Programma 3: Sociale leefomgeving

Visie

Terug naar navigatie - Visie

Sociaal domein
De visie Sociaal Domein ‘De kracht van de samenleving’ geeft perspectief op het Sociaal Domein tot medio 2030. De samenhang tussen de decentrale thema’s Participatie, Wmo, Jeugd en Gemeentelijke Schulddienstverlening is in de afgelopen jaren en met het opgavegericht werken sterker geworden. Model Veenendaal 2020 en het Integraal Beleidskader Sociaal Domein 2020-2023 (IBK-SD) bieden ons inmiddels al enkele jaren een goed fundament om te werken aan de tien maatschappelijke doelen, met jaarlijks een uitvoeringsplan dat in goed overleg met onze maatschappelijk partners en de overlegorganen tot stand is gekomen. Onze uniforme toegang blijkt voor inwoners een goed adres voor ondersteuning per domein, en met een brede uitvraag waar nodig (er is geen ‘verkeerde deur’). De integrale aanpak binnen het sociaal domein draagt bij aan een beweging van zware naar lichte zorg met een laagdrempelige sociale basis. De Stichting Veens Welzijn heeft haar positie – ondanks een lastige start in de corona-periode – stevig neergezet. Deze sociale basis maakt ook de komende jaren een verdere ontwikkeling door. Verbinden en onderlinge samenwerkingen verstevigen blijft nodig en actueel. In Veenendaal kennen we een sterke sociale basis en we blijven investeren in het verder verstevigen en uitbreiden daarvan. De digitale toegang tot het sociaal domein heeft verder vorm gekregen in de doorontwikkeling van het Sociaal Startpunt Veenendaal. De geïntegreerde hulpwijzer zorgt voor een duidelijke verwijzing naar hulpvormen voor onze inwoners. De doorontwikkeling zal ook de komende jaren nog aandacht blijven vragen. 

In deze jaarstukken over het jaar 2022 leest u welke inspanningen we hebben verricht om de visie op het sociaal domein verder ten uitvoer te brengen. De inmiddels vertrouwde effectmonitor Sociaal Domein biedt voor iedereen - van bestuurder tot inwoner - inzicht in de bereikte resultaten.

Opgave sociaal domein
Binnen de opgave sociaal domein is in 2022 systematisch verder gewerkt aan de maatschappelijke doelen zoals in het Integraal Beleidskader Sociaal Domein 2020-2023 is beschreven. Dit betekende o.a. het verder ontwikkelen van het integraal dashboard sociaal domein (Werk & Inkomen, Wmo en Jeugd). Ook in 2022 is een sociaal domein brede bijeenkomst georganiseerd. Deze bijeenkomst vond voor het derde achtereenvolgende jaar plaats maar kon in 2022 voor het eerst fysiek plaatsvinden. Het thema was 18-/18+. Verder is de publiekscampagne “Zelf, maar niet alleen” voorbereid (uitrol 2023) en er is gestart met de voorbereiding van het nieuwe Integraal Beleidskader Sociaal Domein dat wordt opgesteld voor de jaren 2024-2027.  De start van dit proces eind 2022 klinkt vroeg, maar is noodzakelijk om het participatietraject goed vorm te geven. In 2023 zetten we dit proces voort met als doel om de gemeenteraad in november 2023 een nieuw IBK te kunnen laten vaststellen. 

Cultuur 
We willen voor inwoners van Veenendaal kunstzinnige en culturele activiteiten ontsluiten. Culturele activiteiten creëren op een laagdrempelige manier door ontmoeting en verbinding. Voor miljoenen mensen is het vanzelfsprekend om actief deel te nemen aan kunst- en cultuuractiviteiten; voor een even grote groep is dit niet vanzelfsprekend omdat zij drempels ervaren. Minima kunnen kampen met een financiële drempel, laaggeletterden met informatieve en digitale drempels, inwoners met een beperking ervaren vaak fysieke drempels, inwoners met een niet-westerse achtergrond vinden niet vanzelfsprekend aansluiting bij de (overwegend) westerse cultuur. Cultuur is, met de kunstuitingen daarbinnen, een krachtig instrument om in te zetten voor de samenleving: kunst en cultuur dragen bij aan zingeving, zelfvertrouwen, individuele ontplooiing en ontwikkeling, saamhorigheidsgevoel, betrokkenheid bij de samenleving, meer begrip voor elkaars waarden, normen en (culturele) achtergronden en dragen bij aan positieve geestelijke en fysieke gezondheid van de inwoners.  

Gezondheid 
In Veenendaal benaderen we gezondheid en preventie zo breed mogelijk. Met als doel gezonde inwoners die zoveel mogelijk zelf regie kunnen voeren en deelnemen aan de samenleving. Gezondheid hangt samen met psychisch welbevinden, schulden, eenzaamheid, middelengebruik, laaggeletterdheid, opgroeien, leefstijl en bewegen. Vanuit deze brede benadering is ook in 2022 in- en extern samengewerkt met verschillende partners vanuit de thema's jeugd, veiligheid, armoede, sport en welzijn. Daarbij zoeken we constant verbinding tussen het sociaal en medisch domein. We hebben in Veenendaal speciale aandacht voor gezondheidsverschillen. Veenendaal is één van de 155 gemeenten die in 2022 een overheidsstimulering ontving om verschillen terug te dringen. Inwoners met een lage opleiding overlijden gemiddeld vier jaar eerder dan inwoners met een hoge opleiding. Ook leven zij vijftien jaar minder in goed 'ervaren' gezondheid. Ook inkomen en positie op de arbeidsmarkt hebben hier invloed op. We zetten in op het terugdringen hiervan en hebben de overtuiging dat we alleen kunnen verkleinen door de samenwerking dwars door de sociale en medische onderdelen heen. 

Sport 
Met Stichting Sportservice Veenendaal en sportverenigingen zetten we meer in op het in beweging brengen van alle inwoners, jong tot oud. Onder meer door de inzet vanuit het Lokaal Sportakkoord hebben we sportverenigingen versterkt, zijn we gestart als JOGG gemeente en hebben we diverse activiteiten georganiseerd om inwoners in beweging te krijgen. Veenendaal is een sportieve gemeenten, maar ondanks de inzet en goede faciliteiten is er een grote groep inwoners die minder vaak bewegen en we zien in alle leeftijdsgroepen een toename van het percentage inwoners met overgewicht. Een andere trend is de druk op de verenigingen. We zien dat sport vaak geconsumeerd wordt en dat de bereidheid om deel te nemen in het verenigingsleven blijft dalen. Daarom is ingezet op verenigingsondersteuning en kijken we samen met de clubs naar nieuwe manieren om de accommodaties efficiënt te gebruiken. Daarnaast hebben we ook meer ingezet op samenwerking met zorg en welzijn. Er is een actieve samenwerking ontstaan vanuit het preventieakkoord.  

Onderwijs en onderwijskansen
Wij willen kinderen de beste kansen geven om zich te kunnen ontplooien en ontwikkelen, zodat hun start in het onderwijs en in de maatschappij zo optimaal mogelijk is. In de eerste jaren maakt het kind de grootste ontwikkeling door, dit is dan ook een kansrijk moment om preventief in te zetten op de taalontwikkeling. We willen kinderen die opgroeien in een minder kansrijke economische, sociale of culturele omgeving ondersteuning bieden, waardoor hun onderwijskansen worden vergroot. Ook in 2022 is vanuit het gemeentelijk onderwijskansenbeleid gelijke onderwijskansen voor kinderen met een gelijk onderwijspotentieel bevorderd. In onze visie staat het kind en zijn ontwikkeling centraal en is de ambitie dat alle doelgroepkinderen bereikt worden . Het doel is om bij deze kinderen zo mogelijk een achterstand te voorkomen of een achterstand te verkleinen indien reeds aanwezig. In 2022 is intensief samengewerkt met het onderwijs en de kinderopvang om te zorgen dat alle kinderen zo goed mogelijk voorbereid starten op de basisschool en het voortgezet onderwijs.  

Thema's

Terug naar navigatie - Thema's

De visie van het Programma Sociale Leefomgeving komt tot uiting in acht thema’s:
I.    Inkomen
II.    Sociaal domein – Participatie en re-integratie
III.    Sociaal domein – WMO
IV.    Sociaal domein – Jeugd
V.    Onderwijs en ontwikkeling
VI.    Sport
VII.    Cultuur
VIII.    Welzijn

Thema I – Inkomen

Bestandsontwikkeling
In 2022 is het bestand bijstandspartijen licht gedaald, van 1.052 naar 1.040. Ook het aantal inwoners met een IOAW- of IOAZ-uitkering is gedaald, van 35 partijen naar 28 partijen. Het bestand is gedaald met 1,8% en dat is redelijk in lijn met het landelijke beeld in de Divosa Benchmark (2,1%). De krapte op de arbeidsmarkt -zoals benoemd onder programma 2- biedt kansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Armoedebeleid/Minimaregelingen
In 2022 is de Veenendaalpas verder geïmplementeerd. Het aantal aanbieders dat is aangesloten is met 31% gestegen ten opzichte van de start van de Veenendaalpas op 1 december 2021. Vanwege prioritering van werkzaamheden ten behoeve van de energietoeslag is de toename van het aantal sportaanbieders minder groot dan verwacht. In 2023 gaan we hier extra actie op inzetten.

