Voortgang inhoud inspanningen/acties

Inleiding

Voortgang inhoud inspanningen/acties

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Voor u ligt de 1e bestuursrapportage 2021. Via deze rapportage biedt het college u inzicht in de uitvoering van het in de Programmabegroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024 vastgelegde beleid en de financiële consequenties daarvan. De peildatum van deze rapportage is 1 mei 2021.

Deze bestuursrapportage is dus vooral gericht op de actualisering van de Programmabegroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024. Immers, de begroting 2021, die ambtelijk in september 2020 is opgesteld, is ruim een half jaar oud. In de tussentijd hebben zich ontwikkelingen (beleidsmatig en financieel) voorgedaan die van invloed zijn op het financiële beeld en/of vragen om bijsturing. Daarbij ligt de nadruk op de beleidsmatige verantwoording. De verantwoording van de beleidsrealisaties volgt de programma-indeling van de Programmabegroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024. Aan de hand van de doelenbomen geven we met symbolen (in de kleuren van verkeerslichten) aan in hoeverre de uitvoering van de doelen op schema ligt. De 1e bestuursrapportage 2021 laat zien dat de uitvoering van de doelen in de Programmabegroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024 grotendeels op koers ligt.

Naast de doelenbomen geeft de bestuursrapportage per programma inzicht in de (verwachte) financiële mee- en tegenvallers. Deze financiële afwijkingen zijn per programma in een tabel opgenomen. In de rapportage hebben wij in principe alleen de financiële afwijkingen van € 25.000 en hoger opgenomen. Voor de toelichtingen op de afwijkingen verwijzen we u graag naar de toelichtingen zoals die zijn opgenomen bij de diverse programma’s.

Daarnaast worden u in deze bestuursrapportage de afwijkingen van de risico’s voorgelegd.

De coronacrisis (COVID-19)

Terug naar navigatie - De coronacrisis (COVID-19)

In 2021 hebben we nog volop te maken met de Coronacrisis en de maatregelen die het (demissionaire) kabinet heeft ingevoerd. Het aantal besmettingen was in het eerste kwartaal van 2021 aanzienlijk waardoor de druk op de zorg ongekend hoog was. Dit leidde onder andere tot het invoeren van een avondklok en het maximeren van het bezoek naar 1 persoon per huishouden per dag.

Op dit moment zien we een forse stijging van het aantal gevaccineerden. Het aantal besmettingen en de ziekenhuisopnames nemen verder af. Het kabinet heeft daarom de maatregelen versoepeld en bekijkt van week tot week aan de hand van de adviezen het Outbreak Management Team (OMT) welke verdere stappen voor heropening van de samenleving gezet kunnen worden. De verwachting is dat we richting de zomer een sterke verbetering zien.

De crisis en de maatregelen hebben gevolgen voor de uitvoering van de begroting 2021.

In deze rapportage vindt u de ontwikkelingen als gevolg van coronacrisis in inhoudelijke zin terug bij de toelichtingen op de voortgang van de doelstellingen en maatregelen. In financiële zin zijn de gevolgen per taakveld binnen de programma’s opgenomen en toegelicht.

In onderstaand overzicht zijn de budgettaire effecten van de crisis en de genomen maatregelen (op programmaniveau) in een totaaloverzicht opgenomen.

Programma Overgehevelde middelen vanuit 2020 (via resultaat-bestemming) Geraamde inkomsten compensatie 2021 Totaal beschikbaar budget 2021 Geraamde uitgaven middelen vanuit 2020 Geraamde gederfde inkomsten 2021 Geraamde uitgaven 2021 Totaal verwachte uitgaven/ge-derfde inkomsten 2021 Saldo 2021
1 Fysieke Leefomgeving € - € - € - € - € - € - € - € -
2 Economie, Werk en Ontwikkeling € - € - € - € 40.000 € 100.000 € - € 140.000 € -140.000
3 Sociale Leefomgeving € - € 2.168.000 € 2.168.000 € 760.000 € - € 3.039.000 € 3.799.000 € -1.631.000
4 Burger en Bestuur € - € - € - € - € - € 222.000 € 222.000 € -222.000
5 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien € 1.893.000 € 1.969.000 € 3.862.000 € 75.000 € - € - € 75.000 € 3.787.000
6 Bedrijfsvoering € - € - € - € 900.000 € - € - € 900.000 € -900.000
Eindtotaal € 1.893.000 € 4.137.000 € 6.030.000 € 1.775.000 € 100.000 € 3.261.000 € 5.136.000 € 894.000

