectiviteit van de ingezette middelen.  Personele in- en uitstroom en arbeidsmarktproblematiek De discrepantie tussen in- en uitstroom van medewerkers vormt een uitdaging voor de continuïteit van de dienstverlening. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het noodzakelijk om tijdelijk extern personeel in te zetten, wat leidt tot hogere personeelslasten en een verhoogde afhankelijkheid van flexibele arbeidskrachten.  Wachtlijsten binnen het CJG De wachtlijstproblematiek, met name voor het koppelen van een regievoerder, zorgt voor stagnatie in de dienstverlening. Dit kan resulteren in langere doorlooptijden en een verhoogde druk op de bestaande capaciteit, met mogelijke financiële implicaties voor zowel de korte als lange termijn.  Druk op jeugdhulp door stagnatie in onderwijstoeleiding Scholen ondervinden beperkingen in het opnemen van leerlingen, waardoor sommige kinderen (gedeeltelijk) thuiszitten. Dit leidt tot een toename in de vraag naar verlengde jeugdhulp en inzet van ondersteuning gedurende onderwijstijd. Met name de doorstroom van regulier naar speciaal onderwijs vormt een knelpunt, wat extra inzet en financiering vereist vanuit jeugdhulp budgetten  Gezien de geschetste risico’s volgen we de (financiële) ontwikkelingen nauwgezet om  zo de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen.

14. Stichting Ontmoetingshuis

Terug naar navigatie - 14. Stichting Ontmoetingshuis

Excel-tabel

Naam 14. Stichting Ontmoetingshuis
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het binnen de kaders van het vigerend bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk beheren, kostendekkend exploiteren en doen exploiteren van het Ontmoetingshuis Veenendaal-oost, al dan niet tezamen met andere door de Gemeente Veenendaal aan te wijzen partijen en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. De stichting mag niet al dan niet commerciële activiteiten verrichten of laten verrichten buiten de doelstelling, locatie en andere samenwerkingsvormen.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Het College - Goedkeuring en ontslag bestuur - Toestemming beleidsmatige en/of strategische keuzes (financieel, samenwerken, etc.) - Inzage en aanwijzingen financieel beheer.
7. Financieel belang Het college compenseert een negatieve exploitatie indien deze niet uit de reserve gehaald kan worden. Eventuele overschotten vallen ten gunste van de reserves.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: n.n.b. 31-12-2023: € 618.918 31-12-2022: € 562.085
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: n.n.b.  31-12-2023: € 1.034.066 31-12-2022: € 810.215
10. Financieel resultaat 2024: - € 258.780 (begroot)  2023: - € 255.023 2022: - € 128.814
11. Website www.ontmoetingshuis.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Het Ontmoetingshuis Veenendaal-oost is in gebruik als multifunctioneel complex ten behoeve van basisonderwijs, kinderopvang en maatschappelijke voorzieningen zoals sport en welzijn. Risico's en financiële positie Al hoewel de beheerstichting een eigen financiële verantwoordelijkheid heeft, staat de gemeente uiteindelijk garant voor de dekking van eventuele tekorten.