Het aantal inwoners dat een Veenendaalpas heeft is gestegen met 21% ten opzichte van 1 december 2021. Deze stijging heeft meerdere oorzaken. Enerzijds heeft extra promotie van de Veenendaalpas begin 2022 geleid tot meer bekendheid onder niet bijstandsgerechtigden. Anderzijds is er een koppeling tussen het aanvragen van de energietoeslag met de Veenendaalpas: indien een inwoner recht heeft op de Veenendaalpas dan heeft men automatisch ook recht op de energietoeslag. 

Schulddienstverlening en – preventie 
In 2022 is het aantal meldingen bij het Budgetloket toegenomen. In 2021 kwamen er 219 meldingen binnen en in 2022 in totaal 232 meldingen, een stijging van 6%. Van het totale aantal meldingen is 17% het directe gevolg van vroegsignalering. Met vroegsignalering ontvangt de gemeente signalen van betalingsachterstanden bij huur, gas, water, licht en zorgpremie. Hiermee kunnen schuldensituaties in een zo vroeg mogelijk stadium worden aangepakt, zodoende worden duurdere trajecten voorkomen. Een melding bij het Budgetloket leidt -afhankelijk van de hulpvraag- tot stabilisatie van een crisissituatie, de aanpak van de schulden of het beheren van het budget. 

Het Budgetloket begon op 1 januari 2022 met 278 dossiers. Als gevolg van onrust over sterk stijgende energielasten steeg het aantal meldingen sterk. Na de uitbetaling van de energietoeslag daalde de onrust. Het aantal dossiers was in de tweede helft van het jaar weer vergelijkbaar met 1 januari 2022 (285). Landelijk wordt een jaarlijkse stijging van 12% verwacht. Het lokale beeld is hiermee niet in overeenstemming. Wij onderzoeken waar dit mee samenhangt.

Bijzondere bijstand / individuele inkomenstoeslag
De uitgaven voor bijzondere bijstand zijn met 2% gedaald ten opzichte van 2021. Opvallend is dat het aantal inwoners dat bijzondere bijstand ontvangt voor bewindvoering in 2022 met 10% is gedaald. Een verklaring van deze daling is een betere samenwerking van het Budgetloket met interne en externe partners. Zodoende wordt het Budgetloket steeds vaker betrokken bij de keuze om al dan niet bewindvoering in te zetten.

Het aantal inwoners dat individuele inkomenstoeslag ontvangt, en dus langdurig in de armoede zit, is met ongeveer 7% gedaald. 

Studietoeslag
De individuele studietoeslag is door een wetswijziging op 1 april 2022 gewijzigd in de studietoeslag. De belangrijkste wijzigingen: 

  • Vanaf 15 jaar kun je een beroep doen op de studietoeslag, dit was 18 jaar;
  • De toeslag is geen bijstand meer. Hierdoor is er geen vermogensgrens meer van toepassing en kan de regeling met terugwerkende kracht worden verleend;
  • De studietoeslag is landelijk genormeerd. Gemeenten mogen in hun beleid de toeslag hoger bepalen, maar niet lager;
  • De studietoeslag wordt verstrekt zolang er recht bestaat en hoeft dus niet periodiek te worden aangevraagd.

De regeling is bedoeld om studenten die door een arbeidsbeperking niet kunnen werken naast hun studie financieel te ondersteunen. Vooruitlopend op de wetswijziging zijn de normbedragen van de regeling al op 1 januari 2022 gelijk gesteld aan de landelijke normbedragen. Het gebruik van de regeling neemt toe: van 14 studietoeslagen in 2021 naar 18 studietoeslagen in 2022. 

Energiearmoede
Medio 2022 heeft het Rijk een energietoeslag in het leven geroepen om huishoudens met een laag inkomen deels te compenseren voor de gestegen energieprijzen. Voor deze eenmalige energietoeslag is de Participatiewet tijdelijk gewijzigd. Het wetsvoorstel eenmalige energietoeslag is 12 juli 2022 door de Eerste Kamer aangenomen. Het richtbedrag van de energietoeslag van € 800,- is op 5 juli 2022 door het Rijk verhoogd naar € 1.300,-. 

De gemeente heeft de beleidsvrijheid om te bepalen hoe zij de energietoeslag precies vormgeeft. Om meer huishoudens te compenseren voor de gestegen energieprijzen heeft het college in september 2022 besloten de inkomensgrens te verhogen van 120% naar 150% van de toepasselijke bijstandsnorm. Door intensieve communicatie en goede samenwerking met onze maatschappelijke partners hebben we ongeveer 95% van de huishoudens met een inkomen tot 120% van het wettelijk minimum bereikt. De doelgroep met een inkomen tussen 120% en 150% van het wettelijk minimum is moeilijker te bereiken, hier ligt het bereik op ongeveer 40%.

Naast de energietoeslag ondersteunen we inwoners op diverse manieren om zuiniger met energie om te gaan en om hun huis energiezuiniger te maken, zodat zij de energierekening kunnen blijven betalen. Hieronder een overzicht van verschillende activiteiten: 
•    Inzet van energiecoaches en energievrijwilligers bij het Trefpunt en Veenvesters. Hier wordt in 2023 een fixbrigade aan gekoppeld voor ondersteuning bij het uitvoeren van kleine energiebesparende aanpassingen in huis;
•    Periodiek rijdt er een energiecaravan door de wijken waar inwoners terecht kunnen met vragen over het verduurzamen van de woning;
•    De ‘Veense isolatie-actie’: woningeigenaren worden ontzorgd bij het isoleren van de woning;
•    Verstevigen van de samenwerking tussen de energievrijwilligers en de vrijwilligers van SchuldHulpMaatje.

Daarnaast onderzoeken we aanvullende mogelijkheden om huishoudens te ondersteunen in het meer energiezuinig maken van hun huis en het bekostigen van de energielasten. Hierbij leren we van successen binnen andere gemeenten. Verder onderzoeken we de mogelijkheden om leenbijstand te verstrekken voor energiebesparende maatregelen. 

Leefgeldregeling en arbeidsparticipatie Oekraïners
In 2022 is de Regeling opvang ontheemden Oekraïne op grond van de Wet verplaatsing bevolking in werking getreden. Op basis van deze Regeling heeft iedere ontheemde uit Oekraïne en die in een gastgezin of gemeentelijke opvanglocatie verblijft recht op leefgeld. In aanloop naar een vaste regeling werden in de eerste maanden (april en mei) supermarktbonnen uitgedeeld voor de eerste levensbehoeften. Sinds april ontvangt iedere ontheemde een moneycard waarop maandelijks het leefgeld wordt gestort. Het leefgeld wordt beëindigd zodra de ontheemde aan het werk gaat. Uit een evaluatie blijkt dat er 41 ontheemden aan het werk zijn gegaan. Dit is vergelijkbaar met het landelijke beeld. 

Thema II – Sociaal domein – Participatie en re-integratie

IW4
Eind 2018 zijn door de gemeenteraden van Veenendaal, Rhenen en Renswoude besluiten genomen over de financiering van de WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) en de toekomst van IW4. Dit besluit is door het bestuur van de GR (Gemeenschappelijke Regeling) aangemerkt als strategische visie van de GR IW4. Ook is de governance van de gemeenten via de Gemeenschappelijke Regeling op de NV (Naamloze Vennootschap) versterkt. Mede op basis van de strategische visie heeft de NV een transitieplan 2019-2021 opgesteld. In deze periode werkte IW4 toe naar een toekomstbestendige organisatie (inclusief toekomstbestendige huisvesting). Het transitieplan is in 2022 geëvalueerd en extern getoetst door een onderzoeksbureau. Voor de raad is in het vierde kwartaal een voorlichtingsavond georganiseerd door het bestuur van de GR en IW4.

Om te komen tot een toekomstbestendige financiering van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en goed te zorgen voor de bestaande WSW-dienstverbanden, is eind 2022 aan de raad voorgesteld om een nieuw financieringsmodel vast te stellen. In dit model wordt de rijksbijdrage WSW in zijn geheel aan de Gemeenschappelijke Regeling IW4 beschikbaar gesteld. Een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage voor de WSW is niet meer nodig en komt te vervallen (per 1 januari 2023). Dit is mogelijk door de stijging van de rijkssubsidie per WSW-geïndiceerde, de daling van het aantal WSW-ers en de afronding van de transitieperiode. Verder is aan de raad voorgesteld om de bestemmingsreserve WSW op te heffen.

De bouw van het nieuwbouwpand gaat voorspoedig en IW4 verwacht in het begin van het tweede kwartaal 2023 te verhuizen naar het nieuwe pand. Waar in januari 2021 rekening was gehouden met bouwkosten van de nieuwe huisvesting van maximaal 10 miljoen euro, bleek uit de aanbesteding dat dit door gestegen grondstofprijzen niet meer haalbaar was. Daartoe is destijds het bouwbudget verruimd. 

Breed offensief
Het breed offensief is een brede agenda om de arbeidsmarktkansen voor mensen met een arbeidsbeperking te vergroten. Voorstellen om de wet- en regelgeving aan te passen en de uitvoering te verbeteren maken onderdeel uit van dit offensief. Dit leidt tot wetswijzigingen in de Participatiewet, SUWI, Wajong, Wet banenafspraak en de Wet Taaleis. Deze wetswijzigingen werden voorzien per 1 januari 2022. In voorliggende jaren zijn een aantal onderdelen uit het oorspronkelijke wetsvoorstel gehaald en via andere wetgevingstrajecten al in werking getreden. Het wetsontwerp Breed Offensief is meerdere keren uitgesteld en uiteindelijk eind 2022 aangenomen met datum inwerkingtreding 1 juli 2023. Wijzigingen in de integrale verordening en een aantal beleidsregels zullen dan ook in 2023 plaats vinden. Voor twee wijzigingen kent de wet een eerdere datum inwerkingtreding: de extra inkomstenvrijlating voor werknemers met een doelgroepindicatie en aanvullende bijstand, en de wijziging van de minimumleeftijd voor de kostendelersnorm van 21 naar 27 jaar zijn al sinds 1 januari van kracht. Het Breed Offensief geeft een verdere impuls aan het doel in Veenendaal een doorlopende lijn van arbeidsparticipatie te realiseren (II.a.1).

