Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding - Inleiding

Met deze Programmabegroting 2026 en de meerjarenraming 2027–2029 gaan we richting het einde van deze bestuursperiode. Dat is een belangrijk moment. In 2026 richten we ons enerzijds op het uitvoeren van de afspraken uit het huidige raadsakkoord. Tegelijkertijd gaan we in het voorjaar van 2026 aan de slag met het opstellen van nieuwe of aangepaste plannen en afspraken voor de volgende bestuursperiode.


In deze Programmabegroting vertalen we de in het voorjaar van 2025 vastgestelde Kadernota 2026 naar concrete cijfers. Dit is ons huishoudboekje voor het jaar 2026, met een vooruitblik naar de jaren daarna. We geven inzicht in onze huidige en verwachte financiële positie.  Hierbij wordt duidelijk dat ook in de komende jaren onze opgaven en ambities onder druk staan. Niet alles kan en niet alles kan (te)gelijk.


De afgelopen periode was het omgaan met (financiële) onzekerheid een rode draad in bijna alle Kadernota’s en begrotingen. Dit kwam vooral door besluitvorming, of gebrek daaraan, door het Rijk. Maar we zien ook in bredere zin dat onduidelijkheden, onzekerheden of onvoorziene nieuwe werkelijkheden ons voor nieuwe uitdagingen stellen. Denk bijvoorbeeld aan schaarste-vragen die ontstaan door krapte op de arbeidsmarkt, op het energienet, in stikstofruimte en in het vertrouwen in de overheid en de politiek. De verdere ontwikkeling op deze vraagstukken is lastig te voorspellen en we hebben er maar beperkt invloed op als gemeente. Tegelijkertijd raken deze ontwikkelingen wel de grote opgaven waarvoor we staan. Zoals betaalbaar wonen, zorgen voor gelijke kansen, bestaanszekerheid, klimaat en energie en toekomstbestendige zorg en ondersteuning.

Onze aanpak om met deze onzekerheid en veranderingen om te gaan bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste houden we nieuwe ontwikkelingen goed in de gaten, zodat we op tijd kunnen inschatten wat dit betekent voor Veenendaal. Ten tweede blijven we werken volgens de afspraken in het raadsakkoord. Dat geeft ons richting en zorgt ervoor dat we duidelijk, effectief en toekomstgericht kunnen handelen.


In Veenendaal hebben we proactief gereageerd op de financiële impact van het zogenaamde ‘ravijnjaar 2026’. In het voorjaar van 2024 hebben we met de samenleving en stakeholders plannen bedacht en keuzes gemaakt om onze begroting voor 2025 en de jaren daarna beheersbaar te houden. We hebben enerzijds gezocht naar ruimte in budgetten, maar er tegelijk ook een aantal inhoudelijke keuzes gemaakt. 


Ondanks onze inspanningen en oplossingen, voelen we de negatieve effecten van het 'ravijnjaar' en de herijking van het gemeentefonds. Zonder structurele steun van het Rijk zijn de gevolgen ook voor Veenendaal aanzienlijk. We hebben immers stevige ambities (denk aan investeringen in de fysieke leefomgeving) en tegelijk maatschappelijke uitdagingen met een forse financiële impact. Bijvoorbeeld de toenemende tekorten in de Jeugdzorg.  Wij blijven ons inzetten voor onze inwoners, maar kunnen dit niet alleen. Veel hangt af van de ontwikkelingen in de financiële verhouding tussen het Rijk en gemeenten. Daarbij is het van belang om verstandige keuzes te (blijven) maken in onzekere omstandigheden.


