Lasten
4.3A - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken (lagere lasten leerlingenvervoer, onderwijsbeleid en peuterwerk € 371.000,-)
In 2022 verwachten we ca. € 250.000,- over te houden op het leerlingenvervoer. Er zijn in 2022 minder ritten gemaakt door COVID19. In de zomer 2023 treedt de nieuwe verordening in werking. Op basis daarvan worden de financiële consequenties bekeken voor 2023 e.v.
In deze rapportage wordt voorgesteld om de restantmiddelen van het ICT- fonds, ad € 52.000,- over te hevelen naar 2023.
Voor het peuterwerk wordt conform collegebesluit van 13 september 2022 voorgesteld om het restantbudget van 2022, ad € 61.000,- over te hevelen naar 2023.
Bij de jaarrekening 2021 is € 8.000,- overgeheveld voor de afrekening openbaar onderwijs. In verband met andere prioriteiten wordt deze 5-jaarlijkse afrekening opgesteld in 2023. Voorgesteld wordt om dit bedrag over te hevelen naar 2023.
5.3B - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie (lagere lasten volksuniversiteit, muziekschool, cultuurvisie en amateurkunstbeoefening € 228.000,-)
Voor de culturele instellingen zijn de stijgende energielasten een zorgpunt en bij het verlenen van de subsidies werden deze kosten nog niet voorzien. Hoewel de culturele instellingen ook zelf aan een oplossing moeten werken, lijken de reserves van diverse culturele instellingen vooralsnog niet groot genoeg om deze gestegen kosten te dekken. Voorgesteld wordt om de resterende middelen ad. € 55.000,- over te hevelen naar 2023 en in dat jaar beschikbaar te stellen ter dekking van de afrekening energielasten 2022.
De Muzen verzorgt conform de subsidieafspraken theaterlessen. Er is een wachtlijst. In de Cultuurvisie is opgenomen dat alle inwoners kunst en cultuur kunnen beleven en dat we actief cultuureducatie stimuleren. Een lange wachtlijst is vanuit dat perspectief dan ook onwenselijk. Om de wachtlijst weg te werken worden er twee extra ruimtes ingezet. Deze dienen nog geschikt te worden gemaakt voor theaterlessen. Voorgesteld wordt om -aanvullend op de bijdrage door De Muzen en de SBCV- de in 2022 voor de Muzen resterende middelen ad. € 32.500,- over te hevelen naar 2023 en hiervoor beschikbaar te stellen.
In de cultuurvisie staat de opdracht om de zaalhuurregeling aan te passen, zodat amateurkunst optimaal gebruik maakt van subsidie op zaalhuur. De zaalhuurregeling is bestaand beleid en dit beleid moet worden aangepast. In 2022 wordt hiermee gestart en dit zal doorlopen in 2023. Voorgesteld wordt om ten behoeve van uitvoering van deze taak € 25.000,- over te hevelen naar 2023. Het restantbudget dat niet wordt besteed in 2022 (€ 50.000,-), kan terugvloeien naar de algemene middelen.
6.3A - Inkomensregelingen (lagere lasten IOAW € 100.000,-)
De gemeente ontvangt van het Rijk een BUIG-budget. Dit budget is bedoeld voor de financiering van uitkeringen op grond van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Loonkostensubsidies. In september is het voorlopig budget 2023 bekend gemaakt. De voorlopige budgetten worden – in lijn met voorgaande jaren- budgetneutraal verwerkt in de derde bestuursrapportage. Het Rijk heeft tevens het definitieve budget 2022 bekend gemaakt en ook dit budget wordt budgetneutraal verwerkt in deze bestuursrapportage.
Het verloop van het aantal uitkeringen en loonkostensubsidie voor de laatste drie maanden is redelijk goed in te schatten. Het opboeken en de ontvangst van vorderingen verloopt daarentegen altijd wat minder voorspelbaar. Op basis van de huidige ontwikkelingen verwachten we een beperkt voordeel ten opzichte van de beschikbare middelen. Voorgesteld wordt om in deze bestuursrapportage € 100.000,- af te ramen (incidenteel).
