B. PARAGRAFEN

B. PARAGRAFEN

Terug naar navigatie - B. PARAGRAFEN

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van een aantal aspecten, bezien vanuit een bepaald perspectief. Ze gaan over onderwerpen die in de gehele begroting terug te vinden zijn en waaraan politieke of financiële risico’s verbonden zijn. De paragrafen geven de raad dus op een andere manier dan de begrotingsprogramma’s inzicht in de financiële positie van onze gemeente.

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt regels aan welke paragrafen er in de begroting moeten zijn en wat daarin aan de orde komt. De volgende paragrafen zijn in deze jaarstukken opgenomen:
A.    Weerstandsvermogen en risicobeheersing
B.    Onderhoud kapitaalgoederen
C.    Financiering
D.    Bedrijfsvoering
E.    Verbonden partijen
F.    Grondbeleid
G.    Lokale heffingen
H.  Openbaarheid van bestuur

Op 9 juli 2015 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder regeling nr. 2015-000387198, een overzicht met kengetallen verplicht gesteld voor in de begroting 2016 en het jaarverslag van provincies en gemeenten. Het totaaloverzicht van deze (verplichte) kengetallen is nu opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. De detailtoelichtingen staan vermeld in de paragrafen financiering, grondbeleid, lokale heffingen en in de staat van incidentele baten en lasten.

Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In 2022 zijn we geconfronteerd met de gevolgen van de oorlog in de Oekraïne. Een energiecrisis diende zich aan. Hoge prijzen voor gas en electriciteit ontstonden door het wegvallen van de Russische leveranties. Ondanks dat is de economie in 2022 toch nog met 4,8% gegroeid (was 4,8% in 2021 CBS).  Als gemeente hebben we de nodige negatieve effecten hiervan ondervonden. We worden geconfronteerd met de sterk oplopende inflatie en het blijft moeilijk om voldoende personeel te krijgen. 

In deze paragraaf komt aan de orde of de gemeente Veenendaal in staat is om op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen en financiële risico’s – oftewel tegenvallers - op te vangen. Risicomanagement heeft in 2022 opnieuw een belangrijke plaats ingenomen binnen ons beleid en bedrijfsvoering. In 2022 zijn diverse risico’s opnieuw benoemd en bestaande risico’s van een update voorzien. Bij het uitvoeren van ons beleid hebben wij beheersmaatregelen genomen om risico’s goed op te kunnen vangen. Daarnaast worden risico’s ook opgevangen via het weerstandsvermogen.

Het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit (beschikbare middelen) af te zetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit (risico’s). Ook wordt beoordeeld of er voldoende structurele middelen zijn om structurele risico’s op te vangen. In 2022 hebben wij gestuurd op een verantwoorde financiële positie door een sluitende begroting en voldoende weerstandsvermogen. 

Schematisch ziet dat er als volgt uit:

 

De weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bedraagt eind 2022 circa € 40 miljoen (2021 € 27,5 miljoen). Hiervan is circa € 7 miljoen structureel van aard.

Beschikbare weerstandscapaciteit Bedrag in €
Algemene Reserve (stand na 3e bestuursrapportage 2022) 30.791.000
Onbenutte belastingcapaciteit OZB 6.800.000
Onvoorzien 140.000
Stille reserves 1.000.000
Vrij aanwendbaar deel bestemmingsreserves 1.000.000
39.731.000

Beschikbaar is:

 In de algemene reserve is bijna € 31 miljoen beschikbaar. De algemene reserve is daarmee € 14,5 miljoen hoger dan het gewenste niveau van € 16,5 miljoen (incidentele capaciteit). De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt € 6,8 miljoen (structurele capaciteit). De post onvoorzien bedraagt € 0,14 miljoen (structurele capaciteit). De posten stille reserves en vrij aanwendbaar deel bestemmingsreserves bedragen beide  € 1 miljoen (incidentele capaciteit).

Risico’s.

Risico’s worden periodiek geïnventariseerd. Daarnaast wordt op diverse niveaus in de organisatie de dialoog over risico’s en de te nemen beheersmaatregelen gevoerd. De informatie die aldus verkregen wordt is de basis voor het indelen van de risico’s. De score van een risico wordt berekend op basis van kans x financieel gevolg volgens onderstaande tabel. Dit levert een bruto risicoscore op (ScB). Als gevolg van het nemen van maatregelen daalt vaak de kans en de impact (gevolg) van een risico. Op basis hiervan wordt de netto risicoscore berekend (ScN).

Niet alle risico's zijn uit te drukken in kans en gevolg.  Een belangrijk risico is dat onze beleidsdoelen niet worden gehaald. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting  in de zogenaamde onderbesteding van budgetten. Hierdoor wordt er een onnodig beslag gelegd op financiële middelen. Echter zijn wij hier ook afhankelijk van externe factoren zoals de krapte op de arbeidsmarkt, het niet beschikbaar zijn van materialen en de oplopende kosten van energie en materiaal. Wij werken daarom aan een continue verbetering van het gemeentelijk begrotingsproces.  

Kans Score kans Gevolg Score Gevolg
< 10 jaar 10% 1 X < € 50.000 1
5 jaar < x < 10 jaar 30% 2 € 50.000 < x < € 200.000 2
2 jaar < x < 5 jaar 50% 3 € 200.000< x < € 500.000 3
1 jaar < x < 2 jaar 70% 4 € 500.000< x < € 1.000.000 4
X > 1 jaar 90% 5 X > 1.000.000 5

De risicoscore wordt als volgt berekend:
- Een risico dat zich 1 maal in de 3 jaar kan voordoen met een gevolg van € 250.000 krijgt voor kans 3 en voor gevolg 3 en scoort dus 3 x 3 = 9.
- Een risico dat zich 1 maal in de 2 jaar kan voordoen met een gevolg van € 600.000 krijgt voor kans 4 en voor gevolg 4 en scoort dus 4 x 4 = 16.

Programma 1: Fysieke leefomgeving Financieel gevolg Beheersmaatregelen Bruto score Netto score Toelichting
De invoering van de Omgevingswet is een complex en intensief traject. Daarbij worden diverse risico’s onderkend zoals: mogelijke leges derving, veranderende samenwerking met derden, onzekerheid over de te verwachten kosten, software aanpassingen, nieuwe juridische procedures en uitstel van de wet. € 1,0 miljoen (i) Er is een programmarteam die verantwoordelijk is voor het treffen van maatregelen om de invoering van de Omgevingswet soepel te laten verlopen. 12 12 De invoering van de omgevingswet is een aantal maal vertraagd. De Eerste Kamer heeft op 14 maart 2023 besloten dat de Omgevingswet op 1 januari 2024 wordt ingevoerd.
De verbetering van het exploitatieresultaat van DEVO (Duurzame Energie Veenendaal-Oost) blijft achter bij de prognose als gevolg van vertraging in de realisatie van het volloopschema van de aan te sluiten woningen op het warmtenet en als gevolg van prijsontwikkelingen op de energiemarkt. Daarnaast staat de gemeente voor 100% borg voor de financiering van DEVO door de banken. € 0,6 miljoen (i) Monitoring van de ontwikkeling van het exploitatieresultaat van DEVO en tijdige bijstelling van het businessmodel door DEVO. 15 12 Geen wijzigingen.
DEVOG: 1. Extra kosten door hoge inflatie; 2. Extra kosten door congestie van het electriciteitsnetwerk. € 0,75 miljoen (i) Doorberekenen prijsstijgingen in de aansluitbijdragen en tarieven. 20 16 Geen wijzigingen.
Kostenstijgingen investeringen MIP door stijging inflatie en gevolgen van de oorlog in Oekraïne € 2,0 miljoen (i) Doorberekenen prijsstijgingen in tarieven waar mogelijk. 25 25 Geen wijzigingen.
De parkeerexploitatie blijft achter bij de prognoses. € 0,3 miljoen (s) Monitoren ontwikkelingen en anticiperen op mogelijke gevolgen van een pandemie. Bijstellen visie parkeren. Inzet reserve parkeren. 12 6 Geen wijzigingen.
Programma 3: Sociale leefomgeving Financieel gevolg Beheersmaatregelen Bruto score Netto score Toelichting
De Jeugdzorg is een ‘open-eind’ regeling die kan leiden tot extra kosten. € 0,5 miljoen (i) De maatregelen waartoe besloten is worden maandelijks gevolgd via de maatregelen monitor. 25 15 Geen wijzigingen.
De uitkeringslasten stijgen en/of de BUIG-uitkering van het rijk neemt af. € 0,8 miljoen (i) Inzet van re-integratie en poortwachtersinstrumenten. 16 16 Geen wijzigingen.
Programma 5: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Financieel gevolg Beheersmaatregelen Bruto score Netto score Toelichting
Gevolgen Oorlog in Oekraïne zoals de opvang van oorlog vluchtelingen en het beëindigen van het contract met Gazprom. € 0,5 miljoen (i) Compensatie rijk; 15 10 Geen wijzigingen.
Uitbraak Pandemie Coronavirus € 0,5 miljoen (i) Compensatie rijk; 12 9 Geen wijzigingen.
Bezuinigingen door het Rijk op de algemene uitkering. € 1,0 miljoen (s) Monitoring ontwikkeling rijksuitgaven. 12 12 Zie voor toekomstige ontwikkelingen de Programmabegroting 2023-2026
Financiële tegenvallers bij gemeenschappelijke regelingen. € 1,0 miljoen (i) De verbonden partijen worden nauwlettend gevolgd en beoordeeld. 16 12 Geen wijzigingen.
Per 1 januari 2016 is de wet Vennootschapsbelasting overheidsbedrijven ingevoerd. Net als bij stichtingen en verenigingen wordt bij gemeenten bekeken welke activiteiten in de zin van de Vpb structureel winstgevend zijn. Op basis van specifieke regels – over bijvoorbeeld rente en afschrijving – wordt jaarlijks winst of verlies van elk van deze activiteiten bepaald. Over de totale winst zal Vennootschapsbelasting worden afgedragen. Voor de Vpb vormt het cluster grondbedrijf en de relatie met OVO het belangrijkste aandachtsgebied. € 0,9 miljoen (i) 1.Doorlichten beleidsterreinen waar VPB geldt. 2.Interne controle. 12 12 Geen wijzigingen.
Het niet naleven van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) kan onbedoeld leiden tot het delen van privacy- gevoelige gegevens en eventuele boetes. € 0,5 miljoen (i) 1.Bewustmakingsactiviteiten. 2.Technische maatregelen. 15 15 Geen wijzigingen.
Aantrekken van leningen wordt door de gestegen rente aanmerkelijk duurder. € 1 miljoen (I) 1. Anticiperen op een rentestijging. 2. Kasgeldfinanciering toepassen. 15 12 Opgenomen vanwege sterke stijging rente in de afgelopen periode.
Het (al dan niet bewust) lekken van gegevens die geheim dienen te blijven, bijvoorbeeld bedrijfsvertrouwelijke informatie. € 0,8 miljoen (i) 1. Bewustmakingsactiviteiten. 2.Technische maatregelen. 12 8 Geen wijzigingen.
Programma 6: Bedrijfsvoering Financieel gevolg Beheersmaatregelen Bruto score Netto score Toelichting
Personeelstekorten door krapte op de arbeidsmarkt. € 2 miljoen (i) 1. Strategische personeelsplanning. 2. Beheersing budget loonkosten. 3. Werving en selectie op basis van talenten. 25 25 Geen wijzigingen.

Veranderingen bij de risico’s in 2022.
In 2022 zijn de volgende belangrijke mutaties opgetreden bij de gemeentelijke risico's ten opzichte van 2021:

- Risico's DEVOG (Groenpoort) zijn opgenomen voor € 0,75 miljoen;
- Prijsstijgingen meerjaren investeringsplan zijn opgenomen voor € 2 miljoen;
- Uitkeringen BUIG is met € 0,7 miljoen verlaagd;
- Gevolgen oorlog Oekraïne is met € 0,5 miljoen opgenomen;
- Uitbraak Corona is met € 1,2 miljoen verlaagd;
- Personeelstekort door krapte op de arbeidsmarkt is voor een bedrag van € 2 miljoen opgenomen.

 Overigens is de toelichting in het bovenstaand overzicht gebaseerd op de afwijkingen tussen de 3e bestuursrapportage 2022 en de jaarstukken 2022.

Vergelijking incidentele / structurele risico’s – incidentele / structurele weerstandscapaciteit
Op dit moment is er voor € 12,85 miljoen (€ 8,6 miljoen 2021) aan incidentele risico’s aanwezig. De weerstandscapaciteit met een incidenteel karakter bedraagt € 32,8 miljoen. De structurele risico’s komen uit op € 1,3 miljoen. De structurele weerstandscapaciteit komt uit op € 6,9 miljoen. Al met al is er een goede balans tussen incidentele / structurele risico’s en incidentele / structurele weerstandscapaciteit. 

Ontwikkeling gemeentelijk risicoprofiel
Het totaal overzicht aan risico’s levert een verhoging van het gemeentelijk risicoprofiel op. De rekening 2022 wordt afgesloten met een volume van € 66 miljoen (2021 € 56 miljoen).  Duidelijk is dat in 2022 de risico's fors zijn toegenomen.

De ratio weerstandscapaciteit – risico’s op basis van de risicosimulatie methode.
Om verantwoord met risico’s om te gaan, is het noodzakelijk een buffer (weerstandscapaciteit) te hebben. De benodigde weerstandscapaciteit kan lager zijn dan de omvang van de risico’s (€ 66 miljoen) aangezien niet alle gemeentelijke risico’s die gesignaleerd zijn, tegelijkertijd zullen optreden. Daarnaast zijn er veel beheersmaatregelen getroffen die de omvang van de risico's weten te beperken.

Op basis van de risicosimulatie analyse (Monte Carlo analyse) van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement  blijkt dat een buffer (weerstandscapaciteit) van minimaal € 17,8 miljoen (was € 12,4 miljoen in 2021) nodig is om de risico’s verantwoord af te dekken. Met andere woorden: de gemeente kan door het aanhouden van een buffer (weerstandscapaciteit) van € 17,8 miljoen met een zekerheid van 90% (landelijke norm) de aanwezige risico’s afdekken.  Ook hier valt de sterke toename van de benodigde weerstandscapaciteit op. 2022 is duidelijk een veel risicovoller jaar dan 2021. De gevolgen van de oorlog zijn hier debet aan.

De ratio aanwezige buffer / benodigde buffer bedraagt 2,2  (was 2,2 in 2021). Deze ratio wordt berekend door de aanwezige buffer van € 39,7 miljoen te delen door de benodigde buffer van € 17,8 miljoen. In de begroting 2022  bedroeg de ratio 2,1. De ratio wijkt dus nauwelijks af van de begroting. 

 

Kengetallen

Rekening 2021 Begroting 2022 Rekening 2022
Netto schuldquote 62% 84% 62%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 57% 78% 56%
Solvabiliteitsratio 30% 25% 34%
Grondexploitatie -2,30% 64,80% 1,60%
Structurele exploitatieruimte -0,20% 2 2,4
Belastingcapaciteit 81% 82% 83%

Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Om duidelijk te maken wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast, wordt de netto schuldquote berekend zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Een netto-schuldquote tot 90% kan worden beschouwd als goed. Het gemeenschappelijke financieel toezichtkader (GTK 2020) van de Provincie geeft als signaleringswaarde minst risicovol bij bovengenoemde schuldquote van 56% (bron GTK: minst risicovol schuldquote <90%). 

De solvabiliteitsratio 
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het gemeenschappelijke financieel toezichtkader (GTK 2020) van de Provincie geeft als signaleringswaarde neutraal bij een solvabiliteitratio van 34% (bron GTK: neutraal solvabiliteitratio 20%-50%). 

Grondexploitatie 
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De grondexploitatie heeft met 1,6% een relatief beperkt aandeel in de financiële exploitatie van de gemeente Veenendaal. 

Structurele exploitatieruimte 
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten. Het berekende kengetal van 2,4% wordt als minst risicovol beoordeeld. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2024 en meerjarenraming 2025-2027 zal het kengetal opnieuw bepaald worden waarbij we als uitgangspunt hanteren dat het kengetal minimaal neutraal is.

Belastingcapaciteit 
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van belastingcapaciteit is hier: woonlasten van een meerpersoonshuishouden, opgebouwd uit OZB, afvalstoffen- en rioolheffing. Globaal kan een belastingcapaciteit tot 100% als goed worden beoordeeld, een capaciteit tussen 100% en 110% als matig, en een capaciteit hoger dan 110% als onvoldoende. De belastingcapaciteit van de gemeente Veenendaal van 83% wordt daarom als goed beoordeeld.

Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Tot de kapitaalgoederen rekenen we de wegen, civiele kunstwerken (bruggen, tunnels en viaducten), de riolering, het water, het groen, sport- en speelvoorzieningen en het vastgoed in de gemeente. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud en technische vervanging in renovatie.

Inhoud

Het beheer van de openbare buitenruimte en de riolering staat beschreven in het Omgevingsprogramma Openbare Ruimte 2022-2025 (OPOR). Het beheer van het gemeentelijke vastgoed staat beschreven in de ‘Strategische kaders exploitatiebeheer gemeente Veenendaal’ en het ‘Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024’. Voor de buitensportaccommodaties is de beheerkwaliteit bepaald door de landelijk gestelde eisen van NOC*NSF en de verschillende sportbonden.

In 2022 is het beheer van de kapitaalgoederen uitgevoerd zoals vastgelegd in de vastgestelde beheer- en beleidsplannen. De doelstelling voor de openbare ruimte ligt volgens het vastgestelde OPOR op A-niveau voor de winkelcentra en begraafplaats (conform CROW-beeldsystematiek). Voor de overige delen van de gemeente is de intentie om geleidelijk te groeien naar een B-niveau. Belangrijke items hierin zijn natuur, duurzaamheid, participatie, bereikbaarheid, social return en klimaatadaptatie.

Door de integrale werkwijze worden kapitaalvernietiging en het ontstaan van onveilige situaties voorkomen. Met gerichte en integrale programmering van het groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte worden de beschikbare middelen zo goed en efficiënt mogelijk ingezet.