Wet Inburgering
De Wet inburgering 2021 (Wi2021) is op 1 januari 2022 in werking getreden. Op grond van deze wet dienen inburgeraars binnen drie jaar de taal te leren (bij voorkeur op het niveau van B1), wordt er een participatieverklaringstraject en een module arbeidsmarkt en participatie aangeboden. Naast deze verplichte trajecten biedt de gemeente de cursus Eurowijzer en een module gezondheid aan. Ter ondersteuning ontvangen inburgeraars maatschappelijke begeleiding. Het regime onder de ‘oude wet’ (de Wet inburgering 2013) werd gekenmerkt door een kleinere regierol voor de gemeente. Deze groep – ongeveer 100 inburgeraars – wordt ook begeleid door de gemeente, waar mogelijk volgens de systematiek van de nieuwe wet inburgering.

Voor de uitvoering van het inburgeringstraject zijn er in 2021 en 2022 contracten gesloten met drie verschillende taalscholen, met Vluchtelingenwerk Nederland en met Furca. Tot slot is er subsidie verleend aan de Bibliotheek voor het informele aanbod. De regie over het inburgeringstraject wordt uitgevoerd door de gemeente zelf. Hiervoor is een cluster inburgering opgericht, waarin verschillende disciplines zijn ondergebracht. De regie wordt onder andere gevoerd door het voeren van een brede intake, het opstellen van een persoonlijk plan (het PIP) en het verder begeleiden van de inburgeraar.

In 2022 is de taakstelling verhoogd. Er werden in 2022 in Veenendaal, Rhenen en Renswoude ongeveer 100 mensen inburgeringsplichtig (asielmigranten, gezinsmigranten, overige migranten). De formatie is hierop tussentijds tijdelijk verhoogd. In de periode tot en met mei 2022 was er grote onduidelijkheid over de indeling in de oude en de nieuwe wet. Dit heeft geleid tot vertraging van het proces: vanaf juni 2022 kon er echt worden gestart met de uitvoering van de Wet inburgering 2021. 

Een personeelstekort bij een van de gecontracteerde taalscholen heeft als gevolg dat een wachtlijst is ontstaan. Dit heeft gevolgen voor het snel en goed leren van de taal (op ten minste B1 niveau). Dit heeft weer consequenties voor het (duurzaam) uitstromen uit de bijstand. De taalscholen hebben inmiddels besloten tot verruiming van de klassen (naar maximaal 20), en docenten in opleiding worden nu ook ingezet om taallessen te verzorgen. Vluchtelingenwerk Nederland heeft vanwege een tekort aan vrijwilligers inmiddels besloten een betaalde medewerker te werven. Hiermee hopen de contractpartijen op termijn de ontstane wachtlijsten te verkleinen. Om te voorkomen dat een groep niet meedoet in de samenleving wordt tot slot door de gemeente Veenendaal ook nog een alternatief programma ontwikkeld. 

Beschut werk
Het instrument beschut werk maakt onderdeel uit van de Participatiewet. Beschut werk is werk in een beschermde omgeving onder aangepaste omstandigheden en heeft altijd de vorm van een dienstbetrekking. Het UWV geeft hiervoor indicaties af en bepaalt of iemand hiervoor in aanmerking komt. De gemeente heeft vervolgens de opdracht om voor hen een geschikte plek te vinden. Waar deze dienstbetrekking wordt georganiseerd is een keuze van de gemeente. De gemeente streeft daarbij naar een inclusieve arbeidsmarkt. In Veenendaal krijgt dit voet aan de grond en inmiddels kennen we een aantal sociale werkbedrijven. Het merendeel van de kandidaten (18) gaat naar IW4. Verder plaatsten we ook kandidaten (7) bij meer reguliere bedrijven.

Landelijk is er een discussie over de vergoedingen die het rijk beschikbaar stelt voor begeleiding van beschut werkers. De VNG en brancheorganisatie Cedris pleiten voor een hogere landelijke begeleidingsvergoeding mede gebaseerd op ervaringscijfers van andere SW-bedrijven. Daarnaast is per 1 juli 2021 een nieuwe CAO van kracht die kostenverhogend voor IW4 werkt. IW4 geeft aan dat zij Beschut Werk niet kostendekkend kan uitvoeren. In 2022 zijn er gesprekken met IW4 gevoerd over de financiering voor beschut werkers. Momenteel wordt in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek gedaan naar de begeleidingskosten Beschut Werken en naar verwachting wordt dit onderzoek begin 2023 afgerond. Wij wachten dit onderzoek af en anticiperen hierop.

Thema III – Sociaal domein – WMO

Maatwerkvoorzieningen

Immaterieel
In 2022 is een nieuwe werkwijze geïmplementeerd bij de Wmo consulenten. Deze nieuwe werkwijze betekent dat we langere indicaties afgeven en tussentijds evalueren. We stellen duidelijke doelen op voor de aanbieder en voeren regie op het halen van de doelen. Hierdoor verbetert de kwaliteit van de ondersteuning, kunnen we meer afschalen, waar nodig opschalen of aanvullende ondersteuning inzetten,  blijft de werkvoorraad beter onder controle en zijn de kosten lager. Door de aanstelling van twee contractmanagers waren we in staat om in 2022 alle aanbieders van Wmo Immaterieel te spreken. Deze gesprekken leverden inzicht op in het zorglandschap, in onze contracten en leidde tot betere naleving van de contracten. Met name door de twee hierboven genoemde ontwikkelingen is de taakstelling op het Wmo budget gehaald, ondanks de verdere stijging bij Schoonmaakondersteuning. 

Het aantal inwoners dat schoonmaakondersteuning ontvangt is in 2022 verder gestegen. Daardoor zijn de kosten ook verder gestegen. Binnen de kaders van de wet zijn er vrijwel geen aanvullende mogelijkheden om de kostenstijging verder te beperken. In 2025 gaat de eigen bijdrageregeling veranderen. Deze zal de groei naar verwachting wat af gaan remmen, maar we verwachten vooralsnog dat de korting op het gemeentefonds groter zal zijn dan het remmende effect van de nieuwe eigen bijdrageregeling. 

Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang 
Per 1 januari 2022 voert Veenendaal zelfstandig de toegang uit voor Beschermd Wonen. In het eerste jaar na de regiowijziging hebben we de beweging van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis al kunnen inzetten. Het aantal meldingen voor Beschermd Wonen is afgenomen. Een belangrijke reden is dat we geen meldingen meer ontvangen van cliënten (met name jongvolwassenen) uit de regio Amersfoort. Waar mogelijk zijn cliënten uitgestroomd naar een zelfstandige woonplek. We hebben Beschermd Thuis ingezet in die situaties waar geen 24/7 noodzaak tot verblijf aan de orde was. Daarbij hebben we meegedacht met passende ondersteuning voorliggend aan Beschermd Wonen. Dit heeft geresulteerd in een afname van het aantal indicaties Beschermd Wonen en een lichte groei van Beschermd Thuis indicaties. Het proces van afbouw verloopt daarmee sneller dan verwacht. Het is dan ook van belang om het komende jaar verder te investeren in goede voorwaarden om thuis te kunnen blijven wonen en in woonconcepten voorliggend aan intramurale zorg. Daarvoor is het herschikken van het budget Beschermd Wonen voor duurzame woonoplossingen van belang.

Inwoners die dakloos zijn kunnen sinds 1 januari 2022 een beroep doen op de regionale opvangvoorzieningen in Ede. In het eerste half jaar van 2022 werd de opvang in Ede gerenoveerd. Daardoor moest de regio het tijdelijk met minder plekken doen. Vanaf september is de renovatie afgerond en zijn er extra plekken gecreëerd om cliënten op te vangen. Vanuit de gemeente wordt samengewerkt met lokale partners als bemoeizorg en woningcorporatie, om zo dakloosheid te voorkomen. Waar dit toch gebeurt, wordt integraal gekeken welke ondersteuning nodig is om toe te werken naar uitstroom. Het is een regionale opgave om de opvangduur te beperken tot maximaal drie maanden. Als er nog geen vervolg voor handen is kan de indicatie onderbouwd worden verlengd.

Materieel
In 2022 is een subregionale aanbesteding hulpmiddelen uitgevoerd. Halverwege het jaar is het aanbestedingsproces voortijdig beëindigd. De opdracht is aangepast en er is een nieuw aanbestedingsproces gestart. Uiteindelijk heeft dit in december geresulteerd in een definitieve gunning aan één aanbieder. Het nieuwe contract gaat in per 1 maart 2023.  Met ingang van het nieuwe contract zullen de kosten per voorziening met ongeveer 8% stijgen. In de eerste bestuursrapportage 2023 maken we dit financieel inzichtelijk. 

Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
De Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie (GR BVO) Valleihopper coördineert de uitvoering van het vraagafhankelijk vervoer in de regio FoodValley en de Utrechtse gemeenten. In 2022 was het vervoersvolume lager dan voor corona. Het is de vraag of de vervoersvolumes weer gerealiseerd gaan worden tot het niveau van 2019 en/of dat de eerder verwachtte stijging van de Wmo-pashouders de daling zal ondervangen. Kortom, er is sprake van een nieuwe werkelijkheid. Met de regiogemeenten wordt onderzocht of en welke maatregelen er genomen moeten worden om de Valleihopper toekomstbestendig te maken.  Een mogelijk nieuwe aanbesteding wordt ook onderzocht. Bij de te nemen maatregelen wordt ook het Wmo-forum betrokken.

Daarnaast zullen er in 2023 gesprekken met de provincie Utrecht plaatsvinden over de uitvoering van het OV-vangnet in de Utrechtse gemeenten na 2023. Dit omdat het contract voor het OV-vangnet eindigt op 31 december 2023.  

Gezondheidsbeleid
In 2022 hebben we een vervolg gegeven aan de uitvoering van GIDS (Gezond in de Stad) waarbij het verkleinen van gezondheidsverschillen centraal stond. Vanuit GIDS was er aandacht voor laaggeletterdheid, gezondheidsvaardigheden in de taalgroepen, wandelgroepen vanuit de Eerstelijns Samenwerking (WSV), uitvoering van de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) voor minima en inzet van vrijwillige leefstijlcoaches. In 2022 ontvingen we de GIDS-impuls voor het laatste. Vanaf 2023 maakt de aanpak van gezondheidsverschillen deel uit van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Ook werd in 2022 uitvoering gegeven aan het Preventieakkoord, zijn we in dit kader bijvoorbeeld JOGG-gemeente geworden (Jongeren op Gezond Gewicht), gestart met preventie van middelengebruik samen met Iriszorg en is de interventie Stevig Ouderschap ingezet. Ook is een start gemaakt met de ontwikkeling van een ketenaanpak overgewicht.  De coalitie Kansrijke Start bouwde verder voort op de reeds ontwikkelde zorgpaden  voor kwetsbare zwangeren met een multi disciplinair overleg.    

De evaluatie van het gezondheidsbeleid vond eind 2022 plaats. De evaluatie laat zien dat er veel geïnvesteerd is in samenwerking met externe partners en dat dit gewaardeerd wordt. De uitkomsten uit de evaluatie worden gebruikt als basis voor nieuw gezondheidsbeleid wat in 2023 als onderdeel van het Integraal Beleidskader Sociaal Domein wordt ontwikkeld.

Thema IV - Sociaal domein – Jeugd

Ontwikkeling
Binnen de hulpvormen jeugd Zorg in natura zijn in 2022 de volgende ontwikkelingen zichtbaar geworden ten opzichte van 2021. Het totaal aantal cliënten is met 23 gering gestegen tot 1860. De kosten voor ambulante hulp zijn gestegen met € 800.000 tot een totaal van € 12.900.000, door vooral een stijging van begeleiding. De kosten op landelijk gecontracteerde zorgaanbod zijn gestegen met € 300.000 tot een totaal van € 500.000. De uitgaven op jeugdhulp in het kader van veiligheid zijn gedaald met € 500.000 tot een totaal van € 2.100.000. De uitgaven voor jeugdhulp met verblijf zijn fors gestegen met € 2.300.000 tot een totaal van € 6.900.000. We houden rekening met € 200.000 aan nakomende facturen voor 2022.
In totaal rekenen we met een kostenstijging van € 3.100.000 ten opzichte van 2021. In totaal komen we daarmee op uitgaven van € 22.700.000 op Zorg in natura. Daarbij komen nog nakomende facturen van 2016-2021 die niet eerder zijn afgewikkeld, van € 445.000. Daarmee komen we op € 23.100.000 uit in totaal voor Zorg in Natura. De kosten PGB zijn met € 100.000 afgenomen tot € 328.000.

De kostenstijging Zorg in natura is te verklaren door:
-een tariefsverhoging van € 570.000 ten opzichte van 2021 als gevolg van 1,99% loon- en prijscompensatie
-de woonplaatsbeginselwijziging heeft geleid tot een stijging van € 240.000 als gevolg van zwaardere instroom dan uitstroom
-Een sterke stijging van aantallen op residentiele casuistiek: Er is over 81 clienten gedeclareerd ten opzichte van 50 in 2021. Dit betekent op maandbasis een verdubbeling. Deze stijging is moeilijk te verklaren en uitzonderlijk ten opzichte van eerdere jaren. We gaan uit van een incidentele situatie. De cliënten zijn voornamelijk 17 jaar en ouder. 
-Een stijging van ambulante begeleiding door hoger aantal clienten en hogere intensiteit.

Samenwerking 
Ook in 2022 stond de versterking van samenwerking in het belang van de jeugdige met de kinderopvang, het onderwijsveld, de samenwerkingsverbanden passend onderwijs, welzijn, jeugdgezondheidszorg en het CJG centraal. Een terugkerend onderwerp blijft de beweging naar normaliseren; niet voor alles wat afwijkt hoeft geïndiceerde hulp ingezet te worden. Deze inzet ligt in lijn met het IBK en de uit te voeren maatregelen binnen het jeugddomein.

Veiligheidsdomein
Binnen jeugd is het veiligheidsdomein sterk in beweging. Landelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de jeugdbeschermingsketen niet goed functioneert en de kwetsbaarste kinderen niet tijdig de juiste zorg krijgen. Dit zien we regionaal en lokaal ook terug. We merken bovendien dat het steeds onaantrekkelijker wordt om in de zorg, die zich ontfermt over de veiligheid van kinderen en gezinnen, te werken en maken ons zorgen om de jeugd. 

We zien noodzaak tot verandering. Vanaf 2019 zijn landelijke pilots gestart in de regio die hebben bijgedragen aan een nieuw toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. In dit scenario staat beschreven hoe een stelsel eenvoudiger, gezinsgerichter, transparanter en lerend kan werken. Stelselwijziging is nodig omdat de samenwerking met gezinnen en o.a. de volwassenzorg en GGZ moet worden versterkt. Tegelijk moeten organisaties voor jeugdbescherming meer integraal gaan werken en (grotendeels) samengaan. Er is een looptijd van 5-10 jaar uitgetrokken, waarbij de pilots allereerst gaan worden uitgebreid naar proeftuinen. Veenendaal is in het najaar 2022 gestart met de proeftuin Toekomstscenario. Sterkere samenwerking dient te leiden tot efficiëntere jeugdhulpinzet. In 2023 wordt hier verder aan gewerkt.

Uitvoering van de maatregelen 
Hiervoor verwijzen wij naar het hoofdstuk Financieel Kader.

Regionale inkoop
In 2022 is gewerkt aan verbetering van onze regionale inkoop, conform de regionale visie “Ons verhaal”. Zie hiervoor maatregel IV.a.1.  Binnen de regio heeft gemeente Veenendaal bijgedragen aan de versterking van inkoop- en contractmanagement via de programma's Veiligheid, Ambulant, Jeugdhulp&Onderwijs en Verblijf. De programma's dragen bij aan ombuiging van kosten en verbetering van kwaliteit binnen de jeugdhulpsegmenten. Met deze programma's heeft ‘de inkoopstrategie’ een doorlopend karakter waar projectmatig aan gewerkt wordt, en waar doorlopend implementatie op plaatsvindt. De ontwikkelingen binnen de Hervormingsagenda en eventuele landelijke wijzigingen binnen de Jeugdwet worden gevolgd, zodat onze lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen op elkaar aansluiten.

Wijziging woonplaatsbeginsel jeugdhulp
Door een wijziging in de Jeugdwet wordt, in plaats van de woonplaats van gezag dragende ouder(s), de plaats waar de jeugdige zelf woont bepalend voor de bekostiging van jeugdhulp. Uitzondering hierop geldt voor jeugdigen met een voogdijregeling (er is dan geen sprake meer van ouderlijk gezag) en verlengde jeugdhulp (18+ en dus meerderjarig). In die gevallen blijft de gemeente van herkomst van de jeugdige verantwoordelijk voor de kosten jeugdhulp en niet langer de feitelijke woonplaats van de jeugdige. Dit laatste betreft veelal verblijfskosten en dat is een relatief dure vorm van jeugdhulp. De wetswijziging heeft voor Veenendaal tot hogere verblijfskosten tot effect gehad door relatief duurdere instroom dan uitstroom.

Prenatale Huisbezoeken en vaccinatie Meningokokken
Tot en met 2021 kocht de gemeente de prenatale huisbezoeken in via de maatwerkovereenkomst met de GGD. Gemeenten kregen per 1 juli 2022 een wettelijke verantwoordelijkheid om prenatale huisbezoeken voor gezinnen die in een kwetsbare situatie zitten uit te laten voeren door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Voor de uitvoering van deze taak heeft het Rijk het structureel beschikbare budget in het gemeentefonds gestort (niet geoormerkt). Inhoudelijk betekende dit voor Veenendaal continuering van de huisbezoeken. Daarnaast heeft het RIVM financiering van de vaccinatie Meningokokken ACWY (MenACWY) overgedragen naar gemeenten. Omdat deze taken onderdeel zijn geworden van de basistaken van de GGD is de verantwoording via het algemene GGD-brede jaarverslag gaan lopen en niet meer via de maatwerkrapportages.