6.4 - Begeleide participatie (lagere lasten sociale werkvoorziening € 470.000,-)
We zien dat de rijksbijdrage voor de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) per werkplek toeneemt. Daarmee wordt het subsidietekort per werkplek steeds kleiner. In 2018 is afgesproken dat de gemeente het subsidietekort boven de € 1.200,- per werkplek compenseert. Over 2022 komt het subsidietekort uit op ongeveer € 1.200,- per werkplek. Daarmee wordt naar verwachting geen beroep gedaan op gemeentelijke compensatie en vallen middelen vrij. De extra middelen ter compensatie van Covid voor WSW over 2022 worden volledig overgemaakt naar IW4. Voor Veenendaal is dit budgetneutraal.
Binnen het taakveld Begeleide participatie valt ook beschut werk. In 2022 verstrekken we een begeleidingsvergoeding van € 8.100,- per werkplek. De aantallen beschut werk zullen de komende periode oplopen. Het Rijk bepleit een versnelling van de groei. Landelijk is er ook discussie over de hoogte van de begeleidingsvergoeding. VNG en Cedris stellen dat de huidige vergoeding onvoldoende is om dit product kostendekkend uit te kunnen voeren. Zij verwijzen naar ervaringscijfers van SW-bedrijven (waaronder IW4). Momenteel wordt in opdracht van het ministerie van SZW onderzoek gedaan naar de begeleidingskosten Beschut werken. Naar verwachting wordt dit onderzoek begin 2023 afgerond. Vooralsnog volgen we de landelijke discussie op de voet. In 2023 zullen we in samenhang met taakveld participatie antwoord geven op de financierings- en dekkingsvraag.
6.5A - Arbeidsparticipatie (lagere lasten re-integratie € 200.000,-)
Het participatiebudget heeft een verwacht overschot van circa € 200.000,-. Dit overschot voor arbeidsparticipatie willen we overhevelen naar 2023. Deze middelen willen wij besteden om de kwaliteit van de dienstverlening voor de doelgroep banenafspraak te verbeteren. Verder wordt het geld ingezet om de oplopende doelgroep banenafspraak beter te faciliteren. De eenmalige overheveling uit 2022 is nodig om gegeven de krimpende re-integratiebudgetten de dienstverlening voor de nieuwe doelgroep uit te breiden. In 2023 hebben we een beter zicht op de meerjarenbudgetten en uitgaven van taakvelden Begeleide participatie en Arbeidsparticipatie (re-integratie). Dan zullen we voorstellen doen voor de structurele budgetverdeling waarbij onder andere ook de benodigde personeelscapaciteit wordt betrokken.
6.71A - Maatwerkdienstverlening 18+ (lagere lasten compensatieregeling maatwerk voorzieningen en schuldhulpverlening € 275.000,-)
We verwachten het budget compensatieregeling maatwerkvoorzieningen in 2022 niet uit te geven. Voor de besteding van de middelen wordt in 2023 een stichting Urgente Noden opgericht. Er wordt voorgesteld om € 150.000,- af te ramen en € 50.000,- over te hevelen naar 2023 voor de oprichting van de stichting Urgente Noden. In de afgelopen jaren is er onderzoek gedaan naar de invoering van een maatwerkbudget waarmee met een eenmalige vergoeding de persoonlijke situatie van een inwoner structureel kan verbeteren. Er is vervolgens geëxperimenteerd en ook (beperkt) gebruik gemaakt van het maatwerkbudget. Hierbij liepen we tegen diverse juridische problemen aan wanneer de gemeente dit zelf gaat uitvoeren. Er is ook geconstateerd dat er voldoende andere mogelijkheden zijn om voorzieningen in te zetten (andere dan het maatwerkbudget). In 2023 wordt er een zelfstandige lokale stichting Leergeld en mogelijk ook een zelfstandige lokale Stichting Urgente Noden (SUN) opgericht. Deze stichtingen kunnen maatwerk leveren waar we dit als gemeente niet mogen.