 

Algemene ontwikkelingen

De komende jaren staat de gemeente voor een grote vervangingsopgave in de openbare ruimte doordat het kapitaal einde levensduur is. Doordat de huidige openbare ruimte (grotendeels) gefinancierd is vanuit de ontwikkeling kennen deze momenteel geen financiering. Na vervanging is dit wel het geval en gaan de kapitaallasten en rentelasten stijgen. Naast de vervangingsopgave staat de gemeente voor de opgave te komen tot een klimaatadaptieve, energie neutrale, circulaire en datagerichte gemeente. In het OPOR zijn hiervoor beperkt middelen opgenomen bij vervangingen. Komende jaren worden hiervoor de uitvoeringsplannen en financiële consequenties inzichtelijk om tot een versnelling van realisatie van de ambities te komen.
Wat verder van invloed is zijn de beperkte beschikbaarheid van grondstoffen, energie en arbeidskrachten en daarmee de toenemende stijging van prijzen over de gehele linie.

Eind 2021 is het OPOR vastgesteld, waarbij het nieuwe BOSS-beleid is geïntroduceerd. BOSS staat voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten. In 2022 is gestart met de implementatie van dit nieuwe beleid.

In 2020 is gestart met het Wijkgericht Werken 2.0. Uitgangspunt is in gesprek te gaan met bewoners aan de hand van een digitale weergave van de door ons geplande werkzaamheden. Bewoners worden gestimuleerd actief mee te denken en doen binnen de geplande werkzaamheden in de openbare ruimte. In wijkgesprekken worden bewoners gestimuleerd bewonersinitiatieven te nemen om hun eigen buurt te verbeteren.

In 2021 heeft een verkenning plaatsgevonden van de contracten op het onderwerp openbare ruimte. In deze verkenning is geadviseerd te onderzoeken of de leaseovereenkomst met CityTec conform het inkoopbeleid en marktconform is. Naar aanleiding daarvan is een onafhankelijk specialist gevraagd advies uit te brengen over de openbare verlichtingsvoorzieningen in Veenendaal en is besloten het economisch eigendom van de openbare verlichting voorzieningen te verwerven. In 2022 is de overname van de openbare verlichting voorzieningen afgerond.

De gemeente werkt in het kader van klimaatadaptatie aan het afkoppelen van regenwater door bij rioolreconstructie hemelwaterriolen aan te leggen. Daarbij worden ook kansen benut om extra groen te realiseren. Bij deze maatregelen wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens de trits ‘water vasthouden, bergen en dan pas afvoeren’.

 

Technische kwaliteit

Elke maand wordt de openbare ruimte geschouwd door een onafhankelijk bureau. Deze schouw is een momentopname en is in de eerste plaats bedoeld als sturingsinstrument voor de uitvoering. Er wordt geschouwd op technische kwaliteit en verzorgende kwaliteit. 

Op basis van (eigen) inspecties en schouwrapporten wordt klein of groot onderhoud uitgevoerd in de openbare ruimte zodat deze voldoen aan de beeldkwaliteit A/B-niveau. In de winkelcentra en de begraafplaats wordt voor de verhardingen, straatmeubilair en groen een A-niveau gerealiseerd. In de overige wijken wordt de kwaliteit beoordeeld op een B/C-niveau en wordt toegewerkt naar het B-niveau.
Bij technische kwaliteit wordt bijvoorbeeld gekeken of beplanting goed gesnoeid is en of een afvalbak niet scheef staat. 

 

Verzorgende kwaliteit

De verzorgende kwaliteit van de openbare ruimte wordt op basis van inspecties beoordeeld op een B/C-niveau en in de centrumgebieden op B/A-niveau. Ook hier wordt toegewerkt naar het gewenste kwaliteitsniveau B en A. 
Bij verzorgende kwaliteit wordt bijvoorbeeld naar zwerfafval en onkruid gekeken. Het gaat erom dat de openbare ruimte schoon en netjes is.

Verloop kwaliteit

In het OPOR is het uitgangspunt dat er gewerkt wordt naar een openbare ruimte met kwaliteit A in het centrum en begraafplaats en B in de overige gebieden. Op dit moment werken we hier nog steeds naar toe en ligt het kwaliteitsniveau van een steeds kleiner deel van het areaal tussen niveau B en C niveau. De diagram hieronder toont het aantal meetmomenten in 2022 verspreid over het gehele jaar. De behaalde kwaliteit mag maximaal 10% afwijken van de afgesproken kwaliteit. Dit betekent dat C en D niveau in principe niet onder de zwarte lijn uit mogen komen. In 2022 was dit alleen rond juli het geval als gevolg van groeizame weersomstandigheden.

Wegen, kunstwerken, openbare verlichting en technische installaties

Beleidskaders

Het vastgestelde beleidskader is het OPOR.

Wegen die aan het einde van de technische of maatschappelijke levensduur zijn worden gereconstrueerd. Hierbij wordt integraal gekeken of er noodzakelijke aanpassingen dan wel vervangingen zijn aan de riolering, groenvoorzieningen, technische installaties, verkeersregelinstallaties, openbare verlichting ect. In 2022 zijn o.a. de volgende reconstructies en groot onderhoudprojecten uitgevoerd en/of in uitvoering.

Straat Jaar Stand van zaken
Kerkewijk fase 3 2022 Gereed
Ambachtsstraat, Boslaan, Dennelaan 2022-2023 Ambachtsstraat gereed. Boslaan/Dennenlaan in voorbereiding
Buurtlaan-Oost (Dragonderweg-gem. grens) 2022 In uitvoering
Gerard Doustraat 2022 Gereed voor uitvoering
Wageningselaan 2022 In uitvoering
Lange Vore, Lemoen, Ploegschaar, Dissel, Tweespan, Tarweveld, Gersteveld 2022 In uitvoering
Dragonderweg 2022 Deels gereed
Ellekoot (inclusief parkeerterreinen) 2022 Grotendeels gereed
Aardzwaluw, Klipzwaluw 2022 Gereed
Afkoppelen en reconstructie De Pol 2021-2025 In voorbereiding
De Grote Beer (Veldweg - Prins Clauslaan) 2021-2022 In voorbereiding
Rondweg West 2021-2022 In voorbereiding
Reconstructie Duivenwal en uitvoering geven aan gebiedsvisie Duivenweide 2021-2022 In voorbereiding
De Wiekslag - De Pionier 2021-2023 In voorbereiding

Met subsidie vanuit het ministerie zijn er op diverse locaties snelheidsremmende maatregelen aangebracht om de verkeersveiligheid te vergroten. In Petenbos en Petenbos-oost zijn de armaturen van de openbare verlichting vervangen door LED armaturen.

Vertaling begroting
Voor het reconstructies aan wegen en kunstwerken is in 2022 in het meerjareninvesteringsplan een totaalbedrag van € 5.128.000 besteed. 
Voor het dagelijkse onderhoud zijn in 2022 de volgende bedragen in de exploitatiebegroting besteed:
•    Wegen en kunstwerken en gladheidbestrijding € 1.685.000;
•    Openbare verlichting, technische installatie en VRI € 1.481.000;
•    Straatmeubilair , bewegwijzering en bebording € 150.000;
•    Reiniging openbare ruimte en onkruidverwijdering € 1.055.000.

Financiële consequentie (langjarig)

De komende jaren staat de gemeente voor een grote vervangingsopgave voor de openbare ruimte, waaronder de wegen, kunstwerken, openbare verlichting en verkeersregelinstallaties. Deze zijn veelal aangelegd en gefinancierd vanuit de grondexploitatie. Na vervanging levert dit een toename op van kapitaal- en rentelasten zoals in onderstaande grafiek is weergegeven. 

Riolering

Beleidskaders
Het vastgestelde beleidskader is het OPOR.

(Financiële) consequenties

In 2022 is levensduur verlengend onderhoud uitgevoerd aan rioleringen. Verder worden, naast regulier onderhoud (reiniging van riolen en gemalen), ook reconstructies uitgevoerd. Bij diverse grote reconstructieprojecten is het hemelwater afgekoppeld van het gemengde riool. Hierbij wordt een tweede regenwaterriool aangelegd en waar mogelijk ook ondergrondse of bovengrondse waterberging. In de Kerkewijk is infiltrerende regenwaterriolering aangelegd en bij winkelcentrum Ellekoot zijn onder de parkeerterreinen ondergronds twee grote regenwaterbergingen aangelegd, In de Ambachtsstraat, Aardzwaluw/ Klipzwaluw, Hertogenlaan/Regentesselaan en Dragonder Noord (fase 1 in uitvoering) is regenwaterriool naar de watergangen aangelegd en zijn van veel woningen de regenpijpen hierop aangesloten. Om wateroverlast te voorkomen in de Nijverkamp wordt in de Wageningselaan het regenwaterriool fors vergroot. Dit is eerder al gedaan in de Bobinestraat en De Smalle Zijde.

Aanvullend op de maatregelen in openbaar terrein wordt bij inbreidingsplannen vereist dat het regenwater binnen de plangebieden eerst lokaal op eigen terrein wordt opgevangen, vastgehouden en verwerkt, voordat eventueel overtollige neerslag naar onze regenwaterriolen afvoert. Dit helpt verdroging van de bodem tegen te gaan, en tegelijkertijd ontlast het de piekafvoer naar de regenwaterriolen en het oppervlaktewatersysteem als het hevig regent. Hierdoor is waterberging aangelegd bij het Boveneind, Stationskwartier, Veense Poort, Langelaar en wordt dit ook gedaan bij de lopende ontwikkelingen in het Franse Gat, de Spoorzone, Nieuweweg 220-226, etc.

Zie ook de genoemde projecten in de tabel onder wegen en kunstwerken. 

Vertaling begroting

Voor afkoppelprojecten en rioolvervangingen is in 2022 in het meerjareninvesteringsplan een bedrag van € 4.094.000 besteed. 

Voor het dagelijkse onderhoud zijn onderstaande bedragen in de exploitatiebegroting 2022 uitgegeven:
•    Rioolbeheer; onderhoud- en herstelwerkzaamheden € 293.000;
•    Rioolbeheer; reiniging en inspectie riolen € 81.000;
•    Reinigen kolken en Plaagdierbeheersing € 249.000;
•    Onderhoud pompen en persleidingen € 385.000.

Hierin zijn naast het beheer en onderhoud aan de riolen onder andere kosten voor baggerwerkzaamheden, grondwaterbeheer en een aandeel in straatvegen inbegrepen.

Ook is € 212.000 besteed voor het stimuleren van afkoppelen van regenwater en vergroenen van particuliere percelen, en € 119.450 voor het afkoppelen van regenpijpen in reconstructieprojecten. Deze impulsen worden gedekt uit de voorziening rioleringen. 

Financiële consequentie (langjarig)
De komende jaren worden riolen vervangen welke gefinancierd zijn vanuit de opbrengsten van de grondexploitatie, ook worden nieuwe hemelwaterrioleringen en waterbergingen aangelegd. De komende jaren levert dit door deze bedragen te investeren een toename aan kapitaalslasten op zoals in de onderstaande grafiek is weergegeven.

Water

Beleidskader
Het vastgestelde beleidskader is het OPOR.

Financiële consequenties
Naast het regulier onderhoud zoals het maaien en korven van vijvers en sloten zijn in 2022 meerdere watergangen en oevers voorzien van nieuwe beschoeiingen of omgevormd tot natuurvriendelijke oevers. Hiervoor is in 2021 een meerjarig raamcontract afgesloten. 

Vertaling begroting

In totaal is voor het dagelijkse onderhoud in de exploitatiebegroting 2022 besteed:

•    Maaien vijvers en klein onderhoudswerk, zowel varend als vanaf de kant: € 60.000;
•    Baggerwerkzaamheden: € 158.000;

Voor het vervangen en onderhouden van beschoeiingen is in 2022 vanuit het meerjareninvesteringsplan en het toegekende onderhoudsbudget uit OPOR € 100.000 besteed. 

Groen en speelvoorzieningen

Beleidskader
Het vastgestelde beleidskader is het OPOR.

Het raadsakkoord 2022-2026 gaat specifiek in op dit thema met verschillende ambities en aandachtspunten, zoals (verkort weergegeven):
•    Veenendaal verder vergroenen, zowel kwantitatief als kwalitatief;
•    Klimaatadaptatie door onder andere hittestress tegen te gaan met (meer) groen;
•    Het BOSS-principe (bewegen, ontmoeten, sporten, spelen) is uitgangspunt bij het ontwikkelen van openbare beweeg- en ontmoetingsplekken in de wijken.

Er wordt zoveel mogelijk integraal gewerkt. Investeringen aan het groen en speellocaties vinden zoveel mogelijk gelijktijdig plaats met reconstructies van buurten. Uitgangspunt is dat waardevol groen behouden blijft en dat Veenendaal in 2030 groener is dan in 2020.

Daarnaast is het puntensysteem Omgevingswet in werking getreden. Het puntensysteem moet onder andere leiden tot meer groen en klimaat adaptieve maatregelen. 

Openbaar Groen
Met betrekking tot vergroenen, klimaatadaptatie en biodiversiteit zijn in 2022 de volgende concrete maatregelen uitgevoerd:
•    Bij grote reconstructieprojecten in de openbare ruimte is meer groen terug gebracht dan er voorheen was. Ook zijn er meer bomen aangeplant. Mooie voorbeelden hiervan zijn de reconstructie van de Kerkewijk, de Ambachtsstraat, Buurtlaan-oost en Dragonder Noord (fase 1 in uitvoering).
•    Investeringen in het bomenbestand om onder andere de gevolgen van hittestress tegen te gaan. Daarnaast leveren bomen een belangrijke bijdrage aan luchtzuivering, de waterhuishouding en aan het geluk van mensen. Denk bij investeringen aan het vervangen van zieke bomen (essentaksterfte) door een rijke variatie aan boomsoorten. Daarnaast is gestart met een groot herplant project van bijna 300 bomen. Ook is fors geïnvesteerd in goede groeiplaatsen voor bomen, zodat de nieuwe bomen ook oud en groot kunnen worden. Ook zijn nieuwe groeiplaatsverbeteringsmethoden toegepast bij grote bomen met verminderde vitaliteit of problemen met wortelopdruk. Met innovatieve methoden worden problemen opgelost en de levensduur van de bomen significant vergroot. Bij nieuwe projecten zijn Boom Effect Analyses en verplantonderzoeken uitgevoerd, met als doel bestaande bomen te behouden.
•    Op diverse locaties zijn grasvelden omgevormd naar ruigte/ kruiden. Dit levert een bijdrage aan het vergoten van de biodiversiteit en in de bestrijding van de eikenprocessierups. De locaties zijn gekozen in de buurt van eiken.
•    Circa 3.300 m2 nieuwe groenaanleg en groenrenovatie. Onder andere de grote nieuwe plantenbak bij de entree van het gemeentehuis. Ook is een pilot uitgevoerd met de toepassing van Bokashi (bladafval) in plantvakken om onkruidgroei en verdroging tegen te gaan.

BOSS-locaties/ speel- en sportvoorzieningen
We investeren in het omvormen en renoveren van speellocaties conform het BOSS-principe (Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten, zie OPOR). Het BOSS-beleid is gericht op alle leeftijden (ook jongeren en ouderen) en op inclusiviteit (minder validen). Dit betekent dat veel bestaande speellocaties, die met name ingericht zijn voor (kleine) kinderen, omgevormd worden naar BOSS-locaties. Er ontstaat op termijn een heel netwerk van verschillende type BOSS-plekken voor verschillende leeftijdscategorieën. Hierbij wordt buurtgericht gewerkt, waarbij iedere woonbuurt om de 7 jaar aan de beurt komt. De BOSS-locaties worden vervolgens geüpdatet op basis van de veranderende leeftijdsopbouw van een buurt. Bij het opstellen van de buurtplanning is prioriteit gegeven aan buurten met een grote vervangingsopgave van bestaande speelobjecten.


In 2022 is gestart met de implementatie van het nieuwe BOSS-beleid. De volgende stappen zijn gezet:
•    Uitvoeringsplan BOSS is afgerond.
•    Er is een buurtplanning opgesteld tot 2030 (op locatieniveau + budgetten per locatie).
•    Er heeft een aanbesteding van de pilotbuurt Dragonder Oost plaats gehad. Betreft ontwerp, participatie en aanleg van 13 BOSS-locaties. In het eerste kwartaal van 2023 worden bewoners actief benaderd. De realisatie start in de zomer van 2023.
•    Er zijn drie nieuwe BOSS-plekken en een speelroute verwerkt in de reconstructieplannen voor de buurt De Pol, inclusief bewonersparticipatie.
•    Vier BOSS plekken zijn uitgewerkt voor Dragonder Noord en afgestemd met bewoners, realisatie eerste helft 2022.
•    De aanbesteding voor de bovenwijkse zone in het Franse Gat is uitgezet (ontwerp + participatie).
•    Advisering over nieuwe BOSS plekken in nieuwbouw en bij gebiedsontwikkelingen.

Aan vervanging van speel- en sportvoorzieningen in de openbare ruimte zijn naast de implementatie van de BOSS-aanpak de volgende maatregelen uitgevoerd:
•    Renovatie skatepark in het stadspark.
•    Renovatie van speeltuinen aan de Slagvink, Zeezwaluw, Linge, Oudeveen, Emmalaan (school), Planciusstraat, Oleander, Goudmos, Koraalzwam, Mispel, Spiesheem (school) en Tweespan.

Financiële consequenties
Als gevolg van de uitzonderlijk hoge inflatie in 2022 zijn de lopende onderhoudscontracten met gemiddeld 10,1% geïndexeerd. Dit betreft een bedrag van € 123.968. In de gemeentebegroting 2022 is gerekend met een prijsstijging van 1,5% (is gelijk aan € 16.113 voor de onderhoudscontracten). Dit verschil in percentages zorgt voor een tekort van circa € 107.800 ten opzichte van de begroting. Dit is structureel.