In het overzicht vindt u enerzijds het beschikbare budget voor de corona-effecten in 2021 (voor zover dat nu bekend is) en anderzijds de verwachte uitgaven en gederfde inkomsten als gevolg van de coronacrisis. Daarbij is rekening gehouden met de overheveling van de resterende “corona-budgetten” uit 2020 en de voorstellen zoals die via de resultaatbestemming bij de Jaarstukken 2020 aan u zijn voorgelegd. Voor een specificatie van deze budgetten wordt verwezen naar de Jaarstukken 2020.

De financiële afwijkingen in 2021 betreffen:

1. Inkomsten compensatie 2021

- voorschot TOZO-uitkering 2021 (€ 2.168.000 voordelig);
- compensatie Corona via algemene uitkering (€ 1.969.000 voordelig)

2. Geraamde gederfde inkomsten 2021:
- lagere inkomsten BIZ-heffing (€ 100.000 nadelig)

3. Geraamde uitgaven 2021:

- hogere uitgaven TOZO 2021 (€ 2.168.000 nadelig);
- hogere uitgaven Wmo (€ 133.000 nadelig);
- hogere uitgaven Welzijn (€ 30.000 nadelig);
- hogere uitgaven TONK (€ 242.000 nadelig):
- hogere uitgaven minimabeleid (€ 40.000 nadelig);
- hogere uitgaven gemeentelijke schuldenbeleid (€ 115.000 nadelig);
- hogere uitgaven re-integratie (€ 311.000 nadelig);
- hogere uitgaven handhaving en toezicht (€ 140.000 nadelig);
- hogere uitgaven Tweede kamer verkiezingen (€ 82.000 nadelig).

De afwijkingen zoals u die ziet in kolom ‘’Geraamde gederfde inkomsten 2021 en Geraamde uitgaven 2021’’ worden bij de diverse programma’s en/of de budgettair neutrale mutaties nader uitgewerkt en inzichtelijk gemaakt.
De geraamde inkomsten door compensatie vanuit het Rijk, voor zover het de algemene uitkering betreft, is gebaseerd op de decembercirculaire 2020 en de maartbrief vanuit het ministerie van BZK. Deze compensatie vanuit het Rijk is als volgt onder te verdelen:

Onderwerp Toegekende compensatie december circulaire 2020 Toegekende compensatie maartbrief BZK Total toegekende compensatie
2021 2021
Lokale culturele voorzieningen € 513.000 € 513.000
Extra kosten verkiezingen € 82.000 € 82.000
Compensatie quarantainekosten 2020 € 108.000 € 108.000
Aanvullende pakket re-integratiekosten 2020 € 203.000 € 203.000
Gemeentelijke schuldenbeleid 2020 € 115.000 € 115.000
Bijzondere bijstand 2020 € 40.000 € 40.000
Perspectief jeugd en jongeren € 152.000 € 152.000
Jongerenwerk € 52.000 € 52.000
Mentale ondersteuning € 43.000 € 43.000
Activiteiten en ontmoetingen € 30.000 € 30.000
Bijzondere bijstand (TONK) 2021 € 242.000 € 242.000
Afvalverwerking € 102.000 € 102.000
Bestrijden eenzaamheid ouderen 2021 € 127.000 € 127.000
Extra begeleiding kwetsbare groepen € 141.000 € 141.000
Voorschoolse voorziening peuters € 19.000 € 19.000
Totaal € 1.061.000 € 908.000 € 1.969.000

In het overzicht vindt u enerzijds het beschikbare budget voor de corona-effecten in 2021 (voor zover dat nu bekend is) en anderzijds de verwachte uitgaven en gederfde inkomsten als gevolg van de coronacrisis. Daarbij is rekening gehouden met de overheveling van de resterende “corona-budgetten” uit 2020 en de voorstellen zoals die via de resultaatbestemming bij de Jaarstukken 2020 aan u zijn voorgelegd. Voor een specificatie van deze budgetten wordt verwezen naar de Jaarstukken 2020.