15. Stichting Veens welzijn

Terug naar navigatie - 15. Stichting Veens welzijn

Excel-tabel

Naam 15 .Stichting Veens Welzijn
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het algemeen doel van de stichting is samen te werken met in het bijzonder partijen in de sociale basis om zo vorm te geven aan het realiseren van maatschappelijke doelen in welzijn ten behoeve van de organisatie van laagdrempelige algemene voorzieningen en het ontwikkelen, initiëren en organiseren van nieuwe initiatieven op het gebied van welzijn, mede door samenwerking met zorgpartners en vrijwilligersorganisaties en door koppelingen te maken tussen bedrijven en organisaties of personen uit de gemeente Veenendaal met een ondersteuningsvraag.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen Nvt
6. Bestuurlijk belang Het college stelt via de kaderovereenkomst en het jaarplan een jaarlijkse bijdrage vast. De leden van de Raad van Toezicht worden door het College benoemd.
7. Financieel belang De gemeente verstrekt op basis van prestatieafspraken een jaarlijkse bijdrage. De jaarresultaten komen ten gunste of ten laste van de gemeente.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: € 393.014 31-12-2023: € 369.565 31-12-2022: € 297.940
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: € 671.697 31-12-2023: € 692.800 31-12-2022: n.n.b.
10. Financieel resultaat 2024: € 23.449 2023: € 71.625 2022: € 297.940
11. Website www.veens-welzijn.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Toenemend tekort in begroting door lage indexatie in relatie tot CAO Sociaal Werk Veens Welzijn kent een toenemend tekort in de begroting door de verhouding tussen de gemeentelijke indexatie en de ontwikkeling in o.a. loon- en energiekosten. Dat maakt dat Veens Welzijn eind 2024 een aantal pijnlijke maatregelen heeft moeten nemen om te komen tot een sluitende begroting voor 2025, o.a. door het aankondigen dat de Duivenwal als buurthuis afgestoten zal worden en de contracten met de onderaannemers voor het jongerenwerk niet verlengd zullen worden. De raad is hier separaat over geïnformeerd. In 2025 wordt de opdracht welzijn herijkt en wordt er kritisch gekeken naar de invulling van de opdracht welzijn in relatie tot het financieel kader voor Veens Welzijn. Doorontwikkeling in de sociale basis In 2024 heeft Veens Welzijn veel geïnvesteerd in het verder versterken van de sociale basis in Veenendaal. Zo is er onder andere een start gemaakt met de werkwijze volgens de ABCD-methodiek, waarbij Veens Welzijn nog meer ruimte kan geven aan (bewoners-)initiatieven. Daarnaast is er een start gemaakt met het mantelzorgexpertisecentrum. Het jaar stond ook in het teken van doorontwikkeling en bestendigen - Denk daarbij bijvoorbeeld aan Welzijn op Recept, Maatje achter de Voordeur, het kind- en jongerenwerk, etc. In 2025 zal de Binnenronde als nieuwe locatie worden geopend en bestaat de huidige Stichting 5 jaar, waar uitgebreid aandacht aan zal worden gegeven.

16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)

Terug naar navigatie - 16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)

Excel-tabel

Naam 16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)
1. Rechtsvorm Vereniging / Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaars” en “het beheer over de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken. VVE Tricotage Stichting (VVE) Arie van Hensbergen
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Het College - Goedkeuring en ontslag bestuur - Toestemming beleidsmatige en/of strategische keuzes (financieel, samenwerken, etc.) - Inzage en aanwijzingen administratie
7. Financieel belang Vaste gemeenschappelijke bijdrage. Compensatie verliezen en investeringen.
8. Eigen Vermogen 31-12-2024: n.n.b. 31-12-2023: € 160.377 31-12-2022: € 162.188
9. Vreemd Vermogen 31-12-2024: n.n.b. 31-12-2023: € 146.186 31-12-2022: € 134.107
10. Financieel resultaat 2024: n.n.b. 2023: - € 564  2022: - € 2.490
11. Website Nvt
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Risico's en financiële positie

Paragraaf F. Grondbeleid

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Omschrijving (toelichting)

In Veenendaal is een grote behoefte aan nieuwbouwwoningen. Daarom neemt de gemeente initiatief in diverse gebiedsontwikkelingen zoals het Ambacht in Spoorzone, Groenpoort in Veenendaal-oost en de Tuinstraat in het centrum. Ook voor de verbetering van kwaliteit van de woningen zijn projecten gestart zoals de herstructurering in Franse Gat. Ondanks al deze projecten blijft er voorlopig spanning op de woningmarkt. Diverse publicaties geven aan dat de woningmarkt krap is, en nog een aantal jaren krap zal blijven. Landelijk blijft de benodigde nieuwbouw achter bij de vraag naar woningen. De betaalbaarheid van woningen staat onder druk. Daarnaast zorgen netcongestie en stikstofdepositie ervoor dat het toevoegen van voldoende nieuwbouwwoningen uitdagend zal blijven.  

Er is in Veenendaal in 2024 veel gebouwd. Te denken valt aan Brouwerspoort, Stationskwartier, Lindewijck en Veenendaal-oost. Op diverse plekken zijn in 2024 voorbereidingen getroffen om met de bouw te beginnen zoals in het Ambacht, Tuinstraat, Nieuweweg, Groenpoort en de schoollocaties. Door ontwikkelaars zijn ook diverse initiatieven ingediend om het aanbod voor de komende jaren op peil te houden.  