De ambities uit het OPOR en het raadsakkoord voor groen- en speelvoorzieningen zijn groot. Voor realisatie is een forse investering nodig. Voor groen is jaarlijks € 500.000,- aan investeringsbudget nodig. Voor omvormen, renoveren en het optimaliseren van speellocaties naar BOSS-locaties is jaarlijks € 450.000,- nodig. De bedragen die in het meerjareninvesteringsplan (MIP) 2023-2026 zijn opgenomen zijn vooralsnog toereikend om invulling te geven aan de ambities in het OPOR.

Conform de grafiek in het OPOR is het de verwachting dat de kapitaallasten (rente en afschrijving) voor groen en speelvoorzieningen in de komende 15 jaar geleidelijk toenemen met circa € 1.000.000,- in 2037. Dit is een toename van gemiddeld € 67.000,- per jaar (= 1,9% van het totale budget voor dagelijks onderhoud, boven op de jaarlijkse indexatie). 

Vertaling begroting

Voor groenprojecten is in 2022 in het meerjareninvesteringsplan een bedrag van € 1.080.000 besteed. 
Voor het dagelijkse onderhoud zijn in de exploitatiebegroting 2022 de onderstaande bedragen besteed:
•    Openbaar groen:    € 2.506.000
•    Speelvoorzieningen:    € 118.000
•    Hondenvoorzieningen:    € 28.000

Buitensport

Beleidskader 
Buitensportvoorzieningen die niet meer voldoen aan de landelijk gestelde eisen van NOC*NSF en de verschillende sportbonden worden gerenoveerd. Daarnaast zijn verschillende werkzaamheden uitgevoerd om de accommodaties te verbeteren. Tenslotte worden maatregelen getroffen om te voldoen aan de zorgplicht. In het kader daarvan worden rond alle kunstgras voetbalvelden o.a. kantplanken en schoonloopmatten geplaatst. In 2022 zijn de volgende projecten uitgevoerd:

Sportveld     Jaar     Stand van zaken
Renovatie natuurgras 2022 In uitvoering
Vervangen materieel buitensport 2022 In uitvoering (één levering nog in 2023)
Maatregelen zorgplicht infill kunstgras 2021 Gereed
Renovatie atletiekbaan  2022 In uitvoering
Renovatie kunstgras sportterreinen 2022 Gereed (tennis in 2023)

Financiële consequenties (langjarig)
Voor sportprojecten is in 2022 in het meerjareninvesteringsplan een bedrag van € 596.000 beschikbaar. Dit bedrag is nog niet volledig uitgegeven. 

Vastgoed

Algemeen

Onze doelstelling voor vastgoed is een goed onderhouden (slank) vastgoedbestand, waarmee effectief invulling wordt gegeven aan het accommodatiebeleid van de gemeente en financiële risico’s tot een minimum beperkt blijven. We doen dit tegen zo laag mogelijke tarieven en kostendekkend. Hierdoor hebben we de kosten en opbrengsten goed in beeld en sturen we op zo laag mogelijke uitgaven.

Beleidskader
De werkzaamheden worden overeenkomstig het vastgestelde beleidskader Strategische kaders dynamisch vastgoedmanagement uitgevoerd. 
Op 27 mei 2021 is het Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024 door de gemeenteraad vastgesteld. Wij voeren ons beheer overeenkomstig de kaders uit dit plan uit.


Overzicht kwaliteitsniveau
Het vastgoed wordt in stand gehouden op kwaliteitsniveau 3 van de NEN 2767. Het publieksgedeelte van het gemeentehuis wordt in standgehouden op kwaliteitsniveau 2 van de NEN 2767. Het vastgoed met een exploitatieperiode korter dan 5 jaar wordt in standgehouden op kwaliteitsniveau 4 van de NEN 2767.


(Financiële) consequenties
Uit het vastgoedbeheerplan volgt een jaarlijks door het college vastgestelde onderhoudsraming en jaarbudget. Dit budget is gebaseerd op dat wat is afgesproken met de raad in het Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024. Op basis van het meerjarenonderhoudsplan (MOP) wordt bekeken welke werkzaamheden en budget noodzakelijk zijn om de kwaliteit te handhaven. Uitgangspunt is dat het gemeentelijke vastgoed voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau en er geen achterstallig onderhoud is.


Vertaling begroting
Voor het grootonderhoud aan de gemeentelijke gebouwen (MOP) is in 2022 € 468.780 besteed. Dit bedrag is t.l.v. de Onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen gebracht.

Naam beleidsstuk Wanneer vastgesteld
Strategische kaders dynamisch vastgoedmanagement 18 mei 2017 (raadsvergadering)
Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024 27 mei 2021
Accommodatiebeleid 2016 - 2020 18 mei 2017

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

II.g. Een vastgoedportefeuille in bezit die aansluit op de vraag vanuit beleid; het faciliteren van maatschappelijk activiteiten, stedelijke ontwikkeling en eigen bedrijfsvoering huisvesten.

Terug naar navigatie - II.g. Een vastgoedportefeuille in bezit die aansluit op de vraag vanuit beleid; het faciliteren van maatschappelijk activiteiten, stedelijke ontwikkeling en eigen bedrijfsvoering huisvesten.

Wat gaan we hiervoor doen? (inspanningen/acties)

II.h. De (technische) kwaliteit van onze portefeuille voldoet aan onze criteria.

Terug naar navigatie - II.h. De (technische) kwaliteit van onze portefeuille voldoet aan onze criteria.

Wat gaan we hiervoor doen? (inspanningen/acties)

II.i. De Gemeente Veenendaal draagt met het verduurzamen van de eigen vastgoedportefeuille bij aan de doelstellingen uit het ENV-programma voor 2022-2025.

Terug naar navigatie - II.i. De Gemeente Veenendaal draagt met het verduurzamen van de eigen vastgoedportefeuille bij aan de doelstellingen uit het ENV-programma voor 2022-2025.

Wat gaan we hiervoor doen? (inspanningen/acties)

Paragraaf C. Financiering

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

In deze paragraaf komt het gemeentelijke financieringsbeleid aan de orde o.a. op basis van de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en het gemeentelijk treasury statuut.  De focus van het financieringsbeleid is gericht op het beperken van de financieringsrisico’s. Er is een directe relatie met paragraaf A-risico’s en weerstandsvermogen. 

In 2022 liep de groei van de economie terug. Dit als gevolg van de oorlog in de Oekraïne. De Nederlandse economie groeide met 4% (bron: BNG Bank).  De financieringsbehoefte kwam lager uit dan het geraamde niveau. In de begroting 2022 is uitgegaan van € 28 miljoen. Uiteindelijk is voor € 20 miljoen aan langlopende middelen aangetrokken in de vorm van 2 langlopende leningen. Het lagere volume vindt zijn oorzaak in het feit dat in 2021 al relatief ruim geleend is omdat de rente toen lager was. De gemiddelde rente voor langlopende leningen kwam uit op 2,1% (0,1 % in 2021).

Aan de negatieve rente op kasgeldleningen kwam in de tweede helft van 2022 een einde door de renteverhogingen van de Europese Centrale Bank.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is op basis van de wet FIDO nageleefd. De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel geld de gemeente mag lenen voor een periode van maximaal 1 jaar. Voor Veenendaal is de limiet € 17,4 miljoen. Deze wordt berekend op basis van 8,5% van het begrotingstotaal ad. € 205 miljoen.

In 2022 is in de eerste helft maximaal gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. Dit als gevolg van de negatieve rente op kasgeldleningen waardoor het renteresultaat positief beïnvloed kon worden. In de tweede helft van het jaar is door oplopende rente geen gebruik meer gemaakt van kasgeldleningen. De ruimte binnen de kasgeldlimiet liep hierdoor op.

Kasgeldlimiet 2022 (bedragen x € 1.000,-) Begroot Rekening
Vlottende schuld 28.000 19.209
Vlottende middelen 12.000 17.913
Netto vlottende schuld 16.000 1.296
Toegestane kasgeldlimiet 17.000 17.425
Ruimte 1.000 16.129

Liquiditeitsontwikkeling

Terug naar navigatie - Liquiditeitsontwikkeling

 In de grafiek liquiditeitsontwikkeling 2022 wordt een vergelijking gemaakt van de prognose (oranje) ten opzicht van de werkelijkheid (blauw) op de rekening courant van de gemeente. Door middel van kasgeldleningen en langlopende leningen wordt maandelijks gezorgd voor voldoende liquide middelen. Dit  is nodig om tijdig te kunnen betalen. Ook in 2022 is hiervoor zorggedragen.  

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De renterisiconorm is ook op basis van de wet FIDO nageleefd. De renterisiconorm schrijft voor hoeveel maximaal geleend mag worden voor een periode langer dan één jaar en tegelijkertijd dat de maximale aflossing voor een gemeente niet meer mag zijn dan 20% van de baten. Hierdoor worden de financiële gevolgen van een eventuele rentestijging beperkt.

De relevante gegevens over de renterisiconorm wijken in gunstige zin af van de begroting en zijn nog meer solide dan begroot door de hogere baten en lasten (begroot € 205 miljoen, werkelijk € 220 miljoen). Feitelijk komt het erop neer dat voldaan wordt aan een renterisiconorm van lager dan 10%. In een periode van lage rente is dit een goed uitgangspunt.

Renterisiconorm (x €1000,-) 2022 realisatie 2023 prognose 2024 prognose 2025 prognose
Renterisiconorm: 20% van € 205 miljoen in 2022 44.000 44.000 44.000 44.000
Renterisico op vaste schuld -18.645 -17.451 -18.045 -19.320
Ruimte 25.355 26.549 25.955 24.680

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

De financieringspositie geeft inzicht welk deel gefinancierd is met eigen middelen en welk deel met vreemde middelen. De eigen middelen bestaan uit de algemene reserve en andere reserves. De vreemde middelen worden aangetrokken via geldleningen op de geld- en kapitaalmarkt. In 2022 is de financieringspositie verbeterd. De omvang van het eigen vermogen verbeterde met 3%. Deze verbetering geeft aan dat 2022 voor onze gemeente een gunstig jaar was.

Financieringspositie 2019 2020 2021 2022
Eigen vermogen (reserves) 28% 28% 31% 34%
Vreemd vermogen: 72% 72% 69% 66%
·         waarvan kort vreemd vermogen 14% 16% 13% 9%
·         waarvan lang vreemd vermogen 58% 56% 56% 56%

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Voor gemeenten met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen, zoals Veenendaal is de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen. Het drempelbedrag is voor Veenendaal € 4,1 miljoen (begrotingstotaal van € 205 miljoen). Het drempelbedrag is dan het bedrag dat buiten de schatkist aangehouden mag worden.

De gemeente mag dus overtollige middelen, als deze meer bedragen dan € 4,1 miljoen, niet bij een bank zoals de Rabobank onderbrengen maar alleen bij de schatkist. In 2022 zijn daarom regelmatig financiële middelen bij de schatkist gestald zodat de norm van € 4,1 miljoen niet is overschreden. 

Borgtocht c.q. garanties

Terug naar navigatie - Borgtocht c.q. garanties

Het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal Oost en het Duurzaam Energiebedrijf Veenendaal Oost (DEVO) zijn in 2022 gemonitord. Bij DEVO heeft in 2022 een herstructurering plaatsgevonden vanwege de oprichting van het Duurzaam Energiebedrijf Groenpoort (DEVOG).  Zowel DEVOG als DEVO zijn als dochtermaatschappij inmiddels ingebracht in DEVO Holding b.v. De gemeente heeft 100% van de aandelen van DEVO Holding in haar bezit. DEVO Holding heeft  op haar beurt weer 100% van de aandelen van DEVOG en DEVO in haar bezit.

Voor meer informatie wordt verwezen naar de staat gewaarborgde geldleningen, de paragraaf risico’s en weerstandsvermogen en de paragraaf verbonden partijen.  Daarnaast zijn in 2022 de sportverenigingen die een gemeentelijke borgtocht hebben en stichting Wijkcentrum Dragonder Noord beoordeeld.

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

De rentelasten voor externe financieringen zijn uitgekomen op € 1.276.974 (A). De externe rentebaten bedragen € 132.397(B).

De door te rekenen externe rente bedraagt per saldo € 1.144.577 (A-B=C).

De bouwgronden in exploitatie zijn belast met een rente van 0,71% volgens de voorgeschreven berekeningswijze uit de notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019). Er is een bedrag van € 178.114 (D) doorbelast aan de grondexploitatie. De rente die in het kader van projectfinanciering is doorbelast bedraagt € 393.165 (E). 
Het saldo door te rekenen externe rente bedraagt dan (C)-(D)-(E)= € 573.298 (G). De rente over reserves en voorzieningen bedraagt € 1.636.789 (H). De aan de taakvelden toe te rekenen rente is dan (H)+(G)= € 2.210.87.  

Het in 2022 gehanteerde rentepercentage voor de integraal gefinancierde activa bedroeg 0,9%. Op basis van dit percentage is werkelijk € 2.643.482 (J) toegerekend aan de taakvelden. Op basis hiervan is er een positief resultaat op treasury ontstaan van € 433.395 (K).

Het verschil tussen de toegerekende rente aan de taakvelden (renteomslag) en de werkelijke rentelast bedraagt 16,4% (€ 433.395 (K)/ € 2.643.482 (J)). Dit is ruim binnen de toegestane afwijking van 25%, zodat ultimo 2022 geen herberekening van het gehanteerde rentepercentage van 0,9% heeft plaatsgevonden.

Rente schema 2022
A Externe rentelasten over korte en lange financiering 1.276.974
B De externe rentebaten (Startersleningen) 132.397
C Totaal door te rekenen externe rente (A – B) 1.144.577
D De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 178.114
E De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 393.165
F Subtotaal (D + E) 571.279 571.279
G Saldo door te rekenen externe rente (C – F) 573.298
H Rente over eigen vermogen en voorzieningen 1.636.789
I De aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente (G+H) 2.210.087
J De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) 2.643.482
K Renteresultaat op het taakveld treasury 433.395

Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) – EMU saldo

Terug naar navigatie - Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) – EMU saldo

In de programmabegroting is voor 2022 uitgegaan van een positief EMU-saldo van € 0,5 miljoen (onderschrijding van de toegekende referentiewaarde € 7,7 miljoen met € 0,5 miljoen). Door de volgende oorzaken is bij de jaarrekening berekend dat dit ‘overschot’  veel gunstiger is uitgevallen. De belangrijkste oorzaken zijn: - Het exploitatiesaldo is € 19,5 miljoen hoger dan begroot; 
- Meer investeringen dan gepland. Het betreft een bedrag van € 2 miljoen; 
- Een hoger beroep op de voorzieningen dan begroot tot een bedrag van € 5,2 miljoen;
- Het saldo van baten en lasten grondexploitatie valt bijna €  8,1 miljoen nadeliger uit door een grote extra aankoop van het voormalig SKF terrein.

Omschrijving Begroting 2022 Rekening 2022
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -1,5 18,0
-/- Mutatie (im)materiële vaste activa 7,7 9,7
+/+ Mutatie voorzieningen - -5,2
-/- Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) 1,0 9,1
-/- Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa - -
Berekend EMU-saldo 7,2 -6,0
Referentiewaare 7,7 7,7
Saldo 0,5 13,7

Paragraaf D. Bedrijfsvoering

D. Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - D. Bedrijfsvoering

Beleidskader
De verplichte paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft tenminste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Bij Programma 6 is de visie op de bedrijfsvoering al kort aangegeven.

Management en organisatie
Binnen de Veense werkorganisatie weten we ons verbonden door vier gemeenschappelijke kernwaarden, die als kompas dienen en waar we onze activiteiten en inzet aan kunnen toetsen: samenwerken, toegevoegde waarde, energie en werkplezier en resultaatgericht werken. De inzet op deze vier waarden stelt ons in staat om flexibel mee te kunnen bewegen met dat wat de inwoners en het bestuur van ons vragen, en daarbij te streven naar kwalitatief hoogwaardig werk. Het afgelopen jaar is hierop met name ingezet vanuit het verder ontwikkelen van talentmanagement en het tijds- en plaatsonafhankelijk werken.

Op inhoud vinden de teams, die de basis zijn van de organisatie, elkaar in de drie thema’s Dienstverlening & Bedrijfsvoering, Samenleving en Ruimte, om zo goed geïnformeerd te zijn op het werk dat verricht wordt, op de trends en ontwikkelingen die we zien aankomen en op zaken die op organisatieniveau spelen. De directieleden hebben deze thema’s onderling verdeeld en borgen de themaoverstijgende afstemming.

Planning en Control
Conform de planning & control cyclus zijn de volgende documenten opgesteld en aangeboden aan de raad:

  • Jaarstukken 2021;
  • Kaderbrief 2023-2025;
  • Drie bestuursrapportages 2022;
  • Programmabegroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026.

In 2022 hebben de collega's digitaal samengewerkt in de software van Pepperflow. In deze software zijn de drie bestuursrapportages 2022 en de Programmabegroting 2023 en meerjarenraming 2024-2026 samengesteld. Deze planning- & controldocumenten zijn online gepubliceerd op de website https://veenendaal.begrotingsapp.nl/.

Wet open overheid (Woo)
De gemeente Veenendaal spant zich in voor een maximale ambitie als het gaat om de transparantie en openbaarmaking van informatie. In het kader van de implementatie van de Wet open overheid (Woo) is in 2022 gestart met een impact analyse. Op basis van deze analyse is een implementatieplan opgesteld. De implementatie maakt onderdeel uit van een breder programma “i-grip”, waarmee beoogd wordt om de informatiehuishouding op orde te krijgen, deze informatie actief openbaar te maken en tevens duurzaam toegankelijk te houden voor iedereen. Tal van projecten maken onderdeel uit van de implementatie van de Woo en daaraan flankerende maatregelen. Een deel van de projecten is in 2022 reeds aangevangen. De komende jaren zal een gefaseerde uitrol ten aanzien van de in de Woo genoemde verschillende informatiecategorieën plaatsvinden.

Control
Binnen het onderwerp ‘control’ speelt een aantal ontwikkelingen welke van belang zijn voor de bedrijfsvoering binnen de gemeente.

