B. PARAGRAFEN

B. PARAGRAFEN

Terug naar navigatie - B. PARAGRAFEN

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van een aantal aspecten, bezien vanuit een bepaald perspectief. Ze gaan over onderwerpen die in de gehele begroting terug te vinden zijn en waaraan politieke of financiële risico’s verbonden zijn. De paragrafen geven de raad dus op een andere manier dan de begrotingsprogramma’s inzicht in de financiële positie van onze gemeente.

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt regels aan welke paragrafen er in de begroting moeten zijn en wat daarin aan de orde komt. De volgende paragrafen zijn in deze jaarstukken opgenomen:
A.    Weerstandsvermogen en risicobeheersing
B.    Onderhoud kapitaalgoederen
C.    Financiering
D.    Bedrijfsvoering
E.    Verbonden partijen
F.    Grondbeleid
G.    Lokale heffingen
H.  Openbaarheid van bestuur

Op 9 juli 2015 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder regeling nr. 2015-000387198, een overzicht met kengetallen verplicht gesteld voor in de begroting 2016 en het jaarverslag van provincies en gemeenten. Het totaaloverzicht van deze (verplichte) kengetallen is nu opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. De detailtoelichtingen staan vermeld in de paragrafen financiering, grondbeleid, lokale heffingen en in de staat van incidentele baten en lasten.

Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In 2023 is de hoge inflatie sterk gedaald door met name de lagere energieprijzen. Ondanks de boycot van Russische olie en gas als gevolg van de oorlog in de Oekraïne was de beschikbaarheid van energie ruim voldoende.  De rente steeg  in 2023 nog wel door het beleid van de Europese Centrale Bank.  Uiteindelijk belandde de economie net niet in een recessie maar groeide nog licht. Aan het einde van 2023 werd duidelijk dat de inflatie genoeg is gedaald om ook een renteverlaging mogelijk te maken. 

In deze paragraaf komt aan de orde of de gemeente Veenendaal in staat is om op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen en financiële risico’s – oftewel tegenvallers - op te vangen. Risicomanagement heeft in 2023 opnieuw een belangrijke plaats ingenomen binnen ons beleid en bedrijfsvoering. In 2023 zijn diverse risico’s opnieuw benoemd en bestaande risico’s van een update voorzien. Bij het uitvoeren van ons beleid hebben wij beheersmaatregelen genomen om risico’s goed op te kunnen vangen. Daarnaast worden risico’s ook opgevangen via het weerstandsvermogen.

Het weerstandsvermogen wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit (beschikbare middelen) af te zetten tegen de benodigde weerstandscapaciteit (risico’s). Ook wordt beoordeeld of er voldoende structurele middelen zijn om structurele risico’s op te vangen. In 2022 hebben wij gestuurd op een verantwoorde financiële positie door een sluitende begroting en voldoende weerstandsvermogen. 

Schematisch ziet dat er als volgt uit:

 

De weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bedraagt eind 2023 circa € 42 miljoen (2022 € 40 miljoen). Hiervan is circa € 6,8 miljoen structureel van aard.

Tabel 1 Beschikbare weerstandscapaciteit Bedrag in €
Algemene reserve 33.200.000
Onbenutte belastingcapaciteit ozb 6.800.000
Onvoorzien -
Stille reserves 1.000.000
Vrij aanwendbaar deel bestemmingsreserves 1.000.000
Totale weerstandscapaciteit 42.000.000

Risico’s.

Risico’s worden periodiek geïnventariseerd. Daarnaast wordt op diverse niveaus in de organisatie de dialoog gevoerd over risico’s en de te nemen beheersmaatregelen. De informatie die wordt verkregen is de basis voor het indelen van de risico’s. De score van een risico wordt berekend op basis van kans x financieel gevolg volgens onderstaande tabel. Dit levert een bruto risicoscore op (ScB). Als gevolg van het nemen van maatregelen daalt vaak de kans en de impact (gevolg) van een risico. Op basis hiervan wordt de netto risicoscore berekend (ScN).

Niet alle risico's zijn uit te drukken in kans en gevolg.  Een belangrijk risico is dat onze beleidsdoelen niet worden gehaald. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting  in de zogenaamde onderbesteding van budgetten. Hierdoor wordt er een onnodig beslag gelegd op financiële middelen. Wij zijn hier echter ook afhankelijk van externe factoren zoals de krapte op de arbeidsmarkt, het niet beschikbaar zijn van materialen en de oplopende kosten van energie en materiaal. Wij werken daarom aan een continue verbetering van het gemeentelijk begrotingsproces.  

Tabel 2
Kans Score Kans Gevolg Score Gevolg
> 10 jaar 10% 1 X < € 50.000 1
5 jaar < x < 10 jaar 30% 2 € 50.000 < x < € 200.000 2
2 jaar < x < 5 jaar 50% 3 € 200.000< x < € 500.000 3
1 jaar < x < 2 jaar 70% 4 € 500.000< x < € 1.000.000 4
X < 1 jaar 90% 5 X > 1.000.000 5

De risicoscore wordt als volgt berekend:
- Een risico dat zich 1 maal in de 3 jaar kan voordoen met een gevolg van € 250.000 krijgt voor kans 3 en voor gevolg 3 en scoort dus 3 x 3 = 9.
- Een risico dat zich 1 maal in de 2 jaar kan voordoen met een gevolg van € 600.000 krijgt voor kans 4 en voor gevolg 4 en scoort dus 4 x 4 = 16.

Tabel 3: Top 10 risico's (in miljoenen euro's)
Omschrijving risico (omschrijving beheersmaatregel) Effect Kans BSc NSc
1. Onvoldoende beschikking over kwalitatief en kwantitatief personeel (Strategische personeelsplanning – Monitoring budget loonkosten – werving op basis van toekomstige talenten). € 2,5 (i) 90% 25 25
2. Hogere kostenstijgingen investeringen MIP door stijging inflatie en gevolgen van de oorlog in Oekraïne. (Doorberekenen prijsstijgingen waar mogelijk). € 2,0 (i) 90% 25 25
3. Hogere kosten Jeugdzorg (2 maandelijkse monitor) € 2,2 (s) 70% 16 16
4. Aantrekken van leningen wordt als gevolg van de stijging van de rente boven de 2,5% duurder dan geraamd in de begroting (Anticiperen op rentestijging – kasgeldfinanciering toepassen). € 2,5 (i) 50% 15 15
5. Daling inkomsten uit het gemeentefonds als gevolg van een nieuwe financieringssystematiek vanaf 2026 (ombuigingsoperatie en lobby VNG). € 1,5 (s) 50% 15 15
6. De BUIG-uitkering van het rijk neemt af of de uitkeringslasten stijgen door een toename van het aantal cliënten. (De inzet van re-integratie- en poortwachters-instrumenten waardoor het aantal cliënten wordt beperkt). € 0,8 (i) 70% 20 16
7. Financiële tegenvallers bij gemeenschappelijke regelingen. (Nauwgezet volgen ontwikkelingen gemeenschappelijke regelingen en bijsturen waar mogelijk). € 1,0 (i) 70% 16 12
8. Als gevolg van het stopzetten van de gaslevering door Rusland blijven de energieprijzen volatiel. Inmiddels zijn maatregelen (LNG import en energiebesparing) getroffen om de sterke stijging te verminderen. Maar desondanks blijft er een hoge mate van onzekerheid bestaan over de energierekening van de gemeente en aan de gemeente gelieerde organisaties (monitoring ontwikkelingen). € 1,2 (i) 50% 20 15
9. De invoering van de Omgevingswet is een complex en intensief traject. Daarbij worden diverse risico’s onderkend zoals: mogelijke leges derving, veranderende samenwerking met derden, onzekerheid over de te verwachten kosten, software aanpassingen en nieuwe juridische procedures. Inmiddels is bekend dat 1 januari 2024 de nieuwe wet ingaat. (Projectgroep bereid de invoering van de Omgevingswet voor). € 1,0 (i) 50% 12 12
10. Opvang oorlogsvluchtelingen Oekraine (Compensatie rijk) € 0,5 (i) 50% 9 9
* BSc = Bruto Score risico
* NSc = Netto Score risico

Vergelijking incidentele / structurele risico’s – incidentele / structurele weerstandscapaciteit
Op dit moment is er voor € 11,5 miljoen aan incidentele risico’s aanwezig. De weerstandscapaciteit met een incidenteel karakter bedraagt € 35,2 miljoen. De structurele risico’s komen uit op € 3,7 miljoen. De structurele weerstandscapaciteit komt uit op € 6,8 miljoen. Al met al is er een goede balans tussen incidentele / structurele risico’s en incidentele / structurele weerstandscapaciteit. 

Ontwikkeling gemeentelijk risicoprofiel
Het totaal overzicht aan risico’s levert een verhoging van het gemeentelijk risicoprofiel op. De rekening 2022 wordt afgesloten met een volume van € 60 miljoen (2022 € 66 miljoen).  Duidelijk is dat in 2023 de risico's wat zijn afgenomen. Dit is mede het gevolg van het einde van de energie en coronacrisis.

De ratio weerstandscapaciteit – risico’s op basis van de risicosimulatie methode.
Om verantwoord met risico’s om te gaan, is het noodzakelijk een buffer (weerstandscapaciteit) te hebben. De benodigde weerstandscapaciteit kan lager zijn dan de omvang van de risico’s (€ 60 miljoen) aangezien niet alle gemeentelijke risico’s die gesignaleerd zijn, tegelijkertijd optreden. Daarnaast zijn er veel beheersmaatregelen getroffen die de omvang van de risico's weten te beperken.

Op basis van de risicosimulatie analyse (Monte Carlo analyse) van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement  blijkt dat een buffer (weerstandscapaciteit) van minimaal € 14,5 miljoen (was € 17,8 miljoen in 2022) nodig is om de risico’s verantwoord af te dekken. Met andere woorden: de gemeente kan door het aanhouden van een buffer (weerstandscapaciteit) van € 14,5 miljoen met een zekerheid van 90% (landelijke norm) de aanwezige risico’s afdekken.  2023 is duidelijk een minder risicovol jaar dan 2022. 

De ratio aanwezige buffer / benodigde buffer bedraagt 2,9  (was 2,2 in 2022). Deze ratio wordt berekend door de aanwezige buffer van € 42 miljoen te delen door de benodigde buffer van € 14,5 miljoen. Ook hier komt het einde van de corona en energiecrisis naar voren in de ontwikkeling van de ratio enerzijds en de stijging van de weerstandscapaciteit anderzijds.

Bij de 3e bestuursrapportage 2023 bedroeg de ratio 2,8.  In termen van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement komt een ratio van 2,9 overeen met de classificatie goed (> 2 = goed). Dit was ook goed in de begroting 2023.

Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Om duidelijk te maken wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast, wordt de netto schuldquote berekend zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Een netto-schuldquote tot 90% kan worden beschouwd als goed. Het gemeenschappelijke financieel toezichtkader (GTK 2020) van de Provincie geeft als signaleringswaarde minst risicovol bij bovengenoemde schuldquote van 57% (bron GTK: minst risicovol schuldquote <90%).  In 2023 zien we dat de netto schuldquote oploopt van 56% naar 57%.

De solvabiliteitsratio 
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het gemeenschappelijke financieel toezichtkader (GTK 2020) van de Provincie geeft als signaleringswaarde neutraal bij een solvabiliteitratio van 34% (bron GTK: neutraal solvabiliteitratio 20%-50%). 

Grondexploitatie 
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De grondexploitatie heeft met 4,9% een relatief beperkt aandeel in de financiële exploitatie van de gemeente Veenendaal en komt overeen met de prognose van 5% in de begroting 2023. 

Structurele exploitatieruimte 
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten. Het berekende kengetal van -0,5 wordt als neutraal beoordeeld. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2024 en meerjarenraming 2025-2027 wordt het kengetal opnieuw bepaald, waarbij we als uitgangspunt hanteren dat het kengetal minimaal neutraal is.

Belastingcapaciteit 
De belastingcapaciteit geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De definitie van belastingcapaciteit is hier: woonlasten van een meerpersoonshuishouden, opgebouwd uit OZB, afvalstoffen- en rioolheffing. Globaal kan een belastingcapaciteit tot 100% als goed worden beoordeeld, een capaciteit tussen 100% en 110% als matig, en een capaciteit hoger dan 110% als onvoldoende. De belastingcapaciteit van de gemeente Veenendaal van 79% wordt daarom als goed beoordeeld.

Kengetallen Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
1A Netto schuldquote 62% 90% 64%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 56% 85% 57%
2 Solvabiliteitsratio 34% 25% 34%
3 Grondexploitatie 1,60% 5,00% 4,90%
4 Structurele exploitatieruimte 2,4 2,5 -0,5
5 Belastingcapaciteit 83% 75% 79%

Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Tot de kapitaalgoederen rekenen we de wegen, civiele kunstwerken (bruggen, tunnels en viaducten), de riolering, het water, het groen, sport- en speelvoorzieningen en het vastgoed in de gemeente. Onderhoud bestaat uit dagelijks onderhoud, groot onderhoud en technische vervanging in renovatie.

Inhoud
Het beheer van de openbare buitenruimte en de riolering staat beschreven in het Omgevingsprogramma Openbare Ruimte 2022-2025 (OPOR). Het beheer van het gemeentelijke vastgoed staat beschreven in de ‘Strategische kaders exploitatiebeheer gemeente Veenendaal’ en het ‘Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024’. Voor de buitensportaccommodaties is de beheerkwaliteit bepaald door de landelijk gestelde eisen van NOC*NSF en de verschillende sportbonden.
In 2023 is het beheer van de kapitaalgoederen uitgevoerd zoals vastgelegd in de vastgestelde beheer- en beleidsplannen. De doelstelling voor de openbare ruimte ligt volgens het vastgestelde OPOR op A-niveau voor de winkelcentra en begraafplaats (conform CROW-beeldsystematiek) en voor de overige delen op B-niveau. Belangrijke items hierin zijn natuur, duurzaamheid, participatie, bereikbaarheid, social return en klimaatadaptatie.
Door de integrale werkwijze worden kapitaalvernietiging en het ontstaan van onveilige situaties voorkomen. Met gerichte en integrale programmering van het groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte worden de beschikbare middelen zo goed en efficiënt mogelijk ingezet.

Algemene ontwikkelingen
Als gevolg van de uitzonderlijk hoge inflatie zijn de kosten extreem gestegen. We merken dat er veel hogere prijzen worden gevraagd door de contractanten. Hierdoor waren we genoodzaakt om de budgetten te verhogen. De hogere kosten zijn in 2023 opgevangen binnen de beschikbare budgetten in de begroting.
Zowel reconstructies als onderhoud worden zoveel mogelijk integraal opgepakt. Bij reconstructies worden werkzaamheden aan wegen, riool, groen en verlichting gelijktijdig uitgevoerd. Dit voorkomt overlast en bespaart kosten. De gemeente werkt in het kader van klimaatadaptatie aan het afkoppelen van regenwater door bij rioolreconstructie hemelwaterriolen aan te leggen. Daarbij worden ook kansen benut om extra groen te realiseren. Bij deze maatregelen wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens de trits ‘water vasthouden, bergen en dan pas afvoeren’. Ook onderhoud wordt integraal opgepakt. Per buurt wordt bekeken welke werkzaamheden aan verhardingen en groen uitgevoerd moeten worden. De werkzaamheden worden in één keer opgepakt in de buurtaanpak

 

Kwaliteit van de openbare ruimte
De openbare ruimte is maandelijks geschouwd door een onafhankelijk bureau. Deze schouw is een momentopname en is in de eerste plaats bedoeld als sturingsinstrument voor de uitvoering. Er wordt geschouwd op technische kwaliteit en verzorgende kwaliteit. 
Op basis van (eigen) inspecties en schouwrapporten wordt klein of groot onderhoud uitgevoerd in de openbare ruimte zodat deze voldoet aan de beeldkwaliteit A/B-niveau. In de winkelcentra en de begraafplaats wordt voor de verhardingen, straatmeubilair en groen een A-niveau gerealiseerd. In de overige wijken wordt de kwaliteit beoordeeld op een B-niveau.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen technische kwaliteit en verzorgende kwaliteit. Bij technische kwaliteit is onder andere gekeken of beplanting goed gesnoeid is en of een afvalbak niet scheef staat. Bij verzorgende kwaliteit is onder andere gekeken naar zwerfafval en onkruid. Het gaat erom dat de openbare ruimte schoon en netjes is.
De diagram hieronder toont het aantal meetmomenten in 2023 verspreid over het gehele jaar. De behaalde kwaliteit mag maximaal 10% afwijken van de afgesproken kwaliteit. Dit betekent dat C en D niveau in principe niet onder de zwarte lijn uit mogen komen. In 2023 was dit alleen rond juli het geval als gevolg van groeizame weersomstandigheden. 

 

 

 

Wegen, kunstwerken, openbare verlichting en technische installaties

Beleidskaders

Het vastgestelde beleidskader is het Omgevingsprogramma Openbare Ruimte 2022-2025 (OPOR).
Wegen die aan het einde van de technische of maatschappelijke levensduur zijn worden gereconstrueerd. Hierbij wordt integraal gekeken of er noodzakelijke aanpassingen dan wel vervangingen zijn aan de riolering, groenvoorzieningen, technische installaties, verkeersregelinstallaties, openbare verlichting ect. In 2023 zijn onder andere de volgende reconstructies en grootonderhoud projecten uitgevoerd en/of in uitvoering.

Straat     Stand van zaken
Buurtlaan-Oost (Dragonderweg-gem. grens)   Gereed
Gerard Doustraat    Gereed
Wageningselaan    
Gereed
Ellekoot (inclusief parkeerterreinen)     Gereed
De Grote Beer (Veldweg - Prins Clauslaan)     Gereed
Rondweg West    Gereed
Herinrichting Pampagras     Gereed
Franse Gat fase 1 bouw- en woonrijp maken     Gereed
Groot onderhoud Rembrandtlaan     Gereed
Pilot slimme verlichting fietspad Petenbos      Gereed
Dragonderweg    
Deels gereed
Dragonder fase 1: Lange Vore, Lemoen, Ploegschaar, Dissel, Tweespan, Tarweveld, Gersteveld   
In uitvoering (grotendeels gereed)

Met subsidie vanuit het ministerie zijn er op diverse locaties snelheidsremmende maatregelen aangebracht om de verkeersveiligheid te vergroten. 