Visie op grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie op grondbeleid

Omschrijving (toelichting)

Grondbeleid is een middel om bestuurlijke doelstellingen in de ruimtelijke ordening vorm te geven. Het Veenendaalse grondbeleid wordt vastgelegd in een nota grondbeleid. Eens per vier jaar wordt het Grondbeleid aan de raad ter vaststelling voorgelegd. In november 2024 is de nota grondbeleid vastgesteld. Met de nota wordt richting gegeven aan de koers van de gemeente in de grondmarkt al dan niet met gebruikmaking van beschikbare juridische en financiële instrumenten uit wet- en regelgeving zoals de Omgevingswet en het BBV. De Omgevingswet is per 1 januari 2024 in werking getreden en bevat (aangepaste) grondbeleidsinstrumenten zoals voorkeursrecht, onteigening, herverkaveling en kavelruil. Ook bevat het een regeling voor het kostenverhaal. Vanwege deze aanpassingen heeft de commissie BBV de Notitie grondbeleid in 2023 geactualiseerd en is in 2024 geëffectueerd.

Uitvoering van grondbeleid

Terug naar navigatie - Uitvoering van grondbeleid

Omschrijving (toelichting)

De Omgevingsvisie (met nadere uitwerkingen in zogenaamde programma’s) is richtinggevend voor de uitvoering van het grondbeleid. De Omgevingsvisie is het integrale strategische beleidsdocument voor de fysieke leefomgeving. Het geeft de Veenendaalse visie weer op thema’s als: bouwen en wonen; groen, natuur en water; mobiliteit en infrastructuur; milieu; economie en recreatie; cultuur en cultuurhistorie; openbare orde en veiligheid; volksgezondheid, welzijn en duurzaamheid. Om uitvoering te geven aan het grondbeleid is in 2024 het Programma kostenverhaal en financiële bijdragen vastgelegd zodat in ontwikkelingen ook door de participanten wordt bijgedragen, zowel financieel als in de volkshuisvesting zoals met het sociaal vereveningsfonds. 

Het gaat niet alleen over de inrichting van onze gemeente, maar ook over hoe we de ruimte met z’n allen gebruiken.  Om zelf uitvoering te geven aan het grondbeleid, kan de raad voor een ontwikkeling een grondexploitatiecomplex met een grondexploitatiebegroting vast stellen. Dit heet een ‘Bouwgrond In Exploitatie’ (BIE) en is ook bekend onder de term grondexploitatie. Een ontwikkeling kan ook door een markpartij worden uitgevoerd. De kosten die de gemeente maakt, worden in dat geval verhaald op de private partijen. Dit wordt verantwoord via Meerjarige Projectbegrotingen (MPB). In het projectenboek wordt jaarlijks de financiële stand van de grondexploitaties en MPB’s verantwoord. De spelregels zijn vastgelegd in de Nota Grondbeleid 2024 - 2028. In onderstaande tabel wordt de stand van de grondexploitaties medio 2024 weergegeven.

Risicoreserve grondexploitaties

Terug naar navigatie - Risicoreserve grondexploitaties

Omschrijving (toelichting)

In de Nota Grondbeleid 2024–2028 is opgenomen dat er jaarlijks een risicoanalyse (geheim) wordt opgesteld, waarin per project en op portefeuilleniveau het risicoprofiel wordt geschetst. Deze risicoanalyse omvat de grondexploitaties en facilitaire projecten, de zogenaamde Meerjarige projectbegrotingen. Voor de grondexploitaties betreft dit de project- en projectoverstijgende risico’s. De gemeente maakt risico’s niet alleen inzichtelijk, maar zorgt met risicomanagement voor beheersing van de risico’s en treft de nodige beheersmaatregelen. 
De risico’s worden afgedekt met de Risicoreserve Grondexploitaties.   

Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Terug naar navigatie - Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Omschrijving (toelichting)

In de Nota Grondbeleid 2024 - 2028 is ook vastgelegd hoe de financiële stromen plaatsvinden in geval van winst of een verlies. Voor de Voorziening Grondexploitaties wordt de netto contante waarde toegepast, zoals ook opgenomen in de waarderingsgrondslagen.   
Voor de onderstaande complexen hebben we een verliesvoorziening. Hieronder hebben we het effect opgenomen ten opzicht van het geraamd eindresultaat (zie ook toelichting op de balans onder de voorraden).  

Paragraaf G. Lokale heffingen

Paragraaf G: Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf G: Lokale heffingen


De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding van de opbrengst gebonden is (bestemmingsheffingen) en heffingen waarvan de besteding van de opbrengst vrij is. Ongebonden lokale heffingen zoals de OZB en de hondenbelasting rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij inhoudelijk niet aan begrotingsprogramma’s zijn gerelateerd en de opbrengst vrij kan worden besteed. Gebonden heffingen zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing, rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor het komende jaar vast.