Rechtmatigheid verantwoording
Ontwikkelingen
Vanaf 2023 zal B&W een rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening moeten opnemen. Vanaf 2023 zal de accountant geen specifieke uitspraak meer doen over het rechtmatig handelen van de gemeente, anders dan nagaan of deze rechtmatigheidsverantwoording getrouw is (als onderdeel van de controle van de jaarrekening).

De commissie BBV heeft onder andere de taak een visie ten aanzien van rechtmatigheid in de controleverklaring van gemeenten op te stellen en de eenduidige interpretatie hiervan te bevorderen.

De visie van commissie BBV is opgenomen in kadernota rechtmatigheid en ten behoeve van een eenduidige interpretatie worden richtlijnen gegeven die uiteenvallen in stellige uitspraken en aanbevelingen.

De commissie BBV adviseert in de Kadernota rechtmatigheid onderstaande stellige uitspraken als dwingend te beschouwen:

  1. De kaderstelling door de raad/verordeningen moet(en) duidelijk zijn ten aanzien van financiële consequenties.
  2. De rechtmatigheidsverantwoording van B&W geeft een overzicht van afwijkingen ten opzichte van wetgeving en kaderstelling door de raad.
  3. Niet-naleving van de wet Fido moet worden toegelicht in de bedrijfsvoeringsparagraaf
  4. Er wordt gepleit om ten aanzien van Misbruik en Oneigenlijk gebruik een overkoepelend beleid te formuleren.

Uitwerking 2022
Het jaar 2022 is als een ‘proefjaar’ gebruikt om de inrichting en uitkomsten voor de rechtmatigheids-verantwoording op een juiste wijze weer te geven en in te regelen. Vanuit de uitgevoerde verbijzonderde interne controles is als belangrijkste bevinding geconstateerd dat niet in alle gevallen voldaan is aan de spelregels met betrekking tot Europese aanbestedingen. Deze bevinding is ook als zodanig door onze accountant geconstateerd. De ervaringen vanuit 2022 zullen worden betrokken bij het interne controleplan 2023.

Inzake kaderstelling kan worden gesteld dat reeds ambtelijk de eerste stappen zijn genomen om te komen tot een nieuwe controleverordening en financiële verordening. Dit geldt eveneens voor een controleprotocol rechtmatigheid waarbij de kaders ten aanzien van de wijze waarop het college gaat rapporteren over afwijkingen ten opzichte van wet en regelgeving zijn opgenomen. In de auditcommissie zullen zowel beide verordeningen als het controleprotocol nader worden toegelicht.

Fiscale zaken in control
In 2011 is met de Belastingdienst een convenant afgesloten over in het kader van het 'horizontale toezicht'. Kern hiervan is dat de gemeente fiscaal in control is en samenwerkt met de Belastingdienst. Daardoor behoeven geen uitgebreide controles meer plaats te vinden. Het convenant is destijds voor onbepaalde tijd afgesloten.

In 2021 zijn er door de Belastingdienst nieuwe eisen gesteld aan de continueren van het convenant. Aan de nieuwe afspraken liggen drie pijlers ten grondslag: 
-    een fiscale strategie;
-    het inzicht in fiscale risico’s;
-    de beheersing hiervan door de organisatie via onder andere monitoring en testing.

Deze drie pijlers komen samen in een Tax Control Framework (TCF) waarvan de werking onder het oude horizontaal toezicht niet werd getoetst. 

In 2022 is gewerkt om de status van 'fiscaal in control' te realiseren. Door een paar langdurige ziektegevallen en vacatures binnen het team Financiën is het niet gelukt dit voornemen te realiseren. In het bedrijfsgesprek met de directie (december 2022) heeft de inspecteur aangegeven dat Veenendaal weliswaar op de goede weg is, maar dat er nog te weinig stappen zijn gemaakt om in aanmerking te komen voor het afsluiten van een nieuw convenant. In goed overleg is afgesproken dat Veenendaal er voor dit moment vanaf ziet en dat eind 2023 opnieuw bekeken wordt of we alsnog in aanmerking komen voor het convenant. Inmiddels is in januari 2023 een doorstart gemaakt om dit te kunnen realiseren, waarbij gebruik wordt gemaakt van de adviezen van bureau Fiscaliade. Dit bureau heeft ruime ervaring met de voorbereidende werkzaamheden voor de opstelling van een convenant. Afgesproken is met de Belastingdienst dat er per kwartaal overleg plaats zal vinden over de stand van zaken, zodat Veenendaal inderdaad per ultimo 2023 fiscaal in control is er een nieuw convenant kan worden afgesloten.

Inkoop en aanbesteding
Onze inkooporganisatie richt zich op rechtmatig, doelmatig en doeltreffende inkooptrajecten aan de hand van de volgende pijlers: inkoopmanagement, personeel, inkoopbeleid en -doelen, systemen en procedures, inkoopprocessen en inkoopresultaten. De inkoopkalender wordt periodiek geactualiseerd, maar daarnaast worden we ook regelmatig geconfronteerd met niet geplande projecten. 
De formatieve ruimte voor inkoop lijkt inmiddels op orde. De feitelijke bezetting/invulling nog niet. Het vullen van de toegekende vacatureruimte gaat moeizaam mede gelet op de arbeidsmarkt. Daarentegen is de behoefte aan inkoopondersteuning groot waardoor we genoodzaakt zijn in te huren.
De accountant onderkent dat duidelijk stappen zijn gezet in de ontwikkeling, maar we zijn er nog niet. In 2022 hebben we de eerste aanzetten gedaan om tot de aanschaf van een inkoop- en bestelsysteem te komen. Het is een complex traject dat een groot deel van de organisatie raakt. Inmiddels is het omgezet in het project: “Bestellen tot betalen”. Hiertoe is een projectleider aangetrokken. In de opstart van het project is een nulmeting gehouden. Aan de hand van interviews en veranderateliers is met gebruikers uit de hele organisatie gekeken naar knelpunten in het huidige werkproces. Dit alles heeft in een aantal scenario’s geresulteerd. In 2023 gaan we ook kijken bij andere organisaties en worden leveranciers uitgenodigd een korte demonstratie te geven van mogelijke oplossingen aan de hand van best practices. Dit moet leiden tot een scenariokeuze welke haalbaar is voor onze organisatie (financieel en qua capaciteit/ verandermogelijkheid). Uiteindelijk doel is een voor gebruikers makkelijke/eenduidige wijze van inkopen/ bestellen, waarbij het aantal betrokken systemen zo veel mogelijk wordt beperkt, de grip op rechtmatigheid van de inkopen wordt verhoogd, de verdere afhandeling tot en met de betaling van facturen wordt vereenvoudigd en de dossiervorming en de herleidbaarheid van de facturen wordt verbeterd.

Informatiebeveiliging
Informatiebeveiliging en cybersecurity krijgen steeds meer aandacht op alle managementniveaus en bij medewerkers. Het onderwerp raakt steeds meer verankerd in de organisatie. Voor de invoering en uitwerking hiervan is een meerjarenplan informatieveiligheid opgesteld waarin alle activiteiten ten aanzien van informatiebeveiliging zijn samengebracht en die centraal worden gecoördineerd tijdens de uitvoering. De beveiliging van systemen tegen hackers en ransomware is in 2022 verder uitgebreid. We volgen ook hierbij de aanbevelingen van de informatiebeveiligingsdienst (IBD/VNG). De regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging wordt steeds veeleisender en vraagt om meer audits en zelfevaluaties. ENSIA is hier een goed voorbeeld van. Aan het goed doorlopen van de ENSIA-audits is dit jaar ook weer veel aandacht uitgegaan. De gemeente voldoet aan alle eisen ten aanzien van de beveiliging van Suwinet en DigiD. Deze zal de komende jaren nog uitgebreider worden en naast opzet en bestaan zal ook de werking gecontroleerd worden. 

Globaal gezien heeft de gemeente weer verdere stappen gezet om meer aan de eisen van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid te voldoen. Desondanks zijn de uitdagingen en bedreigingen van dien aard dat een adequate beveiliging een moeilijke opgave is, mede ook gelet op het open karakter van de gemeentelijke organisatie. Door de steeds toenemende technische complexiteit en veranderend dreigingsbeeld  is de beweging ingezet om bepaalde zaken meer extern in te kopen in plaats van deze in eigen huis te organiseren. Dit zorgt dat er ook een wijziging komt in de werkzaamheden ten aanzien van informatiebeveiliging en dat er meer aandacht moet gaan naar het leveranciersmanagement. 

Personeelsbeleid
Het afgelopen jaar hebben we een Veens werkconcept ontwikkeld, wat uitgaat van het hybride werken conform 3 pijlers: (samen) werken op een locatie, (samen)werken vanuit huis en digitaal (samen) werken. Dit stelt ons nog beter in staat om onze klanten centraal te stellen en de Veense samenleving te bedienen.
Met het Veens werken zetten we in op regelruimte voor onze medewerkers, waarbij je zelf een plek kiest om te werken die past bij de werkzaamheden van dat moment, flexibiliteit in het werk, een goede balans tussen werk en privé. Het werkconcept “Het Veens Werken” is uitgedragen en middels de canvas Veens Werken wordt het gesprek binnen de teams over de invulling van plaats- en tijdonafhankelijk werken op individueel-, team- en organisatieniveau gefaciliteerd. Daarbij blijft er aandacht voor een juiste balans tussen het thuis en op kantoor werken.
Om op een hybride manier te werken zijn medewerkers ook gefaciliteerd met technologische voorzieningen, te weten een laptop, telefoon en accessoires. In 2023 vindt hier de afronding van plaats. In het daaropvolgende jaar worden de ervaringen van het afgelopen jaar t.a.v. het Veens Werken meegenomen bij de verdere uitrol van de faciliteiten en huisvesting binnen het gemeentehuis. 

Integriteitsbeleid
Aan een aanstelling voor nieuwe medewerkers wordt de eis gesteld dat zij binnen een half jaar de ambtseed of belofte afleggen. Nieuwe medewerkers leggen in principe de ambtseed of belofte af tijdens het introductieprogramma. Alleen door Corona hebben er vorig jaar geen fysieke bijeenkomsten plaatsgevonden. Volstaan werd daarom met het ondertekenen van de eed/belofte. In 2022 hebben alle nieuwe medewerkers de ambtseed afgelegd. In 2023 hervatten we het introductieprogramma met fysieke bijeenkomsten waarin de ambtseed of belofte afgelegd wordt.

Paragraaf E. Verbonden partijen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Beleid
Wij kiezen hier bewust voor een faciliterende rol waarin wij kaders en omstandigheden creëren, waar binnen inwoners, maatschappelijke partners en ondernemers zaken met elkaar kunnen realiseren. Tegelijkertijd constateren wij dat wij als gemeente niet in alle gevallen kunnen volstaan met een faciliterende rol. Wanneer er sprake is van een te behartigen openbaar belang, willen wij als gemeente invloed en regie behouden. Dit kan ook gerealiseerd worden binnen het verband van een verbonden partij.

Vanwege de grote bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen is inzicht in en effectieve sturing op alle verbonden partijen gewenst. Verder worden wij geconfronteerd met taakstellingen en omvangrijke taken via het regeerakkoord en de decentralisaties. Daardoor groeit het belang om grip te houden op de activiteiten en realisatie van doelstellingen door de verbonden partijen. Wij zetten ons in voor verbonden partijen die maximaal bijdragen aan de lokale bestuurlijke doelstellingen en een actief risicomanagement voeren. De ambtelijke organisatie zal ook hierdoor in toenemende mate samen (moeten) werken bij de realisatie van de beoogde bestuurlijke doelstellingen. Daarnaast wordt elke verbonden partij jaarlijks integraal op risico´s, kansen en ontwikkelingen beoordeeld. De in 2016 door de commissie BBV vastgestelde Notitie Verbonden Partijen en het daarin opgenomen instrumentarium zijn bij dit alles leidend.

Organisaties met maatschappelijk belang
In deze paragraaf zijn tevens opgenomen de partijen die strikt juridisch geen verbonden partij zijn door het ontbreken van het financieel belang zoals gedefinieerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), maar er wel sprake is van :
•    een structurele bekostiging in overwegende mate van (de activiteiten van) een organisatie via een of meer geldstromen (begrotingsfinanciering, subsidie en overeenkomst van opdracht); en
•    een bestuurlijk belang.

Gezien het maatschappelijk of algemeen belang en de mogelijke risico's zijn deze organisaties conform de aanbeveling van de Commissie BBV opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. In deze paragraaf vindt u een totaaloverzicht van de verbonden partijen, uitgesplitst in 4 categorieën: gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen, coöperaties en vennootschappen en overige verbonden partijen.

Samenvattend overzicht Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - Samenvattend overzicht Verbonden Partijen
Samenvattend overzicht Verbonden Partijen
Gemeenschappelijke regelingen (GR) 1 Regio Foodvalley
2 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
3 Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
4 Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
5 Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
6 Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)
7 Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper
Vennootschappen en coöperaties 8 Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
9 Duurzame Energie Veenendaal-Oost BV (DEVO)
10 Vitens NV
11 Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
12 Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
Stichtingen en verenigingen 13 Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
14 Stichting Ontmoetingshuis
15 Stichting Veens welzijn
Overige verbonden partijen 16 Parkeervoorzieningen

1. Regio Foodvalley

Terug naar navigatie - 1. Regio Foodvalley
Naam 1. Regio Foodvalley
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Collegeregeling)
2. Vestigingsplaats Ede
3. Doelstelling en openbaar belang De gemeenschappelijke regeling is getroffen om de Regio een Europese topregio te maken op het gebied van innovatie in de foodsector met versterking van de leefomgeving.
4. Relatie met beleidsprogramma Burger en Bestuur
5. Deelnemende partijen Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.
7. Financieel belang Om de samenwerking mogelijk te maken betalen de gemeenten een inwonerbijdrage, die jaarlijks wordt geïndexeerd. Voor 2022 was deze vastgesteld op € 3,24 per inwoner, hetgeen voor Veenendaal neerkomt op een bedrag van € 218.930. Tevens heeft Veenendaal in 2022 € 184.337 betaald aan projecten van de diverse  werkprogramma's. De verdeling over de werkprogramma's is: economie € 37.986; energie € 29.178; mobiliteit € 22.021; ruimtelijke ordening € 31.008; wonen € 6.423, werkgelegenheid € 36.619 en voedsel en eiwittransitie € 21.102).  In 2022 is ook €  60.582 betaald als bijdrage in de kosten van het programmamanagement. De bijdrage aan het mobiliteitsfonds bedroeg in 2022 € 70.979.   Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 3.500.000 31-12-2021: € 3.100.000 31-12-2020: € 2.600.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 2.700.000 31-12-2021: € 2.100.000 31-12-2020: € 3.000.000
10. Financieel resultaat 2022: € 77.000 2021: € 192.000 2020: € 213.000
11. Website www.regiofoodvalley.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Na een zeer intensief proces van ruim twee jaar is in november 2022 de Verstedelijkingsdeal Arnhem-Nijmegen-Foodvalley gesloten. Deze deal betekent dat de regio de komende jaren een serie van afspraken met het Rijk, provincies, waterschappen, regio’s en gemeenten zullen maken over grote investeringen in beide regio’s. Dat doen we rond de thema’s Leefomgeving, Economie, Mobiliteit en Wonen. Bij het aangaan van de deal zijn daarvoor ook al de eerste financiële afspraken gemaakt die resulteren in aanzienlijke investeringen. De raad is hierover via een raadsinformatiebrief geïnformeerd. In 2023 zullen de plannen rond het NPLG (Nationaal Programma Landelijk Gebied) resulteren in concrete maatregelen die het  buitengebied zullen raken. Regio Foodvalley heeft het huiswerk hiervoor zorgvuldig gemaakt. De contourennotitie Regionaal Programma Landelijk Gebied is om die reden eind 2022 in alle raden voor wensen en bedenkingen besproken. Risico's en financiële positie De risico's kunnen worden ingedeeld in: 1. risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid; 2. risico's voortvloeiend uit het beleid van een hogere overheid; 3. risico's voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten en instanties; 4. risico's voortvloeiend uit het doen /nalaten van derden; 5. risico's voortvloeiend uit voor de regio niet te beïnvloeden autonome ontwikkelingen. Regio Foodvalley heeft een reserve voor het exploitatierisico i.c. de Algemene reserve gevormd. Deze reserve wordt toereikend geacht gelet op de beschreven risico’s.