Vertaling begroting
Voor het reconstructies aan wegen en kunstwerken is in 2023 in het meerjareninvesteringsplan een totaalbedrag van € 5.173.350,- besteed. 


Voor het dagelijkse onderhoud zijn in 2023 de volgende bedragen in de exploitatiebegroting besteed:
•    Wegen en kunstwerken en gladheidbestrijding € 1.773.000,-;
•    Openbare verlichting, technische installatie en VRI € 778.000,-;
•    Straatmeubilair , bewegwijzering en bebording € 135.000,-;
•    Reiniging openbare ruimte en onkruidverwijdering €1.013.000,-.

Financiële consequentie (langjarig)
De komende jaren staat de gemeente voor een grote vervangingsopgave voor de openbare ruimte, waaronder de wegen, kunstwerken, openbare verlichting en verkeersregelinstallaties. Deze zijn veelal aangelegd en gefinancierd vanuit de grondexploitatie. Na vervanging levert dit een toename op van kapitaal- en rentelasten zoals in onderstaande grafiek is weergegeven.  

 

 

Riolering

Beleidskaders
Het vastgestelde beleidskader is het Omgevingsprogramma Openbare Ruimte 2022-2025 (OPOR).

(Financiële) consequenties
In 2022 is levensduur verlengend onderhoud uitgevoerd aan rioleringen. Verder worden, naast regulier onderhoud (reiniging van riolen en gemalen), ook reconstructies uitgevoerd. Bij diverse grote reconstructieprojecten is het hemelwater afgekoppeld van het gemengde riool. Hierbij wordt een tweede regenwaterriool aangelegd en waar mogelijk ook ondergrondse of bovengrondse waterberging. In Dragonder-Noord fase 1 is regenwaterriool naar de watergangen aangelegd en zijn van veel woningen de regenpijpen hierop aangesloten. Ook de Ambachtstraat is op deze wijze afgekoppeld. In Dragonder-Noord zijn ook enkele wadi's in de wijk aangelegd voor de opvang van regenwater. In de Wageningselaan is het bestaande regenwaterriool fors vergroot om een klimaatbestendig bedrijventerrein Nijverkamp te creëren. Dit is eerder al gedaan in de Bobinestraat en De Smalle Zijde. 

Aanvullend op de maatregelen in openbaar terrein wordt bij inbreidingsplannen vereist dat het regenwater binnen de plangebieden eerst lokaal op eigen terrein wordt opgevangen, vastgehouden en verwerkt, voordat eventueel overtollige neerslag naar onze regenwaterriolen afvoert. Dit helpt verdroging van de bodem tegen te gaan, en tegelijkertijd ontlast het de piekafvoer naar de regenwaterriolen en het oppervlaktewatersysteem als het hevig regent. Er is waterberging aangelegd bij het Boveneind, Stationskwartier, Castor en Langelaar. Dit wordt ook gedaan bij de lopende ontwikkelingen in het Franse Gat, Trivium, Brandweerkazerne, de Spoorzone, De Meesters, Nieuweweg 220-226, etc.
Zie ook de genoemde projecten in de tabel onder wegen en kunstwerken. 

Vertaling begroting
Voor afkoppelprojecten en rioolvervangingen is in 2023 in het meerjareninvesteringsplan een bedrag van € 3.909.000,- besteed. 

Voor het dagelijkse onderhoud zijn onderstaande bedragen in de exploitatiebegroting 2023 uitgegeven:
•    Rioolbeheer; onderhoud- en herstelwerkzaamheden € 422.000;
•    Rioolbeheer; reiniging en inspectie riolen € 92.000;
•    Reinigen kolken € 239.000;
•    Onderhoud pompen en persleidingen € 183.000  exclusief energiekosten.

Naast het beheer en onderhoud aan de riolen, zijn onder andere kosten voor baggerwerkzaamheden, grondwaterbeheer en een aandeel in straatvegen inbegrepen.
Ook is ca. € 51.000 besteed voor het stimuleren van afkoppelen van regenwater en vergroenen van particuliere percelen, en ca. € 127.000 voor het afkoppelen van regenpijpen in reconstructieprojecten. Deze impulsen worden gedekt uit de voorziening rioleringen. 

Financiële consequentie (langjarig)
De komende jaren worden riolen vervangen die gefinancierd zijn vanuit de opbrengsten van de grondexploitatie. Ook worden nieuwe hemelwaterrioleringen en waterbergingen aangelegd. De komende jaren levert dit door deze bedragen te investeren een toename aan kapitaalslasten op zoals in de onderstaande grafiek is weergegeven.

 

Water

Beleidskader
Het vastgestelde beleidskader is het Omgevingsprogramma Openbare Ruimte 2022-2025 (OPOR).

Financiële consequenties
Naast het regulier onderhoud zoals het maaien en korven van vijvers en sloten zijn in 2023 meerdere watergangen en oevers voorzien van nieuwe beschoeiingen of omgevormd tot natuurvriendelijke oevers. Hiervoor is in 2021 een meerjarig raamcontract afgesloten. 

Vertaling begroting
In totaal is voor het dagelijkse onderhoud in de exploitatiebegroting 2023 besteed:
•    Maaien vijvers en klein onderhoudswerk, zowel varend als vanaf de kant: € 90.000;
•    Baggerwerkzaamheden: € 100.000.


Voor het vervangen en onderhouden van beschoeiingen is in 2023 vanuit het meerjareninvesteringsplan en het toegekende onderhoudsbudget uit OPOR € 100.000,- besteed. 

Groen en BOSS-voorzieningen

Beleidskader
Het vastgestelde beleidskader is het Omgevingsprogramma Openbare Ruimte 2022-2025 (OPOR).

Het raadsakkoord 2022-2026 gaat specifiek in op dit thema met verschillende ambities en aandachtspunten, zoals (verkort weergegeven):
•    Veenendaal verder vergroenen, zowel kwantitatief als kwalitatief;
•    Klimaatadaptatie door onder andere hittestress tegen te gaan met (meer) groen;
•    Het BOSS-principe (bewegen, ontmoeten, sporten, spelen) is uitgangspunt bij het ontwikkelen van openbare beweeg- en ontmoetingsplekken in de wijken.

Er wordt zoveel mogelijk integraal gewerkt. Investeringen aan het groen en speellocaties vinden zoveel mogelijk gelijktijdig plaats met reconstructies van buurten. Uitgangspunt is dat waardevol groen behouden blijft en dat Veenendaal in 2030 groener is dan in 2020.

Daarnaast is het puntensysteem Omgevingswet in werking getreden. Het puntensysteem moet onder andere leiden tot meer groen en klimaatadaptieve maatregelen. 

Openbaar Groen
Met betrekking tot vergroenen, klimaatadaptatie en biodiversiteit zijn in 2023 de volgende concrete maatregelen uitgevoerd:
•    Bij grote reconstructieprojecten in de openbare ruimte is meer groen teruggebracht dan er voorheen was. Ook zijn er meer bomen aangeplant. Mooie voorbeelden hiervan zijn de reconstructie van  de Ambachtsstraat, Wageningselaan en Dragonder Noord (fase 1).
•    Investeringen in het bomenbestand om onder andere de gevolgen van hittestress tegen te gaan. Bomen leveren een belangrijke bijdrage aan luchtzuivering, de waterhuishouding en aan het geluk van mensen. Denk bij investeringen aan het vervangen van zieke bomen (essentaksterfte) door een rijke variatie aan boomsoorten. Er zijn bijna 300 bomen geplant. Ook is fors geïnvesteerd in goede groeiplaatsen voor bomen, zodat de nieuwe bomen ook oud en groot kunnen worden. Bij nieuwe projecten zijn Boom Effect Analyses en verplantonderzoeken uitgevoerd, met als doel bestaande bomen te behouden of elders in Veenendaal te herplanten. Dit is bijvoorbeeld gebeurd met de bomen langs de Duivenwal en langs het fietspad in Petenbos.
•    Op diverse locaties zijn grasvelden omgevormd naar ruigte/ kruiden. Dit levert een bijdrage aan het vergoten van de biodiversiteit en in de bestrijding van de eikenprocessierups. 

BOSS-voorzieningen
We investeren in het omvormen en renoveren van speellocaties conform het BOSS-principe (Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten, zie OPOR). Het BOSS-beleid is gericht op alle leeftijden (ook jongeren en ouderen) en op inclusiviteit (mindervaliden). Dit betekent dat veel bestaande speellocaties, die met name ingericht zijn op (kleine) kinderen, omgevormd worden naar BOSS-locaties. Er ontstaat op termijn een heel netwerk van verschillende type BOSS-plekken voor verschillende leeftijdscategorieën. Hierbij wordt buurtgericht gewerkt, waarbij iedere woonbuurt om de 7 jaar aan de beurt komt. De BOSS-locaties worden vervolgens geüpdatet op basis van de veranderende leeftijdsopbouw van een buurt. Bij het opstellen van de buurtplanning is prioriteit gegeven aan buurten met een grote vervangingsopgave van bestaande speelobjecten.

In 2022 is gestart met de implementatie van het nieuwe BOSS-beleid. In 2023 zijn de volgende stappen gezet:
•    Uitvoeringsplan BOSS is vastgesteld door het college van B&W.
•    In Dragonder-Oost zijn na participatie met de buurt 13 BOSS-locaties aangelegd.
•    In Dragonder Noord zijn na participatie 4 BOSS locaties en een speelroute aangelegd. Daarnaast is samen met de buurt een ontwerp gemaakt voor de bovenwijkse BOSS-zone (Dragonderpark) en voor een tweetal andere locaties in de wijk. In de bovenwijkse zone is specifiek aandacht besteed aan inclusie en aan een beweegroute voor onder andere ouderen.
•    In de Componistenbuurt zijn na participatie 3 BOSS locaties aangelegd.
•    In Veenendaal Oost zijn na participatie diverse BOSS locaties aangelegd.
•    Voor de buurt De Pol zijn in samenspraak met de buurt nieuwe BOSS-locaties ontworpen en een speelroute.
•    De aanleg van een BOSS-locatie bij het IKC Franse Gat is gestart en er is samen met de buurt een ontwerp gemaakt voor het park aan de Adriaan van Ostadelaan.

Financiële consequenties
De ambities uit het OPOR en het raadsakkoord voor groen- en speelvoorzieningen zijn groot. Voor realisatie is een forse investering nodig. Voor groen is jaarlijks € 500.000 aan investeringsbudget nodig. Voor omvormen, renoveren en het optimaliseren van speellocaties naar BOSS-locaties is jaarlijks € 450.000,- nodig. De bedragen die in het meerjareninvesteringsplan (MIP) 2023-2026 zijn opgenomen zijn vooralsnog toereikend om invulling te geven aan de ambities in het OPOR.
Conform de grafiek in het OPOR is het de verwachting dat de kapitaallasten (rente en afschrijving) voor groen en speelvoorzieningen in de komende 15 jaar geleidelijk toenemen met tot € 1.000.000 in 2037. Dit is een toename van gemiddeld € 67.000 per jaar.

Vertaling begroting
Voor groenprojecten is in 2023 in het meerjareninvesteringsplan een bedrag van € 1.082.990 besteed. 


Voor het dagelijkse onderhoud zijn in de exploitatiebegroting 2023 de onderstaande bedragen besteed:
•    Openbaar groen:    € 3.589.000;
•    Speelvoorzieningen:    € 184.000;
•    Hondenvoorzieningen:    € 24.000.

Vastgoed

Algemeen
Onze doelstelling voor vastgoed is een goed onderhouden (slank) vastgoedbestand, waarmee effectief invulling wordt gegeven aan het accommodatiebeleid van de gemeente en financiële risico’s tot een minimum beperkt blijven. We doen dit tegen zo laag mogelijke tarieven en kostendekkend. We hebben de kosten en opbrengsten goed in beeld en sturen we op zo laag mogelijke uitgaven.

Beleidskader
De werkzaamheden worden overeenkomstig het vastgestelde beleidskader Strategische kaders dynamisch vastgoedmanagement uitgevoerd. 
Op 27 mei 2021 is het Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024 door de gemeenteraad vastgesteld. Wij voeren ons beheer uit overeenkomstig de kaders uit dit plan.

Overzicht kwaliteitsniveau
Het vastgoed wordt in stand gehouden op kwaliteitsniveau 3 van de NEN 2767. Het publieksgedeelte van het gemeentehuis wordt in standgehouden op kwaliteitsniveau 2 van de NEN 2767. Het vastgoed met een exploitatieperiode korter dan 5 jaar wordt in stand gehouden op kwaliteitsniveau 4 van de NEN 2767.

(Financiële) consequenties
Uit het vastgoedbeheerplan volgt een jaarlijks door het college vastgestelde onderhoudsraming en jaarbudget. Dit budget is gebaseerd op dat wat is afgesproken met de raad in het Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024. Op basis van het meerjarenonderhoudsplan (MOP) wordt bekeken welke werkzaamheden en welk budget noodzakelijk zijn om de kwaliteit te handhaven. Uitgangspunt is dat het gemeentelijke vastgoed voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau en er geen achterstallig onderhoud is.

Vertaling begroting
Voor het grootonderhoud aan de gemeentelijke gebouwen (MOP) is in 2023  € 682.480,-  besteed. Dit bedrag is ten laste van de Onderhoudsvoorziening gemeentelijke gebouwen gebracht.

Buitensport

Beleidskader 
Buitensportvoorzieningen die niet meer voldoen aan de landelijk gestelde eisen van NOC*NSF en de verschillende sportbonden worden gerenoveerd. Daarnaast zijn verschillende werkzaamheden uitgevoerd om de accommodaties te verbeteren en zijn investeringen gedaan om nieuw materieel aan te schaffen.  In 2023 zijn de volgende projecten uitgevoerd:

Sportveld         Jaar         Stand van zaken
Renovatie kunstgras tennis (4 banen)   2023     Gereed 
Vervangen materieel buitensport    2023     Gereed 
Werkzaamheden sportaccommodaties     2023     Gereed

Financiële consequenties (langjarig)
Voor sportprojecten (buitensport) is in 2023 in het meerjareninvesteringsplan een bedrag van € 838.950,-  beschikbaar. Dit bedrag is nog niet volledig uitgegeven. Zo is de renovatie van een hockeyveld en enkele tennisbanen naar 2025 doorgeschoven.

Naam beleidsstuk Wanneer vastgesteld
Strategische kaders dynamisch vastgoedmanagement 18 mei 2017 (raadsvergadering)
Integraal duurzaam vastgoedbeheerplan 2021-2024 27 mei 2021
Accommodatiebeleid 2016 - 2020 18 mei 2017

Paragraaf C. Financiering

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

In deze paragraaf komt het gemeentelijke financieringsbeleid aan de orde onder andere op basis van de wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en het gemeentelijk treasury statuut.  De focus van het financieringsbeleid is gericht op het beperken van de financieringsrisico’s. Er is een directe relatie met paragraaf A-risico’s en weerstandsvermogen. 

In 2023 liep de groei van de economie terug. Dit als gevolg van de oorlog in de Oekraïne. De Nederlandse economie groeide met 0,5 % (bron: BNG Bank).  De financieringsbehoefte kwam lager uit dan het geraamde niveau. In de begroting 2023 is uitgegaan van € 43 miljoen. Uiteindelijk is voor € 20 miljoen aan langlopende middelen aangetrokken in de vorm van 2 langlopende leningen. Het lagere volume vindt zijn oorzaak in het feit dat er in 2023 forse vertragingen opgetreden zijn bij het uitvoeren van met meerjareninvesteringsplan door een gebrek aan personeel. De gemiddelde rente voor langlopende leningen kwam uit op 3,4% (2,1 % in 2022).

De rente op kasgeldleningen kwam in de tweede helft van 2023 door de renteverhogingen van de Europese Centrale Bank uit op 4%.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet is  nageleefd op basis van de wet FIDO. De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel geld de gemeente mag lenen voor een periode van maximaal 1 jaar. Voor Veenendaal is de limiet € 19,5 miljoen. Deze wordt berekend op basis van 8,5% van het begrotingstotaal ad. € 230 miljoen.

In 2023 is door de oplopende rente minder gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. 

Liquiditeitsontwikkeling

Terug naar navigatie - Liquiditeitsontwikkeling

In de grafiek liquiditeitsontwikkeling 2023 wordt een vergelijking gemaakt van de planning ten opzicht van de realisatie op de rekening courant van de gemeente.

In het eerste kwartaal zijn er veel betalingen gedaan in het kader van rente en aflossing op geldleningen. Ook zijn de belastingontvangsten in het eerste kwartaal gering waardoor er een hoge behoefte aan liquiditeit was.  Deze behoefte is ingevuld door kasgeldleningen en het aantrekken van een langlopende lening.  Bij de langlopende geldlening speelde ook de stijgende rente een rol.

In het tweede kwartaal zijn veel belastinginkomsten binnengekomen waardoor er minder kasgeld kon worden geleend. 

Aan het begin van het derde kwartaal is er vanuit het BTW - compensatiefonds een bedrag van € 11 miljoen ontvangen. Dit zorgde voor een tijdelijke ruime liquiditeit waardoor een deel van dit bedrag tijdelijk bij schatkist is ondergebracht.

In het vierde kwartaal is een langlopende geldlening van € 10 miljoen opgenomen om de behoefte aan liquiditeit te dekken en ook de te betalen rente in de toekomst vast te leggen. Aan het einde van het jaar verminderde de bevoorschotting vanuit het Rijk terwijl de uitgaven relatief hoog zijn geweest. Daarom is opnieuw een kasgeldlening opgenomen om te voorzien in voldoende liquiditeit.