Het gemeentelijke belastinggebied is wettelijk begrensd. De regelingen, waarin is bepaald welke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Zo mag bijvoorbeeld het bedrag van een gemeentelijke heffing niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van de belastingplichtige en is het niet toegestaan om met rechten winst te maken.

Onder belastingen verstaan wij gedwongen bijdragen van burgers, bedrijven, verenigingen en dergelijke aan de overheid. Er hoeft geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover te staan. Met de opbrengst van belastingen worden algemene voorzieningen in stand gehouden, ze vormen een algemeen dekkingsmiddel. Uitzondering hierop is de reclamebelasting. Deze opbrengst wordt gestort in een Ondernemersfonds. Hieruit kunnen ondernemers extra activiteiten organiseren. Vanwege het feit dat bij de belastingen de relatie tussen opbrengst en kosten ontbreekt kan daarom geen dekkingspercentage worden aangegeven. De belastingen die in 2024 in Veenendaal werden geheven, zijn:

•    onroerendezaakbelastingen (OZB);
•    afvalstoffenheffing;
•    hondenbelasting;
•    parkeerbelasting;
•    precariobelasting;
•    reclamebelasting;
•    BIZ Heffing;
•    rioolheffingen;
•    begrafenisrechten;
•    toeristenbelasting.

Aparte vermelding verdient hierbij de afvalstoffenheffing. Deze werd geheven op basis van een bijzondere wet: de Wet milieubeheer. Tegenover deze heffing staat wel een direct aanwijsbare tegenprestatie (het ophalen van huisvuil), maar toch heeft de afvalstoffenheffing het karakter van een belasting omdat de bereidwilligheid om gebruik te maken van deze dienstverlening niet bepalend is voor de belastingplicht. Ook degene die geen gebruik wil maken van deze dienstverlening ontvangt een aanslag. Door de direct aanwijsbare tegenprestatie kan wel een relatie met de kosten worden gelegd en is het mogelijk een dekkingspercentage te berekenen. In onze gemeente bedraagt het percentage 100%.

Rechten en leges
Rechten kunnen worden gedefinieerd als ‘betalingen die door de overheid krachtens algemene regelingen (i.c. verordeningen) worden gevorderd ter zake van een concrete door de overheid in haar functie als zodanig bewezen dienst’. Kort gezegd betekent deze definitie dat de overheid tegenover de betaling van de particulier een individuele prestatie stelt. Voor rechten geldt dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden verhaald. 

Leges zijn vergoedingen voor diverse administratieve en andersoortige diensten door of vanwege het gemeentebestuur verstrekt. Kernwoord hier is dienstverlening. Leges vertonen qua definitie grote overeenkomsten met rechten. Hier geldt dan ook dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden doorberekend. 
De voornaamste rechten en leges die in 2023 in onze gemeente zijn geheven, zijn: 
•    lijkbezorgingrechten;
•    leges omgevingsvergunning (voorheen bouwleges);
•    leges publiekszaken (bijv. uittreksels, paspoorten).

Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten bij de begroting 2024 waren: 

1.1    Indexatie 2024
Bij de begrotingsbehandeling in november 2023 is besloten de gemeentelijke heffingen voor 2024 trendmatig met 3,1% te verhogen. De tarieven voor de afvalstoffenheffing, rioolrechten, leges en kosten van lijkbezorging zijn daarvan uitgezonderd. Hiervoor geldt als uitgangspunt een maximale kostendekkendheid van 100%. 

1.2    Onroerende zaakbelastingen (OZB)
Ons bestendig beleid is dat mutaties als gevolg van een hertaxatie van de waarde van de onroerende zaken geen gevolgen mag hebben voor de belastingopbrengsten en wordt verdisconteerd in tariefsberekeningen (sinds invoering van de Wet WOZ in 1995). 

1.3    Rioolheffingen
Bestendig beleid is een kostendekkende rioolheffing waarvan 50% van de kosten wordt verhaald via het aansluitrecht en 50% via het afvoerrecht.  In 2024 is voor de kadernota en onderzocht of wel alle relevante kosten aan de rioolheffing worden toegerekend. Daaruit bleek dat meer kosten toegerekend zouden moeten worden hetgeen in de begroting 2025 zijn beslag heeft gekregen.