Thema V - Onderwijs en ontwikkeling

Lokale Educatieve Agenda (LEA)/lokaal onderwijsbeleid 
De Lokale Educatieve Agenda (hierna LEA) is een wettelijke overlegvorm om het lokaal onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven.  Op basis van de ingezette koers ten aanzien van gelijkwaardigheid en gemeenschappelijkheid van alle partners die deelnemen aan de LEA, is het LEA in april en september 2022 voorbereid door vertegenwoordigers namens het onderwijs  en de Kinderopvangorganisaties die verenigd zijn in een Platform kinderopvang. In het LEA zijn de wettelijke onderdelen  zoals het Onderwijskansenbeleid en het Huisvestingsprogramma besproken. I Tevens zijn de in de Beleidsagenda 2021-2025 opgenomen thema’s, tekort aan leraren/medewerkers/onderwijsgevende i, Wetenschap,  Techniek en Digitalisering en  Doorlopende leer en ontwikkellijn, besproken. In 2022 is er conform de IKC visie gewerkt aan de ontwikkeling van Integrale Kindcentra en om die vanuit de inhoud goed vorm te geven. De beweging die wij ook in 2022 vooral vanuit de scholen hebben laten komen. Voor het IKC speciaal onderwijs/speciaal basisonderwijs/primair onderwijs en het IKC Ronde Erf nemen we deel om ook de verbinding met het gemeentelijk beleid tot stand te brengen. Tot en met 2022 namen wij deel aan de VNG Kopgroep Wethouders voor Kindcentra vanwege de vraagstukken in de ontwikkeling van Kindcentra. 

Begin 2022 is de ontwikkelde lessenserie die  leerlingen bewust maakt van de gevaren op internet afgerond.  Het gelijk uitgevoerde onderzoek van de Universiteit Twente laat zien dat na de lessenserie kinderen meer stil staan bij de gevaren en er naar handelen. Met Hackshield is de afspraak gemaakt dat zij de lessenserie verder gaan verspreiden in Nederland. Alle scholen ontvangen namens de gemeente in 2023 zowel het lesprogramma als het kwartetspel. In 2022 is het plan van aanpak voor de inzet van de middelen NPO (Nationaal Programma onderwijs)  vastgesteld en de implementatie gestart. De middelen die het rijk beschikbaar heeft gesteld dienen ter ondersteuning van de kinderen die door corona achterstanden hebben opgelopen op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak. 

In 2022 is samen met het onderwijs gezorgd voor het inrichten van klassen voor het onderwijs aan Oekraïense kinderen, De Pimpelmees die we voorlopig hebben kunnen huisvesten op de locatie van de Dr. Steenblokschool.  Er is met betrekking tot de instroom voor gekozen om aan te sluiten bij de systematiek die we hanteren voor alle nieuwkomers die naar school moeten. Dat betekent dat de kinderen in leeftijd 4 en 5 jaar instromen in het regulier onderwijs en vanaf de leeftijd van groep 3 instromen in de aparte klas. Deze klas wordt namens de schoolbesturen uitgevoerd door Wereldkidz. Leerlingen in de voortgezet onderwijs leeftijd stromen in de regionaal ingerichte Internationale Schakelklas (ISK) in Wageningen of in Ede/Bennekom. We zien door de verhoogde instroom van zowel statushouders, Oekraïense kinderen en de asielzoekerskinderen dat het steeds meer gaat knellen in het onderwijs door het te kort aan leerkrachten. Inmiddels hebben de ISK's een wachtlijst moeten instellen. Om de problemen waar zowel de gemeente als het onderwijs me te maken hebben aan te kaarten is er vanuit de gemeenten in de regio Foodvalley en de nieuwkomersscholen gezamenlijk een brandbrief opgesteld en verzonden naar de minister. 

Het in 2021 opgerichte crisisoverleg LEA (opgericht vanwege de sluiting van het onderwijs en de kinderopvangorganisaties) , met daarin vertegenwoordigers namens het onderwijs, CJG, leerplicht en welzijn, in verband met de corona,  is in stand gebleven. Dit, vanwege een nieuwe ontwikkeling voor een groep kinderen met een kwetsbare achtergrond, waarop snel geschakeld dient te worden. De leden zijn betrokken bij de aanpak  Oekraïense vluchtelingen. In 2022 hebben we een basisschool, De Pimpelmees, specifiek voor de Oekraïense kinderen opgestart onder de vlag van Wereldkidz in Veenendaal. De kinderen kunnen instromen vanaf 6 jaar. Als ze taalvaardig genoeg zijn kunnen de kinderen na een jaar overstappen naar het reguliere onderwijs van de keuze van ouders/verzorgers. 

Onderwijskansenbeleid 
Een wettelijke taak binnen het onderwijskansenbeleid is het zorgen voor voldoende aanbod van voor- en vroegschoolse educatie aan peuters in de leeftijd van 2,5 tot en met 4 jaar. In 2022 hebben we voldoende vve-kindplaatsen gerealiseerd. Naast deze wettelijke taak hebben de vve-specialisten op de vve-scholen aan docenten ondersteuning op maat gegeven, waarbij specifiek aandacht was voor de doorgaande ontwikkellijn. Extra aandacht is in 2022 daarnaast besteed aan ouderbetrokkenheid. Veens-Welzijn is gestart met een brede intake van ouders van kinderen met een vve-indicatie. Ouders zijn zo tijdig in beeld, wat helpt om vroegtijdig gericht ondersteuning te kunnen bieden. Het thema ouderbetrokkenheid is ook toegevoegd aan het project Boekstart in de kinderopvang dat in 2022 op een aantal locaties verder is uitgerold. 

De gemeentebrede schakelvoorziening is gecontinueerd. Een schakelvoorziening biedt extra ondersteuning voor nieuwkomers in de doorstroomfase (doorstromers) en kinderen met een taalachterstand of een vergroot risico daarop in de groepen 3 tot en met 8 van de basisschool. De eerste opvang van de nieuwkomer vindt plaats in de nieuwkomersklas, waar kinderen een jaar lang ondergedompeld worden in taalonderwijs. We hebben met de kinderopvang en het onderwijs afgesproken dat we als gemeente jaarlijks een activiteit aanbieden in het kader van professionalisering. In dat kader hebben we als gemeente een training gebarentaal georganiseerd voor alle pedagogisch medewerkers. De vve-specialisten hebben voor de leerkrachten van groep 1 en 2 een aantal studiemiddagen georganiseerd.  

Laaggeletterdheid 
In 2022 is het Taalhuis Veenendaal officieel gecertificeerd. De certificering houdt in dat tot 2026 het Taalhuis in Veenendaal de uitvoering van de aanpak laaggeletterdheid kan uitvoeren. Naast de aanpak op laaggeletterdheid is er ook meer aandacht voor de digitale vaardigheden. Zo is het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) versterkt en is de inzet hierop geïntensiveerd.  

Nationaal Programma onderwijs

Begin 2022 is er in samenwerking met onderwijs en maatschappelijke partners gewerkt aan een NPO plan van aanpak. Dit is in april 2022 vastgesteld door het college. Vervolgens is er een projectleider aangesteld die met de uitvoerende partners concrete invulling heeft gegeven aan de voorstelde activiteiten. Een aantal activiteiten, zoals een uitbreiding van het jongerenwerk, zijn in het najaar van 2022 van start gegaan. De overige activiteiten zijn verder voorbereid en starten in 2023. Ook is er vanuit NPO een onderzoek uitgevoerd naar de verbindingen tussen onderwijs, het jeugdhulpdomein en het sociale veld als het gaat om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren in Veenendaal. De conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek worden in 2023 vertaald in aanvullende NPO maatregelen.  

Passend onderwijs 
In het kader van de aansluiting Passend Onderwijs en Jeugdhulp heeft in maart, juni en november 2022 het regionale Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) plaatsgevonden. In dit overleg zijn de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs (SWV's) besproken. Over de plannen van het SWV Rijn en Gelderse Vallei en van SWV Barneveld Veenendaal is overeenstemming bereikt. Een belangrijk thema in de ondersteuningsplannen is de beweging die de SWV's en de scholen willen maken richting inclusief onderwijs. We voeren doorlopende gesprekken met het onderwijsveld over wat deze ontwikkeling betekent voor de inzet vanuit passend onderwijs en inzet vanuit jeugdhulp in de ondersteuning die we onze kinderen en jongeren willen bieden. Hierbij hebben we verkend wat we verstaan onder jeugdhulp op school en hoe we vorm kunnen geven aan vroegsignalerling en normalisering. Vanuit de regionale focusagenda zijn werkgroepen actief die invulling geven aan de regionale opdrachten. We hebben in 2022 geparticipeerd in de werkgroep doorontwikkeling model Passende Samenwerking, de werkgroep Leren van Data, de werkgroep Inzicht Onderwijszorgarrangementen en de werkgroep aanpak gespecialiseerd onderwijs. We blijven met het onderwijs het gesprek voeren over de definitie van jeugdzorg en zoeken naar de verbinding en vooral ook naar het bekend maken van de sociale basis bij onze onderwijspartners.

Openbaar onderwijs
Op 17 december 2020 heeft de raad besloten om per 1 januari 2021 de taken en bevoegdheden ten aanzien van het Rembrandt College o over te dragen aan de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Veenendaal (SOVOV). In de vastgestelde statuten zijn de taken en bevoegdheden opgenomen van de raad van toezicht en de bestuurder en op welke wijze naar de gemeente moet worden verantwoord. Alle schoolbestuurlijke middelen zijn in 2021 na de vaststelling van de gemeentelijke jaarrekening overgedragen aan het stichtingsbestuur.  Op 7 december 2022 hebben wij de  ontwerpbegroting 2023 ontvangen. Deze wordt in 2023 aangeboden aan de raad. 