We moeten als bestuur, maar ook als samenleving, in staat blijven om samen te doen wat nodig is. We willen dat in Veenendaal iedereen een (t)huis heeft, dat iedereen mee kan doen en we werken aan een duurzame toekomst. In de afgelopen jaren hebben we hiervoor een solide basis gelegd. Ook komend jaar zetten we hierop in. 
Om ook in de toekomst passende keuzes te kunnen blijven maken versterken we ons strategisch vermogen. Dit doen we door in te zetten op het versterken van drie kernvermogens:


1. onze advieskracht (kennis): het vermogen om proactief en deskundig richting te geven aan beleid en uitvoering;
2. onze ontwikkelkracht (innovatiekracht): het vermogen om te leren, te vernieuwen en in te spelen op maatschappelijke veranderingen;
3. onze uitvoeringskracht (ondernemerschap): het vermogen om plannen en strategieën effectief en efficiënt te realiseren.


We zijn ons hierbij bewust van de verantwoordelijkheden die we dragen en de last die ook op de schouders van onze inwoners rust. Daarom blijven college en raad in gesprek met de samenleving, waarbij we helder en transparant zijn over onze (financiële) uitdagingen en de maatregelen die we moeten nemen. Tegelijkertijd moeten we ook een beroep doen op de veerkracht van onze samenleving zelf.


Binnen deze context voeren we maatregelen door op het gebied van Jeugdzorg, conform de door de raad gemaakte keuzes in het traject ‘Grenzen aan onze jeugdzorg’, om zo meer grip te krijgen, wat via deelprojecten kan leiden tot lagere uitgaven. En voor onze ambities in de fysieke leefomgeving geldt dat we ze in de uitvoering wellicht over meerdere jaren moeten spreiden.

We moeten ruimte blijven houden om de sociale basis voor alle inwoners van Veenendaal in stand te houden. Vanuit het oogpunt van bestaanszekerheid bieden we inwoners ondersteuning zodat iedereen mee kan doen in de maatschappij. We hebben daarbij grote waardering voor de waardevolle inzet en bijdrage van vrijwilligers en mantelzorgers.

Tot slot
Hoewel cijfers en begrotingen essentieel zijn voor een goed financieel beleid, ligt onze ware drijfveer in het bouwen aan onze stad en samenleving. We houden daarbij onverminderd vast aan een hoog ambitieniveau, maar wel vanuit een realistisch perspectief.
Dit betekent dat we flexibel moeten blijven en waar nodig bijsturen. De winkel blijft open, maar we spelen continu in op nieuwe inzichten en veranderende omstandigheden. Niets staat vast. We laten ruimte voor voortschrijdend inzicht, nieuwe perspectieven en nieuwe ambities, terwijl we ook heldere en soms moeilijke keuzes moeten maken. 

Hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Inleiding - Hoofdlijnen

Financiële hoofdlijnen
Het financieel kader beschrijft de ontwikkeling van het begrotingssaldo van Veenendaal voor de periode 2026–2029. Ook staat erin welke plannen de gemeente heeft om de financiën op orde te houden. Zeker nu er veel onzekerheid is en het lastig is om genoeg geld te vinden  voor alles wat nodig is.

Beginsituatie en uitgangspunten
•    De begroting is gebaseerd op eerder vastgestelde documenten zoals de Programmabegroting 2025, bestuursrapportages en de Kadernota 2026–2029.
•    Technische richtlijnen zijn geactualiseerd, waaronder een renteverlaging van 3,5% naar 3,0% voor financieringsmiddelen.
•    De begroting houdt rekening met een jaarlijkse woningbouw van 450 woningen en een bevolkingsgroei van 650 inwoners.

Meerjarenperspectief
•    Begrotingssaldo:
o    2026: € 0 
o    2027: € 305.000 
o    2028: € 404.000 
o    2029: € 783.000 
•    Vanaf 2027 wordt het surplus van de algemene reserve niet meer ingezet.