 

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De renterisiconorm is ook op basis van de wet FIDO nageleefd. De renterisiconorm schrijft voor hoeveel maximaal geleend mag worden voor een periode langer dan één jaar en tegelijkertijd dat de maximale aflossing voor een gemeente niet meer mag zijn dan 20% van de baten. Hierdoor worden de financiële gevolgen van een eventuele rentestijging beperkt.

De relevante gegevens over de renterisiconorm wijken in gunstige zin af van de begroting en zijn nog meer solide dan begroot door de hogere baten en lasten (begroot € 220 miljoen, werkelijk € 230 miljoen). Feitelijk komt het erop neer dat voldaan wordt aan een renterisiconorm van lager dan 10%. 

Renterisiconorm 2023 realisatie 2024 prognose 2025 prognose 2026 prognose
Renterisiconorm: 20% van € 230 miljoen in 2023 46.000.000 46.000.000 46.000.000 46.000.000
Renterisico op vaste schuld -17.452.000 -16.079.000 -15.735.000 -15.720.000
Ruimte 28.548.000 29.921.000 30.265.000 30.280.000

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

De financieringspositie geeft inzicht welk deel gefinancierd is met eigen middelen en welk deel met vreemde middelen. De eigen middelen bestaan uit de algemene reserve en andere reserves. De vreemde middelen worden aangetrokken via geldleningen op de geld- en kapitaalmarkt. In 2023 is de financieringspositie stabiel gebleven.

Financieringspositie 2021 2022 2023
Eigen vermogen (reserves) 31% 34% 34%
Vreemd vermogen: 69% 66% 66%
·         waarvan kort vreemd vermogen 13% 10% 11%
·         waarvan lang vreemd vermogen 56% 56% 55%

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Voor gemeenten met een begrotingstotaal tot € 500 miljoen, zoals Veenendaal is de drempel voor het verplicht schatkistbankieren verhoogd naar 2% (was 0,75%) van het begrotingstotaal met een minimum van € 1 miljoen. Het drempelbedrag is voor Veenendaal € 4,6 miljoen (begrotingstotaal van € 230 miljoen). Het drempelbedrag is het bedrag dat buiten de schatkist aangehouden mag worden.

De gemeente mag dus overtollige middelen, als deze meer bedragen dan € 4,6 miljoen, niet bij een bank zoals de Rabobank onderbrengen maar alleen bij de schatkist. In 2023 zijn daarom regelmatig financiële middelen bij de schatkist gestald zodat de norm van € 4,6 miljoen niet is overschreden. 

Borgtocht c.q. garanties

Terug naar navigatie - Borgtocht c.q. garanties

Het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal Oost en het Duurzaam Energiebedrijf Veenendaal Oost (DEVO) zijn in 2023 gemonitord. Bij DEVO betreft het DEVO Holding, DEVO en DEVOG (Duurzaam Energiebedrijf Groenpoort) .  De gemeente heeft 100% van de aandelen van DEVO Holding in haar bezit. DEVO Holding heeft  op haar beurt weer 100% van de aandelen van DEVOG en DEVO in haar bezit.

Voor meer informatie wordt verwezen naar de staat gewaarborgde geldleningen, de paragraaf risico’s en weerstandsvermogen en de paragraaf verbonden partijen.  Daarnaast zijn in 2023 de sportverenigingen die een gemeentelijke borgtocht hebben beoordeeld.

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

De rentelasten voor externe financieringen zijn uitgekomen op € 2.049.453 (A). De externe rentebaten bedragen € -155.444 (B).

De door te rekenen externe rente bedraagt per saldo € 2.204.897 (A-B=C).

De bouwgronden in exploitatie zijn belast met een rente van 0,73% volgens de voorgeschreven berekeningswijze uit de notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019). Er is een bedrag van € 297.350 (D) doorbelast aan de grondexploitatie. De rente die in het kader van projectfinanciering is doorbelast bedraagt € 418.748 (E). 
Het saldo door te rekenen externe rente bedraagt dan (C)-(D)-(E)= € 716.098 (G). De rente over reserves en voorzieningen bedraagt € 1.791.093 (H). De aan de taakvelden toe te rekenen rente is dan (G)+(H)= € 3.279.892.  

Het in 2023 gehanteerde rentepercentage voor de integraal gefinancierde activa bedroeg 1%. Op basis van dit percentage is werkelijk € 3.022.724 (J) toegerekend aan de taakvelden. Op basis hiervan is er een negatief resultaat op treasury ontstaan van € 257.168 (K).

Het verschil tussen de toegerekende rente aan de taakvelden (renteomslag) en de werkelijke rentelast bedraagt 8,5% (€ 257.168 (K)/ € 3.022.724 (J)). Dit is ruim binnen de toegestane afwijking van 25%, zodat ultimo 2023 geen herberekening van het gehanteerde rentepercentage van 1% heeft plaatsgevonden.

Rente schema 2023
A Externe rentelasten over korte en lange financiering 2.049.453
B De externe rentebaten (Startersleningen) -155.444
C Totaal door te rekenen externe rente (A – B) 2.204.897
D De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 297.350
E De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 418.748
F Subtotaal (D + E) 716.098
G Saldo door te rekenen externe rente (C – F) 1.488.799
H Rente over eigen vermogen en voorzieningen 1.791.093
I De aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente (G+H) 3.279.892
J De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) 3.022.724
K Renteresultaat op het taakveld treasury -257.168

Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) – EMU saldo

Terug naar navigatie - Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) – EMU saldo

In de programmabegroting is voor 2023 uitgegaan van een negatief EMU-saldo van € 37,6 miljoen (overschrijding van de toegekende referentiewaarde € 8,3 miljoen met € 29,3  miljoen). Bj de jaarrekening is berekend dat dit tekort  € 19,3 miljoen gunstiger is uitgevallen. De belangrijkste oorzaken zijn:

- Het exploitatiesaldo is € 4,4 miljoen hoger dan begroot; 
- Minder investeringen dan gepland. Het betreft een bedrag van € 23,1 miljoen; 
- Een hoger beroep op de voorzieningen dan begroot tot een bedrag van € 0,6 miljoen;
- Het saldo van baten en lasten grondexploitatie valt bijna €  1,2 miljoen voordeliger uit.

Omschrijving Begroting 2023 Rekening 2023
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -2,4 2,0
-/- Mutatie (im)materiële vaste activa 30,1 4,8
+/+ Mutatie voorzieningen - 0,6
-/- Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) 9,9 8,7
-/- Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa - -
Berekend EMU-saldo 37,6 18,3
Referentiewaare 8,3 8,3
Saldo 29,3 10,0

Paragraaf D. Bedrijfsvoering

D. Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - D. Bedrijfsvoering

In artikel 14 van het BBV wordt een paragraaf bedrijfsvoering voorgeschreven. Hier is kort aangegeven wat de inhoud moet zijn van de paragraaf: ‘de paragraaf over de bedrijfsvoering geeft ten minste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering’.
Het gaat hierbij om het doel te sturen op hoofdlijnen en de kwaliteit van het inzicht van de raad te bevorderen. Het sturen en beheersen van de bedrijfsprocessen zijn primair de verantwoordelijkheid van het college, maar de raad moet zich wel een oordeel kunnen vormen over de inrichting en het functioneren van de bedrijfsvoering. Deze paragraaf is hierbij essentieel. Ook is de paragraaf bedoeld om organisatiebrede opgaven en initiatieven toe te lichten

Organisatie

Sturing en Cultuur
Ook in 2023 hebben we weer stappen gezet naar een wendbare en flexibele organisatie. Binnen de drie thema’s Samenleving, Ruimte en Bedrijfsvoering/Dienstverlening dragen de medewerkers vanuit de teams bij, waarbij ruimte is voor de verschillende kwaliteiten van medewerkers. We stimuleren de interne invulling van vacatures en herschikking van taken om talent tot bloei te laten komen. Inzet van externe capaciteit is ook in 2023 een punt van aandacht. We blijven sturen op vermindering van inhuur, naast het gegeven dat inhuur altijd blijft bestaan voor de uitvoering van tijdelijke projecten en het opvangen van piek en ziek. Daarnaast versterkt de krapte op de arbeidsmarkt en de moeizame invulling van vacatures de noodzaak om in te huren. Aan de hand van de in 2023 uitgevoerde oriëntatie op de arbeidsmarkt zetten we gerichte acties in om een snelle en passende invulling van vacatures te bevorderen. 

We zijn een organisatie in beweging, waarbij we met elkaar betekenis geven aan onze kernwaarden: Samenwerken, Toegevoegde waarde, Energie/werkplezier en Resultaatgericht (STER). Net als het warm laten "landen” van nieuwe medewerkers in onze organisatie. Er is in 2023 een start gemaakt met het herzien van dit proces, dat in 2024 mede naar aanleiding van input vanuit onze medewerkers verder wordt verbeterd. 

We vinden samen steeds meer manieren om de voor ons belangrijke uitgangspunten van onze hybride manier van werken – het Veens werken – effectief en efficiënt in te zetten in relatie tot de gewenste uitvoering van onze werkzaamheden. Bewuste keuzes in het (samen) werken op een locatie, (samen) werken vanuit huis en digitaal (samen) werken hebben een positieve impact op ons doel om vanuit de participatiegedachte onze klanten centraal te stellen en de Veense samenleving te bedienen. Samenwerken in alle vormen vraagt een cultuur van vertrouwen, transparantie, continu leren en verbeteren en het stimuleren en bevorderen van eigenaarschap. Om een goed beeld te krijgen hoe dit binnen de organisatie ervaren wordt zijn deze cultuuraspecten in 2023 uitgevraagd in een onderzoek naar de werkbeleving en het werkgeluk van onze medewerkers. 

Externe oriëntatie
Om Veenendaal te kunnen blijven ontwikkelen hebben we anderen nodig: buurgemeenten, provincies, Rijksoverheid, Europese Unie (EU) en zeker ook Veense (maatschappelijke) organisaties. We kijken vooruit en proberen voorbereid te zijn op wat er op ons afkomt. Dit betekent dat we alert zijn en inspelen op ontwikkelingen, dat we initiatieven stimuleren en creëren en dat we minder ad hoc reageren op zaken die ons overkomen. 

Om hierin meer succesvol te zijn, wil Veenendaal zich meer extern profileren. We moeten daar zijn waar we nodig zijn en waar mogelijk het Veens verhaal vertellen/promoten/onder de aandacht brengen. Dit vraagt dat we onze externe netwerken verder uitbreiden en (nog) beter benutten en dat we werken aan het verbeteren van onze vaardigheden op het gebied van netwerken en lobbyen. In de tweede helft van 2023 is de strategisch adviseur externe oriëntatie thema Samenleving van start gegaan. In het eerste kwartaal van 2024 verwachten we de vacature voor een strategisch adviseur externe oriëntatie voor het thema Ruimte te kunnen invullen. Verder stellen we onszelf voortdurend de vraag of we met de juiste dingen bezig zijn, vanuit de juiste insteek en het juiste moment, om zo daadwerkelijk toegevoegde waarde te creëren voor Veenendaal.

Personele  aspecten

Strategisch personeelsbeleid
Strategisch personeelsbeleid is iets van de hele organisatie. In de jaarlijkse teamplannen is de aanwezige teamsamenstelling in beeld gebracht en aangegeven hoe ingespeeld wordt op ontwikkelingen in het vakgebied. Vanuit het programma leiderschapsontwikkeling is door de teamleiders en directie ingezoomd op de toekomstvisie per thema, als strategisch perspectief en een eerste richting voor meer inzicht in de benodigde capaciteit (kwantiteit en kwaliteit) voor de toekomst. In de teams en in het gesprek tussen leidinggevende en medewerker is, naast de focus op wat nu nodig is, duurzame inzetbaarheid een belangrijk onderwerp van gesprek. Vanuit de pijler “goed werkgeverschap” zetten we in op het vitaal blijven in je werk en het binden, boeien en behouden van medewerkers in relatie tot wat nu en straks nodig is. In 2023 is dit onder meer zichtbaar in de acties rondom arbeidsmarktoriëntatie, talentmanagement en het verkennen van de mogelijkheden om traineeship binnen de regio Foodvalley aan te bieden. Eind 2023 is een Rekenkameronderzoek gestart, waarbij strategische personeelsplanning centraal staat. De uitkomsten die in 2024 volgen helpen bij het verder vormgeven en de uitvoering van dit beleid. 

Inclusiviteit en diversiteit
In 2023 zijn “bewustwordings”-activiteiten ontwikkeld door de kwartiermaker. Door onder meer artikelen op het intranet te plaatsen is het onderwerp Diversiteit onder de aandacht gebracht van medewerkers. Verder zijn in het kader van het ontwikkelen van de visie op diversiteit en inclusie  verschillende bijeenkomsten georganiseerd om bewustwording te vergroten. Via de agenda toegankelijkheid is gewerkt aan het toegankelijker maken van het gebouw en is de website meer digitaal toegankelijk gemaakt.  

Oriëntatie arbeidsmarkt
De gemeente Veenendaal heeft een grote uitdaging als het gaat om het werven, selecteren en behouden van (nieuwe) medewerkers. Daarom is het van belang om aan de slag te gaan met de arbeidsmarktbenadering en recruitmentwerkwijze. Hiervoor hebben we door bureau Wervingskracht een onderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een gefaseerde aanpak. In 2023 hebben we quick wins gerealiseerd, door te starten onder andere met een recruiter, het opstellen van een aantrekkelijke vacaturetemplate en maandelijkse rapportages met betrekking tot vacature volume en het aantal geopende/vervulde vacatures. In 2024 start de tweede fase; de ontwikkeling van het werkgeversmerk (tekst en beeldmateriaal).
In oktober 2023 is een projectleider gestart om in opdracht van de gemeentesecretarissen in de Foodvalley te komen tot een regiobreed traineeship. De kracht van regionaal samenwerken in een traineeprogramma is dat de vijver wordt "gevuld” met professionals met gemeentelijke ervaring. Jonge mensen geven een andere energie en andere inzichten. Doelstellingen zijn: talentontwikkeling, kennisuitwisseling en bijdragen aan de tekorten op de arbeidsmarkt. Door elkaar te helpen gaan we de onderlinge concurrentie tussen de gemeenten op de arbeidsmarkt tegen. De verwachting is dat er geworven gaat worden vanaf september 2024 zodat we in 2025 kunnen starten.  

Integriteit
In 2023 heeft de organisatie door middel van het houden van workshops Integriteit het onderwerp Integriteit nadrukkelijk op de kaart gezet. Dit heeft het bewustwordingsproces met betrekking tot integer handelen van de medewerkers op gang gebracht. Daarnaast is gesproken met elkaar over de integriteitsrisico’s die medewerkers in hun eigen werkveld tegenkwamen. Na afloop vond de ambtseedceremonie plaats onder begeleiding van de gemeentesecretaris. 

Ongewenst gedrag en/ of corruptie
Onze gemeente kent diverse instrumenten en regelingen ter voorkoming van integriteitsschendingen en misstanden (o.a. ter voorkoming fraude/corruptie). Er is een gedragscode, ambtseed of belofte, een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG), regeling ongewenst gedrag, regeling melden vermoeden misstand en er is daarnaast borging via interne en externe vertrouwenspersonen. 
Er zijn bij de vertrouwenspersonen in 2023 27 integriteitsmeldingen binnengekomen. Deze zien met name op ongewenst gedrag. Hieraan wordt op een adequate wijze opvolging gegeven.  Er zijn geen fraudegevallen geconstateerd. 

Talentmanagement
In 2023 zijn diverse medewerkersbijeenkomsten gehouden rondom talentmanagement. Daarnaast zijn (breed) in de organisatie TMA professionals opgeleid die aan de medewerkers die hun talent verkend hebben via een TMA-test, de test aan de medewerkers kunnen toelichten. De teamleiders zijn getraind (onder andere met behulp van intervisie) om  talentmanagement  verder vorm te kunnen geven binnen hun teams. Talentmanagement is onderdeel geworden van de “on-boarding” van nieuwe medewerkers, zodat we met elkaar nog beter ons talent in kunnen zetten op de juiste plek in de organisatie.

Inkoop- en bestelsysteem
De opmerkingen van de accountant in de managementletters benadrukken steeds de risico’s van onrechtmatige aanbestedingen/inkopen. Om deze risico’s te beperken en meer controle over het proces te krijgen is gekozen om over te gaan tot aanschaf van een inkoop- en bestelsysteem.  
In 2022 is gestart met een project om hier invulling aan te geven. Er zijn in 2023 diverse bijeenkomsten georganiseerd om draagvlak te vergroten voor het project en op te halen waar men in het huidige proces tegenaan loopt. Dit is gecombineerd met de al bekende knelpunten en heeft geresulteerd in een programma van eisen voor het nieuwe systeem. De aanbesteding daarvan is medio december 2023 gepubliceerd. De verwachting is dat bij een geslaagde aanbesteding er in mei/juni 2024 een getekend contract ligt. Vanaf dat moment kunnen we vaststellen of het structureel beschikbare budget, ad € 77.500, toereikend is

Werkgeluk (MTO - Medewerkers Tevredenheids Onderzoek)
We hebben het bureau MonitorGroep geselecteerd om een onderzoek naar WerkGeluk te doen. Het onderzoek richt zich op 8 factoren van werkgeluk (Plezier, Voldoening, Competentie, Autonomie, Waardering, Zingeving, Verbinding en Vertrouwen) en een aantal HR-onderwerpen die voor onze organisatie belangrijk zijn zoals werkdruk, hybride werken en werkomstandigheden.
In het derde kwartaal van 2023 is een eerste nulmeting op organisatie- en teamniveau gehouden. De organisatie is geïnformeerd over de samenvatting van de resultaten van het onderzoek in de vorm van presentaties en informatie op bijVeen (infographic). Hierbij zijn ook de vervolgacties voor 2024 aan bod gekomen.