2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - 2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Naam 2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De VRU is een samenwerkingsverband van en voor de 26 Utrechtse gemeenten. Zij behartigt het belang van de gemeente op de terreinen brandweerzorg, de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (Ghor), rampenbestrijding, risico- en crisisbeheersing. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor een adequate samenwerking met politie en de RAVU (regionale ambulancevoorziening Utrecht) ten aanzien van de gemeenschappelijke meldkamer en een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing. Door deelname aan de Veiligheidsregio Utrecht wordt de samenwerking tussen verschillende instanties bij bestrijding van rampen en crises verbeterd. Elk lid van het AB fungeert als intermediair tussen gemeente en het bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht. Wanneer er regionale besluiten genomen moeten worden, is goedkeuring van alle gemeenteraden nodig.
4. Relatie met beleidsprogramma Burger en Bestuur
5. Deelnemende partijen 26 Utrechtse gemeenten
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. De burgemeester is in zijn functie lid van het algemeen bestuur (AB) VRU.
7. Financieel belang De bijdrage aan de VRU was in 2022 € 3.267.700. Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 23.300.000 31-12-2021: € 23.200.000 31-12-2020: € 17.700.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 62.500.000 31-12-2021: € 62.700.000 31-12-2020: € 47.200.000
10. Financieel resultaat 2022: € 700.000 2021: € 3.100.000 2020: € 2.100.000
11. Website www.vru.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen Het financiële resultaat van € 0,7 miljoen over 2022  is lager dan de eerdere prognose. Dit komt onder andere door de nabetaling op de CAO die in december 2022 is gedaan. Daarnaast is meer realistisch geoefend en opgeleid door de brandweer dan waarmee rekening was gehouden in de prognose. Hiermee is een deel van de achterstand uit de COVID-19 periode ingelopen. Dit werkte ook door in hogere vergoedingen aan vrijwilligers en kosten voor operationele middelen. De kosten voor de opvang van Oekraïense ontheemden bedroegen in 2022 € 9,5 miljoen. Deze kosten worden een op een vergoed door het rijk. De kosten voor de crisisnoodopvang bedragen € 6,2 miljoen. Deze kosten zijn rechtstreeks doorbelast aan het COA en daarmee geen onderdeel van de exploitatie van de VRU. Risico’s en financiële positie Het financiële resultaat over 2022 laat een positief saldo van € 0,7 miljoen zien. Dit positief resultaat is incidenteel van aard en bestaat uit lagere personele lasten (€ 0,6 miljoen) en materiële lasten (€ 0,13 miljoen) enerzijds en hogere baten (€ 0,07 miljoen) anderzijds.  Het positieve resultaat van € 0,7 miljoen wordt gestort in de reserve ontwikkel- en egalisatiereserve. Het algemeen bestuur heeft in maart 2019 ingestemd met het instellen van een ontwikkel- en egalisatiereserve en het principe dat een eventueel positief rekeningresultaat in deze reserve wordt gestort. De middelen uit de ontwikkel- en egalisatiereserve kunnen worden ingezet voor organisatieontwikkeling en om de gemeentelijke bijdrage stabiel te houden. De afgelopen jaren zijn de positieve rekeningresultaten met name ingezet voor dat laatste doel, waarmee incidentele stijgingen van de gemeentelijke bijdragen zoveel mogelijk zijn voorkomen.  De ontwikkel- en egalisatiereserve is gemaximeerd op een bedrag van € 1,8 miljoen.  Voorstellen voor de inzet van de ontwikkel- en egalisatiereserve worden verwerkt in de begroting van het komende en lopende jaar die gelijktijdig met de jaarstukken van het voorgaande jaar aan het algemeen bestuur worden voorgelegd.  De bedrijfsvoeringsreserve laat de weerstandscapaciteit van de Vru zien. Binnen deze capaciteit kunnen de risico’s (mogelijke toekomstige financiële tegenvallers) worden opgevangen zonder dat dit dit direct afgewenteld hoeft te worden op de gemeenten. Op basis van de risico-inventarisatie bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit voor 2022 € 0,5 miljoen. De beschikbare weerstandscapaciteit van de Vru is € 1,4 miljoen per ultimo 2022 en is dus toereikend om de risico’s af te dekken. Volgens de richtlijnen van het BBV is de Vru verplicht om kengetallen op te nemen die inzicht geven hoeveel financiële ruimte de Vru heeft om structurele en incidentele lasten te dekken of op te vangen. Voor de Vru gaat het om de netto schuldquote, het solvabiliteitsratio en de structurele exploitatieruimte. De netto schuldquote bedraagt per 31 december 2022 25,3 % (2021 22,8%), deze schuldquote is gunstig. De norm ligt tussen 0 en 100% en de Vru ligt ruimschoots onder het maximum van 100%. De stijging van de schuldquote in 2022 is veroorzaakt door een lagere stand van de liquide middelen. Het solvabiliteitsratio bedraagt per 31 december 2022 27,7% (2021 27,0%). De solvabiliteit is ten opzichte van 2021 gestegen door de afname van vaste schulden met een rente typische looptijd langer dan 1 jaar. De langlopende leningen worden hoofdzakelijk gebruikt voor de financiering van de vaste activa. De solvabiliteit is aan de lage kant. De structurele exploitatieruimte is per ultimo 2022 -0,1% (2021 -0,1%) hetgeen inhoudt dat alle middelen structureel zijn bestemd.

3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)

Terug naar navigatie - 3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
Naam 3. Sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam), IW4 Beheer N.V. is een Naamloze Vennootschap (N.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang De doelstelling van IW4 is het handhaven, vergroten of herstellen van de arbeidsgeschiktheid van personen die tot arbeid in staat zijn, maar ook voor wie, in belangrijke mate, ten gevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of nu niet aanwezig is. De regie van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is belegd bij de rechtspersoon bezittend openbaar lichaam (gemeenschappelijke regeling) Instituut Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht. Het Instituut heeft de uitvoering via een samenwerkingsovereenkomst belegd bij IW4 Beheer NV, waarvan de aandelen in handen zijn van de GR.
4. Relatie met beleidsprogramma Economie, Werk en Ontwikkeling
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal, Rhenen, en Renswoude
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. Namens onze gemeente zitten wethouders in het bestuur van de GR. Naast WSW-subsidie en een vergoeding voor opdrachten betaalt onze gemeente aan de GR een bijdrage om het subsidietekort per SE deels te compenseren.
7. Financieel belang De eventuele tekorten van de beheer NV worden (naar rato) door de deelnemende partijen aangezuiverd, als de voorzieningen en reserves binnen de NV en/of GR ontoereikend zijn.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 5.500.000 (NV) 31-12-2021: € 5.000.000 (NV) 31-12-2020: € 6.100.000 (NV)
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 9.800.000 (NV) 31-12-2021: € 1.000.000 (NV) 31-12-2020: € 1.000.000 (NV)
10. Financieel resultaat 2022: € 625.000 (NV) 2021: € -1.200.000 (NV) 2020: € 11.000 (NV)
11. Website www.iw4.nl
12. Risicoprofiel Hoog
Ontwikkelingen IW4 voert namens de deelnemende gemeenten de Participatiewet, onderdeel Sociale werkvoorziening uit. Alle bedrijfsactiviteiten van de GR worden uitgevoerd door IW4 Beheer NV. De uitvoering van de WSW is door middel van een aanwijzingsbesluit overgedragen aan de NV. De uitgangspunten voor het sociale beleid worden bepaald door het Algemeen Bestuur van de GR, terwijl de verantwoordelijkheid voor het bedrijfseconomisch handelen in handen ligt van de directie en de RvC van de NV. In 2018 zijn door de gemeenteraden van Veenendaal, Rhenen en Renswoude besluiten genomen over de financiering van de WSW en de toekomst van IW4. Dit besluit is door het bestuur van de GR aangemerkt als strategische visie van de GR. Ook is de governance van de gemeenten via de GR op de NV versterkt. Mede op basis van de strategische visie heeft de NV een transitieplan 2019-2021 opgesteld. In deze periode werkte ze toe naar een toekomstbestendige organisatie (incl. toekomstbestendige huisvesting). Het transitieplan is in 2022 geëvalueerd en extern getoetst door een extern onderzoeksbureau. Om te komen tot een toekomstbestendige financiering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en goed te zorgen voor de bestaande Wsw-dienstverbanden, is aan de raad voorgesteld om een nieuw financieringsmodel vast te stellen. In dit model wordt de rijksbijdrage Wsw in zijn geheel aan de GR IW4 beschikbaar gesteld. Een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage is niet meer nodig en komt te vervallen (per 1 januari 2023). Tot slot is aan de raad voorgesteld om de bestemmingsreserve Wsw op te heffen.  Risico’s en financiële positie Met de huidige landelijke begeleidingsvergoeding voor Beschut Werk lukt het IW4 niet om een sluitende businesscase te maken voor dit onderdeel. In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt er onderzocht of de hoogte van de begeleidingsvergoeding nog passend is. Vooralsnog kan het verlies bij Beschut Werk worden opgevangen door de overige (winstgevende) activiteiten. Indien het Rijk besluit de Wsw-budgetten in de toekomst substantieel af te romen bestaat het risico dat er een onoverkomelijk subsidietekort ontstaat. De gemeenten Veenendaal, Rhenen en Renswoude zijn via de GR IW4 aandeelhouder in IW4 Beheer NV. Zowel de NV als de GR beschikken over reserves. Uiteindelijk zijn de deelnemende gemeenten wel risicodrager.

4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - 4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
Naam 4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling.
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De Gemeenschappelijke Regeling GGD regio Utrecht, gevestigd te Utrecht, is getroffen ter uitvoering van de taken die bij of krachtens de Wet publieke gezondheid zijn opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen 26 gemeenten uit de provincie Utrecht
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 4.408.365 31-12-2021: € 4.112.694 31-12-2020: € 5.140.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 56.783.392 31-12-2021: € 49.257.954 31-12-2020: € 35.520.000
10. Financieel resultaat 2022: € 726.000 2021: € 565.000  2020: € 2.260.000
11. Website www.ggdru.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen Het besluit te stoppen met het GGiD heeft een belangrijk effect op het resultaat van 2022. Er is sprake van een negatief effect voortkomend uit het afboeken de opgebouwde GGiD-balanswaarde en de exploitatiekosten gerelateerd aan het GGiD. Deels wordt dit gecompenseerd door de eenmalige bijdrage van 25 JGZ gemeenten. Daarnaast wordt het resultaat in 2022 beïnvloed door de incidentele bijdrage van de 25 JGZ-gemeenten ten behoeve van de nieuwe aanbesteding voor een digitaal kinddosier. Ook in 2022 maakte de GGDrU Corona-meerkosten. Er is sprake van lagere lasten vanwege lagere corona-meerkosten. Tegelijkertijd betekent dit ook lagere baten, daar deze kosten volledig declarabel bij het ministerie zijn.

5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Naam 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Openbaar Lichaam)
2. Vestigingsplaats Soest
3. Doelstelling en openbaar belang De AVU zorgt onder andere voor de verwerking van het Veenendaalse huishoudelijke afval. De kosten worden één op één doorberekend aan de gemeente en zitten in het tarief van de afvalstoffenheffing.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen 25 gemeenten uit de provincie Utrecht
6. Bestuurlijk belang In het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Utrecht (AVU) zijn de 25 aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht  vertegenwoordigd in het Algemeen- en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling AVU.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 300.000 (concept) 31-12-2021: € 800.000 31-12-2020: € 690.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 27.600.000 (concept) 31-12-2021: € 21.600.000  31-12-2020: € 23.800.000
10. Financieel resultaat 2022: € 100.000 (concept) 2021: € 100.000   2020: € 200.000
11. Website www.avu.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen In 2022 is de AVU gestart met de website https://afvalvanutrecht.nl. Afval van Utrecht is bedoeld voor alle 25 AVU-gemeenten in de provincie Utrecht. Voor de beleidsmakers, de uitvoerders, de afvalverwerkers en natuurlijk de inwoners. Voor iedereen die afval produceert en verwerkt, is Afval van Utrecht dé plek om hands-on informatie te vinden waarmee direct kan worden gewerkt aan de circulaire toekomst van een gemeente.

6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - 6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)
Naam 6. Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling.
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De ODRU ondersteunt gemeenten bij het waarborgen en ontwikkelen van een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen De huidige deelnemers van de ODRU zijn de gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, IJsselstein, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
7. Financieel belang De bijdrage aan de ODRU was in 2022 € 980.272.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 1.200.000 31-12-2021: € 1.700.000 31-12-2020: € 1.200.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 4.300.000 31-12-2021: € 3.300.000 31-12-2020: € 7.900.000
10. Financieel resultaat 2022: - € 49.400 2021: € 769.700 2020: € 125.800
11. Website www.odru.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen In 2022 is verder gewerkt aan de zes speerpunten zoals opgenomen in de koers 2019-2022.   Omgevingswet Ondanks dat de invoering van de omgevingswet in 2022 tot 2 keer toe is uitgesteld, is het opleiden van medewerkers doorgegaan. Ook is er geoefend tijdens de regionale ketensamenwerkingsdagen. Op bestuurlijk niveau zijn regionale samenwerkingsafspraken vastgesteld. Dit alles om goed voorbereid te zijn als de wet wel van kracht wordt.    Duurzaamheid Onder het mom “practice what you preach” heeft de ODRU stappen gezet in haar eigen bedrijfsvoering. In nadrukkelijke opdracht van de gemeente heeft de ODRU controles uitgevoerd bij kantoren op de verplichting voor label-C. Met het vaststellen van het uniform regionaal bodembeleid is een meer circulaire werkwijze voor bodembeheer geborgd.    Uniformiteit en schaalvoordeel Met het vaststellen van de uniforme U&H strategie is een grote stap gezet in het robuust maken van toezicht in de provincie. Ook de samenwerking met de RUD is verder versterkt waarmee het schaalvoordeel wordt benut.    ICT en digitalisering In 2022 is de implementatie van een nieuw zaaksysteem gestart. Het vastleggen van processen wordt hiermee ook ondersteund. Tot slot is de digitalisering van alle stromen, inclusief archief, verder ingevoerd.    Sturing, monitoring en verantwoording In 2022 heeft een extern bureau onderzoek gedaan wat de organisatie ODRU nodig heeft om te voldoen aan de verantwoording. De aanbevelingen die hierin staan worden verder uitgewerkt. Hierin wordt samen met de gemeente opgetrokken. Het doel is om naast het cijfermatig gedeelte steeds meer te verantwoorden op maatschappelijk effect.    Kwaliteit van dienstverlening Elke dag werkt de ODRU aan kwalitatief goed dienstverlening en producten. Vanwege capaciteit die onder druk staat en dus keuzes in prioritering, is hier in 2022 weinig extra inzet op gepleegd.  Risico’s en financiële positie Het jaarresultaat komt over 2022  uit op € 49.400 negatief. Voorgesteld wordt het negatieve resultaat te dekken uit de Algemene reserve van de Odru.  De algemene reserve bedraagt in 2022 € 809.100 en is gelijk aan de beschikbare weerstandscapaciteit. Dit is voldoende om het negatieve resultaat te dekken maar de beschikbare weerstandscapaciteit is onvoldoende om het totale bedrag aan berekende restrisico's te dekken. De algemene reserve dient in 2023 minimaal € 1.091.000 (het restrisico) te bedragen. Het aanvullen van de algemene reserve kan plaatsvinden vanuit de bestemming van een eventueel positief rekeningresultaat of in het geval er geen positief rekeningresultaat is een incidentele bijdrage van gemeenten en zal uitsluitend plaatsvinden bij bestuursbesluit. Bij de jaarrekening 2022 wordt dan ook voorgesteld om de algemene reserve aan te vullen tot €1.091.000. Voor 2023 betekent dit voor Veenendaal een extra bijdrage van € 16.100 om de algemene reserve van de Odru aan te vullen. Volgens de richtlijnen van het BBV is de ODRU verplicht om kengetallen op te nemen die inzicht geven hoeveel financiële ruimte de ODRU heeft om structurele en incidentele lasten te dekken of op te vangen. Voor de ODRU gaat het om de netto schuldquote, het solvabiliteitsratio en de structurele exploitatieruimte. De netto schuldquote bedraagt per 31 december 2022 – 4,81 % (2021 -8,05%). De norm ligt tussen 0 en 100% en de ODRU ligt ruimschoots onder het maximum van 100%. De wijziging   van de schuldquote wordt veroorzaakt door dat de positie van de schulden is toegenomen door de hogere af te dragen omzetbelasting en loonheffing. Het solvabiliteitsratio bedraagt per 31 december 2022 21,1% (2021 33,9%). De solvabiliteit is ten opzichte van 2022 gedaald. in 2021 was deze hoger door het hogere rekeningresultaat. De structurele exploitatieruimte is per ultimo 2022 4,45% (2021 -1,2%). Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken.

7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper (BVO)

Terug naar navigatie - 7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper (BVO)
Naam 7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (collegeregeling)
2. Vestigingsplaats Barneveld
3. Doelstelling en openbaar belang Uitvoering geven aan het Collectieve vraagafhankelijke vervoer, het OV-Vangnet, beleidsvoorbereidingen treffen, contractmanagement uitvoeren en financieel management uitvoeren voor de FoodValley gemeenten en de provincie Gelderland op dit onderdeel.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.
7. Financieel belang Ieder gemeente betaald een eigen deel voor de kosten van de uitvoering en van het beheer.
8. Eigen Vermogen Geen
9. Vreemd Vermogen Geen
10. Financieel resultaat Het betreft een maatwerkvoorziening dat een openeinde regeling is.
11. Website www.valleihopper.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen De provincie Gelderland heeft enige tijd geleden besloten om de subsidie af te bouwen en het besluit om het OV-Vangnet te beëindigen. Beide besluiten hebben een nog onbekend financieel effect. Er worden gesprekken gehouden met de provincie Utrecht over de uitvoering van het OV-vangnet in de Utrechtse gemeenten na 2023. De deelnemende gemeenten onderzoeken of er manieren zijn om de kosten beheersbaar te houden.  In 2022 heeft een evaluatie plaatsgevonden over de transitie van de GR Food Valley naar de GR BVO Valleihopper. BVO Valleihopper coördineert de uitvoering van het vraagafhankelijk vervoer. De aanbevelingen uit de evaluatie worden in 2023 verder uitgewerkt.