Leerlingenvervoer 
Het leerlingenvervoer heeft ook begin 2022 last gehad van de coronacrisis. Hierdoor heeft de vervoerder ritten niet kunnen uitvoeren. In 2022 heeft ook onze vervoerder  te maken gehad met een te kort aan chauffeurs. Dat betekent dat een enkele keer kinderen niet op tijd zijn opgehaald van of naar school. Met de vervoerder zijn hier goede gesprekken over gevoerd. Door ontwikkelingen in het sociaal domein en specifiek in het passend onderwijs is, op basis van de model verordening van de VNG, een aanzet gemaakt voor een nieuwe verordening leerlingenvervoer voor Veenendaal. De uitgangspunten zijn in het Op Overeenstemming Gericht Overleg met de Samenwerkingsverbanden Passend onderwijs besproken. In 2023 wordt de verordening verder uitgewerkt. 

Onderwijshuisvesting
Op basis van de uitvoeringsagenda behorende bij het Integraal Huisvestingsplan 2021-2024 (IHP) zijn er in 2022  diverse projecten in voorbereiding genomen in 2022 : IKC Franse Gat (technische ontwerpfase), IKC Dragonder-Noord en IKC SO/SBO/PO (initiatiefase) en de Joh. Calvijnschool (locatie-onderzoek). In aanvulling op het IHP heeft de raad in juni 2021 besloten tot een extra locatie in Veenendaal-Oost (IKC Groenpoort). Inmiddels in duidelijk geworden dat een extra locatie (in deze grootte) niet mogelijk is. Hierover is de raad geïnformeerd. De raad heeft vervolgens gevraagd om 2 scenario's uit te werken, namelijk een kleine locatie in Groenpoort of een locatie in Dragonder-Zuid. De raad heeft hierover in maart 2023 een besluit genomen. De financiële consequenties hiervan worden betrokken bij de afweging van de Programmabegroting 2024  en meerjarenraming 2025-2027.

Thema VI – Sport

Beleidskader sport en bewegen 2020 - 2023 ‘Sport verbindt Veenendaal' en Sportakkoord 
In 2022 is door de Stichting Sportservice Veenendaal (hierna Sportservice) uitvoering gegeven aan het in 2020 vastgestelde beleidskader sport en bewegen 2020 - 2023 ‘Sport verbindt Veenendaal’ en aan het Sportakkoord Veenendaal. Daarbij is vanzelfsprekend uitvoering gegeven aan het op orde houden van de binnen- en buitensportlocaties.  

Samen met Sportservice is ook gestart aan de uitvoering van JOGG. Hiermee willen we jongeren meer bewust maken van een gezonde leefstijl. Denk daarbij aan minder suikerhoudende dranken drinken, meer bewegen en voldoende slapen. Door middel van de JOGG aanpak betrekken we alle stakeholders rondom het kind bij het verbeteren van de gezonde leefstijl. Zo zijn we in gesprek met het onderwijs om op scholen, middels de gezonde school, kinderen hiervan bewust te maken. Ook is veelal ingezet op de leefstijlinterventies om volwassenen in beweging te krijgen, zijn er stappen gezet op het BOSS beleid en is er een eerste start gemaakt aan het nieuw te ontwikkelen sportbeleidskader. Vanwege de corona maatregelen heeft Sportservice begin 2022 minder inkomsten ontvangen. Middels de SPUK IJZ (ijsbanen en zwembaden) is een derde en vierde tranche compensatie aangevraagd. Daarmee is voor de periode 2021 en 2022 door het Rijk gecompenseerd in de misgelopen kosten. 

Door de gestegen energieprijzen heeft Sportservice, met name voor het zwembad, meer kosten dan begroot. Vanuit het Rijk wordt in april 2023 een compensatie voor deze gestegen lasten verwacht. 

In lijn met de landelijke aanpak hebben we sportverenigingen in eerste instantie verwezen naar de verduurzamingsmaatregelen die ze zelf kunnen treffen en we hebben ze verwezen naar de landelijke mogelijkheden voor compensatie. In november 2022 is een uitvraag gedaan onder alle sportverenigingen en hieruit blijkt dat de sport, op dit moment, de lasten kan opvangen. Wel iser een paar verenigingen waar de energielasten exponentieel gestegen zijn, voor deze verenigingen kan de financiële situatie in 2023 onder druk komen te staan. Voor de sportverenigingen geldt dat we samen met Sportservice, vinger aan de pols houden en eventueel maatwerk kunnen bieden als sportverenigingen in financiële problemen komen. 

Regeling specifieke uitkering stimulering sport (SPUK) 
In 2019 heeft het ministerie van VWS de btw-vrijstelling voor sport verruimd. Hierdoor kan de gemeente de voorbelasting op basis van een compensatieregeling Sport compenseren. Het gaat hierbij om de investeringen in hardware en over de kosten in exploitatie en beheer. In 2022 is vanuit deze regeling € 672.018,21 verleend. Dit bedrag is lager dan de aangevraagde uitkering van € 912.735,95. Dit komt doordat het totaalbedrag van alle aanvragen hoger is dan het uitkeringsplafond. Hierdoor wordt het bedrag naar rato (73,63%) verdeeld onder de aanvragers. De huidige regeling loopt tot en met 2023. Het is op dit moment niet duidelijk of er een regeling komt voor de periode vanaf 2024.

Thema VII – Cultuur

Op 16 september 2021 heeft de raad 'Glans aan de Grift' vastgesteld. In Glans aan de Grift is voor de komende beleidsperiode 2022-2030 de visie, missie en strategie voor de Veense cultuursector geformuleerd. Tevens bevat dit document  een uitwerkingsagenda waarin de doelen voor de komende vier jaar in activiteiten staan uitgewerkt. 

De culturele basisvoorzieningen dragen allen bij aan de uitvoering van de cultuurnota. Met deze basisvoorzieningen worden afspraken gemaakt, passend bij hun kernactiviteit en expertise. In 2022 is veel gebeurd. Enkele voorbeelden ter illustratie zijn: de MAAK Academie is ontwikkeld waar gratis cursussen voor vrijwilligers en amateurkunstenaars worden gegeven, Museum Veenendaal heeft de samenwerking gezocht met kinderopvang en verzorgt workshops voor kinderen gerelateerd aan de Veense geschiedenis, School & Cultuur heeft een aparte voortgezet onderwijs webpagina gebouwd waarop docenten o.a. cultuurlessen kunnen vinden of maatwerklessen kunnen aanvragen rondom een project of themaweek, de bibliotheek heeft het cursusaanbod voor volwassenen verder uitgebreid en vernieuwd en is meer uren per week open voor ontmoeting en activiteiten. Vlow0318 heeft na jaren van corona weer volop activiteiten kunnen organiseren  zoals de Vlowronde en Jamsessies. De Muzen heeft naast het aanbieden van kunsteducatie in 2022 verder gewerkt aan de uitvoering van Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK). Het hoofddoel van CMK is de kwaliteit van het cultuuronderwijs en de educatie voor scholen door culturele aanbieders te versterken door het stimuleren van het ontstaan van duurzame en intensieve samenwerking tussen onderwijs en de culturele sector. De Muzen is penvoerder van dit programma en heeft een regiefunctie hierin. 

Thema VIII – Welzijn

Stichting Veens Welzijn
Veens Welzijn heeft in 2022 voor het tweede jaar gewerkt aan de uitvoering van de opdracht Welzijn. Aan het begin van het jaar speelden nog de coronamaatregelen. Naarmate het jaar vorderde zijn er steeds meer groepsactiviteiten opgepakt. Deze zijn ook verder uitgebreid op basis van de behoeften die er zijn binnen de samenleving. Naast de reguliere opdracht Welzijn is in het voorjaar aan Veens Welzijn de aanvullende opdracht gegeven om locatiemanagers in te zetten op de gemeentelijke opvanglocaties voor ontheemden uit Oekraïne. Tot de zomer is dit door wijkcoaches opgepakt, vanaf de zomer zijn aparte locatiemanagers aangesteld. De werkzaamheden in de wijken zijn vanaf de zomer weer volop opgepakt. Veens Welzijn is in 2022 verder gegaan met het verbreden van de contacten met lokale partners, is de samenwerking met partners nog meer aangegaan en is volop aangesloten bij gemeentelijke ontwikkelingen als het Preventieakkoord en Energiearmoede. 

In 2022 is er incidenteel extra ingezet op jongerenwerk (vooral in Franse Gat) en beleidsontwikkeling. 

Mensen met een vervoersbeperking kunnen gebruik maken van de Valleihopper en van vrijwilligersvervoer om zoveel mogelijk zelfredzaam te zijn en deel te nemen aan de samenleving.
Op dit moment wordt verkend of het huidige aanbod van vrijwilligersvervoer voldoet aan de (toekomstige)vraag en welke andere vormen van vrijwilligersvervoer ontwikkeld kunnen worden. In overleg met de Wmo-vervoersconsulenten, Veens Welzijn en het Wmo Forum wordt een plan ontwikkeld voor een toekomstbestendig vrijwilligersvervoer.

Thema I: Inkomen

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

I.d. Vroegtijdige interventies bij opvoed-, financiële, woon- en/of psychosociale gezondheidsvraagstukken, om zo problematische vraagstukken (en dus maatwerkvoorzieningen) te voorkomen (MD04, IBK BE11).

Terug naar navigatie - I.d. Vroegtijdige interventies bij opvoed-, financiële, woon- en/of psychosociale gezondheidsvraagstukken, om zo problematische vraagstukken (en dus maatwerkvoorzieningen) te voorkomen (MD04, IBK BE11).