Belangrijke financiële ontwikkelingen
•    Meicirculaire 2025: leidt tot hogere bijdragen vanuit het gemeentefonds, compensatie voor jeugdzorgkosten en een vertraagde fasering van de Hervormingsagenda Jeugd.
•   De actualisering van het Meerjareninvesteringsplan (MIP) leidt in de jaren 2026 tot en met 2029 tot lagere kapitaallasten door renteverlaging en realistische fasering van investeringen.
•   Er is sprake van een structureel risico van € 7,5 miljoen voor Jeugdzorg door kostenstijging en onzekerheid over rijksvergoeding.

Risicobeheersing en weerstandsvermogen
•    Incidentele risico’s: € 10,51 miljoen.
•    Structurele risico’s: € 5,6 miljoen.
•    Beschikbare weerstandscapaciteit:
       - incidenteel: € 36,8 miljoen;
      - structureel: € 8 miljoen .

Financiële kengetallen
•    Netto schuldquote: stijgt van 91% in 2026 naar 138% in 2029.
•    Solvabiliteit: daalt van 29% in 2026 naar 21% in 2029.
•    EMU-saldo: risico overschrijding als gevolg van investeringen. 

Voor een toelichting verwijzen we naar het financieel kader en de paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing.

Strategische Sturing
•    Fasering van investeringen in het Meerjareninvesteringsplan (MIP) om financiële druk te spreiden.
•    Monitoring van risico’s en bijsturing via reguliere P&C-documenten.

Bestuurlijke hoofdlijnen
Voor de bestuurlijke hoofdlijnen van deze Programmabegroting gaan we eerst in op het raadsakkoord, vervolgens op het onderdeel bestuursstijl en tot slot geven we een overzicht op basis van de begrotingsprogramma's. 

Raadsakkoord
In het raadsakkoord 2022-2026 staan de belangrijkste thema’s en ambities waar we in Veenendaal aan willen werken beschreven. Hieronder beschrijven we aan de hand van deze thema’s uit het raadsakkoord wat in de begroting 2026 is benoemd.

De thema’s Wonen en Mobiliteit
Er is nog steeds een groot tekort aan woningen. Ook in 2026 blijven we werken aan het oplossen hiervan. We maken bijvoorbeeld afspraken met andere gemeenten in de regio. Ook blijven we, naast verschillende kleinere projecten, inzetten op de grote ontwikkelingen in Groenpoort, het Ambacht, de Tuinstraat en de herontwikkeling van het Franse Gat. Er gebeurt veel op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en we willen al deze plannen zo goed mogelijk en efficiënt uitvoeren. Dat vraagt veel van de mensen en middelen die we beschikbaar hebben. Daarbij zijn er ook uitdagingen op het vlak van stikstofdepositie en ook de beschikbaarheid van voldoende energie is essentieel voor deze ruimtelijke ontwikkelingen. In het programma Energie 2026-2030 werken we daarom aan slimme oplossingen, zoals het bouwen van woningen die rekening houden met het elektriciteitsnet. Ook denken we al vroeg in het proces na over hoe het energiesysteem in nieuwe gebieden eruit moet zien.

Voor het duurzaam bereikbaar houden van Veenendaal en rekening houdend met de verwachte groei van de stad wordt in 2026 een verkeerscirculatieplan opgeleverd als onderdeel van het Omgevingsprogramma Integrale Mobiliteit (OPIM). Daarnaast actualiseren wij het parkeerbeleid voor het centrum, de woongebieden en de bedrijfsterreinen.

In 2026 is de dan geactualiseerde Omgevingsvisie het integrale strategische beleidsdocument voor de fysieke leefomgeving, waaronder wonen, energie en mobiliteit.

Thema Energie en Duurzaamheid
In 2026 werken we verder aan een duurzaam Veenendaal via 3 programmalijnen: 

  • programma Energie;
  • programma Circulair Veenendaal, en
  • programma Klimaat, water en groene groei.

Als verdere uitwerking en verdieping van de Omgevingsvisie worden de hierboven genoemde programma's in 2026 als omgevingsprogramma's door het college vastgesteld en wordt de raad over de inhoud en voortgang van de programma's geïnformeerd.