Arbodienstverlening
In 2023 is het contract met Verzuim Expertise Bureau (VEB) voor de arbodienstverlening verlopen. Er is een aanbestedingsprocedure gestart om te komen tot een contract voor een nieuwe arbodienstverlening.  De opdracht bestaat uit het voorzien in een arbodienst voor de dienstverlening op het gebied van ziekteverzuimbegeleiding, (verzuim)preventie, bedrijfsmaatschappelijk werk, het uitvoeren van een PAGO/PMO, het leveren van medische adviezen,  invulling geven aan de functie van vertrouwenspersoon en periodieke verzuimanalyse van de verzuimcijfers en advisering. Dit ter ondersteuning van de duurzame inzetbaarheid van de medewerkers van de gemeente Veenendaal. De opdracht is gegund aan Salude Medisch Advies. Zij zijn gestart in het derde kwartaal van 2023. 

Strategische ondersteuning communicatie
In 2023 is extra formatie gecreëerd voor een senior communicatieadviseur. Die is in de zomer gestart. Met de komst van de tweede senior konden we focus aanbrengen waarbij zowel het college van B&W als de directie op strategisch niveau een communicatieadviseur heeft. En daarmee ook dat we evenredige focus kunnen leggen op zowel de interne als de externe communicatie. 

Financieel-economische zaken

Voortgang accountantscontrole
De accountantscontrole is conform planning eind april gestart. Het controleproces is verder goed verlopen en door beide partijen als prettig en constructief ervaren. De accountant heeft aangegeven voornemens te zijn om een goedkeurende controleverklaring te verstrekken, hiervoor verwijzen we naar de controleverklaring in de jaarrekening.

Rechtmatigheidsverantwoording
Met ingang van het verslagjaar 2023 wordt de rechtmatigheidsverantwoording ingevoerd. In de rechtmatigheidsverantwoording gaat het college van burgemeesters en wethouders via de jaarrekening 2023 verantwoording afleggen over de rechtmatigheid aan de raad. Hiermee wordt verantwoording afgelegd over de naleving van de regels, die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de gemeenschappelijke regeling. Het gaat hierbij of er binnen begroting is gehandeld, over de naleving van de voorwaarden voor Europese bestedingen, maar ook bijvoorbeeld over misbruik en oneigenlijk gebruik en lasten. De verantwoordingsgrens voor onrechtmatigheden is door de raad vastgesteld op €8,5 miljoen. De rapporteringstolerantie voor onrechtmatigheden is door de raad vastgesteld op €100.000.
Hieronder is een totaaloverzicht opgenomen van de onrechtmatigheden die op basis van de financiële verordening toegelicht dienen te worden in de paragraaf bedrijfsvoering.

Toelichting:

Begrotingscriterium
Op grond van artikel 189, lid 3 Gemeentewet zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de totale lasten per begrotingsprogramma (en daarmee overeenstemmende balansmutaties) onrechtmatig als deze lasten in strijd zijn met een wettelijke bepaling of met het beleid van de raad. Overschrijding van budgetten binnen wet- en regelgeving en passend bij de uitvoering van het beleid van de raad is niet onrechtmatig.

In 2023 is op de programma’s de begroting met €1,3 miljoen overschreden. In overeenstemming met de uitzonderingsregels, artikel 8c lid 3 van de financiële verordening 2023, tellen deze overschrijdingen niet mee in de rechtmatigheidsverantwoording. De overschrijdingen passen binnen de afspraken die zijn gemaakt met de raad en hoeven derhalve niet verder toegelicht te worden in de paragraaf bedrijfsvoering.

De begrotingsoverschrijding worden toegelicht in de verschillenanalyses die achter de programma’s zijn opgenomen in het jaarverslag.

Overschrijding investeringskredieten
In 2023 is op de kredieten een bedrag van €189.000 overschreden. Dit telt mee als onrechtmatigheid.

Voorwaardencriterium
Bij dit criterium gaat het om toepassing van de eisen en voorwaarden die worden gesteld aan financiële (beheers)handelingen. Die eisen en voorwaarden hebben betrekking op doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Wij hebben vastgesteld dat er onrechtmatigheden zijn voor een bedrag van € 1,3 miljoen doordat de Europese aanbestedingsrichtlijnen niet juist zijn toegepast.
Hieronder wordt een toelichting gegeven:

1. Groenonderhoud €590.000
2. Onderhoudswerkzaamheden €45.000
3. Beveiliging €22.000
4. Doorrekenfouten eerdere jaren 638.000

Opvolging in 2024
1. Voor het groenonderhoud zijn met ingang van medio januari 2024 nieuwe contracten afgesloten, deze zijn Europees aanbesteed. Met ingang van medio januari 2024 is de fout hiermee opgelost.
2. Voor de onderhoudswerkzaamheden is met ingang van 19 juni 2023 een nieuw (EU aanbesteed) contract afgesloten. Hierdoor is de fout met ingang van 19 juni 2023 opgelost.
3. Voor de kosten van de beveiliging is met ingang van 1 maart 2023 een nieuwe overeenkomst afgesloten, dit is Europees aanbesteed. Met ingang van 1 maart 2023 is de fout opgelost.
4. Voor wat betreft de doorrekenfouten uit eerdere jaren zijn eind 2023 de opdrachten voor twee van de vijf leveranciers Europees aanbesteed. Hiermee vermindert de doorrekenfout in boekjaar 2024 met € 470.000.

Naleving Interne regels (= inkoopbeleid gemeente Veenendaal)
Naast de controle op naleving van de Europese aanbestedingsregels hebben we middels een steekproef getoetst op naleving van de interne regels. Hieruit komt naar voren dat het proces voor verbetering vatbaar is. We zullen middels een plan van aanpak gericht hierop gaan monitoren. Overigens heeft het niet naleven van de interne inkoopregels geen effect op de rechtmatigheidsverantwoording, aangezien enkel op externe wetgeving (lees: opgenomen in het normenkader) getoetst wordt.

Misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium
Misbruik is het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens. Met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te ontvangen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen.
Oneigenlijk gebruik is het door het aangaan van rechtshandelingen en/of feitelijke handelingen, ontvangen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de tekst van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.

Uitkeringen, subsidies en vergunningen gaan alleen naar inwoners, bedrijven en instellingen die daar recht op hebben. Dit wordt getoetst aan wet- en regelgeving en interne integriteitsregelingen en -afspraken. Wij hebben interne procedures om na te gaan dat (belasting-)gelden, subsidies, uitkeringen of bijdragen, enzovoort op de juiste manieren worden ingezet en besteed. Voor verschillende beleidsterreinen hebben wij preventieve en/of repressieve maatregelen. Preventieve maatregelen zijn met name regelgeving, voorlichting en controle vooraf. Repressieve maatregelen zijn controle achteraf en sanctionering.

In 2023 is er overkoepelend beleid voor het voorkomen van misbruik- en oneigenlijk gebruik vastgesteld. Door het naleven van dit beleid zijn er in 2023 terugvorderingen voor een bedrag van €262.000 opgelegd en verwerkt in de jaarrekening 2023.

Eindconclusie
Het totaal aan gerapporteerde onrechtmatigheden valt ruimschoots binnen de vastgestelde verantwoordingsgrens van 3% (€8,5 miljoen) van de gerealiseerde bestedingen.
Derhalve kan het college een rechtmatigheidsverantwoording afgeven waarin aangegeven wordt dat er over 2023 rechtmatig gehandeld is.

Ontwikkelingen ICT

Doorontwikkeling ICT-functie
Er is een Masterplan ICT geschreven. Hierin staat de richting van de ontwikkeling van ICT. De kern van deze ontwikkeling is dat de automatiseringsactiviteiten uitbesteed worden en verder wordt geïnvesteerd aan de dataficering en informatisering van de organisatie. Dit betekent dat er zowel ICT-specialisten worden aangenomen als ook domeinspecialisten in de vakteams bewuster gemaakt in het gebruik en beheer van data en informatie. Deze ontwikkeling gebeurt formatieneutraal. 

Uitvoering Plan van Aanpak digitale toegankelijkheid
Digitale toegankelijkheid raakt ons allemaal. 25% van de inwoners heeft een beperking en 50% krijgt vroeg of later te maken met een tijdelijke of permanente beperking. Om een inclusieve (digitale) dienstverlening te leveren is een blijvende investering in kennis, mensen en technologie noodzakelijk. Zo bieden wij een plek waarbij "Veenendaal, maakt plaats voor jou!", tot zijn recht komt. In 2023 is de digitale toegankelijkheid via twee sporen opgepakt.
1. Inhoudelijke verbetering van de communicatiemiddelen. Onze website is, mede op basis van feedback van gebruikers, verbetert en toegankelijker geworden. Waarmee we dit jaar de A-status gaan verkrijgen. Daarnaast is er veel tijd gestoken in het toegankelijk maken van PDF’s en het werkproces daarachter aangepast. Zijn brieven en gestandaardiseerde e-mails geïnventariseerd en waar mogelijk verbeterd. 
2. Er is een eerste feedbackloop met gebruikers ingericht. Hiermee willen we jaarlijkse steekproef doen bij de gebruikers of de informatie aankomt en begrijpelijk is. Ook de samenwerking met partners zoals het inlichtingenbureau (IB) van de bibliotheek in de Cultuurfabriek is aangehaald. Zij verzorgen het Informatiepunt Digitale Overheid waar burgers terecht kunnen als zij problemen hebben om bij hun digitale informatie te komen.
 
In 2024 vindt een vervolg plaats rondom digitale toegankelijkheid en digitale inclusie.

Informatiebeveiliging
De aandacht binnen de gemeente voor informatiebeveiliging blijft hoog. Het heeft de volle aandacht vanuit alle managementniveaus en de medewerkers. Hiervoor is in 2021 een meerjarenplan informatieveiligheid opgesteld waarin alle activiteiten ten aanzien van informatiebeveiliging zijn samengebracht
In 2023 heeft een herijking van het meerjarenplan plaatsgevonden op basis van een tussentijdse meting van de voortgang van het plan en de volwassenheid van de organisatie ten aanzien van het onderwerp. Op basis hiervan zijn de prioriteiten licht aangepast en heeft de organisatie wederom haar commitment uitgesproken.
De beveiliging van systemen tegen hackers en ransomware is in 2023 verder uitgebreid. We volgen hierbij ook de aanbevelingen van de informatiebeveiligingsdienst (IBD/VNG). De regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging wordt steeds veeleisender, en vraagt om meer audits en zelfevaluaties. Voor 2024 wordt de NIS2 verplicht voor gemeenten en wordt het normenkader van de Baseline informatiebeveiliging Overheid (BIO versie 2.0) verder aangescherpt. Deze normenkaders worden meegenomen in de verdere uitwerking van het meerjarenplan.
Aan het goed doorlopen van de ENSIA-audits is ook dit jaar ook weer veel aandacht besteed. In 2023 is de ENSIA-audit uitgebreid, waarbij vijf normen - naast opzet en bestaan – ook op werking gecontroleerd zijn. Hieraan voldeed de gemeente voor de audit in 2023 nog niet. Voor 2024 worden deze opgepakt en voldoen we naar verwachting wel.
Globaal gezien heeft de gemeente weer verdere stappen gezet om meer aan de eisen van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid te voldoen. Wat resulteert in een meer informatieveilige organisatie. Mede gelet op het open karakter van de gemeentelijke organisatie, zijn de uitdagingen en bedreigingen van dien aard dat een continue adequate beveiliging een uitdaging vormt.

Paragraaf E. Verbonden partijen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Beleid
Wij kiezen bewust voor een faciliterende rol waarin wij kaders en omstandigheden creëren, waarbinnen inwoners, maatschappelijke partners en ondernemers zaken met elkaar kunnen realiseren. Tegelijkertijd constateren wij dat wij als gemeente niet in alle gevallen kunnen volstaan met een faciliterende rol. Wanneer er sprake is van een te behartigen openbaar belang, willen wij als gemeente invloed en regie behouden. Dit kan ook gerealiseerd worden binnen het verband van een verbonden partij.

Vanwege de grote bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen is inzicht in en effectieve sturing op alle verbonden partijen gewenst. Verder worden wij geconfronteerd met taakstellingen en omvangrijke taken via het regeerakkoord en de decentralisaties. Daardoor groeit het belang om grip te houden op de activiteiten en realisatie van doelstellingen door de verbonden partijen. Wij zetten ons in voor verbonden partijen die maximaal bijdragen aan de lokale bestuurlijke doelstellingen en een actief risicomanagement voeren. De ambtelijke organisatie zal  in toenemende mate samen (moeten) werken bij de realisatie van de beoogde bestuurlijke doelstellingen. Daarnaast wordt elke verbonden partij jaarlijks integraal op risico´s, kansen en ontwikkelingen beoordeeld. De in 2016 door de commissie BBV vastgestelde Notitie Verbonden Partijen en het daarin opgenomen instrumentarium zijn bij dit alles leidend.

Organisaties met maatschappelijk belang
In deze paragraaf zijn tevens opgenomen de partijen die strikt juridisch geen verbonden partij zijn door het ontbreken van het financieel belang zoals gedefinieerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), maar er wel sprake is van :
•    een structurele bekostiging in overwegende mate van (de activiteiten van) een organisatie via een of meer geldstromen (begrotingsfinanciering, subsidie en overeenkomst van opdracht); en
•    een bestuurlijk belang.

Gezien het maatschappelijk of algemeen belang en de mogelijke risico's zijn deze organisaties conform de aanbeveling van de Commissie BBV opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. In deze paragraaf vindt u een totaaloverzicht van de verbonden partijen, uitgesplitst in 4 categorieën: gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen, coöperaties en vennootschappen en overige verbonden partijen.

Samenvattend overzicht Verbonden Partijen

Terug naar navigatie - Samenvattend overzicht Verbonden Partijen
Samenvattend overzicht Verbonden Partijen
Gemeenschappelijke regelingen (GR) 1 Regio Foodvalley
2 Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
3 Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
4 Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
5 Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
6 Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)
7 Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper
Vennootschappen en coöperaties 8 Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
9 Duurzame Energie Veenendaal-Oost BV (DEVO)
10 Vitens NV
11 Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
12 Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
Stichtingen en verenigingen 13 Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
14 Stichting Ontmoetingshuis
15 Stichting Veens welzijn
Overige verbonden partijen 16 Parkeervoorzieningen

1. Regio Foodvalley

Terug naar navigatie - 1. Regio Foodvalley
Naam 1. Regio Foodvalley
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Collegeregeling)
2. Vestigingsplaats Ede 
3. Doelstelling en openbaar belang De gemeenschappelijke regeling is getroffen om de Regio een Europese topregio te maken op het gebied van innovatie in de foodsector met versterking van de leefomgeving.
4. Relatie met beleidsprogramma Burger en Bestuur
5. Deelnemende partijen Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.
7. Financieel belang De samenwerking in Foodvalley en de bijdragen van de gemeenten is gebaseerd op de Inwonersbijdragen. De bijdragen is opgebouwd uit drie onderdelen. Regiokantoor (overhead) € 242.015 . Mobiliteitsfonds € 68.964 en De verschillende programma's: 3. Landbouwtransitie € 37.630, 4. Voeding voor gezond leven € 39.492, 5. Energietransitie € 39.411, 6. Human Capital € 46.362, 7. Innovatie € 29.266, 8. Fysieke randvoorwaarden € 45.895 en 9. Quality of Living € 23.029. Het totaal voor Veenendaal bedraagt € 572.064. Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.  
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: € 4.100.000
31-12-2022: € 3.500.000
31-12-2021 € 3.100.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 21.700.000
31-12-2022: € 2.700.000
31-12-2021: € 2.100.000
10. Financieel resultaat

2023: € 272.000
2022: € 77.000
2021: € 192.000

11. Website

www.regiofoodvalley.nl

12. Risicoprofiel 

Laag

Ontwikkelingen

In 2023 is middels de zeven programma's uitvoering gegeven aan de Strategische Agenda 2020-2025. Het betreft de thema's: landbouwtransitie en vitaal platteland, voeding voor een gezond leven, energietransitie, human capital, innovatie, clustervorming en circulaire economie, fysieke randvoorwaarden, quality of living. Er is een tussenevaluatie uitgevoerd. De bevindingen van deze tussenevaluatie worden meegenomen als input voor de nieuw te ontwikkelen Strategische Agenda 2026-2030. Het proces om te komen tot een nieuwe agenda is eind 2023 gestart. 

De Gedeputeerde Staten heeft eind 2023 zowel het regioarrangement als het ontwikkelperspectief Arnhem Nijmegen Foodvalley vastgesteld. Regio Foodvalley heeft in essentie drie grote samenhangende opgaven: 1) de schaalsprong als gevolg van de grote verstedelijkingsopgave, 2) het realiseren van natuurherstel en een robuust watersysteem en 3) het realiseren van een grootschalige landbouwtransitie. Het regioarrangement beschrijft voor Regio Foodvalley de ruimtelijke opgaven en uitdagingen.

Het regioarrangement is een belangrijke inbreng voor het ontwikkelperspectief dat het Rijk aan de NOVEX-gebieden vraagt en dus ook aan het NOVEX-gebied Arnhem Nijmegen Foodvalley. In de NOVEX-gebieden werken het Rijk, provincies (Gelderland en Utrecht), waterschappen en gemeenten als partners nauw samen. Het doel is het versnellen van besluitvorming over samenhangende ruimtelijke keuzes en de uitvoering van maatregelen.

In 2023 is daarnaast gewerkt aan het ontwikkelen van een Regionaal Perspectief Landelijk Gebied (RPLG). Dit moet in 2024 verder zijn beslag gaan krijgen en dient  als input voor de landelijke lobby en de gebiedsprogramma’s die door de provincies Utrecht (UPLG) en Gelderland (VLGG) worden gemaakt. 

Risico's en financiële positie 
In algemene zin kunnen de risico's worden ingedeeld in: 1) risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid, 2) risico's voortvloeiend uit het beleid van een hogere overheid, 3) risico's voortvloeiend uit de samenwerking met andere gemeenten en instanties, 4) risico's voortvloeiend uit het doen /nalaten van derden, 5) risico's voortvloeiend uit voor de regio niet te beïnvloeden autonome ontwikkelingen. Regio Foodvalley heeft een reserve voor het exploitatierisico i.c. de Algemene reserve gevormd. Deze reserve wordt toereikend geacht gelet op de beschreven risico’s. 