Conclusie:
Uit de bovengenoemde overzichten blijkt dat op dit moment het beschikbare budget voor de corona-effecten in 2021 € 6.030.000 bedraagt. Daarnaast zijn de verwachte uitgaven / gederfde inkomsten in 2021 geprognosticeerd op € 5.136.000. Op dit moment resteert derhalve een bedrag van € 894.000. Het resterende budget uit 2020 (ad € 118.000) maakt ook onderdeel uit van dit bedrag.

Het restant van de ‘coronagelden’, ad € 894.000, wordt via een stelpost “gereserveerd” om de extra onvermijdbare uitgaven dan wel gederfde inkomsten die zich dit jaar vanwege de coronamaatregelen nog voordoen, te dekken.
Daarnaast zal het college de middelen inzetten voor initiatieven die een vlotte “herstart” van de Veense samenleving ondersteunen. Via het ondersteunen van nuttige en creatieve ideeën kan de herstart van de samenleving bespoedigd worden. Het college onderneemt daarbij zelf ook initiatieven en maakt keuzes om de vlotte “herstart” mogelijk te maken.

Investeringskredieten

Terug naar navigatie - Investeringskredieten

De Raad wordt voorgesteld om de volgende investeringsbedragen beschikbaar te stellen:

Nieuwe brandweerkazerne extra voorbereidingskosten  € 70.000:

Voordat de kredietaanvraag voor nieuwbouw van de brandweerkazerne en bijbehorende woningbouw kan worden opgesteld, zal nader onderzoek worden uitgevoerd. Dit onderzoek betreft zo veel mogelijk ontwikkelmogelijkheden voor woningbouw. Daarbij wordt in de nadere uitwerking gezocht naar financiële optimalisatie, passend binnen het verruimde ruimtelijk kader, waarbij tot maximaal 36 meter hoog mag worden gebouwd op de noordwesthoek Industrielaan / Ambachtsstraat. Hierbij wordt de markt betrokken in de vorm van een tender, die vanwege zijn omvang Europees moet worden aanbesteed. Als gevolg hiervan wordt het investeringsbudget voor nieuwbouw van de brandweerkazerne niet in mei 2021 aangevraagd, maar pas in het voorjaar van 2022. De totale kosten van het project wijzigen daardoor niet, maar het investeringsbudget wordt op een later moment aangevraagd waardoor een hoger voorbereidingskrediet nodig is. Het extra voorbereidingskrediet, ad € 70.000, heeft betrekking op:
·Kosten tender: € 50.000
·Kosten projectmanagement: € 20.000. De dekking voor deze aanvullende voorbereidingskosten zullen overeenkomstig de dekking van de eerste voorbereidingskosten (raadsbesluit 15-10-2020) worden meegenomen bij het uiteindelijk totaalinvesteringsbudget voor vernieuwing, Met het totale investeringsbudget is middels de kaderbrief 2021 al rekening mee gehouden in de programmabegroting 2021-2024 door de raming van de kapitaalslasten van het totale investeringsbudget (€ 300.000).

Veenslag 70 € 97.000:

In het project van de renovatie van de Ellekoot zijn er extra kosten vanwege de benodigde aanpassing van de gevel van de sporthal. Voorgesteld wordt deze extra kosten te dekken vanuit de Algemene Reserve, waar de opbrengsten van de grondverkoop (ten behoeve van de renovatie) in gestort zijn (raadsbesluit 17-10-2019),

Saldo 1e bestuursrapportage 2021

Terug naar navigatie - Saldo 1e bestuursrapportage 2021

Uiteindelijk resulteert deze 1e bestuursrapportage 2021 (na verwerking van de mutaties in de bestemmingsreserves) in een negatief saldo van € 455.000 voor 2021. Voorgesteld wordt dit resultaat te onttrekken aan de algemene reserve.

Het raadsvoorstel bij de bestuursrapportage bevat een begrotingswijziging waarin we de financiële over- en onderschrijdingen aan u voorleggen.