Thema Openbare ruimte en Groen
In 2026 worden op gebiedsniveau nog meer keuzes gemaakt over de inrichting en beheer van de openbare ruimte. We betrekken inwoners onder andere met de inzet van wijkmanagement, en stimuleren bewoners om initiatieven te nemen om de openbare ruimte te verbeteren. In 2026 is er voor de wijkmanagers extra financiële ruimte om initiatieven direct door te voeren.  

In 2026 werken we aan het opstellen van het nieuwe Omgevingsplan Openbare Ruimte (OPOR), en geven we uitvoering aan het (met een jaar te verlengen) lopende OPOR 2021-2025.  

Bij de uitvoering van de werkzaamheden en investeringen hebben we veel aandacht voor vergroenen en klimaatadaptatie, het BOSS-principe en toegankelijkheid en veiligheid. In 2026 is een bedrag in het Meerjareninvesteringsplan (MIP) beschikbaar om te investeren in kwantitatief en kwalitatief hoogwaardig groen en een gezonde en groene leefomgeving.  

Thema Digitalisering

In 2026 werken we verder aan onze profilering als innovatieve ICT-stad in relatie tot Food. Om zo als stuwende kracht te werken voor een vitale economie. Dit doen we samen met onze partners binnen de ICT-Campus.

Als gemeente gebruiken we digitale middelen om onze dienstverlening betrouwbaar, efficiënt en toegankelijk te maken. We verbeteren onze onlinedienstverlening, zorgen dat onze ICT veilig en stabiel is, en helpen medewerkers om digitaal vaardig te zijn. Ook werken we aan goede en beschikbare gegevens, zodat we beter kunnen sturen op basis van data. Samen met de provinciale archiefinspecteur voeren we een actieplan uit voor het beheer van onze informatie. Daarnaast onderzoeken we hoe we kunstmatige intelligentie (AI) op een verantwoorde manier kunnen inzetten.

Binnen het sociaal domein ontwikkelen we in 2026 de Staat van Veenendaal en de Staat van Educatie verder, waarbij we meer data gedreven gaan werken.

Thema Veiligheid
In 2026 geven we uitvoering aan het huidige Integraal Veiligheidsplan (IVP) en werken we aan een nieuw IVP met doelstellingen gericht op digitale veiligheid, het tegengaan van ondermijning en het voorkomen van maatschappelijke onrust.  
In 2026 werken wij ook verder aan de ontwikkeling van het Regionale Veiligheidsteam.  
Het meldpunt voor inwoners met onbegrepen gedrag wordt verder ontwikkeld en de samenwerking met partners in het zorg- en veiligheidsdomein wordt versterkt.  
In 2026 besteden we op verschillende gebieden extra aandacht aan veiligheid. Bijvoorbeeld bij het programma VISA Veenendaal, dat gaat over meedoen in de samenleving, inburgering en werk. Ook bij de opvang van vluchtelingen en het organiseren van evenementen speelt veiligheid een belangrijke rol.