1.4    Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt van het huidige beleid is erop gericht 100% van de inzamelings- en verwerkingskosten van het afval in de tarieven te verdisconteren. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Veenendaal overgegaan op Diftar op basis van volume-frequentie. In december 2019 heeft de raad besloten tot invoering van GF+E inzameling voor de hoogbouw in Veenendaal. In november 2020 is besloten tot optimalisatie aanbiedvoorwaarden afvalbrengstation.

1.5    Hondenbelasting
Voor de hondenbelasting is voor 2024 geen sprake van verandering van het beleid.

1.6    Leges
De leges worden in verschillende delen gepresenteerd. De bouwleges zijn afzonderlijk in de begroting 2024 opgenomen. Behoudens geringe inhoudelijke wijzigingen is er bij de leges geen sprake van gewijzigd beleid. 

1.7    Precariobelasting 
Sinds 2022 wordt er nog precariobelasting geheven voor het hebben of plaatsen van eigendommen in de openbare ruimte zoals bijvoorbeeld terrassen en sandwichborden voor reclame-uitingen. Er is in 2024 geen sprake van een beleidswijziging. Wel is in de derde bestuursrapportage van 2024 besloten om de precariobelastingen voor terrassen, de standplaatshouders en de supermarkten die winkelwagentjes hebben buitenstaan over de jaren 2020 tot en met 2022 niet op te leggen.

1.8    Reclamebelasting
Reclamebelasting is een belasting op openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg, bijvoorbeeld logo's, stickers, gevelreclame, lichtbakken en uithangborden. Ondernemers in de binnenstad en op alle bedrijventerreinen in Veenendaal betalen reclameheffing aan de gemeente. De opbrengst wordt naar rato verdeeld over de coöperatieve verenigingen Bedrijventerreinen en het Platform Binnenstadsmanagement. Kwijtschelding voor reclamebelasting is niet mogelijk. 

1.9    Bedrijven Investeringszone Winkelstad Veenendaal
In mei 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de invoering van een Bedrijven Investerings Zone (BIZ) Winkelstad Veenendaal. In 2022 is er een uitbreiding van het zogenoemde Kernwinkelgebied doorgevoerd. De BIZ beoogt gezamenlijke investeringen ter verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsomgeving te financieren. De BIZ is een bestemmingsheffing die eigenaren en gebruikers betalen. Onder verrekening van de perceptiekosten wordt de bate uitbetaald aan een stichting. Er is sprake van tariefdifferentiatie (zie 2.5). 

1.10    Toeristenbelasting
Niet-inwoners van de gemeente, die overnachten én betalen voor die overnachting, betalen in Veenendaal toeristenbelasting. De doelstelling is dat de kosten van bepaalde voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de gemeente wonen.

1.11    Parkeerbelasting
Op basis van artikel 225 Gemeentewet kunnen gemeenten in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen heffen. Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden twee belastingen geheven:
•    De parkeerbelasting voor een plek en een bepaalde tijdsperiode, waarvoor parkeerautomaten zijn geplaatst.
•    De parkeerbelasting voor een door de gemeente verstrekte parkeervergunning.
Hiermee kunnen gemeenten op een efficiënte en financieel verantwoorde wijze hun parkeerbeleid realiseren. Er is daarmee een link naar de financiering van het parkeerbeleid maar de opbrengst valt in de algemene middelen

Ontwikkelingen 2024
Met betrekking tot de beleidsuitgangspunten inzake de lokale heffingen zijn de voornemens zoals opgenomen in de begroting allemaal uitgevoerd. Daarnaast zijn gedurende 2024 de volgende wijzigingen en noemenswaardige zaken aan de orde geweest:

  • In 2024 is hard gewerkt aan de overdracht van de heffing en inning van belastingen naar GBLT vanaf 1 januari 2025.  Voor een toelichting op deze overdracht aan GBLT wordt verwezen naar “Paragraaf D. Bedrijfsvoering”.
  • Alle onroerende zaken in Veenendaal zijn in 2023 ten behoeve van het belastingjaar 2024 opnieuw gewaardeerd naar de peildatum 1 januari 2023. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde (peildatum 1 januari 2022) is de waarde van woningen met gemiddeld 4,9% gestegen en de waarde van niet-woningen met 2,7%. Deze waardeontwikkeling zijn in de tarieven van 2024 verdisconteerd.    
  • Gedurende 2024 heeft de hertaxatie naar waardepeildatum 1 januari 2024 plaatsgevonden ten behoeve van de aanslagoplegging 2025. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde 2023 (peildatum 1 januari 2023) zijn de waarden van de woningen met gemiddeld 1,8% gestegen en de waarde van de niet-woningen met gemiddeld plus 3,15%. Deze waardeontwikkeling is in de tarieven van 2025 verdisconteerd en door de gemeenteraad vastgesteld in december 2024.
  • Zoals bovenstaand gemeld heeft de Hoge Raad de verordening voor de precarioheffing op kabels en leidingen ongeldig verklaard. Daarom is sinds 2020 geen aanslag precarioheffing op kabels en leidingen meer opgelegd. 
  • De parkeertarieven zijn in 2024 trendmatig verhoogd. 

Overzicht inkomsten lokale heffingen

Overzicht inkomsten lokale heffingen
Rekening 2022 Rekening 2023 Begroting 2024 Rekening 2024
Onroerendezaakbelasting 14.646 15.398 16.463 16.141
Afvalstoffenheffing 8.583 8.875 8.808 9.054
Rioolheffingen 3.549 3.868 3.609 3.970
Precariobelasting 95 100 105 -68
Parkeergelden 2.066 2.462 2.612 2.241
Leges omgevings-vergunning 1.718 1.509 1.679 2.068
Reclamebelasting 526 554 608 562
Hondenbelasting 417 435 441 453
Toeristenbelasting 107 84 113 143
BIZ Winkelstad 138 313 282 313
Begrafenisrehten 460 741 690 643

De opbrengst afvalstoffenheffing 2024 is inclusief de opbrengst van het aantal ledigingen (variabel tarief). Het variabele tarief wordt pas na afloop van het belastingjaar opgelegd. De aanslagen precariobelasting netwerkbeheerders worden vanaf 2020 niet meer opgelegd als gevolg van de uitspraak Stedin. De toeristenbelasting 2024 wordt in de eerste helft van 2025 opgelegd. 

Overzicht belangrijkste tarieven
Soort heffing Tarief 2021 Tarief 2022 Tarief 2023 Tarief 2024
OZB
Gebruikersbelasting:
Niet-woning 0,1995% 0,2005% 0,2068% 2,1320%
Eigenarenbelasting:
Woning 0,0992% 0,0915% 0,0786% 0,0770%
Niet-woning 0,2497% 0,2509% 0,2587% 0,2667%
Afvalstoffenheffing
Basistarief 223,56 245,00 250,00 250,00
Per aanbieding 240 liter 8,49 8,61 9,11 9,11
Per aanbieding 140 liter 4,99 5,07 5,36 5,36
Hoogbouw
Storting 30 liter (miv 2020 excl. korting GFE 20%) 1,07 1,09 1,15 1,15
Storting 60 liter (miv 2020 excl. korting GFE 20%) 2,14 2,17 2,30 2,30
Hondenbelasting
Tarief 1e hond 90,72 92,04 97,32 100,32
Tarief 2e hond 132,48 134,52 142,32 146,76
Tarief kennel 234,36 237,84 251,64 259,44
Rioolheffing
Aansluitrecht woning eigenaar 63,34 64,32 68,04 70,20
Afvoerrecht woning gebruiker 31,67 32,16 34,08 35,16
Afvoerrecht niet-woning gebruiker 316,68 321,48 340,08 350,64

Vergelijking woonlasten met andere gemeenten
Hierbij informeren wij u over de verschillende gemeentelijke belastingen en heffingen in onze gemeente in 2024 ten opzichte van andere gemeenten. Daarvoor gebruiken wij het brondocument van Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)

Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)
Jaarlijks brengt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) een atlas uit waarin de lokale lasten van de belastingen van gemeenten, provincies en waterschappen zijn opgenomen. Deze publicatie wordt gedurende het lopende jaar geactualiseerd. Deze geactualiseerde cijfers zijn in onderstaande tabel opgenomen en betreffen ca. 350 gemeenten. De woonlasten die Coelo vergelijkt, bestaan uit OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze zijn gebaseerd op een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en een meerpersoonshuishouden; na aftrek van eventuele heffingskorting. 