Financieel vertrekpunt

Terug naar navigatie - Financieel vertrekpunt

Het financieel vertrekpunt voor deze rapportage is de Programmabegroting 2021 en meerjarenraming 2022-2024. Vervolgens is de 3e bestuursrapportage 2020 (inclusief de effecten vanuit de septembercirculaire 2020) bij de bepaling van het vertrekpunt meegenomen.

bedragen x € 1.000 Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024
Saldi Programmabegroting 2021-2024 910 604 509 -1.057
Verrekening saldi Programmabegroting 2021-2024 met de algemene reserve -910 -604 -509 1.057
Saldi septembercirculaire 2020 780 777 850
Saldi 3e bestuursrapportage 2020 -125 -125 -125 -125
Saldo voor 1e bestuursrapportage 2021 -125 655 652 725

Financiële effecten 1e bestuursrapportage 2021

Terug naar navigatie - Financiële effecten 1e bestuursrapportage 2021

In onderstaand overzicht vindt u de totaalbedragen voor de jaren 2021 tot en met 2024 van de financiële effecten c.q. ontwikkelingen zoals ze in deze rapportage zijn opgenomen.

In de bestuursrapportage hebben we een splitsing aangebracht tussen:

  • financiële ontwikkelingen (afwijkingen) die effect hebben op het begrotingssaldo; deze ontwikkelingen zijn opgenomen en toegelicht bij de diverse programma’s;
  • budgettair neutrale afwijkingen; deze ontwikkelingen (die geen effect hebben op het begrotingssaldo, maar wel programma overschrijdend kunnen zijn) zijn  opgenomen en toegelicht bij de diverse programma's
  • In het gepresenteerde financieel overzicht hieronder zijn structurele gevolgen van ontwikkelingen die zich in 2021 voordoen opgenomen. Het gaat concreet om ontwikkelingen die zich binnen het bestaande beleid voordoen. De structurele gevolgen zijn opgenomen in de Kadernota 2022-2025. In bijlage 1 vindt u een overzicht van deze structurele mutaties.

Financiële effecten voor 2021
Op basis van deze rapportage laat het begrotingsjaar 2021 een verwacht negatief saldo zien van € 455.000. De grootste afwijkingen die van invloed zijn op dit resultaat betreffen  De grootste afwijkingen die van invloed zijn op dit resultaat betreffen de meerkosten voor de gladheidsbestrijding (€ 100.000 nadelig), hogere uitgaven voor energie groenpoort (€ 115.000 nadelig), hogere lasten van het leerlingenvervoer vanwege de nieuwe aanbesteding (€ 305.000 nadelig), hogere lasten voor het knooppunt jeugd regio Foodvalley (€ 172.000 nadelig), lagere rijksvergoeding BUIG (€ 169.000 nadelig) en hogere uitgaven BUIG (€ 331.000 nadelig). Tegenover deze nadelen staan onder andere hogere baten vanuit de algemene uitkering (€ 810.000 voordelig). Voorgesteld wordt om het nadeel van € 455.000  te onttrekken aan in de algemene reserve.

Financiële effecten voor 2022-2025
In de rapportage worden meerdere financiële ontwikkelingen gemeld die van invloed zijn op het meerjarenperspectief 2022-2025. U vindt deze ontwikkelingen terug bij de diverse programma’s. Per saldo is sprake van de volgende afwijkingen: € 42.000 nadelig in 2022, € 42.000 nadelig in 2023 en € 60.000 nadelig in 2024. Het financieel perspectief na deze bestuursrapportage laat een positief saldo zien van € 613.000 in 2022, een positief saldo van € 610.000 in 2023 en een positief saldo van € 665.000 in 2024.