Thema II: Sociaal domein - Participatie en re-integratie

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema III: Sociaal domein - WMO

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

III.a. In 2022 is de sturing op aanbieders vergroot (MD10, IBK BE26).

Terug naar navigatie - III.a. In 2022 is de sturing op aanbieders vergroot (MD10, IBK BE26).

III.b. Eind 2023 is een integraal dashboard sociaal domein beschikbaar, waarbij integrale monitoring tot op buurtniveau mogelijk is (MD10, IBK BE29).

Terug naar navigatie - III.b. Eind 2023 is een integraal dashboard sociaal domein beschikbaar, waarbij integrale monitoring tot op buurtniveau mogelijk is (MD10, IBK BE29).

III.c. Veenendalers wonen zo lang mogelijk thuis (MD01, IBK BE2).

Terug naar navigatie - III.c. Veenendalers wonen zo lang mogelijk thuis (MD01, IBK BE2).

III.d. Mantelzorgers blijven actief met passende ondersteuning om overbelasting te voorkomen (MD03, IBK BE8).

Terug naar navigatie - III.d. Mantelzorgers blijven actief met passende ondersteuning om overbelasting te voorkomen (MD03, IBK BE8).

III.e. In 2022 evalueren we het gezondheidsbeleid (MD04, IBK BE10).

Terug naar navigatie - III.e. In 2022 evalueren we het gezondheidsbeleid (MD04, IBK BE10).

III.f. Vroegtijdige interventies bij opvoed-, financiële, woon- en/of psychosociale gezondheidsvraagstukken, om zo problematische vraagstukken (en dus maatwerkvoorzieningen) te voorkomen (MD04, IBK BE11).

Terug naar navigatie - III.f. Vroegtijdige interventies bij opvoed-, financiële, woon- en/of psychosociale gezondheidsvraagstukken, om zo problematische vraagstukken (en dus maatwerkvoorzieningen) te voorkomen (MD04, IBK BE11).

III.h. We continueren de zorg voor personen met verward gedrag en de taken van de WvGGZ.

Terug naar navigatie - III.h. We continueren de zorg voor personen met verward gedrag en de taken van de WvGGZ.

III.i. Er zijn innovatieve ondersteuningsmogelijkheden samen met de uitvoerende partijen (MD9, IBK BE25).

Terug naar navigatie - III.i. Er zijn innovatieve ondersteuningsmogelijkheden samen met de uitvoerende partijen (MD9, IBK BE25).

III.j. Ten opzichte van 2019 is er een daling van ongeveer 10% van het aantal maatwerkvoorzieningen (MD9, IBK BE24).

Terug naar navigatie - III.j. Ten opzichte van 2019 is er een daling van ongeveer 10% van het aantal maatwerkvoorzieningen (MD9, IBK BE24).

Thema IV: Sociaal domein - Jeugd

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

IV.a. In 2022 is de sturing op aanbieders vergroot (MD10, IBK BE26).

Terug naar navigatie - IV.a. In 2022 is de sturing op aanbieders vergroot (MD10, IBK BE26).

IV.b. Jeugdigen groeien gezond en veilig op; we stimuleren en ondersteunen ouders om te zorgen voor een gezonde ontwikkeling van kinderen en een veilig opgroei- en opvoedklimaat (MD2, IBK BE5).

Terug naar navigatie - IV.b. Jeugdigen groeien gezond en veilig op; we stimuleren en ondersteunen ouders om te zorgen voor een gezonde ontwikkeling van kinderen en een veilig opgroei- en opvoedklimaat (MD2, IBK BE5).

IV.d. Ten opzichte van 2019 wordt ongeveer 10% minder ambulante jeugdhulp verleend door jeugdhulpaanbieders (MD06, IBK BE17).

Terug naar navigatie - IV.d. Ten opzichte van 2019 wordt ongeveer 10% minder ambulante jeugdhulp verleend door jeugdhulpaanbieders (MD06, IBK BE17).

IV.e. Ten opzichte van 2018 is het aantal jeugdigen in instellingsverblijf met ongeveer 10% gedaald (MD06, IBK BE18).

Terug naar navigatie - IV.e. Ten opzichte van 2018 is het aantal jeugdigen in instellingsverblijf met ongeveer 10% gedaald (MD06, IBK BE18).

IV.f. In 2023 is een integrale werkwijze sociaal domein binnen de gemeente en tussen gemeentelijke partijen en externe partijen gerealiseerd (MD08, IBK BE22).

Terug naar navigatie - IV.f. In 2023 is een integrale werkwijze sociaal domein binnen de gemeente en tussen gemeentelijke partijen en externe partijen gerealiseerd (MD08, IBK BE22).

Thema V: Onderwijs en ontwikkeling

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

V.c. Onderwijsachterstandenbeleid: er is een kwantitatief voldoende en kwalitatief goed aanbod van peuteropvang met en zonder voorschoolse educatie.

Terug naar navigatie - V.c. Onderwijsachterstandenbeleid: er is een kwantitatief voldoende en kwalitatief goed aanbod van peuteropvang met en zonder voorschoolse educatie.

V.d. Faciliteren van het aanbod van vroegschoolse educatie waardoor scholen meer elkaars kennis en expertise kunnen delen en kinderen met een ontwikkelingsachterstand (nog) beter ondersteund kunnen worden.

Terug naar navigatie - V.d. Faciliteren van het aanbod van vroegschoolse educatie waardoor scholen meer elkaars kennis en expertise kunnen delen en kinderen met een ontwikkelingsachterstand (nog) beter ondersteund kunnen worden.

V.e. Iedere jeugdige met een ondersteuningsbehoefte krijgt passende ondersteuning om onderwijs te kunnen volgen.

Terug naar navigatie - V.e. Iedere jeugdige met een ondersteuningsbehoefte krijgt passende ondersteuning om onderwijs te kunnen volgen.

V.f. Alle kinderen van 0-13 jaar kunnen in een IKC een doorlopende leer- en ontwikkellijn volgen.

Terug naar navigatie - V.f. Alle kinderen van 0-13 jaar kunnen in een IKC een doorlopende leer- en ontwikkellijn volgen.

V.g. Scholen ondersteunen bij de aanpak van coronavertragingen.

Terug naar navigatie - V.g. Scholen ondersteunen bij de aanpak van coronavertragingen.

Thema VI: Sport

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema VII: Cultuur

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema VIII: Welzijn

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

VIII.b. Versterken van de sociale basis (MD03, IBK BE9).

Terug naar navigatie - VIII.b. Versterken van de sociale basis (MD03, IBK BE9).

VIII.c. Veenendalers nemen verantwoordelijkheid voor eigen zelfredzaamheid en eigen kwetsbaarheid, passend bij de levensfase (MD1, IBK BE1).

Terug naar navigatie - VIII.c. Veenendalers nemen verantwoordelijkheid voor eigen zelfredzaamheid en eigen kwetsbaarheid, passend bij de levensfase (MD1, IBK BE1).

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

De volgende verbonden partijen leveren een bijdrage aan het realiseren van de doelen uit dit programma:

  • BVO Valleihopper;
  • Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG);
  • Stichting Veens Welzijn.
  • Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU).

Zie voor meer informatie paragraaf E Verbonden partijen.

Financiële programmarealisatie 2022 (bedragen x € 1.000,-)

Terug naar navigatie - Financiële programmarealisatie 2022 (bedragen x € 1.000,-)
Programma 3 Sociale leefomgeving
Primitief Raming 2022 Na begrotingswijziging Realisatie 2022 Saldo 2022
Lasten 101.699 116.313 114.304 2.009
Baten 28.614 35.032 34.090 -942
Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten -73.085 -81.281 -80.214 1.067
Toevoeging aan reserve 51 1.342 1.428 -86
Onttrekking aan reserve 636 1.817 2.466 649
Gerealiseerd resultaat -72.500 -80.807 -79.176 1.631

Toelichting op de financiële programmarealisatie (bedragen x € 1.000,-)

Terug naar navigatie - Toelichting op de financiële programmarealisatie (bedragen x € 1.000,-)

Ten opzichte van de in de 3e bestuursrapportage 2022 aangepaste begroting, zijn de grootste afwijkingen als volgt:

Taakveld Afwijking 2022 V/N
Arbeidsparticipatie 417 V
Geëscaleerde zorg 18- 5.107 V
Geëscaleerde zorg 18+ 141 N
Maatwerkdienstverlening 18- 5.705 N
Maatwerkdienstverlening 18+ 125 V
Maatwerk-voorzieningen (WMO) 208 V
Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 51 V
Onderwijshuisvesting 162 V
Samenkracht en burgerparticipatie 448 V
Volksgezondheid 227 N
Wijkteams 582 V
Overige verschillen 40 V
Totaal afwijkingen programma 3 1.067

Arbeidsparticipatie: voordeel € 417.000
Binnen het taakveld Arbeidsparticipatie is het resultaat ultimo 2022 € 417.000,- voordelig. Dit voordeel is vrijwel volledig ontstaan binnen de taak Inburgering. Het is noodzakelijk om de resterende middelen in 2023 opnieuw beschikbaar te stellen voor deze taak. Hiertoe is een voorstel voor een resultaatbestemming inclusief toelichting opgenomen in bijlage 1. 