8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)

Terug naar navigatie - 8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
Naam 8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
1. Rechtsvorm Commanditaire Vennootschap (C.V.) en Besloten Vennootschap (B.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. heeft tot doel het realiseren van een plangebied aan de oostkant van Veenendaal voor circa 4.000 woningen (waarvan ca. 1.000 zijn gerealiseerd in plangebied Dragonder-oost).
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen De gemeente Veenendaal en Grondexploitatie Quattro Veenendaal C.V. zijn in 2003 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan voor het ontwikkelen van dit plangebied, waarbij het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. en Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost Beheer B.V. zijn opgericht. Beide partijen (gemeente Veenendaal en Quattro) hebben een 50% belang.
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA), lid RvC (Raad van Commissarissen)
7. Financieel belang 50% van het aandelenkapitaal B.V.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: n.n.b. 31-12-2021: € 5.700.000 31-12-2020: € 3.900.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: n.n.b. 31-12-2021: € 43.300.000 31-12-2020: € 52.300.000
10. Financieel resultaat 2022: n.n.b. 2021: € 1.800.000 2020: € 0
11. Website www.veenendaaloost.nl
12. Risicoprofiel Middel
Ontwikkelingen Leidend principe bij het tot stand komen van de wijken Dragonder-oost en Veenendaal-oost is de keuze om de grondexploitaties te organiseren in een PPS-constructie: het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost (OVO).  Het plangebied Dragonder-oost met een capaciteit van ongeveer 800 woningen is al jaren geleden gerealiseerd.  Voor het plangebied Veenendaal-oost geldt dat deze in drie deelgebieden is opgedeeld te weten Veenderij (zuidelijk deel), Buurtstede (centraal deel) en Groenpoort (noordelijk deel).    Veenderij  In het zuidelijk deelplan Veenderij met een totale capaciteit van ca. 1.000 woningen zijn de eilanden HIJKM grotendeels woonrijp gemaakt. De aanleg van het kruispunt Van Essenlaan – Heemraadsingel is uitgevoerd. Daarnaast vordert de bouw van de diverse projecten gestaag en zijn eerste woningen al opgeleverd, waarbij het woonrijpmaken de gefaseerde oplevering van de woningbouw volgt. Eiland L is grotendeels woonrijp opgeleverd, met uitzondering van het waterplein. Het waterplein wordt via bewonersparticipatie ingericht. De oplevering van het waterplein met bijbehorend gemeentelijk kunstwerk wordt medio 2023 verwacht.  Buurtstede Het centraal gelegen Buurstede in Veenendaal-Oost is voor het overgrote deel gerealiseerd. Afgelopen jaar zijn de 10 walwoningen ‘De Ontmoeting’ gerealiseerd, waar de oplevering in het eerste kwartaal van 2023 wordt voorzien. Aan de oostzijde van De Brink (Stuivenbergheem) zijn 18 woningen van het project ‘LEIV’ gerealiseerd. Aan de westzijde van het Ontmoetingshuis is nog een ontwikkelpositie van gemeente Veenendaal in voorbereiding voor realisatie van een kerkgebouw en een ca. 60-tal appartementen (Veenvesters).   Groenpoort  Afgelopen jaar is de bestemmingsplanprocedure voor dit deelgebied doorlopen en inmiddels onherroepelijk geworden. Verder is 2022 vooral gebruikt ter voorbereiding op de ontwikkeling van deelgebied Groenpoort. Daarnaast zijn er diverse ontwikkeling in de directe omgeving van Groenpoort die de nodige aandacht hebben gekregen en nog zullen krijgen, omdat deze van invloed kunnen zijn op de voortgang van de ontwikkelingen binnen Groenpoort, zowel in inhoudelijk als in procesmatig en/of in financieel opzicht. Enkele voorbeelden hiervan zijn:  - Besluitvorming over realisatie van een IKC in Groenpoort op gemeentelijk kavel nr.25  - Verbreding Rondweg-oost, inclusief geluidwerende voorzieningen  - Tijdelijke verkeersaansluitingen ‘Groenpoort’ voor bouwverkeer  - Realisatie energievoorziening DEVOG (leidingen en energiehuis).

9. Duurzame Energie Veenendaal-Oost Holding BV (DEVO)

Terug naar navigatie - 9. Duurzame Energie Veenendaal-Oost Holding BV (DEVO)
Naam 9. Duurzame Energie Veenendaal-oost BV (DEVO)
1. Rechtsvorm Besloten Vennootschap (B.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang DEVO is het lokale energiebedrijf dat verantwoordelijk is voor de exploitatie en het beheer van de duurzame energievoorziening in een deel van Veenendaal-oost (Buurtstede en Veenderij). DEVO draagt bij aan het bereiken van de gemeentelijke doelstelling om met ingang van 2050 energieneutraliteit te realiseren.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is voor 100% aandeelhouder van deze onderneming
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € -5.702.000 (concept) 31-12-2021: € -5.505.000 31-12-2020: € -5.702.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 16.467.000 (concept) 31-12-2021: € 16.467.000 31-12-2020: € 12.546.000
10. Financieel resultaat 2022: € -300.000 (concept) 2021: € 81.000 2020: € -174.000
11. Website www.devo-veenendaal.nl
12. Risicoprofiel Hoog
Ontwikkelingen In februari  2022 heeft de gemeenteraad  besloten om een borgstelling van € 10 miljoen beschikbaar te stellen voor de aanleg van een warmtenet in Groenpoort. Ook is Duurzame Energie Veenendaal Oost Groenpoort opgericht als werkmaatschappij onder DEVO Holding b.v.  Risico's en financiële positie Door de heftige ontwikkelingen op de energiemarkt als gevolg van de oorlog in Oekraïne heeft DEVO te maken gehad met forse prijsstijgingen van energie. Dit heeft het exploitatieresultaat van DEVO negatief beïnvloed. Ook bij realisatie van het warmtenet in Groenpoort is DEVO geconfronteerd met forse prijsstijgingen door de inflatie. Een bijkomend probleem is de netwerkcongestie waardoor plannen zijn ontwikkeld om warmte tijdelijk op te slaan.  Op piekmomenten hoeft dan geen elektriciteit te worden afgenomen van het netwerk. Zo draagt DEVOG bij aan de oplossing dit landelijk probleem.

10. Vitens NV

Terug naar navigatie - 10. Vitens NV
Naam 10. Vitens NV
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Zwolle
3. Doelstelling en openbaar belang Publiek waterbedrijf, belast met de zorg voor de watervoorziening
4. Relatie met beleidsprogramma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
5. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,98% van de aandelen.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 649.500.000 31-12-2021: € 600.300.000 31-12-2020: € 559.200.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 1.446.600.000 31-12-2021: € 1.387.800.000 31-12-2020: € 1.340.100.000
10. Financieel resultaat 2022: € 8.200.000 2021: € 19.400.000 2020: € 23.900.000
11. Website www.Vitens.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Voor de 3e keer in korte tijd (met uitzondering van 2021) kreeg Nederland in 2022 te maken met aanhoudende droogte; van april tot diep in september. Maar ondanks deze lange droge periode heeft Vitens veel minder water geleverd dan Vitens heeft gepland. Dat is op zichzelf verheugend, omdat Vitens zich inzet voor waterbesparing. Maar het heeft ook een serieuze impact gehad op de waterafgifte die veel lager uitpakte dan was begroot en tot een aanzienlijk lager resultaat leidde dan begroot. Terwijl Vitens dit resultaat juist zo hard nodig heeft in het licht van de (toekomstige) investeringen. Zo zien we dat de strategische doelen ‘waterbesparing’ en ‘financiële gezondheid’ elkaar in 2022 in de wielen reden en werd 2022 het jaar van de paradox en de grote omslag. Deze paradox maakt zichtbaar dat Vitens in dit tijdsgewricht de onzekerheden als gevolg van weersomstandigheden en meer volatiele omzetontwikkeling steeds groter ziet worden. Enerzijds moet Vitens extra investeren in het klimaat- en toekomstbestendig maken van het watersysteem en de drinkwatervoorziening. Anderzijds moet Vitens de uitgangspunten van het financieel beleid robuuster maken om deze onzekerheden duurzaam te kunnen incasseren. Structurele tariefsverhoging is in dit licht onontkoombaar.

11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)

Terug naar navigatie - 11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
Naam 11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Den Haag
3. Doelstelling en openbaar belang Bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De bank levert zo een bijdrage aan de publieke taak.
4. Relatie met beleidsprogramma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
5. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,2% van de aandelen.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 4.615.000.000 31-12-2021: € 5.062.000.000 31-12-2020: € 5.097.000.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 107.495.000.000 31-12-2021: € 143.995.000.000 31-12-2020: € 155.262.000.000
10. Financieel resultaat 2022: € 300.000.000 2021: € 236.000.000 2020: € 221.000.000
11. Website www.bngbank.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Vanuit bancair oogpunt was 2022 een goed jaar voor BNG Bank met gezonde financiële resultaten. Door de sterke kapitaalpositie kon BNG Bank gunstige financiering aantrekken. Dit stelde BNG Bank in staat om goede condities aan onze klanten te geven, waarmee zij hun maatschappelijke doelen konden realiseren. In het kader van de strategie Ons Kompas Naar Impact heeft BNG Bank in 2022 de bedrijfsvoering verder geoptimaliseerd. In het belang van de klant is er geïnvesteerd in systemen en mensen. Daarnaast is het Klimaatplan Going Green gepresenteerd. Met dit klimaatplan zet BNG Bank een volgende stap in de energietransitie en CO2-reductie. Samen met onze klanten zoals gemeenten, woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen en energiebedrijven willen we Nederland duurzamer, toekomstbestendiger en groener maken. Het uitgangspunt is daarbij dat BNG Bank de bank is van en voor het publieke domein.

12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)

Terug naar navigatie - 12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
Naam 12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Ede
3. Doelstelling en openbaar belang ACV is een overheids-nv. De missie van ACV is de opdracht gevende gemeenten, bedrijven en particulieren te ontzorgen op het gebied van afval & reiniging en te opereren als de logische, regionale samenwerkingspartner.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeenten Ede, Renkum, Renswoude, Veenendaal en Wageningen
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang 24,8% van de aandelen van de holding
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: n.n.b. 31-12-2021: € 13.400.000  31-12-2020: € 11.600.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: n.n.b. 31-12-2021: € 19.800.000 31-12-2020: € 21.800.000
10. Financieel resultaat 2022: n.n.b. 2021: € 1.900.000 2020: € 500.000
11. Website www.acv-groep.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen In 2022 is ACV gestart met het opstellen van de Strategische Agenda 2023-2027. Hiervoor wordt ook input opgehaald bij de stakeholders. De planning is om de Strategische Agenda 2023-2027 in de AVA-vergadering van 2022 vast te stellen.

13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)

Terug naar navigatie - 13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
Naam 13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het algemeen doel van de Stichting is om de inwoners van Veenendaal zoveel als nodig bij te staan bij de zorg voor de opvoedondersteuning, gezinsondersteuning en ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. De Stichting sluit hierbij aan bij de ontwikkeling naar integraal werken binnen de drie sociale domeinen, te weten: jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie – bijvoorbeeld door de vorming van integrale sociale wijkteams – en levert hier een actieve bijdrage aan. Zij doet dit uitsluitend in opdracht van de gemeente.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen nvt
6. Bestuurlijk belang Het college - stelt de jaarlijkse bijdrage vast op basis van de prestatieafspraken. - benoemt, schorst en ontslaat de leden van het Bestuur. - krijgt bepaalde besluiten van het Bestuur ter goedkeuring voorgelegd.
7. Financieel belang De gemeente verstrekt op basis van prestatieafspraken een jaarlijkse bijdrage.  De jaarresultaten komen ten gunste of ten laste van de Gemeente. Om te voorkomen dat de Stichting aan het eind van het jaar een tekort in de jaarrekening  heeft, is besloten tot goedkeuring van het instellen van een egalisatiereserve binnen de  stichting. Het gaat om maximaal 10 % van de gemeentelijke bijdrage aan het CJG.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: € 375.516 31-12-2021: € 0 31-12-2020: € 0
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: € 846.623 31-12-2021: € 930.768  31-12-2020: € 983.504
10. Financieel resultaat 2022: € 0 2021: € 0 2020: € 0
11. Website www.cjgveenendaal.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen 1. De Stichting CJG heeft haar opdracht uitgevoerd voor de gemeente Veenendaal vanuit vier kerntaken. a) Preventie en vroegsignalering Het CJG heeft actief  bijdrage aan het vormgeven van een stevige sociale basis in Veenendaal. Ze hebben daarin een sterke samenwerking met partners in Veenendaal zoals, Veens Welzijn, de GGD, huisartsen en scholen. b) Toegang Afgelopen jaar heeft het CJG geïnvesteerd in het onderhouden en borgen van een eenduidige hoogwaardige toegang voor de inwoners van Veenendaal. De toegang bestaat uit: (digitaal) spreekuur, contactpersoonschap huisartsen en scholen.  c) Ambulante ondersteuning Het jaar 2022 is benut om de werkwijze ambulant te professionaliseren en te implementeren. De aanleiding daarvoor was: te lange doorlooptijden, te lange en soms te zware trajecten waardoor er geen doorstroom hadden en de lichtere trajecten soms moesten doorwijzen of te lang moesten wachten voor het traject konden worden opgepakt. De werkzame elementen zijn opgegaan in de aangescherpte werkwijze die een kwalitatieve verbetering is en leidt tot een betere doorstroom. Het CJG biedt lichte kortdurend (beschikkingsvrije specialistische) ambulante ondersteuning, met een looptijd van 4.5 maanden. Hierdoor is brede inzet van expertise binnen één organisatie aanwezig (kennis van het lokale veld, jonge kind, veiligheid, geestelijke gezondheidszorg enz.) dichtbij huis, toegankelijk en snel beschikbaar.  d) Regie  Wanneer het CJG betrokken is en de ondersteuning gestart is, blijven we betrokken om te zorgen dat het gezin de ondersteuning krijgt die nodig is. Er is gewerkt aan extra sturing op het startgesprek. Belangrijk om goede afspraken te maken over de doelen, inzet van hulpverlening en het verloop van het traject. Dit is meegenomen en vastgelegd in de aangescherpte werkwijze regie. In 2022 is dit verder geïmplementeerd. Het vraagt echter om gedragsverandering van meerdere medewerkers. Na vraagverheldering wordt vaker ingezet op passieve regie. Daar waar mogelijk wordt de  verantwoordelijkheid voor de uitvoering en afstemming van hulpverleningstrajecten aan het gezin en de aanbieder. We volgen het traject vaker op afstand en alleen indien nodig zijn we intensiever betrokken (actieve regie). Alleen als er sprake is van complexe problematiek en/of de inzet van meerdere aanbieders zijn wij actiever betrokken. Het gesprek over wanneer actieve regie echt nodig is heeft centraal gestaan in 2022. Het CJG heeft voor 2022 en 2023 extra middelen gekregen om extra op de passieve regie te investeren. 2.  Inzet CJG naast de kerntaken  a)    In het kader van de integrale samenwerking neemt het CJG structureel deel aan de volgende overleggen of voert de afgesproken taken uit: Het triageteam, Koplopersoverleg Sociaal Domein, Interventieteam gemeente Veenendaal, Bestuurlijk kernteam Sociaal Domein, JOR (Jongeren in de Openbare Ruimte), Project Kansrijke Start (gezamenlijke aanpak voor goede start voor kwetsbare zwangeren), Coördinator Verwijsindex. b)    Taskforce. Het CJG heeft ook binnen de Taskforce jeugd van de gemeente Veenendaal een belangrijke bijdrage geleverd om mee te denken in mogelijke maatregelen die kunnen leiden tot passende hulp en ondersteuning en een verantwoorde besteding van de middelen. Ook wordt gekeken naar bewegingen binnen het gehele jeugdstelsel om trends te ontdekken en vandaaruit gesprekken aan te gaan met partners. 3. Organisatorisch De naam van een van de teams is gewijzigd in 2022. Eén van de teams heette Team Ambulant. Echter in de praktijk bleek dit verwarrend. Dit team is niet het enige team dat ambulante zaken uitvoert, dit gebeurt ook door Team Toegang en Team Jonge Kind. Daarnaast voert dit team niet alleen ambulante casuïstiek uit, maar doen medewerkers ook ander werk. De nieuwe naam is nu Team Jeugd; zij doen zowel ambulante zaken als regiezaken voor jeugdigen vanaf 6 jaar en ouder. Binnen het CJG hebben we nu: Team Toegang, Team Veilig Opgroeien, Team Jonge Kind en Team Jeugd. 4. Verdere ontwikkelingen a) In de eerste maanden van 2022  was er sprake van een met een relatief hoog verloop onder personeel en een hoog ziekteverzuim percentage. Dit heeft gemaakt dat er een grotere druk kwam te liggen bij de collega’s die wel inzetbaar waren. Het waarnemen van zaken voor zieke collega’s en het inwerken van nieuwe collega’s vroeg meer aandacht dan gemiddeld van de medewerkers. Er is prioriteit gegeven aan het goed inwerken van de nieuwe collega’s, dit om weer verder te bouwen aan een stevig CJG.  Het effect was wel een wachtlijst ontstaat bij de toegang en ook voor regiezaken. Indien er geen nieuwe verloop ontstaat (hoger dan gemiddeld) zal dit zichzelf op natuurlijke wijze oplossen in 2023. Dit vroeg om een balans tussen interne organisatie voor kernteam versus gevraagde inzet bij projecten en overleggen vanuit de gemeente Veenendaal. b)    Begin 2022 stond nog in het teken van COVID-19 en de daarmee samenvallende maatregelen. Dit heeft zowel qua werk als privé impact gehad op het CJG en haar medewerkers. Desondanks heeft het CJG haar veerkracht laten zien door op een creatieve en innovatie wijze de dienstverlening en doorontwikkeling met succes voort te zetten. En veel stil te staan bij het welzijn van de medewerkers.  c)    In 2022 is er een egalisatiereserve ingesteld.  In de loop van het jaar kan de Stichting geconfronteerd worden met onverwachte kosten. Om te voorkomen dat de Stichting aan het eind van het jaar een tekort in de jaarrekening heeft, is besloten tot goedkeuring van het instellen van een egalisatiereserve binnen de stichting.  Het gaat om maximaal 10 % van de gemeentelijke bijdrage aan het CJG.   De gemeente heeft door het besluit over de egalisatiereserves de Stichting de mogelijkheid geboden in het geval van onverwachte (ofwel onvoorzienbare, onvermijdbare en onuitstelbare) situaties, extra kosten te maken om de afgesproken prestaties te halen. Het gaat in dit kader met name om kosten van bedrijfsvoering. Opgemerkt wordt dat op het moment, dat dergelijke extra kosten zich voordoen, veelal nog niet duidelijk is of deze extra kosten uiteindelijk tot een tekort in de jaarrekening zullen leiden. Mogelijk zijn er in het jaar voordelen op andere posten, waardoor een tussentijdse onttrekking aan de egalisatiereserve niet nodig zou kunnen zijn.   Een tekort kan vervolgens in de jaarrekening, indien de egalisatiereserve dit toelaat, uit deze reserve worden gedekt. Op deze wijze legt de Stichting middels de afgesproken instrumenten verantwoording af aan het college over de uitvoering van het beleid en de financiën, waaronder een eventuele onttrekking aan de egalisatiereserve. Hiermee wordt recht gedaan aan ieders bevoegdheid en verantwoordelijkheid ofwel de governance.  d) Eind 2022 heeft er een audit plaatsgevonden in het kader van het kwaliteitsmanagementsysteem (KMS). De audit is succesvol afgesloten met een certificering. e) Optimaliseren samenwerking in de veiligheidsketen. De komende jaren wordt landelijk gewerkt aan een nieuw toekomstscenario kind- en gezinsbescherming  en regionaal is er een (Gelderse) Verbeteragenda wat perspectief biedt over hoe de jeugdbeschermingsketen efficiënter en effectiever georganiseerd kan worden. Waarbij het belang van het kind en het gezin centraal staat.  Het doel van de Gelderse verbeteragenda is gericht op het afstemmen tussen het CJG en de gecertificeerde instelling over passende hulpverlening in casuïstiek waar (on)veiligheid speelt. De basisprincipes van het scenario zijn gezinsgericht, rechtsbeschermend, transparant, eenvoudig en lerend. Belangrijk uitgangspunt voor dit toekomstscenario kind- en gezinsbescherming is dat er voor een kind een vast gezicht is.  Ook binnen de gemeente Veenendaal wordt hier actief beleid op ontwikkeld in samenspraak met het CJG en is er in 2022 een projectgroep, een klankboorgroep en een stuurgroep samengesteld waar het CJG aan deelneemt. De start was op 1 oktober 2022. Het CJG heeft aanvullend budget ontvangen om extra aandacht te kunnen geven aan deze ontwikkelingen.  Er is binnen Team Veilig Opgroeien verloop en een relatief hoog ziekteverzuim geweest. Dit samen heeft gemaakt dat het een flinke opgave is geweest (en nog is) om de huidige taken en de nieuwe ontwikkelingen voldoende aandacht te geven. Verder zien we deze knel (een hoog verloop en ziekteverzuim) in nog sterkere mate dan bij het CJG ook bij partners in het veiligheidsdomein, wat de werkdruk verhoogd. Veel verloop o.a. bij de gecertificeerde instellingen maakt dat de samenwerking nog niet optimaal is. Het vraagt voortdurend om het herhalen van afspraken om alle nieuwe medewerkers van het CJG en de gecertificeerde instellingen betrokken te krijgen bij de samenwerkingsafspraken. Het CJG investeert hier aanzienlijk in, om met gecertificeerde instellingen in contact te zijn over passende hulpverlening in casuïstiek waar (on)veiligheid speelt.  f)De-medicaliseren en normaliseren Het CJG draagt actief bij aan de-medicaliseren en normaliseren middels deelname aan het maatschappelijk debat, door lichte hulpvragen anders en lichter te behandelen, door uit te gaan van eigen kracht en betrekken van het netwerk van jeugdigen zodat jeugdhulp beschikbaar blijft voor jeugdigen die het hardst nodig hebben. g) Ontwikkelingen Hervormingsagenda  De Hervormingsagenda waarin het Rijk en Gemeenten afspraken maken over hervorming van het Jeugdbeleid heeft het CJG nauwlettend gevolgd. De verwachting is dat dit impactvolle gevolgen zal hebben voor o.a. het CJG. We verwachten in 2023 een analyse te maken naar hoe het CJG zich hiertoe verhoudt.