Gemeente Veenendaal had in 2024 een woonlast van € 779,- euro op basis van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning  en staat daarmee landelijk op de 10e plaats. Om u een beeld te geven van deze plaats in relatie tot andere gemeenten hebben wij onderstaande tabel met de top tien met de laagste woonlasten in 2024 opgenomen:

Ter vergelijking: in de gemeente met de hoogste woonlasten bedragen de lasten voor een meerpersoonshuishouden € 1.736,-. Het landelijke gemiddelde bedroeg in 2024 € 994,-. Voor een uitgebreide woonlastenvergelijking verwijzen wij naar www.coelo.nl

Kengetallen gemeentelijke belastingcapaciteit
Voor de gemeentelijke belastingcapaciteit is het verplicht een kengetal op te nemen in de begroting en jaarrekening. Dit kengetal is in 2024 uitgekomen op 85%. De berekening hiervan treft u hieronder.

Laagste gemeentelijke woonlasten
Gemeente Woonlasten 2024
1 Rijssen-Holten 675
2 Aalten 679
3 Ameland 686
4 Capelle a/d IJssel 740
5 Nijkerk 746
6 Putten 753
7 Steenwijkerland 759
8 Tilburg 759
9 Gilze en Rijen 763
10 Veenendaal 779

Kostendekking gemeentelijke heffingen
Voor onderstaande leges en rechten geldt, op basis van artikel 229b van de Gemeentewet, dat de geraamde baten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten, met andere woorden: de tarieven mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De werkelijke realisatie van de kostendekkendheid wordt afgezet tegen de begrote realisatie van de primaire begroting.

•    Afvalstoffenheffing
•    Rioolheffingen
•    Leges
•    Lijkbezorgingsrechten

Afvalstoffenheffing
Onderdeel Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing
Begroting 2024 Realisatie 2024
Kosten taakveld(en), incl (omslag)rente -8.320.052 -7.300.651
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen 1.000.437 1.091.246
Onttrekking reserve t/m 2022 812.301 -940.564
Netto kosten taakveld -6.507.314 -7.149.969
Toe te rekenen kosten
Kwijtschelding -550.000 -481.256
Overhead incl. (omslag)rente -136.890 -185.138
BTW -1.614.187 -1.689.891
Totale kosten -8.808.391 -9.506.254
Opbrengst Heffingen 8.808.391 9.054.152
Dekkingspercentage 100% 95%
Rioolheffingen
Onderdeel Rioolheffing Rioolheffing
Begroting 2024 Realisatie 2024
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -3.574.932 -3.034.519
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen 23.590 218.483
Netto kosten taakveld -3.551.342 -2.816.036
Toe te rekenen kosten
Kwijtschelding -50.000 -52.240
Formatieve inzet incl. Overhead -520.894 -766.098
Dotatie aan de voorziening 688.444 -68.994
BTW -401.853 -326.283
Totale kosten -3.835.645 -4.029.651
Opbrengst heffingen 3.609.788 3.970.199
Dekkingspercentage 94% 99%
Lijkbezorgingsrechten
Onderdeel Lijkbezorgings-rechten Lijkbezorgings-rechten
Begroting 2024 Realisatie 2024
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -609.279 -737.310
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen - -
Netto kosten taakveld -609.279 -737.310
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente -178.830 -75.930
Storting onderhoudsvoorziening - -
BTW
Totale kosten -788.109 -813.240
Opbrengst heffingen 689.923 642.794
Dekkingspercentage 88% 79%

Leges

Leges
Leges Begroting 2024 Leges Realisatie 2024
Onderdeel Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -991.547 -1.618.362 -149.732 -1.768.232 -2.213.166 -59.564
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen - - - - - -
Netto kosten taakveld -991.547 -1.618.362 -149.732 -1.768.232 -2.213.166 -59.564
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente -287.653 -546.557 -60.566 -556.825 -853.016 -17.267
BTW - - -
Totale kosten -1.279.200 -2.164.919 -210.298 -2.325.057 -3.066.182 -76.831
Opbrengst heffingen 896.059 1.797.826 37.641 1.370.241 2.148.429 45.032
Dekkingspercentage 70% 83% 18% 59% 70% 59%
Titel 1 betreft voornamelijk Reisdocumenten, burgerlijke stand, rijbewijzen. Tot titel 2 behoren de omgevingsvergunningen. In titel 3 vallen leges horeca en evenementen.