 

2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)

Terug naar navigatie - 2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Naam 2. Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam)
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De VRU is een samenwerkingsverband van en voor de 26 Utrechtse gemeenten. Zij behartigt het belang van de gemeente op de terreinen brandweerzorg, de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (Ghor), rampenbestrijding, risico- en crisisbeheersing. Daarnaast heeft de VRU de zorg voor een adequate samenwerking met politie en de RAVU (regionale ambulancevoorziening Utrecht) ten aanzien van de gemeenschappelijke meldkamer en een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Door deelname aan de Veiligheidsregio Utrecht wordt de samenwerking tussen verschillende instanties bij bestrijding van rampen en crises verbeterd. Elk lid van het AB fungeert als intermediair tussen gemeente en het bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht. Wanneer er regionale besluiten genomen moeten worden, is goedkeuring van alle gemeenteraden nodig.
4. Relatie met beleidsprogramma Burger en Bestuur
5. Deelnemende partijen 26 Utrechtse gemeenten
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. De burgemeester is in zijn functie lid van het algemeen bestuur (AB) VRU.
7. Financieel belang De bijdrage aan de VRU was in 2023 € 3.507.000.
Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: € 28.300.000
31-12-2022: € 23.300.000
31-12-2021: € 23.200.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 65.000.000
31-12-2022: € 62.500.000
31-12-2021: € 62.700.000
10. Financieel resultaat 2023: € 4.500.000
2022: € 700.000
2021: € 3.100.000
11. Website www.vru.nl
12. Risicoprofiel  Middel

Ontwikkelingen

In 2023 is de nieuwe bestuursagenda VRU 2024-2027 vastgesteld. De nieuwe bestuursagenda VRU gaat in vanaf januari 2024 en daarom is de geactualiseerde begroting 2023 al vormgegeven aan de hand van de in de bestuursagenda vastgestelde thema’s. Dit zorgt voor een herkenbare koppeling tussen beleid en financiën. In 2023 is ook het nieuwe Regionaal Crisisplan (RCP) 2024-2027 vastgesteld. De grootste wijzigingen in het nieuwe crisisplan zitten in het goed kunnen voorzien en voorkomen van crises, het opgavegericht inrichten van de organisatie en het samenwerken met partners. In 2023 is ingezoomd op toekomstbestendige brandweerzorg; een veilige en gezonde leefomgeving (waterveiligheid, natuurbrandbeheersing en energietransitie), versterking van de crisisorganisatie en doorontwikkeling van Bevolkingszorg. De doorontwikkeling van de organisatie van Bevolkingszorg vindt plaats naar aanleiding van de evaluatie Wet Veiligheidsregio’s én in combinatie met de regionale ervaringen met gemeentelijke crisisbeheersing. In de huidige situatie wordt gewerkt met een (te) groot aantal piketfunctionarissen. Hierdoor ontstaan knelpunten in relatie tot vakbekwaamheid en het aanpassen van werkwijzen. Daarnaast is de taakverdeling tussen gemeenten en de veiligheidsregio niet altijd helder. In 2023 is ingezet op de verschillende pijlers zoals vakbekwaamheid, slagvaardigheid, paraatheid en Informatiemanagement met als doel een compactere crisisorganisatie van hoge kwaliteit: “Wat je vaker doet, doe je vaker goed!”

Dankzij de hogere doeluitkering rampenbestrijding (BDUR) heeft de VRU in 2023 extra gelden (€1,85 miljoen) ontvangen voor een betere aanpak van crises én om de informatievoorziening in de regio te verbeteren. In 2023 wordt het extra budget alleen ingezet voor tijdelijke projecten die de crisisaanpak en informatievoorziening versterken. Vanaf 2024 worden deze gelden structureel ingezet.

De VRU heeft in samenwerking met gemeenten ruimschoots aan de landelijke afspraken voldaan voor het bieden van opvang aan ontheemden uit Oekraïne. Er zijn meer dan 5.900 opvangplekken gerealiseerd, de doelstelling was 4.440 plekken. De regionale HUB Jaarbeurs speelt een belangrijke rol bij het verspreiden van Oekraïense ontheemden binnen onze regio en de rest van het land. Door de oproep van de staatssecretaris om het aantal beschikbare plekken te verhogen naar 97.000 wordt het steeds moeilijker om iedereen onder te brengen. De kosten voor opvang worden landelijk gedekt. Naast de opvang van Oekraïense ontheemden werkte de VRU ook mee aan de problemen in de asielketen. Samen met de provincie en de gemeenten zijn crisisnoodopvanglocaties in de regio opgezet. De bestuurlijke verantwoording ligt bij de Provinciale Regie Tafel (PRT) waarbij VRU-Support de uitvoering blijft ondersteunen. 

Door de hogere doeluitkering rampenbestrijding (BDUR) heeft de VRU in 2023 extra gelden (€1,85 miljoen) ontvangen voor een betere aanpak van crises én om de informatievoorziening in de regio te verbeteren. In 2023 wordt het extra budget alleen ingezet voor tijdelijke projecten die de crisisaanpak en informatievoorziening versterken. Vanaf 2024 worden deze gelden structureel ingezet.

Over 2023 is een voordelig resultaat behaald van circa € 5 miljoen. Dit komt voornamelijk door een aanvullende overheadvergoeding van in totaal € 4,3 miljoen met betrekking tot de werkzaamheden voor de crisisnoodopvang in 2022 (€ 1,6 miljoen) en 2023 (€ 2,7 miljoen). Voorgesteld wordt om € 2 miljoen hiervan terug te laten vloeien naar de gemeenten. Voor Veenendaal betekent dit een teruggave van € 74.000. De vergoeding is van € 4,3 miljoen is niet in de begroting VRU verwerkt omdat deze pas na het vaststellen van de begroting overeen is gekomen. De directe kosten voor de crisisnoodopvang worden rechtstreeks vergoed door het COA. Deze aanvullende vergoeding heeft betrekking op de indirecte kosten/overhead, zoals leiding en coördinatie, inzet van beleid/adviescapaciteit en ondersteunende afdelingen binnen de VRU (ICT, HRM, Financiën etc.). Het betreft dus een vergoeding voor de inzet van de VRU organisatie voor deze tijdelijke niet-wettelijke taak. 

3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)

Terug naar navigatie - 3. Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
Naam 3. Sociale werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht (IW4)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (openbaar lichaam), IW4 Beheer N.V. is een Naamloze Vennootschap (N.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang De doelstelling van IW4 is het handhaven, vergroten of herstellen van de arbeidsgeschiktheid van personen die tot arbeid in staat zijn, maar ook voor wie, in belangrijke mate, ten gevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of nu niet aanwezig is. De regie van de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is belegd bij de rechtspersoon bezittend openbaar lichaam (gemeenschappelijke regeling) Instituut Sociale Werkvoorziening Zuid-Oost Utrecht. Het Instituut heeft de uitvoering via een samenwerkingsovereenkomst belegd bij IW4 Beheer NV, waarvan de aandelen in handen zijn van de GR.
4. Relatie met beleidsprogramma Economie, Werk en Ontwikkeling
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal, Rhenen, en Renswoude
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling. Namens onze gemeente zitten wethouders in het bestuur van de GR. Naast WSW-subsidie en een vergoeding voor opdrachten betaalt onze gemeente aan de GR een bijdrage om het subsidietekort per SE deels te compenseren.
7. Financieel belang De eventuele tekorten van de beheer NV worden (naar rato) door de deelnemende partijen aangezuiverd, als de voorzieningen en reserves binnen de NV en/of GR ontoereikend zijn.
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: € 5.200.000 (NV) 
31-12-2022: € 5.500.000 (NV)
31-12-2021: € 5.000.000 (NV)
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 9.800.000 (NV)
31-12-2022: € 2.600.000 (NV)
31-12-2021: € 1.000.000 (NV)
10. Financieel resultaat 2023: € -281.000 (NV) 
2022: € 640.000 (NV)
2021: € -1.200.000 (NV)
11. Website www.iw4.nl
12. Risicoprofiel Hoog

Ontwikkelingen

IW4 voert namens de deelnemende gemeenten de Participatiewet, onderdeel Sociale werkvoorziening uit. Alle bedrijfsactiviteiten van de GR worden uitgevoerd door IW4 Beheer NV. De uitvoering van de WSW is door middel van een aanwijzingsbesluit overgedragen aan de NV. De uitgangspunten voor het sociale beleid worden bepaald door het Algemeen Bestuur van de GR, terwijl de verantwoordelijkheid voor het bedrijfseconomisch handelen in handen ligt van de directie en de RvC van de NV.

In 2018 zijn door de gemeenteraden van Veenendaal, Rhenen en Renswoude besluiten genomen over de financiering van de WSW en de toekomst van IW4. Dit besluit is door het bestuur van de GR aangemerkt als strategische visie van de GR. Ook is de governance van de gemeenten via de GR op de NV versterkt. Mede op basis van de strategische visie heeft de NV een transitieplan 2019-2021 opgesteld. In deze periode werkte ze toe naar een toekomstbestendige organisatie (inclusief toekomstbestendige huisvesting). Het transitieplan is in 2022 
geëvalueerd en extern getoetst door een extern onderzoeksbureau en in 2023 behandeld in de gemeenteraden. 

Om te komen tot een toekomstbestendige financiering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en goed te zorgen voor de bestaande Wsw-dienstverbanden, is aan de raad voorgesteld om een nieuw financieringsmodel vast te stellen. In dit model wordt de rijksbijdrage Wsw in zijn geheel aan de GR SWOU beschikbaar gesteld. Een jaarlijkse gemeentelijke bijdrage is niet meer nodig en is per 2023 komen te vervallen. 


Risico’s en financiële positie
Met de huidige landelijke begeleidingsvergoeding voor Beschut Werk lukt het IW4 niet om een sluitende businesscase te maken voor dit onderdeel. Gemeenten ontvangen middelen voor de begeleiding en werkaanpassingen voor doelgroep beschut werk uit het participatiebudget. Verschillende onderzoeken onderschrijven het belang van het verhogen van de begeleidingskosten voor beschut werk. Het onderzoek van Significant APE concludeert dat er per beschutte werkplek € 10.000 tekort is.  De begeleidingsvergoeding is in 2023 € 8.600 per werkplek per jaar en wordt per 1 januari 2024 verhoogd naar € 10.757. Ondanks deze verhoging blijft het tekort bestaan.

Indien het Rijk besluit de Wsw-budgetten in de toekomst substantieel af te romen bestaat het risico dat er een onoverkomelijk subsidietekort ontstaat. De gemeenten Veenendaal, Rhenen en Renswoude zijn via de GR SWZOU aandeelhouder in IW4 Beheer NV. Zowel de NV als de GR beschikken over reserves. Uiteindelijk zijn de deelnemende gemeenten wel risicodrager.

4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)

Terug naar navigatie - 4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht (GGDrU)
Naam 4. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Utrecht (GGDrU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling.
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De Gemeenschappelijke Regeling GGD regio Utrecht, gevestigd te Utrecht, is getroffen ter uitvoering van de taken die bij of krachtens de Wet publieke gezondheid zijn opgedragen aan de colleges op het gebied van de publieke gezondheid.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen 26 gemeenten uit de provincie Utrecht
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: € 2.700.000 (o.b.v. begroting)
31-12-2022: € 4.300.000
31-12-2021: € 4.100.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: €19.700.000 (o.b.v. begroting)
31-12-2022: € 29.300.000
31-12-2021: € 49.300.000
10. Financieel resultaat

2023: € 0
2022: € 726.000
2021: € 565.000 

11. Website www.ggdru.nl
12. Risicoprofiel Middel

Ontwikkelingen

De GGD voerde in 2023 haar reguliere taken uit conform gemaakte afspraken. Er waren twee begrotingswijzigingen dit jaar die effect hebben op het resultaat van 2023. De aanbesteding en implementatie nieuw digitaal kinddossier jeugdgezondheidszorg en de evaluatie van het GGiD zijn het meest van invloed op het resultaat geweest. In de tweede begrotingswijziging is de kindbijdrage verhoogd en zijn de kosten voor het maatwerk geconcretiseerd (deze waren bij de ontwerpbegroting nog onduidelijk.)

5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)

Terug naar navigatie - 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
Naam 5. Afvalverwijdering Utrecht (AVU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (Openbaar Lichaam)
2. Vestigingsplaats Soest
3. Doelstelling en openbaar belang De AVU zorgt onder andere voor de verwerking van het Veenendaalse huishoudelijke afval. De kosten worden één op één doorberekend aan de gemeente en zitten in het tarief van de afvalstoffenheffing.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen 25 gemeenten uit de provincie Utrecht
6. Bestuurlijk belang In het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Utrecht (AVU) zijn de 25 aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht  vertegenwoordigd in het Algemeen- en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling AVU.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd.
8. Eigen Vermogen 31-12-2023:  n.n.b.
31-12-2022: € 300.607
31-12-2021: € 800.000 
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 20.804.329
31-12-2022: € 27.652.538
31-12-2021: € 21.600.000
10. Financieel resultaat 2023: n.n.b
2022: € 96.703
2021: € 100.000  
11. Website www.avu.nl
12. Risicoprofiel     Laag

Ontwikkelingen

De AVU heeft de gemeenten over tal  van onderwerpen geadviseerd:
• De aanbesteding van de verwerking van het verpakkingsglas;
• Invoering van de UPV-textiel en de UPV-matrassen;
• Het onderbrengen van de milieustraat-afvalstromen van meerdere gemeenten bij CirkelWaarde;
• Onderzoek naar de mogelijkheden van de Circulaire Economie;
• Onderzoek naar de afvalstoffenbelasting en de CO2-heffing;
• De deelname in CirkelWaarde.

Daarnaast zijn notities opgesteld over:
• De UPV-matrassen;
• De brand bij AVR en de lachgascilinders;
• De voorgenomen gezamenlijke aanbesteding van huishoudelijk restafval, grof  huishoudelijk restafval en gft-afval met de CirkelWaardepartners.

6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)

Terug naar navigatie - 6. Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU)
Naam 6. Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU)
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling.
2. Vestigingsplaats Utrecht
3. Doelstelling en openbaar belang De ODRU ondersteunt gemeenten bij het waarborgen en ontwikkelen van een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen De huidige deelnemers van de ODRU zijn de gemeenten Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, IJsselstein, Montfoort, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden en Zeist.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten uit de provincie Utrecht zijn vertegenwoordigd in het algemeen en dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
7. Financieel belang Eventuele tekorten worden door de deelnemende partijen (naar rato) aangezuiverd of worden, per AB-besluit, opgevangen vanuit de algemene reserve, voor zover deze dat toelaat. 
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: € 470.000
31-12-2022: € 1.200.000
31-12-2021: € 1.700.000 
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 5.300.000
31-12-2022: € 4.300.000
31-12-2021: € 3.300.000
10. Financieel resultaat 2023: - € 643.800
2022: - € 49.400
2021: € 769.700
11. Website www.odru.nl
12. Risicoprofiel Middel

Ontwikkelingen

De ODRU voert VTH-taken uit voor de 15 deelnemende gemeenten. In 2023 heeft de dienstverlening doorgang gevonden, ondanks de vele ontwikkelingen. In het voorjaar van 2023 is de ODRU overgestapt op een ander zaaksysteem (RX-mission) wat een kleine achterstand in de dienstverlening veroorzaakte. Deze is einde 2023 vrijwel weggewerkt. Een andere belemmering in de dienstverlening is de krappe arbeidsmarkt, waardoor de ODRU binnen sommige clusters (met name ecologie en geluid) ondercapaciteit ervaart en de vacatures moeilijk kan invullen. Gevolg is dat de ODRU meer externen moet inhuren, wat steeds duurder wordt en dus leidt tot meer kosten. Daarnaast waren de laatste voorbereidingen op de Omgevingswet, welke in werking is getreden op 1-1-2024, van belang. Zo zijn aanvullende uitvoeringsafspraken opgesteld, om de samenwerking tussen de verschillende lokale en regionale overheden onder de Omgevingswet goed te stroomlijnen. Het Mandaatbesluit ODRU is tevens geactualiseerd, zodat deze verwijst naar actuele wetgeving per 1-1-2024. Hierin stuurt de ODRU op uniformering in de dienstverlening en meer dienstverlening in mandaat (in plaats van in advies).

Verder was en is een belangrijk thema in 2023 en verder de te verwachten fusie tussen de ODRU en de RUD Utrecht. Naar aanleiding van het landelijke Interbestuurlijk Programma Versterking VTH (IBP VTH) zijn de omgevingsdiensten onder de loep genomen en is geconstateerd dat de ODRU (en de RUD) niet aan alle opgestelde kwaliteitscriteria voldoen (onder andere robuustheid en logisch geografisch werkgebied). Vanuit het IBP VTH en het Ministerie van I&W is aan de omgevingsdiensten gevraagd om een plan van aanpak op te stellen om per 1-4-2026 wel aan de kwaliteitscriteria te voldoen. Hiervoor zijn meerdere mogelijkheden onderzocht en een fusie tussen de ODRU en de RUD leek de meest wenselijke optie. De ODRU en de RUD hadden al een samenwerkingsovereenkomst getekend voor 2023 om samen te kunnen werken (gebruikmaken van elkaar personeel) voor bodemgerelateerde taken en werken op enkele andere vlakken ook al samen. In het najaar van 2023 is een routekaart opgesteld door de directeuren van de ODRU en de RUD, die in december is goedgekeurd door het algemeen bestuur. Zodoende is fase 1 van de routekaart van start gegaan (opstellen richtingsplan, rudimentaire begroting, en een nieuwe gemeenschappelijke regeling). In september 2024 is er een beslismoment zijn voor de gemeenteraden om wel of niet definitief in te stemmen met de fusie. Het streven is om de nieuwe omgevingsdienst, de Omgevingsdienst Utrecht (ODU), per 1-1-2026 te realiseren. Er is nadrukkelijk benoemd dat de fusie géén middel tot kostenbesparing is. Voor meer informatie, zie de raadsinformatiebrief d.d. 11-12-2023, documentnummer 2023/51261.