Thema Zorg en Welzijn
In 2026 geven we verder uitvoering aan het Integraal Beleidskader Sociaal Domein, waarmee we de integrale samenwerking binnen het sociaal domein versterken.  De uitvoering richt zich met name op de bestaanszekerheid, de zelfredzaamheid en kwalitatief goede ondersteuning voor inwoners die dit nodig hebben.
Daarnaast gaan we in 2026 aan de slag met het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord. We gaan met partners in de regio verder bouwen aan de beweging naar preventie en gezondheid, met als doel een gezondere samenleving voor alle inwoners. Dit doen we in 2026 door concrete activiteiten waarin de zorg en het sociaal domein samenwerken, zoals de uitvoering van een Mentaal Gezondheidsnetwerk.
Met betrekking tot de schulddienstverlening richten we ons in 2026 meer dan nu op jongvolwassenen en nieuwkomers. Het netwerk van samenwerkingen wordt hiervoor verder uitgebreid met huisartsen, apothekers, jongerenwerkers en werkgevers. Ook ontwikkelen we in 2026 een aanvullend aanbod passend bij de basisdienstverlening op het vlak van financiële begeleiding en nazorg.  
In 2026 wordt, naar aanleiding van het overschrijden van het subsidieplafond, de herziene subsidieregeling Vrijwilligerswerk en Informele zorg afgerond, waarna deze van toepassing zal zijn vanaf 2027. 
Op het vlak van maatschappelijk opvang en beschermd wonen werken we in 2026 verder aan een dekkend zorglandschap.  We kijken daarbij welke doelgroep wat nodig heeft en welke plek daarbij het beste aansluit.
Ook geven we In 2026 uitvoering aan de keuzes die de raad in oktober 2025 heeft gemaakt met betrekking tot het traject ‘Grenzen aan onze jeugdzorg'. Met dit traject wordt, in samenhang met de Hervormingsagenda Jeugd, beoogd de kosten in de jeugdzorg meer beheersbaar en daarmee toekomstbestendig te maken.

Voor het programma Sociaal Domein is voor 2026 een jaarplan opgesteld. Dit plan is tot stand gekomen op basis van de Startfoto van de Staat van Veenendaal, de input van externe partners tijdens de SD-bijeenkomst en de interne afstemming met collega’s beleid. Het jaarplan 2026 geeft richting aan de opgaven die voor ons liggen. We benutten daarbij zowel data en analyses als de signalen, verhalen en expertise uit de Veense samenleving. Zo krijgen we een volledig beeld van de vraagstukken die spelen en kunnen we gericht werken aan oplossingen. Met dit plan versterken we de samenhang in het sociaal domein en vergroten we de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en partners. Doel is een duurzaam en effectief beleid waarmee inwoners van Veenendaal passende ondersteuning krijgen en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving.

Thema Economie, Ondernemen en Bedrijfsleven
We willen Veenendaal aantrekkelijk houden voor ondernemers. Dat geldt zowel voor de bedrijventerreinen, maar ook voor de binnenstad en de winkelcentra. We blijven daarom uitvoering geven aan het vestigingsbeleid, verbeteren van het ondernemersklimaat en onze ondernemersdienstverlening. Uitgangspunt hierbij is de verbinding tussen het stimuleren van de lokale economie en het behouden en vergroten van kwalitatieve en kwantitatieve werkgelegenheid op verschillende niveaus. De versterking en uitbreiding van de 10 woonfuncties en de daaraan gekoppelde (maatschappelijke) voorzieningen vraagt ook om aandacht voor economische ontwikkelingen in Veenendaal. Anders gezegd: een deel van de economische groei en groei van de werkgelegenheid moet plaatsvinden op bestaande bedrijventerreinen, waarbij sprake is van beperkte ruimtelijke mogelijkheden. Voor de fysieke ontwikkeling van een aantal bedrijventerreinen gericht op duurzaamheid, circulariteit, klimaatadaptatie en het tegengaan van netcongestie sluiten we aan bij provinciale en landelijke initiatieven. Ook op lokaal niveau hebben we een actieve inbreng om dergelijke initiatieven te ontwikkelen en waar nodig te ondersteunen. De noodzakelijke financiering van deze ontwikkelingen komt, naast eigen middelen, uit subsidies en bijdragen van het bedrijfsleven. Ook willen we het beheer en onderhouden van het openbaar groen op het bedrijventerrein laten uitvoeren door een stichting vanuit het Veenendaalse bedrijfsleven. Dit betreft een Right to Challenge invulling. 

Thema Cultuur en Evenementen
 In 2026 wordt de cultuurnota voor de tweede beleidsperiode van onze cultuurvisie, opgesteld en een uitvoeringsprogramma ontwikkeld. 
2026 staat ook in het teken van het ontwerpen van het nieuwe theater en het selecteren van de aannemer. In 2026 (en 2027) geven we uitvoering aan het realiseren van samenwerkingsscenario 1 ‘samenwerking in de backoffice’ tussen de culturele partijen.