Door de coronacrisis was een stijging van het aantal aanmeldingen bij het Budgetloket verwacht. In de praktijk blijkt dat de verwachte stijging in 2022 uitblijft. Echter verwachten we door de energiearmoede alsnog een substantiële toename. Om deze meldingen te kunnen behandelen wordt voorgesteld om € 75.000,- over te hevelen naar 2023. Deze middelen gaan we gebruiken voor de opvang van de verwachte toename van het aantal meldingen bij het Budgetloket, de Schuldhulpmaatjes en Kwintes. De nog resterende middelen zetten we in voor de aansluiting van het schuldenknooppunt/ collectief schuldenregeling. De verwachting is dat de opdracht in 2022 wordt verstrekt en dat de kosten in dit jaar vallen.
6.72A - Maatwerkdienstverlening 18- (lagere lasten programmabudget Sociaal Domein € 234.000,-)
In de meerjarenplanning van de opgave Sociaal Domein is rekening gehouden met bestedingen in 2023. Er is echter geen structureel opgavebudget beschikbaar: de beschikbare middelen komen voort uit het voormalige programmabudget Sociaal Domein en eerder overgehevelde middelen. Verschillende activiteiten die in 2022 zijn gestart vinden hun doorgang in 2023. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat we in 2023 kunnen komen tot een afronding van het integraal dashboard sociaal domein en het vervolmaken van het dashboard Jeugd. De publiekscampagne en de verdere ontwikkeling van de sociale basis conform de visie en het integraal Beleidskader Sociaal Domein loopt in ieder geval tot en met 2023 door. In 2023 wordt een nieuw Integraal Beleidskader Sociaal Domein opgesteld waar extra inzet (o.a. Opiniepijlers) voor nodig is. Voorgesteld wordt daarom om van de huidige resterende middelen € 234.000,- over te hevelen naar 2023 en in 2023 beschikbaar te stellen voor de uitvoering van deze activiteiten. In 2023 wordt bij het opstellen van de Kadernota 2024 een voor dat jaar benodigd jaarbudget betrokken, alsmede de benodigde structurele middelen ter borging van structurele capaciteit en uitvoeringsbudgetten.
6.72B - Maatwerkdienstverlening 18- (hogere lasten jeugdzorg 1.205.000,-)
Jeugdhulp
We zien voor zorg in natura (ZIN) een lastenstijging tot een prognose van 21,6 miljoen. Dit is 1,4 miljoen hoger dan de opgenomen 20,2 miljoen in de gemeentelijke begroting. Deze stijging is (met name) te zien op de residentiële jeugdzorg, dure zorg die door enkele tientallen cases wordt veroorzaakt. Dit betreft een uitzonderlijke stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Waar we in eerdere jaren gemiddeld 25-35 cases hadden, is dit in 2022 gestegen tot gemiddeld 50. Het aantal cases en de hoge kosten per casus maakt dat (structureel) begroten van deze zorgstroom complex is. De grip vanuit het CJG op deze soort zorg is beperkt, gezien er vaak jeugdrechtmaatregelen aan verbonden zijn. Het CJG voert hier regie op. We blijven ons inspannen om hierin te doen wat nodig is. Deze mutatie is in deze bestuursrapportage incidenteel verwerkt: de structurele kosten zijn opgenomen in de programmabegroting 2023-2026.
Op basis van de PGB prognose van de SVB bestedingen t/m sept 2022 verwachten we in 2022 € 329.000,- voor Jeugd uit te geven. Er is dit jaar voor pgb Jeugd in de eerste negen maanden 30% minder op de budgetten uitgegeven dan vorig jaar in dezelfde periode.