Bedragen x €1.000
Financieel overzicht (bedragen x € 1.000) Raming 2021 NBN_1e berap 2021 Raming 2022_NBN 1e berap 2021 Raming 2023_NBN 1e berap 2021 Raming 2024_NBN 1e berap 2021
Lasten -4.277 -7.417 -7.168 -6.936
Baten -4.841 -7.410 -6.958 -6.519
A. Saldo van baten en lasten 1e bestuursrapportage 2021 -564 7 210 417
Onttrekkingen 151 -12 -245 -470
Stortingen 42 37 6 6
B. Mutaties reserves 1e bestuursrapportage 2021 109 -48 -251 -476

Financieel perspectief na verwerking 1e bestuursrapportage 2021

Terug naar navigatie - Financieel perspectief na verwerking 1e bestuursrapportage 2021

Het financiële perspectief voor de komende jaren ziet er, na verwerking van de financiële effecten uit deze rapportage, samenvattend als volgt uit:

bedragen x € 1.000 Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024
Saldo voor 1e bestuursrapportage 2021 -125 655 652 725
Totaal 1e bestuursrapportage 2021 -455 -42 -42 -60
Financieel perspectief na 1e bestuursrapportage 2021 -580 613 610 665

Samenvatting financiële afwijkingen 1e bestuursrapportage 2021

Terug naar navigatie - Samenvatting financiële afwijkingen 1e bestuursrapportage 2021

Hieronder vindt u de financiële afwijkingen per programma. 

Bedragen x €1.000
Programma Raming 2021 NBN_1e berap 2021
Baten Lasten Stortingen Ontrekkingen Saldo
1 Fysieke Leefomgeving
0.10A - Mutaties reserves Fysieke Leefomgeving 0 0 82 105 22
0.3A - Beheer overige gebouwen en gronden 74 -1 0 0 75
2.1A - Verkeer en vervoer 0 100 0 0 -100
2.1B - Verkeer en vervoer 0 0 0 0 0
2.2A - Parkeren 8 0 0 0 8
3.2 - Fysieke bedrijfsinfrastructuur -3 0 0 0 -3
5.5B - Cultureel Erfgoed -1 -4 0 0 3
5.7C - Openbaar groen en (openlucht) recreatie 0 27 0 0 -27
6.1D - Samenkracht en burgerparticipatie -14 111 0 0 -124
7.2A - Riolering 0 0 0 0 0
7.4A - Milieubeheer 0 165 0 0 -165
7.5C - Begraafplaatsen 0 0 0 0 0
Totaal 1 Fysieke Leefomgeving 65 397 82 105 -310
3 Sociale Leefomgeving
0.10C - Mutaties reserves Sociale Leefomgeving 0 0 -40 -65 -25
4.2A - Openbaar basisonderwijs 2 30 0 0 -28
4.2B - Openbaar basisonderwijs 0 15 0 0 -15
4.3A - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken -7.797 -7.536 0 0 -261
4.3C - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken 40 9 0 0 31
5.2A - Sportaccommodaties 60 13 0 0 47
5.3A - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie -2 -11 0 0 9
6.1A - Samenkracht en burgerparticipatie 0 0 0 0 -1
6.1B - Samenkracht en burgerparticipatie 0 51 0 0 -51
6.1G - Samenkracht en burgerparticipatie 0 24 0 0 -24
6.2B - Wijkteams 10 -1 0 0 10
6.3A - Inkomensregelingen 2.168 2.290 0 0 -122
6.3B - Inkomensregelingen -169 151 0 0 -320
6.72B - Maatwerkdienstverlening 18- 0 173 0 0 -173
7.1B - Volksgezondheid 0 12 0 0 -12
Totaal 3 Sociale Leefomgeving -5.689 -4.779 -40 -65 -934
4 Burger en Bestuur
0.10D - Mutaties reserves Burger en Bestuur 0 0 0 111 111
0.2 - Burgerzaken 0 122 0 0 -122
1.1B - Crisisbeheersing en Brandweer 0 0 0 0 0
Totaal 4 Burger en Bestuur 0 122 0 111 -11
5 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien
0.7 - Algemene uitkering en overige uitkeringen Gemeentefonds 810 0 0 0 810
0.8 - Overige baten en lasten 0 -78 0 0 78
Totaal 5 Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien 810 -78 0 0 888
6 Bedrijfsvoering
0.4J - Overhead (A&A) 0 -53 0 0 53
0.4L - Overhead (P&O) 0 53 0 0 -53
0.4N - Overhead (Vastgoed) -49 8 0 0 -57
0.4R - Overhead (E&W) 22 0 0 0 22
9.914 - Algemeen Bijstand, Reintegratie en Participatie 0 52 0 0 -52
Totaal 6 Bedrijfsvoering -27 60 0 0 -87