Het thema Onderwijs
Vanaf 2026 verbinden we visies van een Integraal Kindcentrum nadrukkelijker met onder andere ons Integraal Beleidskader Sociaal Domein, zoals opgenomen in het nieuwe Integraal Huisvestingsplan.  In het Programma Klimaat, Water en Groene Groei ligt de focus op onder andere het vergroenen van schoolpleinen. Met de samenwerkingsverbanden werken we in het regionale Op Overeenstemming Gericht Overleg vanaf 2026 vanuit de nieuwe focusagenda 2026-2029. In 2026 versterken we de samenwerking tussen (passend) onderwijs en jeugdhulp.

Bestuursstijl

In 2026 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. We vinden het belangrijk dat dit goed en netjes verloopt. Daarom beginnen we, net als bij eerdere verkiezingen, op tijd met de voorbereidingen.

In het raadsakkoord zijn afspraken gemaakt over de bestuursstijl. In april 2024 besloot de gemeenteraad om een proefproject te starten binnen het thema Openbare Ruimte. In dit project proberen we nieuwe manieren van samenwerken uit, met een hoger participatieniveau. Dat betekent dat inwoners, organisaties en andere betrokkenen meer invloed op en verantwoordelijkheid krijgen voor plannen en besluiten. In december 2024 koos de gemeenteraad voor het project reconstructie Boogschutter als proefproject. Dit project is bij uitstek geschikt voor de pilot, onder andere omdat de ervaring binnen de gemeente is dat bereidwilligheid tot participatie bij hoogbouwbewoners over het algemeen lager is dan bij laagbouwbewoners. Bovendien ervaren de hoogbouwbewoners van de Boogschutter een zekere afstand tot de gemeente en is er weinig sociale cohesie. 
De insteek van deze pilot is dat inwoners en andere belanghebbenden zelf regie voeren op het proces en de gemeente een meer faciliterende en adviserende rol aanneemt. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan. Het doel van deze pilot is om meer eigenaarschap bij inwoners te leggen, maar ook om input te krijgen van inwoners die anders niet zo snel deelnemen of participeren met de gemeente. Bijvoorbeeld inwoners die de Nederlandse taal niet (goed) machtig zijn of weinig vertrouwen hebben in de overheid. Het wijkteam is geënthousiasmeerd over (het doel van) de pilot en waar mogelijk werken we samen met relevante stakeholders. 
Op 11 juli 2025 is er een eerste informele bijeenkomst geweest in het parkje voor de flat. Vanaf medio september 2025 volgen er meerdere bijeenkomsten, die we in afstemming met de omwonenden en kinderen uit de buurt vormgegeven. De opbrengst van deze bijeenkomsten verwerken we eind 2025 in een plan. Dit plan verwerken we in een opdracht aan een aannemer die in 2027 ook de riolering gaat aanleggen. Met de raad stemmen we tussentijds de wenselijkheid en financierbaarheid van de plannen voor de uitvoering van de pilot af. De rol van het projectteam is vooral om omwonenden te helpen bij de totstandkoming van een uitvoerbaar en breed gedragen plan. We streven ernaar dat er daardoor meer sociale cohesie en gevoel van eigenaarschap ontstaat. Met deze pilot willen we, ook voor toekomstige projecten, leren van de ervaringen die we opdoen met deze manier van werken. 

Programmaplan
Niet alles wat we doen staat in het raadsakkoord. Sinds dat akkoord is vastgesteld, zijn er nieuwe ontwikkelingen geweest, zijn plannen aangepast en is er nieuw beleid gemaakt. Daarbij is steeds gekeken naar wat er in het raadsakkoord staat. Ook zijn er nieuwe programma’s en projecten gestart. Hieronder noemen we de belangrijkste onderwerpen voor 2026, op basis van de indeling van de begroting. Sommige punten overlappen met wat eerder is genoemd onder het kopje ‘Raadsakkoord’.