14. Stichting Ontmoetingshuis

Terug naar navigatie - 14. Stichting Ontmoetingshuis
Naam 14. Stichting Ontmoetingshuis
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het binnen de kaders van het vigerend bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk beheren, kostendekkend exploiteren en doen exploiteren van het Ontmoetingshuis Veenendaal-oost, al dan niet tezamen met andere door de Gemeente Veenendaal aan te wijzen partijen en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. De stichting mag niet al dan niet commerciële activiteiten verrichten of laten verrichten buiten de doelstelling, locatie en andere samenwerkingsvormen.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Het College - Goedkeuring en ontslag bestuur - Toestemming beleidsmatige en/of strategische keuzes (financieel, samenwerken, etc.) - Inzage en aanwijzingen financieel beheer.
7. Financieel belang Het college compenseert een negatieve exploitatie indien deze niet uit de reserve gehaald kan worden. Eventuele overschotten vallen ten gunste van de reserves.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: nnb 31-12-2021: € 525.252 31-12-2020: € 497.568
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: nnb 31-12-2021: € 706.319 31-12-2020: € 631.450
10. Financieel resultaat 2022: - € 157.236 (begroot) 2021: - € 67.489 2020: - € 112.574
11. Website www.ontmoetingshuis.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Het Ontmoetingshuis Veenendaal-oost is in gebruik als multifunctioneel complex ten behoeve van basisonderwijs, kinderopvang en maatschappelijke voorzieningen zoals sport en welzijn. Risico's en financiële positie Al hoewel de beheerstichting een eigen financiële verantwoordelijkheid heeft, staat de gemeente uiteindelijk garant voor de dekking van eventuele tekorten.

15. Stichting Veens welzijn

Terug naar navigatie - 15. Stichting Veens welzijn
Naam 15 .Stichting Veens Welzijn
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het algemeen doel van de stichting is samen te werken met in het bijzonder partijen in de sociale basis om zo vorm te geven aan het realiseren van maatschappelijke doelen in welzijn ten behoeve van de organisatie van laagdrempelige algemene voorzieningen en het ontwikkelen, initiëren en organiseren van nieuwe initiatieven op het gebied van welzijn, mede door samenwerking met zorgpartners en vrijwilligersorganisaties en door koppelingen te maken tussen bedrijven en organisaties of personen uit de gemeente Veenendaal met een ondersteuningsvraag.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen Nvt
6. Bestuurlijk belang Het college stelt via de kaderovereenkomst en het jaarplan een jaarlijkse bijdrage vast. De leden van de Raad van Toezicht worden door het College benoemd.
7. Financieel belang De gemeente verstrekt op basis van prestatieafspraken een jaarlijkse bijdrage. De jaarresultaten komen ten gunste of ten laste van de gemeente.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: n.n.b.  31-12-2021: € 0 31-12-2020: € 0
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: n.n.b. 31-12-2021: € 725.277 31-12-2020: € 0
10. Financieel resultaat 2022: n.n.b. 2021: € 337.909 2020: € 0
11. Website www.veens-welzijn.nl
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Stichting Veens Welzijn heeft in 2022 gewerkt aan de opdracht Welzijn. Ook in 2022 waren er nog corona maatregelen. Daarnaast zijn er extra opdrachten uitgevoerd. Zo is er extra ingezet op jongerenwerk in het Franse gat, inzet op de gemeentelijke opvanglocaties Oekraïners, extra inzet voor VVE. Door de extra opdrachten betekent dit dat de organisatie groter is geworden. In 2022 zijn daarom ook de gesprekken gestart over het toekomstbeeld van Veens Welzijn.  Risico’s en financiële positie In 2022 is besloten dat de Stichting een egalisatiereserve mag instellen. Er zijn geen risico’s.

16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)

Terug naar navigatie - 16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)
Naam 16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)
1. Rechtsvorm Vereniging / Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaars” en “het beheer over de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken. VVE Tricotage Stichting (VVE) Arie van Hensbergen
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Het College - Goedkeuring en ontslag bestuur - Toestemming beleidsmatige en/of strategische keuzes (financieel, samenwerken, etc.) - Inzage en aanwijzingen administratie
7. Financieel belang Vaste gemeenschappelijke bijdrage. Compensatie verliezen en investeringen.
8. Eigen Vermogen 31-12-2022: n.n.b. 31-12-2021: € 133.390 31-12-2020: € 117.517 31-12-2019: € 109.528
9. Vreemd Vermogen 31-12-2022: n.n.b. 31-12-2021: € 109.266 31-12-2020: € 116.298 31-12-2019: € 109.528
10. Financieel resultaat 2022: n.n.b. 2021:   € 1.643 2020: - € 13.163 2019: - € 9.100
11. Website Nvt
12. Risicoprofiel Laag
Ontwikkelingen Verenigingen van Eigenaars (VvE) waarbij de parkeergarages deeluitmaken van deze VvE's. Risico's en financiële positie Geringe risico's door opgemaakte meerjaren onderhoudsbegrotingen. Alle VvE's hebben eigen reserves aangelegd voor onderhoud.

Paragraaf F. Grondbeleid

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Na jaren van sterke stijgingen van de woningprijzen, is in 2022 een daling ingezet. De bouwprijzen zijn afgelopen jaar sterk gestegen. Door de lagere verkoopprijzen en hogere bouwkosten is de bouw van nieuwe woningen een stuk ingewikkelder geworden. Ondanks dat de vraag naar woningen onverminderd hoog is. Dit zal vooral zijn weerslag krijgen op de komende jaren waarin mogelijk minder woningen worden opgeleverd dan gewenst is vanwege de grote vraag. Er is in Veenendaal in 2022 wel veel gebouwd. Te denken valt onder meer aan Brouwerspoort, Boveneind, Balkons, Stationskwartier D-noord, Lindewijck en Veenendaal-oost. Op diverse plekken worden voorbereidingen getroffen om met de bouw te beginnen zoals in Brouwerspoort, 1e Melmseweg/Veense Poort, Veenendaal-oost en de schoollocaties. Door ontwikkelaars zijn in 2022 diverse initiatieven ingediend om het aanbod voor de komende jaren op peil te houden.  
In de afgelopen jaren is gebleken hoe belangrijk het is bij woningbouw om toekomstige bewoners en omwonenden te betrekken bij nieuwe plannen. De gemeente stimuleert ontwikkelaars voor toepassen van co-creatie met omwonenden en vanuit marktpartijen worden dit ook steeds meer als vanzelfsprekende trajecten gezien. Participatietrajecten zijn niet meer weg te denken bij nieuwe ontwikkelingen. De mate van participatie zal altijd maatwerk blijven. Er is zowel behoefte aan systeembouw als volledige zelfbouw en alles wat er tussen zit. 
Een andere trend die over de gehele breedte plaatsvindt is duurzaamheid. De wettelijke normen worden strenger, maar, belangrijker, de mogelijkheden worden ook steeds groter. Het bereiken van energieneutrale nieuwbouwwoningen wordt steeds vaker bereikt. 

Visie op grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie op grondbeleid

Een belangrijke les van de afgelopen jaren is dat een keuze voor óf facilitair óf actief grondbeleid niet volstaat. In de door de raad in 2020 aangenomen Nota Grondbeleid 2020-2024 is situationeel grondbeleid daarom verder uitgewerkt en verdiept. Voor de komende jaren kan hiermee ook beter ingezet worden op publiekrechtelijke instrumenten zoals de Wet Voorkeursrecht gemeenten (WVG) en de toepassing van de Grondexploitatiewet. Hiermee kan de gemeente meer regie nemen als de situatie daarom vraagt. Daarnaast heeft de raad in 2020 de Nota Bovenwijkse voorzieningen vastgesteld, waardoor het kostenverhaal van bovenwijkse investeringen verzekerd kan worden. 

Uitvoering van grondbeleid

Terug naar navigatie - Uitvoering van grondbeleid

In 2020 is de Omgevingsvisie 2030 door de raad vastgesteld. Dit integrale strategische beleidsdocument voor de fysieke leefomgeving geeft de Veense visie weer op thema’s als: bouwen en wonen; groen, natuur en water; mobiliteit en infrastructuur; milieu; economie en recreatie; cultuur en cultuurhistorie; openbare orde en veiligheid; volksgezondheid, welzijn en duurzaamheid. Het gaat niet alleen over de inrichting van onze gemeente, maar ook over hoe we de ruimte met z’n allen gebruiken. Voor de uitvoering van deze visie worden de instrumenten uit het grondbeleid gebruikt. Voor de woningbouwopgave is dit vertaald in de Woonvisie 2022 – 2025. 
De gemeente heeft in 2022 de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) toegepast voor de ontwikkeling van het terrein Overgangszone Ambacht. Voor de ontwikkeling van de Spoorzone heeft de gemeente een aanvraag gedaan in kader van de Novex grootschalige woningbouwgebieden. Hiervoor zal het rijk in 2023 een beslissing nemen.

Risicoreserve grondexploitaties

Terug naar navigatie - Risicoreserve grondexploitaties

In de Nota Grondbeleid 2020 – 2024 is opgenomen dat er jaarlijks een vertrouwelijke risicoanalyse wordt opgesteld door een extern bureau, waarin per project en op portefeuilleniveau het risicoprofiel wordt geschetst. Deze risicoanalyse omvat de grondexploitaties en grotere facilitaire projecten, de zogenaamde Meerjarige projectbegrotingen. Voor de grondexploitaties betreft dit de project- en projectoverstijgende risico’s. De gemeente maakt risico’s niet alleen inzichtelijk, maar zorgt met risicomanagement voor beheersing van de risico’s en treft de nodige beheersmaatregelen. De risico’s worden afgedekt met de risicoreserve grondexploitaties.  

Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Terug naar navigatie - Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Voor de verliesvoorziening grondexploitaties wordt de netto contante waarde toegepast, zoals ook opgenomen in de waarderingsgrondslagen.
Voor de onderstaande complexen hebben we een verliesvoorziening. Hieronder hebben we het effect opgenomen t.o.v. het geraamd eindresultaat (zie ook toelichting op de balans onder de voorraden). 

Paragraaf G. Lokale heffingen

Paragraaf G: Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf G: Lokale heffingen

De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding van de opbrengst gebonden is (bestemmingsheffingen) en heffingen waarvan de besteding van de opbrengst vrij is. Ongebonden lokale heffingen zoals de OZB en de hondenbelasting rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij inhoudelijk niet aan begrotingsprogramma’s zijn gerelateerd en de opbrengst vrij kan worden besteed. Gebonden heffingen zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing, rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor het komende jaar vast.

Het gemeentelijke belastinggebied is wettelijk begrensd. De regelingen, waarin is bepaald welke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Zo mag bijvoorbeeld het bedrag van een gemeentelijke heffing niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van de belastingplichtige en is het niet toegestaan om met rechten winst te maken.

Onder belastingen verstaan wij gedwongen bijdragen van burgers, bedrijven, verenigingen e.d. aan de overheid. Er hoeft geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover te staan. Met de opbrengst van belastingen worden algemene voorzieningen in stand gehouden, zij vormen een algemeen dekkingsmiddel. Uitzondering hierop is de reclamebelasting. Deze opbrengst wordt gestort in een Ondernemersfonds. Hieruit kunnen ondernemers extra activiteiten organiseren. Vanwege het feit dat bij de belastingen de relatie tussen opbrengst en kosten ontbreekt kan daarom geen dekkingspercentage worden aangegeven. De belastingen die in 2022 in Veenendaal werden geheven, zijn:

•    afvalstoffenheffing;
•    hondenbelasting;
•    onroerendezaakbelastingen (OZB);
•    parkeerbelasting;
•    precariobelasting;
•    reclamebelasting;
•    BIZ Heffing;
•    rioolheffingen;
•    begrafenisrechten;
•    toeristenbelasting.

Aparte vermelding verdient hierbij de afvalstoffenheffing. Deze werd geheven op basis van een bijzondere wet, te weten de Wet milieubeheer. Tegenover deze heffing staat wel een direct aanwijsbare tegenprestatie (het ophalen van huisvuil), maar toch heeft de afvalstoffenheffing het karakter van een belasting omdat de bereidwilligheid om gebruik te maken van deze dienstverlening niet bepalend is voor de belastingplicht. Ook degene die geen gebruik wil maken van deze dienstverlening ontvangt een aanslag. Door de direct aanwijsbare tegenprestatie kan wel een relatie met de kosten worden gelegd en is het mogelijk een dekkingspercentage te berekenen. In onze gemeente bedraagt het percentage 100%.

Rechten en leges
Rechten kunnen worden gedefinieerd als ‘betalingen die door de overheid krachtens algemene regelingen (i.c. verordeningen) worden gevorderd ter zake van een concrete door de overheid in haar functie als zodanig bewezen dienst’. Kort gezegd betekent deze definitie dat de overheid tegenover de betaling van de particulier een individuele prestatie stelt. Voor rechten geldt dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden verhaald. 

Leges zijn vergoedingen voor diverse administratieve en andersoortige diensten door of vanwege het gemeentebestuur verstrekt. Kernwoord hier is dienstverlening. Leges vertonen qua definitie grote overeenkomsten met rechten. Hier geldt dan ook dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden doorberekend. 
De voornaamste rechten en leges die in 2022 in onze gemeente zijn geheven, zijn: 
•    lijkbezorgingrechten;
•    leges omgevingsvergunning (voorheen bouwleges);
•    leges publiekszaken (bijv. uittreksels, paspoorten).

Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten bij de begroting 2022 waren: 

Indexatie 2022
Bij de begrotingsbehandeling in november 2021 is besloten de gemeentelijke heffingen voor 2022 trendmatig met 1,5% te verhogen. De tarieven voor de afvalstoffenheffing, rioolrechten, leges en kosten van lijkbezorging zijn daarvan uitgezonderd. Hiervoor geldt als uitgangspunt een maximale kostendekkendheid van 100%. 

Onroerende zaakbelastingen (OZB)
Ons bestendig beleid is dat mutaties als gevolg van een hertaxatie van de waarde van de onroerende zaken geen gevolgen mag hebben voor de belastingopbrengsten (sinds invoering van de Wet WOZ in 1995). Een waardestijging van de onroerende zaken binnen onze gemeente heeft zich in het verleden dan ook altijd vertaald in een evenredige tariefsdaling. 

Rioolheffingen
Bestendig beleid is een kostendekkende rioolheffing waarvan 50% van de kosten wordt verhaald via het aansluitrecht en 50% via het afvoerrecht. 

Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt van het huidige beleid is erop gericht 100% van de inzamelings- en verwerkingskosten van het afval in de tarieven te verdisconteren. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Veenendaal overgegaan op Diftar op basis van volume-frequentie. In december 2019 heeft uw raad besloten tot invoering van GF+E inzameling voor de hoogbouw in Veenendaal. In November 2020 heeft u besloten tot optimalisatie aanbiedvoorwaarden afvalbrengstation.

Hondenbelasting
Voor de hondenbelasting is voor 2022 geen sprake van verandering van het beleid.