Beleidsknelpunten n.a.v. Programmabegroting 2021

Terug naar navigatie - Beleidsknelpunten n.a.v. Programmabegroting 2021

Stand van zaken formatie
Op diverse beleidsterreinen blijven zich knelpunten voordoen ten aanzien van de opvolging van gestelde beleidsdoelen, als gevolg van een achterstand in formatie. In de Programmabegroting 2021 is voor een deel van deze knelpunten formatie toegekend door de raad. Het bedrag dat beschikbaar is gesteld door de raad was op dat moment voldoende om de wettelijke taken ongehinderd voort te zetten of op te starten. Voor de overige taken, waarvoor met de Programmabegroting van 2021 geen aanvullend budget is toegekend, is een afweging gemaakt ten aanzien van temporisering. Hieronder worden daarvan enkele voorbeelden weergegeven om de raad mee te nemen in de keuzes die zijn gemaakt in de ontstane knelpunten. Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden, dat ook voor de taakvelden waar momenteel geen concrete knelpunten zijn aan te wijzen, er weinig tot geen speelruimte meer is om adequaat in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen (zoals de vereisten voor horizontaal toezicht, zoals hieronder beschreven) of om eventueel vertrek of uitval van medewerkers op te kunnen vangen.

We hechten eraan te herhalen dat er voortdurend bij onze contacten bij de Rijksoverheid en de VNG aandacht gevraagd wordt om extra middelen t.b.v. beleidsdoelen en uitvoering (i.c. formatie) wanneer nieuwe taken worden overgedragen. Tevens streven we een zo’n beperkt mogelijke inhuur na, ten behoeve van de continuïteit van de werkzaamheden en het behouden van kennis.

Sociaal Domein
Met name in het sociaal domein is het blijvend noodzakelijk scherpe keuzes te maken. Voorgesteld wordt om de volgende thema’s en werkzaamheden door te schuiven naar 2022: vrijwilligersvervoer, opstellen nota gezondheidsbeleid en de uitvoering van de innovatieregeling. 

De zorgen rondom jeugd zijn (landelijk) onverminderd groot en brengen hoge kosten met zich mee. Specifiek het taakveld Jeugd en Veiligheid vraagt in toenemende mate, niet in de laatste plaats door de coronacrisis, tijd en aandacht van de organisatie. Het is van belang dat hier een structurele oplossing voor gevonden wordt.

Informatieveiligheid
De ontwikkelingen op het gebied van informatisering en automatisering volgen elkaar razendsnel op en de risico’s lijken evenredig toe te nemen. Ook de lokale overheid is het doelwit van cyberaanvallen, zoals uit de casus Hof van Twente is gebleken. Het kan zowel gaan om hacks ten behoeve van spionage als om criminele aanvallen voor losgeld. Er wordt al veel ingezet op informatiebeveiliging, maar door de toenemende dreiging, de geavanceerdheid van de middelen die toegepast worden door de aanvallers en de steeds groter wordende eisen en richtlijnen voor de lokale overheid, is het noodzakelijk stevig op dit thema in te zetten. Het vergt extra mankracht om dit voldoende te kunnen waarborgen. Hiervoor zijn, naast de bestaande functies en taken, nieuwe (hoogwaardige) functies nodig, die gericht zijn op het (beleidsmatig) inrichten van informatiebeveiliging en de bewustwording hiervan. Deze extra formatie en extra investeringen in ICT-techniek zullen via de Kadernota aan de raad worden voorgelegd.

Horizontaal toezicht
De Belastingdienst heeft de vereisten voor horizontaal toezicht van ‘grote’ organisaties ingrijpend veranderd. De gemeente Veenendaal valt ook onder dit type organisatie, gelet op de omzet en het personeelsbestand. Door middel van zogenaamd ‘self-assessment’ worden gemeenten geacht aan te tonen dat ze fiscaal in control zijn. De interne controleresultaten, discussiepunten en risico’s worden transparant gedeeld met de fiscus. Dit is ook passend bij het rechtmatigsheidsbeleid van de gemeente. De organisatie beschikt momenteel niet over de capaciteit om adequaat invulling te geven aan deze vereisten. Om inhuur door externen te voorkomen is extra formatie noodzakelijk.