7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper (BVO)

Terug naar navigatie - 7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper (BVO)
Naam 7. Bedrijfsvoeringsorganisatie Valleihopper
1. Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling (collegeregeling)
2. Vestigingsplaats Barneveld
3. Doelstelling en openbaar belang Uitvoering geven aan het Collectieve vraagafhankelijke vervoer, het OV-Vangnet, beleidsvoorbereidingen treffen, contractmanagement uitvoeren en financieel management uitvoeren voor de Foodvalley gemeenten en de provincie Gelderland op dit onderdeel.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen.
6. Bestuurlijk belang De aangesloten gemeenten zijn vertegenwoordigd in het Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling.
7. Financieel belang Ieder gemeente betaalt een eigen deel voor de kosten van de uitvoering en van het beheer.
8. Eigen Vermogen Geen
9. Vreemd Vermogen Geen
10. Financieel resultaat Het betreft een maatwerkvoorziening dat een openeinderegeling is.
11. Website Middel

Ontwikkelingen
In 2023 heeft de Provincie Utrecht besloten om het OV-Vangnet ook de komende jaren bij de Valleihopper te beleggen. Daarnaast is door de Valleihopper besloten om het vervoer en het callcenter met ingang van 1 januari 2025 opnieuw aan te besteden. Dit aanbestedingstraject is in 2023 gestart. 

Er is regionaal gesproken over mogelijke beheersmaatregelen, maar deze zijn door achterblijvende vervoersvolumes grotendeels on hold geplaatst. Tijdens het nieuwe aanbestedingstraject wordt aandacht besteed aan maatregelen om de spits te ontlasten. De gemeenteraad is hier middels een RIB (RIB2023.126) over geïnformeerd. 

8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)

Terug naar navigatie - 8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
Naam 8. Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost BV (OVO)
1. Rechtsvorm Commanditaire Vennootschap (C.V.) en Besloten Vennootschap (B.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. heeft tot doel het realiseren van een plangebied aan de oostkant van Veenendaal voor circa 4.000 woningen (waarvan circa 1.000 zijn gerealiseerd in plangebied Dragonder-Oost).
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen De gemeente Veenendaal en Grondexploitatie Quattro Veenendaal C.V. zijn in 2003 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan voor het ontwikkelen van dit plangebied, waarbij het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost C.V. en Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost Beheer B.V. zijn opgericht. Beide partijen (gemeente Veenendaal en Quattro) hebben 50% belang.
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA), lid RvC (Raad van Commissarissen)
7. Financieel belang 50% van het aandelenkapitaal B.V.
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: € 5.700.000
31-12-2021: € 5.700.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: € 63.200.000
31-12-2021: € 43.300.000
10. Financieel resultaat 2023: n.n.b.
2022: € - 811
2021: € 1.800.000
11. Website www.veenendaaloost.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen

Er zijn in 2023 geen bijzondere ontwikkelingen geweest met betrekking tot de verbonden partij OVO.

9. Duurzame Energie Veenendaal-Oost Holding BV (DEVO)

Terug naar navigatie - 9. Duurzame Energie Veenendaal-Oost Holding BV (DEVO)
Naam 9. Duurzame Energie Veenendaal-oost BV (DEVO)
1. Rechtsvorm Besloten Vennootschap (B.V.)
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang DEVO is het lokale energiebedrijf dat verantwoordelijk is voor de exploitatie en het beheer van de duurzame energievoorziening in een deel van Veenendaal-oost (Buurtstede en Veenderij). DEVO draagt bij aan het bereiken van de gemeentelijke doelstelling om met ingang van 2050 energieneutraal te zijn.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder 
7. Financieel belang De gemeente is voor 100% aandeelhouder van deze onderneming
8. Eigen Vermogen

31-12-2023: € -5.956.641 (concept cijfers)
31-12-2022: € -5.762.010
31-12-2021: € -5.505.000 

9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 17.058.874 (concept-cijfers)
31-12-2022: € 16.882.327
31-12-2021: € 16.467.000
10. Financieel resultaat 2023: €   281.433 (concept cijfers)
2022: € -257.044
2021: €      81.000
11. Website  www.devo-veenendaal.nl
12. Risicoprofiel Hoog

Ontwikkelingen

In maart 2023 heeft de gemeenteraad besloten om een extra borgstelling van € 4 miljoen en een achtergestelde lening van € 0,5 miljoen beschikbaar te stellen voor de aanleg van een warmtenet in Groenpoort.  Het warmtenet is ondergebracht in Duurzame Energie Veenendaal Oost Groenpoort (DEVOG) b.v. een werkmaatschappij van DEVO Holding b.v. 

Bij DEVO b.v. is in de Veenderij inmiddels de 2000e aansluiting gerealiseerd. DEVO b.v. (Buurtstede en Veenderij) is nu in een nieuwe fase gekomen: van aanleg naar onderhoud en optimaliseren.

De voorbereiding voor de aanleg van het warmtenet en de innovatieve duurzame warmtecentrale van DEVOG loopt op schema. De aanleg van het net en de bouw van de warmtecentrale zijn inmiddels van start gegaan.

Als gevolg van een lager energiegebruik door bewoners, het toezicht op de tarieven door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de hogere energieprijzen waren de inkomsten lager dan begroot.

 

10. Vitens NV

Terug naar navigatie - 10. Vitens NV
Naam 10. Vitens NV
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Zwolle
3. Doelstelling en openbaar belang Publiek waterbedrijf, belast met de zorg voor de watervoorziening
4. Relatie met beleidsprogramma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
5. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,98% van de aandelen.
8. Eigen Vermogen 31-12-2023:  € 677.700.000
31-12-2022: € 649.500.000
31-12-2021: € 600.300.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 1.559.700.000
31-12-2022: € 1.446.600.000
31-12-2021: € 1.387.800.000
10. Financieel resultaat 2023: €  27.200.000
2022: €     8.200.000
2021: € 19.400.000
11. Website www.Vitens.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen
Het jaar 2023 kenmerkte zich door heftige weersextremen: het gaat de boeken in als het warmste én het natste jaar ooit gemeten. De impact van klimaatverandering wordt steeds duidelijker en het belang van de strategie van Vitens en de ontwikkeling naar een duurzame drinkwaterwinning daarmee steeds urgenter. Kijkend naar die strategie, behaalde Vitens  in 2023 mooie successen. Vitens draaide operationeel een stabiel jaar.

De provincie Friesland verleende de vergunning van 6,5 miljoen kuub in Luxwoude, het programma SAP & Transformatie werd afgerond en 
financieel gezien realiseerde Vitens nagenoeg het begrote bedrijfsresultaat.

De grootste uitdaging in het realiseren van haar strategie, vormde het feit dat Vitens ook in 2023 vastliep op de vergunningen die nodig zijn om de leveringszekerheid op de korte termijn te kunnen blijven garanderen. De urgentie in de politiek wordt gevoeld en uitgesproken, maar de actie blijft achter. Het drinkwaterbelang raakt steeds meer in strijd met andere maatschappelijke belangen. Dit terwijl overheden vanuit hun zorgplicht drinkwater als zwaarwegend belang dienen te wegen. 

Zoals verwacht keert Vitens over 2023 ook geen dividend uit. De gehele winst wordt ingezet voor de financiering van het investeringsplan dat het hoofd moet bieden aan de (klimaat) uitdagingen die er de komende jaren liggen.

11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)

Terug naar navigatie - 11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
Naam 11. Bank Nederlandse Gemeenten NV (BNG)
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Den Haag
3. Doelstelling en openbaar belang Bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De bank levert zo een bijdrage aan de publieke taak.
4. Relatie met beleidsprogramma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
5. Deelnemende partijen Publieke aandeelhouders (gemeenten en provincies)
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang De gemeente is aandeelhouder van de BNG en bezit 0,2% van de aandelen.
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: € 4.721.000.000
31-12-2022: € 4.615.000.000
31-12-2021: € 5.062.000.000
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 110.819.000.000
31-12-2022: € 107.495.000.000
31-12-2021: € 143.995.000.000
10. Financieel resultaat

2023: € 254.000.000
2022: € 300.000.000
2021: € 236.000.000

11. Website www.bngbank.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen

BNG Bank is er voor het publieke domein en het publieke belang. De purpose van BNG Bank is: Gedreven door maatschappelijke impact (dus ook klimaat neutraliteit). Bij BNG Bank draait het niet om zoveel mogelijk winst, maar om maximale maatschappelijke impact. Dat is de drijfveer van BNG Bank. Over 2023 realiseerde BNG Bank een nettowinst na belastingen van EUR 254 miljoen (2022: EUR 300 miljoen). 

De hoogte van de nettowinst is met onzekerheden omgeven, omdat de bank geen voorspelling kan doen over de ontwikkeling van de ongerealiseerde marktwaardeveranderingen. Een betrouwbare schatting van de nettowinst voor 2024 kan de bank daarom niet maken.

12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)

Terug naar navigatie - 12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
Naam 12. Afvalcombinatie De Vallei NV (ACV)
1. Rechtsvorm Naamloze Vennootschap
2. Vestigingsplaats Ede
3. Doelstelling en openbaar belang ACV is een overheids-nv. De missie van ACV is de opdrachtgevende gemeenten, bedrijven en particulieren te ontzorgen op het gebied van afval en reiniging en te opereren als de logische, regionale samenwerkingspartner.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeenten Ede, Renkum, Renswoude, Veenendaal en Wageningen
6. Bestuurlijk belang Aandeelhouder (lid van AVA)
7. Financieel belang 24,8% van de aandelen van de holding
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: € 14.118.000
31-12-2021: € 13.400.000 
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: € 20.416.000
31-12-2021: € 19.800.000
10. Financieel resultaat

2023: n.n.b
2022: € 849.000
2021: € 1.900.000

11. Website www.acv-groep.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen

De Strategische Agenda 2023-2027 is vastgesteld en uitvoering vind plaats vanaf 2023. Er is gestart met de actualisatie van het tarievenbeleid en de kostentoedeling. Daarnaast in 2023 is ook het proces van toetreding van de gemeente Scherpenzeel tot ACV doorlopen. Scherpenzeel is met ingang van 1 januari 2024 de zesde aandeelhouder van ACV.

13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)

Terug naar navigatie - 13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
Naam 13. Centrum Jeugd en Gezin Veenendaal (CJG)
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het algemeen doel van de Stichting is om de inwoners van Veenendaal zoveel als nodig bij te staan bij de zorg voor de opvoedondersteuning, gezinsondersteuning en ontwikkeling van kinderen en jeugdigen. De Stichting sluit aan bij de ontwikkeling naar integraal werken binnen de drie sociale domeinen, te weten: jeugd, maatschappelijke ondersteuning en participatie – bijvoorbeeld door de vorming van integrale sociale wijkteams – en levert hier een actieve bijdrage aan. Zij doet dit uitsluitend in opdracht van de gemeente.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen n.v.t.
6. Bestuurlijk belang Het college
- stelt de jaarlijkse bijdrage vast op basis van de prestatieafspraken.
- benoemt, schorst en ontslaat de leden van het Bestuur.
- krijgt bepaalde besluiten van het Bestuur ter goedkeuring voorgelegd.
7. Financieel belang

De gemeente verstrekt op basis van prestatieafspraken een jaarlijkse bijdrage. 
De jaarresultaten komen ten gunste of ten laste van de Gemeente.

Om te voorkomen dat de Stichting aan het eind van het jaar een tekort in de jaarrekening 
heeft, is besloten tot goedkeuring van het instellen van een egalisatiereserve binnen de 
stichting. Het gaat om maximaal 10 % van de gemeentelijke bijdrage aan het CJG.

8. Eigen Vermogen 31-12-2023: € 395.096
31-12-2022: € 375.516
31-12-2021: € 0
9. Vreemd Vermogen 31-12-2023: € 746.911
31-12-2022: € 846.623
31-12-2021: € 930.768 
10. Financieel resultaat 2023: € 0
2022: € 0
2021: € 0
11. Website www.cjgveenendaal.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen
1. Kerntaken
De Stichting CJG voert haar opdracht voor de gemeente Veenendaal uit vanuit vier kerntaken: 
a) Preventie en vroegsignalering. Het CJG heeft een actieve bijdrage aan het vormgeven van een stevige sociale basis in Veenendaal. Ze heeft daarin een sterke samenwerking met partners in Veenendaal zoals, Veens Welzijn, de GGD, huisartsen en scholen.
b) Toegang. Het CJG investeert voortdurend in het onderhouden en borgen van een eenduidige hoogwaardige toegang voor de inwoners van Veenendaal. De toegang bestaat uit: (digitaal) spreekuur, contactpersoonschap huisartsen en scholen. 
c) Ambulante ondersteuning 
Het CJG biedt lichte kortdurende (beschikkingsvrije specialistische) ambulante ondersteuning, met een gemiddelde looptijd van 4.5 maand. Hiervoor is brede inzet van expertise binnen één organisatie aanwezig (kennis van het lokale veld, jonge kind, veiligheid, geestelijke gezondheidszorg enz.) dichtbij huis, toegankelijk en snel beschikbaar.  Er zijn in 2023 minder ambulante trajecten gedraaid dan gewenst. Dit komt voornamelijk door de hoge inzet op regie. In 2024 wordt ingezet op het herstellen van de balans tussen de kerntaken. 
d) Regie  
De werkwijze regie is opnieuw onderzocht. Wat is noodzakelijk om te doen en wat kan mogelijk anders georganiseerd worden. Het CJG streeft naar minder inzet op regie, omdat er onvoldoende balans tussen de kerntaken is. Het streven is om deze balans te herstellen. Wanneer het CJG betrokken is en de ondersteuning is gestart.  blijft het CJG betrokken om te zorgen dat het gezin de ondersteuning krijgt die nodig is middels het maken van goede afspraken over doelen en het verloop van het traject. Daar waar mogelijk wordt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en afstemming van hulpverleningstrajecten bij het gezin en de aanbieder belegd en volgt het CJG het traject op afstand. Alleen als er sprake is van complexe problematiek en/of de inzet van meerdere aanbieders wil zij actiever betrokken zijn. Het gesprek over wanneer actieve regie echt nodig is staat centraal. In 2024 zal dit verder worden geïmplementeerd en gevolgd worden op resultaten en effecten.
2.  Inzet CJG naast de kerntaken  
a)    In het kader van de integrale samenwerking neemt het CJG structureel deel aan de volgende overleggen of voert de afgesproken taken uit: het Triageteam- en Koplopersoverleg Sociaal Domein, Interventieteam gemeente Veenendaal, het Bestuurlijk kernteam Sociaal Domein, JOR (Jongeren in de Openbare Ruimte), Project Kansrijke Start en hebben ze coördinerende taken bij de verwijsindex. 
b)   Het CJG levert met betrekking tot monitoring en ketenlogistiek rondom jeugdhulp in het gehele jeugdstelsel een belangrijke bijdrage om mee te denken in mogelijke maatregelen die kunnen leiden tot passende hulp en ondersteuning en een verantwoorde besteding van de middelen. 
3. De-medicaliseren en normaliseren. 
Het CJG draagt actief bij aan de-medicaliseren en normaliseren middels deelname aan het maatschappelijk debat, door lichte hulpvragen anders en lichter te behandelen, door uit te gaan van eigen kracht en het betrekken van het netwerk van jeugdigen zodat jeugdhulp beschikbaar blijft voor jeugdigen die dit het meest nodig hebben. We zien dat 'de toegenomen prestatiedruk en de afgenomen tolerantie van afwijkend gedrag' de belangrijkste oorzaken van de groeiende hulpvraag lijken te zijn. Accepteren van variatie en het aanpassen van de context in plaats van het kind als afwijkend te zien, een label plakken en het kind proberen te behandelen of begeleiden naar het normaal binnen de strakke bandbreedte. 
Het vraagstuk normaliseren en het oprekken van de bandbreedte van normaal is niet alleen van het CJG en het onderwijs maar een maatschappelijk vraagstuk. 

Ontwikkelingen:
3.1 Toegang- wachttijden
De wachttijden voor het individuele aanbod zijn begin 2023 opgelopen als gevolg van een relatief hoog personeelsverloop, een krappe arbeidsmarkt en ziekteverzuim. Hierdoor zijn de wachttijden bij het CJG in 2023 langer geweest dan wenselijk.  Alle aanmeldingen worden zorgvuldig gescreend op de vraag of er sprake is van spoed. Er wordt kwaliteit geleverd, de risico’s worden bewaakt door het CJG en het college blijft het periodiek herijken. 
3.2 Optimaliseren samenwerking in de veiligheidsketen. 
De komende jaren wordt er landelijk gewerkt aan een nieuw toekomstscenario kind- en gezinsbescherming en regionaal is er een (Gelderse) Verbeteragenda wat perspectief biedt over hoe de jeugdbeschermingsketen efficiënter en effectiever georganiseerd kan worden. Bij de partners in het veiligheidsdomein (niet het CJG) is er sprake geweest van verloop en een relatief hoog ziekteverzuim in 2023. Dit zorgt ervoor dat de samenwerking nog niet optimaal is en werkdruk voor de medewerkers (van het CJG) soms oploopt. Het vraagt om inspanningen van het CJG om alle nieuwe medewerkers van de GI’s betrokken te krijgen bij de samenwerkingsafspraken. Dit signaal heeft ook bestuurlijke aandacht. Het is een flinke opgave om de huidige taken en de nieuwe ontwikkelingen voldoende aandacht te geven. 
3.3 Inzet op Regie en Ambulant
De inzet op regie is ten koste gegaan van de capaciteit voor ambulante hulp die geboden dient te worden vanuit het CJG. De mate van het effect van regie en de capaciteit die nodig is, waren in 2023 niet meer in balans en vraagt om bijstelling in 2024. Vanuit het oogpunt van robuuste lokale teams (onderdeel van de hervormingsagenda) wil het CJG voldoende capaciteit hebben om in te zetten op ambulante hulp vanuit het CJG.
3.4) Ontwikkelingen Hervormingsagenda.  
De analyse die gemaakt wordt van de hervormingsagenda waarin het rijk en gemeenten afspraken maken over hervorming van het Jeugdbeleid wordt nauwlettend door het CJG  gevolgd.   De verwachting is dat de hervormingsagenda impactvolle gevolgen zal hebben voor het CJG onder andere door de inzet op een sterke lokale toegang (link met toekomstscenario kind en gezinsbescherming) en bijvoorbeeld in de samenwerking met huisartsen en een bredere inzet van jeugdconsulenten bij de huisarts.
3.5) Onderwijs en jeugdhulp
Met het onderwijs, het samenwerkingsverband en CJG zijn er door de gemeente afspraken gemaakt om de samenwerking tussen de betrokken partijen te bevorderen. Elkaar tijdig betrekken als er een jeugdige is met een zorgbehoefte is een belangrijk aspect maar ook een uitdagend proces. 
We zien een toename van ondersteuningsvragen vanuit het onderwijs richting het CJG en een gebrek aan passende onderwijsplekken. De verzoeken voor 1 op 1 begeleiding in de klas nemen ook toe. Het vraagstuk of de verantwoordelijkheid en/of de inzet (en de bekostiging)  vanuit  het onderwijs of jeugdhulp nodig is blijft een doorlopend gesprek en is een intensief en tijdrovend proces. 