Programma 1 – Fysieke Leefomgeving
Veenendaal zet ook in 2026 in op een gezonde, duurzame en veilige leefomgeving. De groei van de stad vraagt om strategische investeringen in woningbouw, mobiliteit, energievoorziening, economie en maatschappelijke voorzieningen. Belangrijke projecten zijn de ontwikkeling van locaties zoals Spoorzone en Groenpoort, het nieuwe theatercomplex en het Integraal Huisvestingsplan voor onderwijs. Duurzaamheid krijgt vorm via programma’s voor energie, circulariteit en klimaatadaptatie. Het beheer van de stad richt zich op onderhoud, veiligheid en participatie, met extra mandaat voor wijkmanagers en aandacht voor vergroening en toegankelijkheid.

Programma 2 – Economie, Werk en Ontwikkeling
De gemeente streeft naar een toekomstbestendige economie in balans met bevolkingsgroei. Er is in 2026 focus op innovatieve ICT/Food- en Techclusters, behoud van maakindustrie en intensivering van bedrijventerreinen. De gemeente ondersteunt ondernemers actief, met aandacht voor arbeidskrapte, digitalisering en AI.  Ook starters en zzp’ers krijgen extra ondersteuning. Het Actieplan Vitale Binnenstad wordt uitgevoerd, evenals promotie via #ditisveenendaal. Recreatie en toerisme worden versterkt door regionale samenwerking, duurzame mobiliteit en evenementenbeleid.

Programma 3 – Sociale Leefomgeving
Veenendaal investeert in een inclusieve samenleving waarin iedereen mee kan doen. Naar aanleiding van de door de raad aangenomen motie (M2025.45) over de actualisatie van de Visie Sociaal Domein 2027 stellen we een keuzenotitie op waarin de route en kaders voor het actualiseren van deze visie worden uitgewerkt. We geven uitvoering aan de uitkomsten van het raadsbesluit van het project Grenzen aan onze jeugdzorg. De gemeente ontwikkelt een impactgerichte welzijnsaanpak. Er is aandacht voor schulddienstverlening, inburgering, participatie van statushouders en het versterken van de sociale basis.

Programma 4 – Burger en Bestuur
De gemeente wil een betrouwbare, toegankelijke overheid zijn die samenwerkt met inwoners en partners. In 2026 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Participatie en transparantie staan centraal. We volgen gemeenschappelijke regelingen kritisch op kostenbeheersing. Veiligheid is een speerpunt, met uitvoering van het Integraal Veiligheidsplan en aandacht voor digitale veiligheid, ondermijning en maatschappelijke onrust. De gemeente werkt aan strategische public affairs en versterkt haar positie in de regio.

Programma 5 – Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien
Dit programma omvat de vrije inkomsten van de gemeente, zoals het gemeentefonds, lokale belastingen en rente-inkomsten. De gemeente bewaakt haar financiële positie via solide treasurybeleid, naleving van kasgeldlimiet en renterisiconorm. Er is aandacht voor risico’s zoals stijgende zorgkosten, netcongestie en renteontwikkelingen. Forse investeringen kunnen leiden tot overschrijding van het EMU-saldo. Met fasering van het Meerjarig Investeringsplan (MIP) beheersen we dit risico.

Programma 6 – Bedrijfsvoering
De gemeente werkt in 2026 verder aan een toekomstbestendige organisatie met focus op strategisch personeelsbeleid, digitalisering en informatieveiligheid. We investeren in werkgeluk, duurzame inzetbaarheid en arbeidsmarktcommunicatie. De doelenboom wordt verder ontwikkeld. We zetten informatisering en automatisering in voor efficiënte dienstverlening, met aandacht voor AI, data-gedreven werken en privacy. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van gemeentelijke ambities in een veranderende omgeving.