Leges
De leges worden in verschillende delen gepresenteerd. De bouwleges zijn afzonderlijk in de begroting 2022 opgenomen. Behoudens geringe inhoudelijke wijzigingen is er bij de leges geen sprake van gewijzigd beleid.

Precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen
Met ingang van 2022 is het niet meer toegestaan om precariobelasting te heffen voor de categorie buizen, kabels, draden en leidingen. Gemeente Veenendaal heft sinds 2020 deze precario niet meer. 

Precariobelasting overige
Naast precariobelasting op buizen, kabels en leidingen is er ook precariobelasting voor bv. terrassen en gebruik van de openbare ruimte. Er is 2022 geen sprake van een beleidswijziging.

Reclamebelasting
Reclamebelasting is een belasting op openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg, bijvoorbeeld logo's, stickers, gevelreclame, lichtbakken en uithangborden. Ondernemers in de binnenstad en op alle bedrijventerreinen in Veenendaal betalen reclameheffing aan de gemeente. De opbrengst wordt naar rato verdeeld over de coöperatieve verenigingen Bedrijventerreinen en het Platform Binnenstadsmanagement. Kwijtschelding voor reclamebelasting is niet mogelijk. 

Bedrijven Investeringszone Winkelstad Veenendaal
In mei 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de invoering van een Bedrijven Investerings Zone (BIZ) Winkelstad Veenendaal. In 2022 is er een uitbreiding van het zogenoemde Kernwinkelgebied doorgevoerd. De BIZ beoogd gezamenlijke investeringen ter verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsomgeving te financieren. De BIZ is een bestemmingsheffing die eigenaren en gebruikers betalen. Onder verrekening van de perceptiekosten wordt de bate uitbetaald aan een stichting. Er is sprake van tariefdifferentiatie.

Toeristenbelasting
Niet-inwoners van de gemeente, die overnachten én betalen voor die overnachting, betalen in Veenendaal toeristenbelasting. De doelstelling is dat de kosten van bepaalde voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de gemeente wonen.

Parkeerbelasting
Op basis van artikel 225 Gemeentewet kunnen gemeenten in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen heffen. Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden twee belastingen geheven:
•    De parkeerbelasting voor een plek en een bepaalde tijdsperiode, waarvoor parkeerautomaten zijn geplaatst.
•    De parkeerbelasting voor een door de gemeente verstrekte parkeervergunning.
Hiermee kunnen gemeenten op een efficiënte en financieel verantwoorde wijze hun parkeerbeleid realiseren. Er is dus een link naar de financiering van het parkeerbeleid maar de opbrengst valt in de algemene middelen

Ontwikkelingen 2022
Met betrekking tot de beleidsuitgangspunten inzake de lokale heffingen zijn de voornemens, zoals opgenomen in de begroting allemaal uitgevoerd. Daarnaast zijn gedurende 2022 de volgende wijzigingen en noemenswaardige zaken aan de orde geweest:

  • Alle onroerende zaken in Veenendaal zijn in 2021 ten behoeve van het belastingjaar 2022 opnieuw gewaardeerd naar de peildatum 1 januari 2021. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde (peildatum 1 januari 2020) zijn de waarden van de woningen met gemiddeld 10,2% gestegen en de waarde van de niet-woningen met 1,0%. Deze waardeontwikkeling zijn in de tarieven van 2022 verdisconteerd.
  • Gedurende 2022 heeft de hertaxatie naar waardepeildatum 1 januari 2022 plaatsgevonden ten behoeve van de aanslagoplegging 2023. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde  (peildatum 1 januari 2021) zijn de waarden van de woningen met gemiddeld 23,7% gestegen en de waarde van de niet-woningen met gemiddeld plus 2,6%. Deze waardeontwikkeling zijn in de tarieven van 2023 verdisconteerd en door de gemeenteraad vastgesteld in januari 2023.
  • Zoals bovenstaand gemeld heeft de Hoge Raad de verordening voor de precarioheffing op kabels en leidingen ongeldig verklaard. Daarom is sinds 2020 geen aanslag precarioheffing op kabels en leidingen meer opgelegd.
  • De parkeertarieven zijn in 2022 trendmatig verhoogd. 
Overzicht inkomsten lokale heffingen
bedragen x € 1.000 Rekening 2020 Rekening 2021 Begroting 2022 Rekening 2022
Onroerendezaakbelasting 13.781 14.329 14.663 14.646
Afvalstoffenheffing 6.797 7.780 8.251 8.583
Rioolheffingen 3.288 3.354 3.437 3.549
Precariobelasting 87 970 95 95
Parkeergelden 1.718 1.651 2.247 2.066
Leges omgevingsvergunning 2.545 2.430 1.801 1.718
Reclamebelasting 507 503 550 526
Hondenbelasting 393 404 398 417
Toeristenbelasting 65 156 110 107
BIZ Winkelstad 267 143 266 138

De opbrengst afvalstoffenheffing 2022 is inclusief de opbrengst van het aantal ledigingen (variabele tarief). Het variabele tarief wordt pas na afloop van het belastingjaar opgelegd. De aanslagen precariobelasting netwerkbeheerders worden vanaf 2020 niet meer opgelegd als gevolg van de uitspraak Stedin. De toeristenbelasting 2022 wordt in de eerste helft van 2023 opgelegd. De BIZ heffing is in 2022 in overleg met het bestuur van de Stichting BIZ verlaagd als gevolg van de corona maatregelen bij de ondernemers.

Overzicht belangrijkste tarieven
Soort heffing Tarief 2019 Tarief 2020 Tarief 2021 Tarief 2022
OZB
Gebruikersbelasting:
Niet-woning 0,1975% 0,1985% 0,1995% 0,2005%
Eigenarenbelasting:
Woning 0,1110% 0,1045% 0,0992% 0,0915%
Niet-woning 0,2473% 0,2485% 0,2497% 0,2509%
Afvalstoffenheffing
Basistarief 167,76 191,58 223,56 245,00
Per aanbieding 240 liter 8,3 8,36 8,49 8,61
Per aanbieding 140 liter 4,85 4,92 4,99 5,07
Hoogbouw
Storting 30 liter (miv 2020 excl. korting GFE 20%) 0,83 1,05 1,07 1,09
Storting 60 liter (miv 2020 excl. korting GFE 20%) 1,65 2,11 2,14 2,17
Hondenbelasting
Tarief 1e hond 88,08 89,4 90,72 92,04
Tarief 2e hond 128,64 130,56 132,48 134,52
Tarief kennel 227,44 230,88 234,36 237,84
Rioolheffing
Aansluitrecht woning eigenaar 62,4 62,4 63,34 64,32
Afvoerrecht woning gebruiker 31,2 31,2 31,67 32,16
Afvoerrecht niet-woning gebruiker 312 312 316,68 321,48

Vergelijking woonlasten met andere gemeenten
Hierbij informeren wij u over de verschillende gemeentelijke belastingen en heffingen in onze gemeente in 2022 ten opzichte van andere gemeenten. Daarvoor gebruiken wij het brondocument van Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)

Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)
Jaarlijks brengt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) een atlas uit waarin de lokale lasten van de belastingen van gemeenten, provincies en waterschappen zijn opgenomen. Deze publicatie wordt gedurende het lopende jaar geactualiseerd. Deze geactualiseerde cijfers zijn in onderstaande tabel opgenomen en betreft ca. 350 gemeenten. De woonlasten die Coelo vergelijkt, bestaan uit OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze zijn gebaseerd op een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en een meerpersoonshuishouden; na aftrek van eventuele heffingskorting. 

Gemeente Veenendaal had in 2022 een woonlast van € 749,-. Om u een beeld te geven van deze plaats in relatie tot andere gemeenten hebben wij onderstaande tabel met de top tien met de laagste woonlasten in 2022 opgenomen:

Laagste gemeentelijke woonlasten
Gemeente Woonlasten 2022
1 Rijssen-Holten 667
2 Aalten 668
3 Ameland 673
4 Nijkerk 679
5 Gilze en Rijen 683
6 Tilburg 687
7 s-Hertogenbosch 690
8 Alkmaar 709
9 Capelle aan den IJssel 720
10 Harlingen 723

Ter vergelijking: in de gemeente met de hoogste woonlasten bedragen de lasten voor een meerpersoonshuishouden € 1.736,-. Het landelijke gemiddelde bedroeg in 2022 € 904,-. Voor een uitgebreide woonlastenvergelijking verwijzen wij naar www.coelo.nl

Voor de gemeentelijke belastingcapaciteit is het verplicht een kengetal op te nemen in de begroting en jaarrekening. Dit kengetal is in 2022 uitgekomen op 83%. De berekening hiervan treft u hieronder.

Kengetallen gemeentelijke belastingcapaciteit
Vaststelling gemeentelijke belastingcapaciteit in %
Voor het jaarverslag 2022
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
*€ 338,00
B Rioolheffing voor gezin € 96,00
C Afvalstoffenheffing voor gezin **€ 314,00
D Heffingskorting € 0,00
E Totale woonlasten gezin € 749,00
F Woonlasten landelijke gemiddelde gezin in voorgaand begrotingsjaar
***€ 904,00
Gemeentelijke belastingcapaciteit € 749,00 : € 904,00 = 83%
Kengetallen Jaarrekening 2020 Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Jaarrekening 2022
Belastingcapaciteit 78% 80% 82% 83%
* Betreft de gemiddelde WOZ 2022.
** Hierbij is rekening gehouden met 8 aanbiedingen per jaar.
*** Coelo atlas 2022

Kostendekking gemeentelijke heffingen
Voor onderstaande leges en rechten geldt, op basis van artikel 229b van de Gemeentewet, dat de geraamde baten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten, m.a.w. de tarieven mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De werkelijke realisatie van de kostendekkendheid wordt afgezet tegen de begrote realisatie van de primaire begroting.

Afvalstoffenheffing
Onderdeel Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing
Begroting 2022 Realisatie 2022
Kosten taakveld(en), incl (omslag)rente -7.786.849 -6.350.957
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen 964.169 645.955
Onttrekking reserve t/m 2022 464.265 -686.297
Netto kosten taakveld -6.358.415 -6.391.299
Toe te rekenen kosten -154.446
Kwijtschelding -397.198 -490.167
Overhead incl. (omslag)rente -257.909 -160.168
BTW -1.237.719 -1.388.548
Totale kosten -8.251.241 -8.584.628
Opbrengst Heffingen 8.251.241 8.583.272
Dekkingspercentage 100% 100%
Rioolheffingen
Onderdeel Rioolheffing Rioolheffing
Begroting 2022 Realisatie 2022
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -2.414.007 -2.397.563
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen 0 547.802
Netto kosten taakveld -2.414.007 -1.849.761
Toe te rekenen kosten
Kwijtschelding -50.000 -49.383
Formatieve inzet incl. Overhead -346.891 -694.918
Dotatie aan de voorziening -381.511 -796.937
BTW -244.681 -315.691
Totale kosten -3.437.090 -3.706.690
Opbrengst heffingen 3.437.090 3.549.277
Dekkingspercentage 100% 96%
Lijkbezorgingsrechten
Onderdeel Lijkbezorgings-rechten Lijkbezorgings-rechten
Begroting 2022 Realisatie 2022
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -746.531 -459.517
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen 0 0
Netto kosten taakveld -746.531 -459.517
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente -142.450 -173.453
Storting onderhoudsvoorziening -1.070
BTW
Totale kosten -890.051 -632.970
Opbrengst heffingen 790.226 625.260
Dekkingspercentage 89% 99%
Leges
Leges Begroting 2022 Leges Realisatie 2022
Onderdeel Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -1.069.320 -1.414.380 -158.875 -770.563 -1.735.509 -54.642
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen - - - - - -
Netto kosten taakveld -1.069.320 -1.414.380 -158.875 -770.563 -1.735.509 -54.642
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente -262.943 -540.302 -67.743 -626.376 -914.444 -23.920
BTW
Totale kosten -1.332.263 -1.954.682 -226.618 -1.396.939 -2.649.953 -78.562
Opbrengst heffingen 1.094.777 1.688.233 34.737 824.895 1.810.756 37.520
Dekkingspercentage 82% 86% 15% 59% 68% 48%
Titel 1 betreft voornamelijk Reisdocumenten, burgerlijke stand, rijbewijzen. Tot titel 2 behoren de omgevingsvergunningen. In titel 3 vallen leges horeca en evenementen.

Invordering
Het invorderingsbeleid heeft betrekking op het innen van de lokale heffingen. In 2009 hebben wij hiervoor een Leidraad invordering vastgesteld. Binnen onze gemeente bestaan er momenteel 3 betaalwijzen: 
•    betaling door middel van automatische incasso in 10 gelijke termijnen;
•    betaling in maximaal drie gelijke termijnen;
•    betaling ineens.

Wanneer (een gedeelte van) de belastingaanslag niet is betaald, wordt na het verstrijken
van de laatste vervaltermijn een aanmaning verstuurd aan de belastingplichtige. Wanneer ook hier niet op wordt betaald, volgt een dwangbevel. 

Kwijtschelding
Onze gemeente maakte ook in 2022 gebruik van het door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG opgerichte Inlichtingenbureau. Dit bureau toetste voor de gemeente of een inwoner voor automatische kwijtschelding in aanmerking komt. Inwoners die als gevolg van deze toets automatische kwijtschelding kregen, ontvingen geen aanslag. De gemeente toetste de kwijtscheldingsverzoeken van burgers die een aanslag ontvingen. Dit waren deels kwijtscheldingsverzoeken van burgers die reeds getoetst waren door het IB ten behoeve van automatische kwijtschelding, maar hier op basis van die toets niet voor in aanmerking kwamen. Doordat de gemeente uitgebreider toetste dan het IB (door rekening te houden met meerdere aspecten zoals hoogte van de premie ziektekosten, alimentatie, huur etc.) werd in veel gevallen alsnog kwijtschelding verleend.

Belastingjaar Toetsing IB Toetsing gemeente Toekenningen geheel/gedeeltelijk Afwijzingen % toegekend Bedrag
2018 2.233 916 1.573 1.510 50,0 428.959
2019 2.271 791 1.608 1.519 53 434.088
2020 2.541 865 1.715 1.691 50,4 467.751
2021 Nnb Nnb Nnb Nnb Nnb 532.148
2022 Nnb Nnb Nnb Nnb Nnb 551.883
NB1. Aantallen en bedragen zijn per 22-03-2022

Zoals uit onderstaande grafiek blijkt ontvangt en kent de gemeente Veenendaal de afgelopen jaren meer kwijtscheldingen toe. Uit bovenstaande tabel blijkt ook een stijging van niet toegekende kwijtscheldingen. In absolute bedrage is ook een stijging zichtbaar. Dit is herleidbaar naar het aantal toekenningen maar ook aan de gestegen bedragen welke worden kwijtgescholden.

Realisatie van de beleidsvoornemens

Doelstelling Status Toelichting jaarstukken 2022
Trendmatige verhoging gemeentelijke tarieven met 1,5% v De tarieven voor de gemeentelijke belastingen en rechten zijn voor 2022 overeenkomstig het tarievenbesluit van uw raad op 26 november 2020 met 1,5% verhoogd.

Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

Terug naar navigatie - Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

Inleiding
De Wet open overheid (Woo) is op 1 mei 2022 in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Artikel 3.5 (Openbaarheidsparagraaf) van de Woo bepaalt dat

bestuursorganen in de jaarlijkse begroting aandacht besteden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet en in de jaarlijkse verantwoording verslag doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de beleidsvoornemens. Daarom treft u nu voor het eerst de openbaarheidsparagraaf aan in de jaarstukken.

De Woo regelt het recht van burgers op informatie van de overheid. De wet beoogt overheden transparanter te maken door overheidsinformatie beter vindbaar en digitaal toegankelijker te maken, en daarmee vertrouwen van onze inwoners in de overheid te vergroten.

De drie pijlers waarop de Woo rust zijn: passieve openbaarmaking (voorheen het Wob-verzoek), de actieve openbaarmaking en het op orde brengen van de informatiehuishouding.

Passieve openbaarmaking (Woo-verzoek)
Met ingang van 1 mei 2022 is een Woo-contactpersoon aangewezen binnen de organisatie en beschikbaar gemaakt om vragen van inwoners te beantwoorden. Deze Woo-contactpersoon is onderdeel van het team Juridische Zaken en Inkoop. Daarnaast kan eenieder een Woo-verzoek elektronisch indienen via een formulier op onze website.

Actieve openbaarmaking
De Woo verplicht ons om op termijn een aantal categorieën informatie actief openbaar te maken. Verder bevat de Woo een inspanningsverplichting die vereist om waar dat kan, documenten actief openbaar te maken. Voor de implementatie van de actieve openbaarmaking is de bestuurlijke ambitie in kaart gebracht om vervolgens de impact op de organisatie te bepalen. Op basis van deze impact-analyse is een plan van aanpak opgesteld dat het begin markeert van de inrichting van een projectorganisatie.

De focus voor de actieve openbaarmaking zal vooralsnog liggen op de verplichte informatiecategorieën en de strategie die de landelijke overheid hanteert in de volgorde van openbaar te maken documenten. Wij hanteren ook deze volgorde. De bestuurlijke ambitie van “volledig transparant” wordt gefaseerd ingevoerd, waarbij er begonnen wordt met de minimum norm en in de loop van de jaren opgeschaald naar een haalbare en werkbare vertaling van “volledig transparant”.

Ter ondersteuning van actieve openbaarmaking gaan we gebruik maken van een anonimiseringstool. Thans wordt onderzocht welke tool geschikt is en/of welke wijze deze moet worden ingekocht/aanbesteed. In 2022 zijn er verschillende kennissessies en presentaties verzorgd over de nieuwe Woo en de impact daarvan op verschillende niveaus binnen de organisatie.

Informatiehuishouding
Informatie is een wezenlijke grondstof voor de werking van ons overheidsapparaat en is vitaal voor de verantwoording in onze democratie. Er mag dus geen informatie kwijt zijn en ook geen twijfel over de juistheid en echtheid daarvan.

Het bestaande Masterplan Archief is in 2022 doorontwikkeld tot het programma “Grip op Informatie”. Een programmamanager is aangesteld en er zijn extra middelen toegekend door de gemeenteraad.