14. Stichting Ontmoetingshuis

Terug naar navigatie - 14. Stichting Ontmoetingshuis
Naam 14. Stichting Ontmoetingshuis
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het binnen de kaders van het vigerend bestemmingsplan geheel of gedeeltelijk beheren, kostendekkend exploiteren en doen exploiteren van het Ontmoetingshuis Veenendaal-oost, al dan niet tezamen met andere door de Gemeente Veenendaal aan te wijzen partijen en het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
De stichting mag niet niet-commerciële activiteiten verrichten of laten verrichten buiten de doelstelling, locatie en andere samenwerkingsvormen.
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Het College
- Goedkeuring en ontslag bestuur
- Toestemming beleidsmatige en/of strategische keuzes (financieel, samenwerken, etc.)
- Inzage en aanwijzingen financieel beheer.
7. Financieel belang Het college compenseert een negatieve exploitatie indien deze niet uit de reserve gehaald kan worden. Eventuele overschotten vallen ten gunste van de reserves.
8. Eigen Vermogen

31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: € 562.085
31-12-2021: € 525.252

9. Vreemd Vermogen

31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: € 810.215
31-12-2021: € 706.319

10. Financieel resultaat

2023: - € 236.626 (begroot)
2022: - € 128.814 (begroot)
2021: - € 67.489

11. Website www.ontmoetingshuis.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen
Het Ontmoetingshuis Veenendaal-oost is in gebruik als multifunctioneel complex ten behoeve van basisonderwijs, kinderopvang en maatschappelijke voorzieningen zoals sport en welzijn.

Er vindt momenteel een onderzoek plaats naar de huisvesting van de verschillende partijen in het Ontmoetingshuis om te komen tot een goede oplossing voor de huidige problematiek. Uiterlijk bij de behandeling van de Kadernota 2025 (dus in het 2e kwartaal van 2024) wordt er een structurele oplossing voorgesteld voor het meerjarige exploitatietekort, die in overleg met de beheerstichting wordt uitgewerkt. 

Risico's en financiële positie
Al hoewel de beheerstichting een eigen financiële verantwoordelijkheid heeft, staat de gemeente uiteindelijk garant voor de dekking van eventuele tekorten.

15. Stichting Veens welzijn

Terug naar navigatie - 15. Stichting Veens welzijn
Naam 15. Stichting Veens Welzijn
1. Rechtsvorm Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het algemeen doel van de stichting is samen te werken met in het bijzonder partijen in de sociale basis om zo vorm te geven aan het realiseren van maatschappelijke doelen in welzijn ten behoeve van de organisatie van laagdrempelige algemene voorzieningen en het ontwikkelen, initiëren en organiseren van nieuwe initiatieven op het gebied van welzijn, mede door samenwerking met zorgpartners en vrijwilligersorganisaties en door koppelingen te maken tussen bedrijven en organisaties of personen uit de gemeente Veenendaal met een ondersteuningsvraag.
4. Relatie met beleidsprogramma Sociale leefomgeving
5. Deelnemende partijen N.v.t.
6. Bestuurlijk belang Het college stelt via de kaderovereenkomst en het jaarplan een jaarlijkse bijdrage vast. De leden van de Raad van Toezicht worden door het College benoemd.
7. Financieel belang De gemeente verstrekt op basis van prestatieafspraken een jaarlijkse bijdrage. De jaarresultaten komen ten gunste of ten laste van de gemeente.
8. Eigen Vermogen

31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: € 297.940
31-12-2021: € 0

9. Vreemd Vermogen

31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: n.n.b.
31-12-2021: € 725.277

10. Financieel resultaat

2023: n.n.b.
2022: € 297.940
2021: € 337.909

11. Website www.veens-welzijn.nl
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen

In de afgelopen jaren heeft Veens Welzijn meer taken uitgevoerd dan alleen de basistaken. Hier stonden ook extra (tijdelijke) financiële middelen tegenover. Een aantal van deze extra taken waren de uitvoering van welzijn op recept, uitbreiding van de inzet van jongerenwerkers, uitvoering maatje achter de voordeur, inzet vanuit NPO middelen en locatiecoördinatie van de gemeentelijke opvang Oekraïners. Veens Welzijn heeft voor de komende jaren een koersplan opgesteld om meer duidelijkheid en richting te geven aan de taken die ze wel, maar ook niet uitvoeren. Vanuit deze gedachte is per 1 januari 2024 gestopt met de uitvoering van de locatiecoördinatie van de gemeentelijke opvang Oekraïners. 

Risico's voor de komende jaren zijn de prijsstijgingen en de loonstijgingen als gevolg van de CAO Sociaal werk. Deze stijgingen zijn groter dan de indexering van de tarieven die de gemeente hanteert. De gemeente baseert zich op de indexering vanuit het Rijk. In 2024 wordt dit verschil door Veens Welzijn gecompenseerd. Dit is op lange termijn niet mogelijk en wenselijk.  Gelet op het integraal beleidskader en dit financieel kader wordt in 2024 bezien of de opdracht welzijn herijkt moet worden. 

16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)

Terug naar navigatie - 16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)
Naam 16. Parkeervoorzieningen (Tricotage en Arie van Hensbergen)
1. Rechtsvorm Vereniging / Stichting
2. Vestigingsplaats Veenendaal
3. Doelstelling en openbaar belang Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaars” en “het beheer over de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken.
VVE Tricotage
Stichting (VVE) Arie van Hensbergen
4. Relatie met beleidsprogramma Fysieke leefomgeving
5. Deelnemende partijen Gemeente Veenendaal
6. Bestuurlijk belang Het College
- Goedkeuring en ontslag bestuur
- Toestemming beleidsmatige en/of strategische keuzes (financieel, samenwerken, etc.)
- Inzage en aanwijzingen administratie
7. Financieel belang Vaste gemeenschappelijke bijdrage.
Compensatie verliezen en investeringen.
8. Eigen Vermogen 31-12-2023: n.n.b.
31-12-2022: n.n.b.
31-12-2021: € 109.266
9. Vreemd Vermogen

31-12-2023:  n.n.b
31-12-2022: n.n.b.
31-12-2021: € 109.266

10. Financieel resultaat 2023: n.n.b. 
2022: n.n.b.
2021:   € 1.643
11. Website N.v.t.
12. Risicoprofiel Laag

Ontwikkelingen

Volgt.

Paragraaf F. Grondbeleid

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Hoewel de woningprijzen in 2023 nog steeds stijgen, zijn de bouwprijzen afgelopen jaar nog sterker gestegen. Daarmee is de bouw van nieuwe woningen een stuk ingewikkelder geworden. Ondanks dat de vraag naar woningen onverminderd hoog is. Dit zal vooral zijn weerslag krijgen op de komende jaren waarin mogelijk minder woningen worden opgeleverd dan gewenst is vanwege de grote vraag.

Er is in Veenendaal in 2023 veel gebouwd. Te denken valt aan Brouwerspoort, Stationskwartier, Lindewijck en Veenderij. Op diverse plekken zijn in 2023 voorbereidingen getroffen om met de bouw te beginnen zoals in de Tuinstraat, Nieuweweg, Groenpoort en de schoollocaties. Door ontwikkelaars zijn ook diverse initiatieven ingediend om het aanbod voor de komende jaren op peil te houden.  

Een trend die over de gehele breedte plaatsvindt is duurzaamheid. De wettelijke normen worden strenger, maar, belangrijker, de mogelijkheden worden ook steeds groter. Het realiseren van energieneutrale nieuwbouwwoningen wordt steeds vaker bereikt.  Wel loopt de gemeente voor het bouwen van woningen steeds vaker tegen de grenzen aan, met name vanwege netcongestie en de Wet Natuurbescherming (stikstof).

Visie op grondbeleid

Terug naar navigatie - Visie op grondbeleid

Een belangrijke les van de afgelopen jaren is dat een keuze voor óf facilitair óf actief grondbeleid niet volstaat. In de door de raad in 2020 aangenomen Nota Grondbeleid 2020-2024 is situationeel grondbeleid daarom verder uitgewerkt en verdiept. Er kan daarmee ook beter ingezet worden op publiekrechtelijke instrumenten zoals de Wet Voorkeursrecht gemeenten (WVG) en de toepassing van de Grondexploitatiewet. Daarnaast heeft de raad in 2020 de Nota Bovenwijkse voorzieningen vastgesteld, waardoor het kostenverhaal van bovenwijkse investeringen verzekerd kan worden.  Vanwege de invoering van de Omgevingswet per 1-1-2024 zijn in 2023 de voorbereidingen gestart om deze nota's aan te passen naar de nieuwe wetgeving. Hiermee kan de gemeente meer regie nemen en houden als de situatie daarom vraagt. 

Uitvoering van grondbeleid

Terug naar navigatie - Uitvoering van grondbeleid

In 2020 is de Omgevingsvisie 2030 door de raad vastgesteld. Dit integrale strategische beleidsdocument voor de fysieke leefomgeving geeft de Veense visie weer op thema’s als: bouwen en wonen, groen, natuur en water, mobiliteit en infrastructuur, milieu, economie en recreatie, cultuur en cultuurhistorie, openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, welzijn en duurzaamheid. Het gaat niet alleen over de inrichting van onze gemeente, maar ook over hoe we de ruimte met z’n allen gebruiken. Voor de uitvoering van deze visie worden de instrumenten uit het grondbeleid gebruikt. Voor de woningbouwopgave is dit vertaald in de Woonvisie 2022–2025.  Mede gelet op de invoering van de Omgevingswet per 1-1-2024 is in 2023 gewerkt aan de herijking van deze documenten. 

De gemeente heeft in 2023 de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) toegepast voor de ontwikkeling van het project Ambacht. Voor de ontwikkeling van de Spoorzone heeft de gemeente de aanvraag  in kader van de Novex grootschalige woningbouwgebieden verder uitgewerkt. Hiervoor zal het rijk in 2024 een beslissing nemen. 

Risicoreserve grondexploitaties

Terug naar navigatie - Risicoreserve grondexploitaties

In de Nota Grondbeleid 2020–2024 is opgenomen dat er jaarlijks een risicoanalyse (geheim) wordt opgesteld , waarin per project en op portefeuilleniveau het risicoprofiel wordt geschetst. Deze risicoanalyse omvat de grondexploitaties en facilitaire projecten, de zogenaamde Meerjarige projectbegrotingen. Voor de grondexploitaties betreft dit de project- en projectoverstijgende risico’s. De gemeente maakt risico’s niet alleen inzichtelijk, maar zorgt met risicomanagement voor beheersing van de risico’s en treft de nodige beheersmaatregelen. 
De risico’s worden afgedekt met de Risicoreserve Grondexploitaties.   

Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Terug naar navigatie - Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Voor de Voorziening Grondexploitaties wordt de netto contante waarde toegepast, zoals ook opgenomen in de waarderingsgrondslagen. 
Voor de onderstaande complexen hebben we een verliesvoorziening. Hieronder hebben we het effect opgenomen ten opzicht van het geraamd eindresultaat (zie ook toelichting op de balans onder de voorraden).  

Toelichting verliesvoorziening grondexploitaties

Paragraaf G. Lokale heffingen

Paragraaf G: Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf G: Lokale heffingen


De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding van de opbrengst gebonden is (bestemmingsheffingen) en heffingen waarvan de besteding van de opbrengst vrij is. Ongebonden lokale heffingen zoals de OZB en de hondenbelasting rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij inhoudelijk niet aan begrotingsprogramma’s zijn gerelateerd en de opbrengst vrij kan worden besteed. Gebonden heffingen zoals de afvalstoffenheffing en rioolheffing, rekenen we niet tot de algemene dekkingsmiddelen. De gemeenteraad stelt jaarlijks de tarieven voor het komende jaar vast.

Het gemeentelijke belastinggebied is wettelijk begrensd. De regelingen, waarin is bepaald welke belastingen en rechten de gemeenten mogen heffen, schrijven voor hoe de gemeenten die heffingen moeten inrichten. Zo mag bijvoorbeeld het bedrag van een gemeentelijke heffing niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van de belastingplichtige en is het niet toegestaan om met rechten winst te maken.

Onder belastingen verstaan wij gedwongen bijdragen van burgers, bedrijven, verenigingen en dergelijke aan de overheid. Er hoeft geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover te staan. Met de opbrengst van belastingen worden algemene voorzieningen in stand gehouden, ze vormen een algemeen dekkingsmiddel. Uitzondering hierop is de reclamebelasting. Deze opbrengst wordt gestort in een Ondernemersfonds. Hieruit kunnen ondernemers extra activiteiten organiseren. Vanwege het feit dat bij de belastingen de relatie tussen opbrengst en kosten ontbreekt kan daarom geen dekkingspercentage worden aangegeven. De belastingen die in 2023 in Veenendaal werden geheven, zijn:

•    onroerendezaakbelastingen (OZB);
•    afvalstoffenheffing;
•    hondenbelasting;
•    parkeerbelasting;
•    precariobelasting;
•    reclamebelasting;
•    BIZ Heffing;
•    rioolheffingen;
•    begrafenisrechten;
•    toeristenbelasting.

Aparte vermelding verdient hierbij de afvalstoffenheffing. Deze werd geheven op basis van een bijzondere wet: de Wet milieubeheer. Tegenover deze heffing staat wel een direct aanwijsbare tegenprestatie (het ophalen van huisvuil), maar toch heeft de afvalstoffenheffing het karakter van een belasting omdat de bereidwilligheid om gebruik te maken van deze dienstverlening niet bepalend is voor de belastingplicht. Ook degene die geen gebruik wil maken van deze dienstverlening ontvangt een aanslag. Door de direct aanwijsbare tegenprestatie kan wel een relatie met de kosten worden gelegd en is het mogelijk een dekkingspercentage te berekenen. In onze gemeente bedraagt het percentage 100%.

Rechten en leges
Rechten kunnen worden gedefinieerd als ‘betalingen die door de overheid krachtens algemene regelingen (i.c. verordeningen) worden gevorderd ter zake van een concrete door de overheid in haar functie als zodanig bewezen dienst’. Kort gezegd betekent deze definitie dat de overheid tegenover de betaling van de particulier een individuele prestatie stelt. Voor rechten geldt dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden verhaald. 

Leges zijn vergoedingen voor diverse administratieve en andersoortige diensten door of vanwege het gemeentebestuur verstrekt. Kernwoord hier is dienstverlening. Leges vertonen qua definitie grote overeenkomsten met rechten. Hier geldt dan ook dat maximaal 100% van de geraamde kosten mag worden doorberekend. 
De voornaamste rechten en leges die in 2023 in onze gemeente zijn geheven, zijn: 
•    lijkbezorgingrechten;
•    leges omgevingsvergunning (voorheen bouwleges);
•    leges publiekszaken (bijv. uittreksels, paspoorten).

Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten bij de begroting 2023 waren: 

1.1    Indexatie 2023
Bij de begrotingsbehandeling in november 2022 is besloten de gemeentelijke heffingen voor 2023 trendmatig met 5,8% te verhogen. De tarieven voor de afvalstoffenheffing, rioolrechten, leges en kosten van lijkbezorging zijn daarvan uitgezonderd. Hiervoor geldt als uitgangspunt een maximale kostendekkendheid van 100%. 

1.2    Onroerende zaakbelastingen (OZB)
1.2.1 Ons bestendig beleid is dat mutaties als gevolg van een hertaxatie van de waarde van de onroerende zaken geen gevolgen mag hebben voor de belastingopbrengsten (sinds invoering van de Wet WOZ in 1995). Een waardestijging van de onroerende zaken binnen onze gemeente heeft zich in het verleden dan ook altijd vertaald in een evenredige tariefdaling. 

1.3    Rioolheffingen
Bestendig beleid is een kostendekkende rioolheffing waarvan 50% van de kosten wordt verhaald via het aansluitrecht en 50% via het afvoerrecht. 

1.4    Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt van het huidige beleid is erop gericht 100% van de inzamelings- en verwerkingskosten van het afval in de tarieven te verdisconteren. Met ingang van 1 januari 2016 is de gemeente Veenendaal overgegaan op Diftar op basis van volume-frequentie. In december 2019 heeft de raad besloten tot invoering van GF+E inzameling voor de hoogbouw in Veenendaal. In november 2020 is besloten tot optimalisatie aanbiedvoorwaarden afvalbrengstation.

1.5    Hondenbelasting
Voor de hondenbelasting is voor 2023 geen sprake van verandering van het beleid.

1.6    Leges
De leges worden in verschillende delen gepresenteerd. De bouwleges zijn afzonderlijk in de begroting 2023 opgenomen. Behoudens geringe inhoudelijke wijzigingen is er bij de leges geen sprake van gewijzigd beleid.