Geëscaleerde zorg 18- (voordeel € 5.107.000) en  Maatwerkdienstverlening 18- (nadeel € 5.705.000) per saldo een nadeel van € 598.000.
Het nadeel op de directe lasten van het taakveld maatwerk dienstverlening 18- en geëscaleerde zorg bedraagt  per saldo  € 598.000. Dit verschil wordt veroorzaakt door:

2e lijnszorgkosten Jeugd   € 654.000 (nadeel)
Overige verschillen       € 56.000 (voordeel)
Totaal € 598.000 (nadeel)

Toelichting afwijking 2e lijnszorgkosten jeugd o.b.v. jaarwerk regio FV jeugd: nadeel € 654.000 
De uitgaven voor de Zorg in Natura 2022 vallen afgerond € 654.000 hoger uit dan gemeld in de 3e bestuursrapportages 2022. 
Dit nadeel is enerzijds te verklaren door toename aan zorgkosten over 2022 en anderzijds door een voordeel in de afrekening van de zorgkosten over de periode 2015-2021

Het nadeel van € 1.120.000 op de zorgkosten van 2022 is ontstaan op ambulante jeugdhulp en kosten jeugdhulp met verblijf. Voor een nadere inhoudelijke toelichting verwijzen wij u naar het onderdeel Ontwikkelingen thema Jeugd. 

Het voordeel op de afrekening van 2015-2021 is te verklaren doordat in de jaarrekeningen over die jaren rekening is gehouden met een bedrag van nog te betalen kosten. Zorgaanbieders kunnen namelijk tot 5 jaar na levering van zorg nog factureren. De werkelijke kosten over de genoemde jaren zijn  lager uitgevallen dan in de jaarrekeningen rekening mee was gehouden. Het voordelig resultaat op voorgaande dienstjaren bedraagt € 466.000.

Geëscaleerde zorg 18+: nadeel € 141.000
Binnen het taakveld Geëscaleerde zorg is het resultaat ultimo 2022 € 141.000,- nadelig. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de beweging van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis en lagere eigen bijdragen dan was begroot.  Er is sprake van een afname van het aantal indicaties Beschermd Wonen en een lichte groei van Beschermd Thuis indicaties. 

Maatwerkdienstverlening 18+: voordeel € 125.000
Het betreft hier de taken WMO-immaterieel. Bij de taken individuele ondersteuning, groepsgerichte ondersteuning en kortdurend verblijf is sprake van een voordeel. Ook bij het collectief vervoer is een voordeel gerealiseerd. Als gevolg van de stijging van het aantal klanten dat Schoonmaakondersteuning ontvangt is bij die taak sprake van een stevig nadeel (€ 401.000,-). Ultimo 2022 is binnen het taakveld Maatwerkdienstverlening sprake van een voordeel van € 125.000,- .

Maatwerkvoorzieningen (WMO): voordeel € 208.000
Het taakveld Maatwerkvoorzieningen (WMO) heeft betrekking op de taken WMO-materieel. Binnen dit taakveld is het resultaat ultimo 2022 € 208.000,- voordelig. Dit voordeel wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere lasten voor woonvoorzieningen en lagere lasten voor vervoersvoorzieningen (aangepaste auto). 

Onderwijsbeleid en leerlingenzaken: voordeel € 51.000
Binnen het taakveld Onderwijsbeleid en leerlingenzaken is het resultaat ultimo 2022 € 51.000,- voordelig. Dit voordeel wordt met name veroorzaakt door een voordeel op het leerlingenvervoer. In de derde bestuursrapportage 2022 hebben we het budget  leerlingenvervoer met €  250.000 afgeraamd. Na de derde bestuursrapportage 2022 zijn er net als in heel 2022 in de laatste maanden minder ritten gemaakt door o.a. COVID19. 

Onderwijshuisvesting: voordeel € 162.000
In 2022 is  een hogere bijdrage  van de scholen voor Openbaar basisonderwijs voor o.a. materiële instandhouding ontvangen voor een bedrag van € 82.000. Daarnaast zijn er lagere kapitaallasten gerealiseerd voor een bedrag van € 102.000.  Op de overige posten is een nadelig saldo zichtbaar van € 22.000.

Samenkracht en burgerparticipatie: voordeel € 448.000
Binnen het taakveld Samenkracht en burgerparticipatie is het resultaat ultimo 2022 € 448.000,- voordelig. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere lasten voor kinderopvang,  Algemene voorzieningen Jeugd (burgerparticipatie), Implementatie Quasi inbesteding Welzijn, Mantelzorgondersteuning en Algemene voorzieningen WMO. 

Kinderopvang 
In 2022 zien we een sterke daling van uitgaven op Sociaal Medische Indicaties (SMI). Dit wordt veroorzaakt door een daling van het aantal aanvragen. We hebben nog geen duidelijke verklaring voor deze daling, en doen in 2023 nader onderzoek naar mogelijke oorzaken. Enkele factoren die hierop invloed kunnen hebben zijn de eigen bijdrage die vanaf 2021 geldt, en de beleidswijziging van het SMI-beleid in april 2022. Dit kan echter ook externe oorzaken hebben, zoals afname van Covid-19-gevolgen. We monitoren de uitnutting in 2023 en herijken de ontwikkelingen bij de programmabegroting 2024-2027. Het is nu nog te vroeg om te kunnen zeggen of deze daling structureel of incidenteel is.

Algemene voorzieningen Jeugd en WMO
In 2022 hebben we minder uitgegeven voor het budget burgerparticipatie dan gebruikelijk. Dit heeft er enerzijds mee te maken dat de adviesraden minder activiteiten hebben uitgevoerd en dat er minder leden zitting hebben in de adviesraden dan volgens het reglement zou kunnen. Hierdoor worden ook minder kosten gemaakt voor de deelnemersvergoedingen. Deze twee factoren zijn incidenteel van aard en kunnen volgend jaar weer anders zijn waardoor de middelen wel weer volledig worden benut. 

Volksgezondheid: voordeel € 227.000
Binnen het taakveld Volksgezondheid is het resultaat ultimo 2022 € 227.000,- nadelig. Dit nadeel wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de eenmalige afboekingskosten van de GGiD.

Wijkteams (toegang en eerstelijnsvoorzieningen): voordeel € 582.000
Binnen het taakveld Wijkteams is het resultaat ultimo 2022 € 582.000,- voordelig. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere lasten voor het CJG, Algemene voorzieningen Jeugd en  het innovatiefonds voor het versterken van de sociale basis.

Centrum voor Jeugd en gezin  (voordeel € 366.670)
Abusievelijk is de begrotingswijziging van de decembercirculaire 2021, in de gemeentelijke begroting 2022, voor de formatie voor de regievoering (€ 79.000) in de 3e bestuursrapportage 2023 dubbel verwerkt en hierdoor ontstaat een voordeel van € 79.000.

De jaarrekening 2022 van het CJG is op dit moment gecontroleerd door de accountant. De jaarrekening 2022 van het CJG moet nog wel worden aangeboden aan de R.v.T.  Dit kan zodra de controle verklaring door de accountant is afgegeven. Begin maart 2023 zal de accountant haar controle verklaring voor het CJG voor 2022 afgeven. Op dit moment laat de jaarrekening 2022 van het CJG een voordeel zien van € 278.213 . Dit wordt veroorzaakt door het vrijvallende personeelslasten.

Gedurende het jaar 2022 heeft het CJG te maken gehad met een relatief hoog verloop van medewerkers. Om de vacatures op een kwalitatief goed niveau in te vullen  zijn er veel inspanningen verricht. Ook is er gefaseerd gestart met instroom van nieuwe medewerkers omdat het inwerken van nieuwe collega’s (veel) tijd en aandacht vraagt. Als gevolg hiervan  zijn vacatures tussen vertrek en start van collega’s niet ingevuld geweest.   

Overig  voordeel CJG € 9.457

Algemene voorzieningen Jeugd (transformatiebudget, voordeel € 67.982)
Van het € 115.800 transformatiebudget is € 50.000 ingezet voor doorontwikkeling van de veiligheidsketen bij het CJG. Daarnaast is c. € 22.000 ingezet voor externe ondersteuning bij WLZ-casuïstiek, kosten voor een pilot binnen onderwijs-jeugd en kosten voor het OOGO. Er resteert € 43.788. De verwachting was dat we deze middelen aan projecten in het kader van doorontwikkeling Jeugdbeleid zouden besteden. Voor 2022 is de beleidsontwikkeling (ook regionaal) doorgegaan zonder dat dit budget volledig uitgenut hoefde te worden. Het zorglandschap Jeugd blijft echter in beweging, en daarom is voor volgende jaren is in de programmabegroting rekening gehouden met kosten voor doorontwikkeling. Op het budget diverse kosten houden we in 2022, € 24.194 over.

Innovatiefonds voor het versterken van de sociale basis (voordeel € 125.000,-)

Als gevolg van de inzet voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne is in 2022  is het instellen van het innovatiefonds voor het versterken van de sociale basis nog niet gerealiseerd en zijn de beschikbare middelen nog niet ingezet. 

Overige verschillen: voordeel € 40.000

Reservemutaties

Toevoegingen aan de reserves: nadeel € 86.000
In lijn met eerdere besluitvorming zijn de volgende toevoegingen aan de reserves, die afwijken van de begroting, verwerkt:
-    Een storting van € 86.000 in de reserve meerjarige middelen van het resterende budget in 2022 van het opgave budget voor het programma ‘Sociaal Domein’.

Onttrekkingen aan de reserves:  voordeel € 649.000
In lijn met eerdere besluitvorming zijn de volgende toevoegingen aan de reserves, die afwijken van de begroting, verwerkt:
-    Een hogere onttrekking aan de reserve sociale werkvoorziening van € 649.900. Conform het raadsbesluit van december 2022 kan de reserve vrijvallen.