6.81 - Geëscaleerde zorg 18+ (lagere lasten opvang en beschermd wonen en project maatje achter de voordeur € 1.043.000,-)
Vanaf 2022 voert Veenendaal zelfstandig de inkoop en toegang uit voor Beschermd Wonen. De begroting is gebaseerd op een gezamenlijk door Amersfoort en Veenendaal vastgesteld zorgbudget. In 2022 heeft Veenendaal ingezet op een inhoudelijke kanteling van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis. De verwachtte afname van het aantal Beschermd Wonen indicaties is gerealiseerd, waardoor in 2022 een incidenteel voordeel van € 700.000,- wordt verwacht.
In 2022 is het uitvoeringsprogramma Beschermd Wonen 2023-2026 opgesteld om invulling te geven aan de meerjarenbeweging Van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis. In juni 2022 zijn de uitkomsten van het narratief onderzoek, uitgevoerd in 2021, besproken en zijn ideeën verzameld om de overgang van Beschermd Wonen naar inclusief wonen in de samenleving succesvol te laten plaatsvinden. Het innovatiebudget Beschermd Wonen van € 304.600 is in het uitvoeringsprogramma gekoppeld aan diverse activiteiten en initiatieven om deze meerjarige beweging te ondersteunen.
Het uitvoeringsprogramma wordt in november 2022 ter vaststelling voorgelegd aan het college, waarna de uitvoering vanaf 1 januari 2023 kan starten. Voor 2023 is een budget van €158.000 nodig, voor 2024 € 75.000 en voor 2025 € 70.150. De dekking daarvoor komt uit de € 303.150 aan restantmiddelen innovatiebudget welke vanuit 2022 worden meegenomen.
Resultaatbestemming ter dekking van meerjarig project maatje achter de voordeur 2022-2024 dat door Stg. Veens Welzijn wordt uitgevoerd. Voorgesteld wordt om vanuit 2022 afgerond € 31.000,- over te hevelen naar 2023 en € 9.000,- naar 2024. De dekking daarvoor komt uit de restantmiddelen Verward Gedrag.
7.1A - Volksgezondheid (lagere lasten preventieakkoord € 90.000,-)
Voor 2022 heeft de gemeente Veenendaal vanuit het Rijk een SPUK bijdrage ontvangen van € 90.000,- voor lokale preventie akkoorden en preventieaanpakken. Deze middelen worden door ons in 2023 ingezet als dekking voor de uitvoering van interventie Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) conform het eerder genomen collegebesluit JOGG 2022-2025. (Het Rijk heeft inmiddels toestemming verleend om deze middelen door te schuiven naar 2023).
Baten
4.3C - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken (hogere baten extra bijdrage gemeenten € 27.400,-)
De raming is aangepast aan de begroting 2022 en de deelnemende gemeenten betalen dit jaar een extra bijdrage voor de aanpassing van het softwarepakket. Per saldo levert dit een eenmalige inkomst op van € 27.400,-.
5.2A - Sportaccommodaties (hogere baten huurinkomsten € 39.000,-)
Voorafgaand aan het opstellen van de nieuwe begroting van de gemeente Veenendaal worden de financiële kaders vastgesteld. De technische financiële parameter voor de prijsstijging voor 2022 is gesteld op 1,5%. De daadwerkelijke index voor de huuraanpassing wordt echter, zoals opgenomen in de afgesloten huurcontracten, gebaseerd op de consumenten prijsindexcijfers die maandelijks gepubliceerd worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze index was per 1 januari 2022 2,7%. Hierdoor wordt in 2022 meer huurinkomsten ontvangen dan begroot.
5.3A - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie (lagere baten huurinkomsten € 189.000,-)
Door het vertrek van de V.U. is er leegstand ontstaan in het Spectrum waardoor er geen huurinkomsten, ad € 187.000,-, voor deze ruimtes binnenkomen.
Reservemutaties
Reserve meerjarige middelen: storting (€ 1.192.000,-)
Voorgesteld wordt om de resterende middelen ten behoeve van de diverse doelen, van in totaal € 1.192.000,-, via de reserve meerjarige middelen over te hevelen naar 2023.