Opbouw van de begroting

Terug naar navigatie - Inleiding - Opbouw van de begroting

Financieel kader
In het hoofdstuk Financieel kader wordt u meegenomen in de totstandkoming van het begrotingssaldo vanaf het moment van de Kadernota 2026 tot op heden. De Programmabegroting en meerjarenraming omvat de periode 2026 tot en met 2029.  Ook schetsen we onder het kopje ‘Financiële positie’ een financieel meerjarenbeeld tot 2035.

Programmaplan
Na de beschrijving van het financieel kader volgt het programmaplan, waarin de zes programma’s zijn uitgewerkt. Hierbij wordt steeds dezelfde indeling gehanteerd:

Programma
- beschrijving van de visie;
- de thema's;
- financieel overzicht;
- relevante ontwikkelingen per thema.

Thema's
Per thema de volgende indeling:
- algemene informatie;
- de doelenboom (wat willen we bereiken; wat gaan we ervoor doen);
- opsomming van gerelateerde beleidsstukken zoals nota’s en verordeningen;
- financieel overzicht (wat mag het kosten).

Per thema zijn de verbonden partijen benoemd die een bijdrage leveren aan de realisatie van de doelstellingen binnen dit thema. 

Voor de verplichte indicatoren welke het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) voorschrijft nemen wij een directe link op naar het portaal 'Waar staat je gemeente'. Met behulp van deze link kunt u de vaste set aan indicatoren raadplegen. Een uitzondering hierop zijn de indicatoren voor het Programma 6 Bedrijfsvoering. Deze gegevens zijn te vinden in Programma 6 van deze Programmabegroting. (Link:   Dashboard BBV Waar staat je gemeente 

Paragrafen
De paragrafen vormen een 'dwarsdoorsnede' van de begroting.  De paragrafen geven daarmee belangrijke aanvullende informatie over de meerjarige financiële positie van de gemeente. De volgende verplichte paragrafen vanuit het BBV zijn opgenomen:

A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing: het weerstandsvermogen geeft aan hoe solide de financiële positie van de gemeente is. In deze paragraaf zijn ook financiële kengetallen opgenomen, zoals het weerstandsvermogen, de solvabiliteit en de schuldquote.
B. Onderhoud kapitaalgoederen: in deze paragraaf wordt toegelicht op welke wijze het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen (zoals wegen, riolering, gebouwen) gewaarborgd is.
C. Financiering: hier wordt toegelicht op welke wijze met de financieringsbehoefte van de gemeente is omgegaan.
D. Bedrijfsvoering: in de paragraaf wordt gerapporteerd over de voortgang van interne ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie.
E. Verbonden partijen: de gemeente werkt samen met andere partijen om bepaalde doelen te bereiken. Als de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft bij een partij, is dit een zogenoemde verbonden partij. In deze paragraaf worden alle verbonden partijen toegelicht.
F. Grondbeleid: de gemeente speelt een rol in het kopen en verkopen van gronden. Hier wordt verder ingegaan op het gevoerde grondbeleid.
G. Lokale heffingen: in deze paragraaf wordt stilgestaan bij de diverse gemeentelijke belastingen en heffingen en de consequenties daarvan voor de inwoners.
H. Openbaarheid van bestuur: in artikel 3.5 (Openbaarheidsparagraaf) van de Wet Open overheid (Woo) wordt voorgeschreven dat bestuursorganen in de jaarlijkse begroting aandacht besteden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet en in de jaarlijkse verantwoording verslag doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de beleidsvoornemens.

Bijlagen
In de bijlagen komen het Meerjareninvesteringsplan (MIP), de geraamde baten en lasten, de geprognosticeerde balans, de staat van incidentele baten en lasten en de staat van reserves en voorzieningen aan de orde.