1.7    Precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen
Met ingang van 2022 is het niet meer toegestaan om precariobelasting te heffen voor de categorie buizen, kabels, draden en leidingen. Gemeente Veenendaal heft sinds 2020 deze precariobelasting niet meer. 

1.8    Precariobelasting overige
Sinds 2022 wordt er nog precariobelasting geheven voor het hebben of plaatsen van eigendommen in de openbare ruimte zoals bijvoorbeeld terrassen en sandwichborden voor reclame-uitingen. Er is in 2023 geen sprake van een beleidswijziging.

1.9    Reclamebelasting
Reclamebelasting is een belasting op openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg, bijvoorbeeld logo's, stickers, gevelreclame, lichtbakken en uithangborden. Ondernemers in de binnenstad en op alle bedrijventerreinen in Veenendaal betalen reclameheffing aan de gemeente. De opbrengst wordt naar rato verdeeld over de coöperatieve verenigingen Bedrijventerreinen en het Platform Binnenstadsmanagement. Kwijtschelding voor reclamebelasting is niet mogelijk. 

1.10    Bedrijven Investeringszone Winkelstad Veenendaal
In mei 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met de invoering van een Bedrijven Investerings Zone (BIZ) Winkelstad Veenendaal. In 2022 is er een uitbreiding van het zogenoemde Kernwinkelgebied doorgevoerd. De BIZ beoogt gezamenlijke investeringen ter verbetering van de kwaliteit van de bedrijfsomgeving te financieren. De BIZ is een bestemmingsheffing die eigenaren en gebruikers betalen. Onder verrekening van de perceptiekosten wordt de bate uitbetaald aan een stichting. Er is sprake van tariefdifferentiatie (zie 2.5). 

1.11    Toeristenbelasting
Niet-inwoners van de gemeente, die overnachten én betalen voor die overnachting, betalen in Veenendaal toeristenbelasting. De doelstelling is dat de kosten van bepaalde voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de gemeente wonen.

1.12    Parkeerbelasting
Op basis van artikel 225 Gemeentewet kunnen gemeenten in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen heffen. Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden twee belastingen geheven:
•    De parkeerbelasting voor een plek en een bepaalde tijdsperiode, waarvoor parkeerautomaten zijn geplaatst.
•    De parkeerbelasting voor een door de gemeente verstrekte parkeervergunning.
Hiermee kunnen gemeenten op een efficiënte en financieel verantwoorde wijze hun parkeerbeleid realiseren. Er is daarmee een link naar de financiering van het parkeerbeleid maar de opbrengst valt in de algemene middelen

Ontwikkelingen 2023
Met betrekking tot de beleidsuitgangspunten inzake de lokale heffingen zijn de voornemens zoals opgenomen in de begroting allemaal uitgevoerd. Daarnaast zijn gedurende 2023 de volgende wijzigingen en noemenswaardige zaken aan de orde geweest:

  • Alle onroerende zaken in Veenendaal zijn in 2022 ten behoeve van het belastingjaar 2023 opnieuw gewaardeerd naar de peildatum 1 januari 2022. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde (peildatum 1 januari 2021) is de waarde van woningen met gemiddeld 23,7% gestegen en de waarde van niet-woningen met 1,6%. Deze waardeontwikkeling zijn in de tarieven van 2023 verdisconteerd.    
  • Gedurende 2023 heeft de hertaxatie naar waardepeildatum 1 januari 2023 plaatsgevonden ten behoeve van de aanslagoplegging 2024. Ten opzichte van de vorige waarderingsronde 2022 (peildatum 1 januari 2022) zijn de waarden van de woningen met gemiddeld 4,9% gestegen en de waarde van de niet-woningen met gemiddeld plus 2,7%. Deze waardeontwikkeling is in de tarieven van 2024 verdisconteerd en door de gemeenteraad vastgesteld in november 2023.
  • Zoals bovenstaand gemeld heeft de Hoge Raad de verordening voor de precarioheffing op kabels en leidingen ongeldig verklaard. Daarom is sinds 2020 geen aanslag precarioheffing op kabels en leidingen meer opgelegd. 
  • De parkeertarieven zijn in 2023 trendmatig verhoogd. 

Overzicht inkomsten lokale heffingen

Overzicht inkomsten lokale heffingen
bedragen x € 1.000 Rekening 2021 Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
Onroerendezaakbelasting 14.329 14.646 15.514 15.398
Afvalstoffenheffing 7.780 8.583 8.560 8.875
Rioolheffingen 3.354 3.549 3.522 3.868
Precariobelasting 97 95 100 100
Parkeergelden 1.651 2.066 2.665 2.462
Leges omgevingsvergunning 2.430 1.718 1.679 1.509
Reclamebelasting 503 526 582 554
Hondenbelasting 404 417 421 435
Toeristenbelasting 156 107 110 84
BIZ Winkelstad 143 138 270 313
Begrafenisrechten/lijkbezorgingsrechten 588 460 812 741

De opbrengst afvalstoffenheffing 2023 is inclusief de opbrengst van het aantal ledigingen (variabel tarief). Het variabele tarief wordt pas na afloop van het belastingjaar opgelegd. De aanslagen precariobelasting netwerkbeheerders worden vanaf 2020 niet meer opgelegd als gevolg van de uitspraak Stedin. De toeristenbelasting 2023 wordt in de eerste helft van 2024 opgelegd. De BIZ heffing is in 2022 in overleg met het bestuur van de Stichting BIZ verlaagd als gevolg van de coronamaatregelen bij ondernemers.

Overzicht belangrijkste tarieven
Soort heffing Tarief 2020 Tarief 2021 Tarief 2022 Tarief 2023
OZB
Gebruikersbelasting:
Niet-woning 0,1985% 0,1995% 0,2005% 0,2068%
Eigenarenbelasting:
Woning 0,1045% 0,0992% 0,0915% 0,0783%
Niet-woning 0,2485% 0,2497% 0,2509% 0,2589%
Afvalstoffenheffing
Basistarief 191,58 223,56 245,00 250,00
Per aanbieding 240 liter 8,36 8,49 8,61 9,11
Per aanbieding 140 liter 4,92 4,99 5,07 5,36
Hoogbouw
Storting 30 liter (miv 2020 excl. korting GFE 20%) 1,05 1,07 1,09 1,15
Storting 60 liter (miv 2020 excl. korting GFE 20%) 2,11 2,14 2,17 2,3
Hondenbelasting
Tarief 1e hond 89,4 90,72 92,04 97,32
Tarief 2e hond 130,56 132,48 134,52 142,32
Tarief kennel 230,88 234,36 237,84 251,64
Rioolheffing
Aansluitrecht woning eigenaar 62,4 63,34 64,32 68,04
Afvoerrecht woning gebruiker 31,2 31,67 32,16 32,08
Afvoerrecht niet-woning gebruiker 312 316,68 321,48 340,08

Vergelijking woonlasten met andere gemeenten
Hierbij informeren wij u over de verschillende gemeentelijke belastingen en heffingen in onze gemeente in 2023 ten opzichte van andere gemeenten. Daarvoor gebruiken wij het brondocument van Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)

Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo)
Jaarlijks brengt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) een atlas uit waarin de lokale lasten van de belastingen van gemeenten, provincies en waterschappen zijn opgenomen. Deze publicatie wordt gedurende het lopende jaar geactualiseerd. Deze geactualiseerde cijfers zijn in onderstaande tabel opgenomen en betreffen ca. 350 gemeenten. De woonlasten die Coelo vergelijkt, bestaan uit OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Deze zijn gebaseerd op een woning met een gemiddelde WOZ-waarde en een meerpersoonshuishouden; na aftrek van eventuele heffingskorting. 

Gemeente Veenendaal had in 2023 een woonlast van € 773,- euro op basis van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning. Om u een beeld te geven van deze plaats in relatie tot andere gemeenten hebben wij onderstaande tabel met de top tien met de laagste woonlasten in 2023 opgenomen:

Ter vergelijking: in de gemeente met de hoogste woonlasten bedragen de lasten voor een meerpersoonshuishouden € 1.736,-. Het landelijke gemiddelde bedroeg in 2023 € 944,-. Voor een uitgebreide woonlastenvergelijking verwijzen wij naar www.coelo.nl

Laagste gemeentelijke woonlasten
Gemeente Woonlasten 2023
1 Aalten 652
2 Ameland 679
3 Nijkerk 698
4 Tilburg 701
5 Rijssen-Holten 708
6 Tynaarlo 732
7 Capelle a/d IJssel 734
8 Gilze en Rijen 736
9 Steenwijkerland 746
10 Putten 746

Kengetallen gemeentelijke belastingcapaciteit
Voor de gemeentelijke belastingcapaciteit is het verplicht een kengetal op te nemen in de begroting en jaarrekening. Dit kengetal is in 2023 uitgekomen op 79%. De berekening hiervan treft u hieronder.

Kengetallen gemeentelijke belastingcapaciteit
Vaststelling gemeentelijke belastingcapaciteit in %
Voor het jaarverslag 2023
A OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
* € 333,00
B Rioolheffing voor gezin € 102,00
C Afvalstoffenheffing voor gezin ** € 309,00
D Heffingskorting € 0,00
E Totale woonlasten gezin € 744,00
F Woonlasten landelijke gemiddelde gezin in voorgaand begrotingsjaar
*** € 944,00
Gemeentelijke belastingcapaciteit € 744,00 : € 944,00 = 79%
Kengetallen Jaarrekening 2021 Jaarrekening 2022 Begroting 2023 Jaarrekening 2023
Belastingcapaciteit 80% 83% 75% 79%
* Betreft de gemiddelde WOZ 2023.
** Hierbij is rekening gehouden met 8 aanbiedingen per jaar.
*** Coelo atlas 2023

Kostendekking gemeentelijke heffingen
Voor onderstaande leges en rechten geldt, op basis van artikel 229b van de Gemeentewet, dat de geraamde baten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten, met andere woorden: de tarieven mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De werkelijke realisatie van de kostendekkendheid wordt afgezet tegen de begrote realisatie van de primaire begroting.

•    Afvalstoffenheffing
•    Rioolheffingen
•    Leges
•    Lijkbezorgingsrechten

Afvalstoffenheffing
Onderdeel Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing
Begroting 2023 Realisatie 2023
Kosten taakveld(en), incl (omslag)rente -7.930.411 -7.107.388
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen 1.021.879 1.187.658
Onttrekking reserve t/m 2022 467.039 -565.581
Netto kosten taakveld -6.441.493 -6.485.311
Toe te rekenen kosten
Kwijtschelding -450.000 -532.573
Overhead incl. (omslag)rente -136.482 -51.974
BTW -1.532.055 -1.018.212
Totale kosten -8.560.030 -8.088.070
Opbrengst Heffingen 8.560.030 8.875.193
Dekkingspercentage 100% 110%
Rioolheffingen
Onderdeel Rioolheffing Rioolheffing
Begroting 2023 Realisatie 2023
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -2.450.791 -3.937.403
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen 159.583
Netto kosten taakveld -2.450.791 -3.777.820
Toe te rekenen kosten
Kwijtschelding -50.000 -55.799
Formatieve inzet incl. Overhead -370.369 -310.607
Dotatie aan de voorziening -403.233 500.186
BTW -247.830 -284.351
Totale kosten -3.522.223 -3.928.391
Opbrengst heffingen 3.522.223 3.867.660
Dekkingspercentage 100% 98%
Lijkbezorgingsrechten
Onderdeel Lijkbezorgings-rechten Lijkbezorgings-rechten
Begroting 2023 Realisatie 2023
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -812.355 -770.750
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen 0 0
Netto kosten taakveld -812.355 -770.750
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente -71.835 -70.481
Storting onderhoudsvoorziening -1.140 -45
BTW
Totale kosten -885.330 -841.276
Opbrengst heffingen 842.560 740.757
Dekkingspercentage 95% 88%

Leges

Leges
Leges Begroting 2023 Leges Realisatie 2023
Onderdeel Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn Titel 1 Algemene dienstverlening Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevings-vergunning Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente -942.394 -1.496.688 -165.426 -1.366.813 -1.611.160 -52.373
Inkomstentaakveld(en), excl. Heffingen - - - - - -
Netto kosten taakveld -942.394 -1.496.688 -165.426 -1.366.813 -1.611.160 -52.373
Toe te rekenen kosten
Overhead incl. (omslag)rente -277.142 -569.478 -71.401 -505.927 -615.724 -15.681
BTW -10.947 -16.412
Totale kosten -1.219.536 -2.066.166 -236.827 -516.874 -632.136 -68.054
Opbrengst heffingen 868.500 1.743.770 36.784 814.444 1.450.905 26.355
Dekkingspercentage 71% 84% 16% 43% 65% 39%
Titel 1 betreft voornamelijk Reisdocumenten, burgerlijke stand, rijbewijzen. Tot titel 2 behoren de omgevingsvergunningen. In titel 3 vallen leges horeca en evenementen.

Invordering
Het invorderingsbeleid heeft betrekking op het innen van de lokale heffingen. In 2009 hebben wij hiervoor een Leidraad invordering vastgesteld. Binnen onze gemeente bestaan er momenteel drie betaalwijzen: 
•    betaling door middel van automatische incasso in 10 gelijke termijnen;
•    betaling in maximaal drie gelijke termijnen;
•    betaling in één keer.

Wanneer (een gedeelte van) de belastingaanslag niet is betaald, wordt na het verstrijken
van de laatste vervaltermijn een aanmaning verstuurd aan de belastingplichtige. Wanneer ook hier niet op wordt betaald, volgt een dwangbevel. 

Kwijtschelding

Onze gemeente maakte ook in 2022 gebruik van het door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG opgerichte Inlichtingenbureau. Dit bureau toetste voor de gemeente of een inwoner voor automatische kwijtschelding in aanmerking komt. Inwoners die als gevolg van deze toets automatische kwijtschelding kregen, ontvingen geen aanslag. De gemeente toetste de kwijtscheldingsverzoeken van burgers die een aanslag ontvingen. Dit waren deels kwijtscheldingsverzoeken van burgers die reeds getoetst waren door het IB ten behoeve van automatische kwijtschelding, maar hier op basis van die toets niet voor in aanmerking kwamen. Doordat de gemeente uitgebreider toetste dan het IB (door rekening te houden met meerdere aspecten zoals hoogte van de premie ziektekosten, alimentatie, huur etc.) werd in veel gevallen alsnog kwijtschelding verleend.

In 2023 heeft de gemeenteraad de kwijtscheldingsverordening vastgesteld. In deze verordening wordt de verruiming van de vermogenstoets naar de landelijke maximaal toegestane bedragen mogelijk gemaakt. Dit veroorzaakt een hoger bedrag voor kwijtschelding. In onderstaande tabel staat het verloop van de kwijtschelding over de periode 2018 tot en met 2023.

Belastingjaar Toetsing IB Toetsing gemeente Toekenningen geheel/gedeeltelijk Afwijzingen % toegekend Bedrag
2018 2.233 916 1.573 1.510 50,0 428.959
2019 2.271 791 1.608 1.519 53 434.088
2020 2.541 865 1.715 1.691 50,4 467.751
2021 Nnb Nnb Nnb Nnb Nnb 532.148
2022 Nnb Nnb Nnb Nnb Nnb 551.882
2023 Nnb Nnb Nnb Nnb Nnb 600.898
NB1. Aantallen en bedragen zijn per 06-03-2023

Realisatie van de beleidsvoornemens

 

Doelstelling Status Toelichting jaarstukken 2023
Trendmatige verhoging gemeentelijke tarieven met 5,8% De tarieven voor de gemeentelijke belastingen en rechten zijn voor 2023 overeenkomstig het tarievenbesluit van uw raad op 26 november 2022 met 5,8% verhoogd.
Verruiming van de normen voor de vermogenstoets voor kwijtschelding De kwijtscheldingsverordening is in 2023 met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 vastgesteld.

Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

Terug naar navigatie - Paragraaf H. Openbaarheid van bestuur

De Wet open overheid (Woo) is op 1 mei 2022 in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Artikel 3.5 (Openbaarheidsparagraaf) van de Woo bepaalt dat bestuursorganen in de jaarlijkse begroting aandacht besteden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet en in de jaarlijkse verantwoording verslag doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de beleidsvoornemens. 

Eind 2022 is gestopt met de implementatie van het landelijke platform PLOOI (Platform Open Overheidsinformatie). Dit platform is begin 2023 vervangen door de Woo-index. Per 19 juni konden overheidsorganisaties op de eerste versie daarvan aansluiten; in Veenendaal hebben we dat begin derde kwartaal gedaan. Daarmee zijn de openbare webpagina’s van de gemeente via de Woo-index te benaderen. Op dit moment wordt daarnaast op landelijk niveau nog gewerkt aan een zoekmachine waarmee individuele documenten zijn op te halen en te doorzoeken. Naar verwachting zal die in de eerste helft van 2024 voltooid zijn en kunnen wij onze websites daarop aanpassen.

In 2023 hebben we met name gewerkt aan de voorbereiding van de openbaarmaking van de onder de Woo verplichte informatiecategorieën. De categorie Organisatie- en Bereikbaarheidsgegevens is ook daadwerkelijk openbaar gemaakt op de wijze die de Woo voorschrijft. Daarnaast zijn we op zoek gegaan naar een centraal publicatieplatform waarop álle Woo-plichtige documenten gepubliceerd kunnen gaan worden. Inmiddels is een voorkeur bepaald en we verwachten die vóór de zomer te hebben geïmplementeerd.

Tot slot hebben we veel tijd en energie gestoken in een bewustwordingscampagne rondom enerzijds het werken voor de openbaarheid en anderzijds het zorgvuldig omgaan met informatie (bewerken, opslaan, archiveren), beide belangrijke pijlers van de wet. Dit was een succesvolle campagne die de Woo én informatiebeheer duidelijk op de kaart hebben gezet en die de verdere uitrol van de Woo zeker zullen vergemakkelijken.