Invordering
Het invorderingsbeleid heeft betrekking op het innen van de lokale heffingen. In 2009 hebben wij hiervoor een Leidraad invordering vastgesteld. Binnen onze gemeente bestaan er momenteel drie betaalwijzen: 
•    betaling door middel van automatische incasso in 10 gelijke termijnen;
•    betaling in maximaal drie gelijke termijnen;
•    betaling in één keer.

Wanneer (een gedeelte van) de belastingaanslag niet is betaald, wordt na het verstrijken van de laatste vervaltermijn een aanmaning verstuurd aan de belastingplichtige. Wanneer ook hier niet op wordt betaald, volgt een dwangbevel. 

Belastingjaar Toetsing IB Toetsing gemeente Toekenningen geheel/gedeeltelijk Afwijzingen % toegekend Bedrag in €
2018 2.233 916 1.573 1.510 50 428.959
2019 2.271 791 1.608 1.519 53 434.088
2020 2.541 865 1.715 1.691 50 467.751
2021 1.851 827 2.582 96 96 550.238
2022 771 1.063 1.692 142 92 572.603
2023 954 511 1.328 137 91 600.898
2024 * nnb nnb nnb nnb nnb 544.402
* De aantallen en bedragen zijn per 17 februari 2024.

Kwijtschelding

Onze gemeente maakte ook in 2024 gebruik van het door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG opgerichte Inlichtingenbureau. Dit bureau toetste voor de gemeente of een inwoner voor automatische kwijtschelding in aanmerking komt. Inwoners die als gevolg van deze toets automatische kwijtschelding kregen, ontvingen geen aanslag. De gemeente toetste de kwijtscheldingsverzoeken van burgers die een aanslag ontvingen. Dit waren deels kwijtscheldingsverzoeken van burgers die reeds getoetst waren door het IB ten behoeve van automatische kwijtschelding, maar hier op basis van die toets niet voor in aanmerking kwamen. Doordat de gemeente uitgebreider toetste dan het IB (door rekening te houden met meerdere aspecten zoals hoogte van de premie ziektekosten, alimentatie, huur etc.) werd in veel gevallen alsnog kwijtschelding verleend.

In 2023 heeft de gemeenteraad de kwijtscheldingsverordening vastgesteld. In deze verordening wordt de verruiming van de vermogenstoets naar de landelijke maximaal toegestane bedragen mogelijk gemaakt. Dit veroorzaakt een hoger bedrag voor kwijtschelding. In onderstaande tabel staat het verloop van de kwijtschelding over de periode 2018 tot en met 2024.

Belastingjaar Toetsing IB Toetsing gemeente Toekenningen geheel/gedeeltelijk Afwijzingen % toegekend Bedrag in €
2018 2.233 916 1.573 1.510 50 428.959
2019 2.271 791 1.608 1.519 53 434.088
2020 2.541 865 1.715 1.691 50 467.751
2021 1.851 827 2.582 96 96 550.238
2022 771 1.063 1.692 142 92 572.603
2023 954 511 1.328 137 91 600.898
2024 * nnb nnb nnb nnb nnb 544.402
* De aantallen en bedragen zijn per 17 februari 2024.

Realisatie van de beleidsvoornemens

 

Overzicht beleidsvoornemens Jaartal
Trendmatige verhoging gemeentelijke tarieven met 3,1% 2025
Vaststelling van de Kwijtscheldingsverordening met verruimde vermogenstoets 2023
Besluit tot niet opleggen van precariobelasting over de jaren 2020 tot en met 2022. 2024
Nieuwe legesverordening als gevolg van de invoering Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging Bouwen 2024

Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

Terug naar navigatie - Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

Omschrijving (toelichting)

De Wet open overheid (Woo) kent een openbaarheidsparagraaf. Daarin is bepaald dat bestuursorganen in de jaarlijkse begroting aandacht besteden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet en in de jaarlijkse verantwoording verslag doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de beleidsvoornemens. 

Voor de passieve openbaarmaking, kon de gemeente voldoen aan alle categorieën die voor 2024 relevant waren. Het aantal actieve Woo-verzoeken stegen van 12 in 2023 naar 43 in 2024. Voor de passieve openbaarmaking wordt inmiddels gebruik gemaakt van een anonimiseringstool die zeer goed en nauwkeurig werkt en daarmee veel tijd bespaart. Deze tool kan uiteraard ook ingezet worden voor actieve openbaarmaking.

Voor de ontwikkelingen rondom het programma I-Grip wordt verwezen naar de verantwoording onder paragraaf D, onder I&A.