Voor de 2e bestuursrapportage 2024 zijn de gemeentelijke risico’s weer geactualiseerd. In de toelichting van tabel 2 vindt u informatie over de risico’s en de voortgang van de genomen beheersmaatregelen en andere ontwikkelingen. Peildatum van deze risico's is maandag 2 september 2024. ( inclusief saldo 2e bestuursrapportage 2024 )
De omvang van een risico wordt berekend op basis van:
1. Kans
2. Gevolg
Tabel 1 | ||||
---|---|---|---|---|
Kans | Score kans | Gevolg | Score Gevolg | |
> 10 jaar | 10% | 1 | X < € 50.000 | 1 |
5 jaar < x < 10 jaar | 30% | 2 | € 50.000 < x < € 200.000 | 2 |
2 jaar < x < 5 jaar | 50% | 3 | € 200.000< x < € 500.000 | 3 |
1 jaar < x < 2 jaar | 70% | 4 | € 500.000< x < € 1.000.000 | 4 |
X < 1 jaar | 90% | 5 | X > 1.000.000 | 5 |
De risicoscore wordt als volgt berekend:
Een risico dat zich 1 maal in de 3 jaar kan voordoen met een gevolg van € 250.000 krijgt voor kans een 3 en voor gevolg een 3 en scoort dus 3 x 3 = 9.
Een risico dat zich 1 maal in de 2 jaar kan voordoen met een gevolg van € 600.000 krijgt voor kans een 4 en voor gevolg een 4 en scoort dus 4 x 4 = 16.
In de hiernavolgende tabel is een overzicht opgenomen van de belangrijkste gemeentelijke risico’s. Het betreft de 10 grootste risico's. De risico’s zijn extern van karakter. Het betreft een totaalbedrag van € 11,2 miljoen aan incidentele risico’s. De structurele risico’s bedragen € 1,6 miljoen.
Tabel 2: Top 10 risico's (in miljoenen euro's) | ||||
---|---|---|---|---|
Omschrijving risico (omschrijving beheersmaatregel) | Effect | Kans | BSc | NSc |
1. Onvoldoende beschikking over kwalitatief en kwantitatief personeel door een moeilijke arbeidsmarkt. (Strategische personeelsplanning – Monitoring budget loonkosten – werving op basis van toekomstige talenten). | € 2,5 (i) | 90% | 25 | 25 |
2. Door onzekerheden op politiek terrein en economische ontwikkelingen kan de algemene uitkering afwijken van de raming. Ook kan de groei van het aantal inwoners en andere indicatoren zorgen voor een beperkte afwijking van de raming. Op grond hiervan wordt rekening gehouden met mogelijke mee/ tegenvallers van de algemene uitkering. | € 1,5 (i) | 50% | 15 | 15 |
3. De BUIG-uitkering van het rijk neemt af of de uitkeringslasten stijgen door een toename van het aantal cliënten. Daarnaast een nadelige modelaanpassing ook voor een tegenvaller zorgen. (De inzet van re-integratie- en poortwachters-instrumenten waardoor het aantal cliënten wordt beperkt). | € 0,8 (s) | 70% | 20 | 16 |
4. Hogere kosten Jeugdzorg (2 maandelijkse monitor) | € 0,8 (s) | 70% | 16 | 16 |
5. Financiële tegenvallers bij gemeenschappelijke regelingen. (Nauwgezet volgen ontwikkelingen gemeenschappelijke regelingen en bijsturen waar mogelijk). | € 1,0 (i) | 70% | 16 | 12 |
6. De prijs van aardgas c.q. LNG kan door internationale ontwikkelingen behoorlijk schommelen. De energierekening van de gemeente en aan de gemeente gelieerde organisaties kan hierdoor stevig oplopen (vaste contracten, energiebesparing en verduurzaming). | € 1,2 (i) | 50% | 20 | 15 |
7. De invoering van de Omgevingswet is een complex en intensief traject met meerdere risico's, zoals: leges derving, veranderende samenwerking met derden, onzekerheid over de kosten, software aanpassingen en nieuwe juridische procedures. | € 1,0 (i) | 50% | 12 | 12 |
8. Bij de toepassing van de belasting-wetgeving (BTW, BCF, Loonheffing (met name WKR) etc.) kunnen verschillen van inzicht en/of interpretatie ontstaan, of kunnen de regels onjuist worden toegepast. Dit kan leiden tot een naheffing van de zijde van de fiscus. (Ondersteuning via Fiscaliade). | € 0,9 (i) | 50% | 12 | 12 |
9. Aantrekken van leningen wordt als gevolg van de stijging van de rente boven de 3,5 % duurder dan geraamd in de begroting (Anticiperen op rentestijging – kasgeldfinanciering toepassen). | € 2,5 (i) | 30% | 10 | 10 |
10. De verbetering van het exploitatieresultaat van DEVO blijft achter bij de prognose doordat de ACM een bovengrens vaststelt ten aanzien van het maximale resultaat over de investeringen en de consument meer inzet op energiebesparing (overleg met de ACM en hogere energie-efficiënte energie-installatie). | € 0,6 (i) | 50% | 12 | 12 |
Als we deze tabel vergelijken met de tabel in de eerste berap 2024, valt op dat het risico van de BUIG-uitkering is gewijzigd van incidenteel naar structureel, met een bedrag van € 0,8 miljoen. Bij de update van het risico is gebleken dat er meer tijd nodig is dan één jaar om eventuele beleidswijzigingen te kunnen doorvoeren. De reden hiervoor is dat een wijziging niet opgevangen kan worden binnen 1 jaar maar dat hier meerdere jaren voor nodig zijn. Daarnaast kunnen er door het Ministerie ook modelmatige aanpassingen worden doorgevoerd die veel tijd vergen. In die zin is het zorgvuldiger om van een structureel risico uit te gaan. Te meer ook omdat de maatregelen van het rijk zich snel achter elkaar kunnen opvolgen.
Verder is opnieuw bezien welke risico's we lopen in fiscale zin. Hiervoor is het bureau Fiscaliade in de arm genomen. Uit de eerste bevindingen blijkt dat de risico's bij de vennootschapsbelasting lager zijn dan oorspronkelijk gedacht. De risico's bij de BTW en de Werkkosten regeling zijn hoger dan eerder gedacht. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de gemeentelijke risico-inventarisatie e n de top tien risico's.
Daarnaast is het risico van een rentestijging bij het aantrekken van nieuwe leningen aangepast. De vooruitzichten op een mogelijke rentestijging zijn een stuk lager dan een aantal maanden geleden. Daarom is de kans dat een rentestijging zich voordoet verlaagd van 50% naar 30%. Als gevolg hiervan staat dit risico nu op nummer 9 in plaats van nummer 2. De andere risico's schuiven hierdoor vanzelfsprekend een plaats op naar omhoog.
Voor de nieuwbouw van het theater zal een risico-inventarisatie worden gemaakt. Zodra de rapportage hierover beschikbaar is wordt bezien of het nodig is hierover te rapporteren in de top 10 gemeentelijke risico's.
De beschikbare weerstandscapaciteit wordt voor het belangrijkste deel gevoed door de algemene reserve met een bedrag van € 28,7 miljoen (incidenteel). Ook de onbenutte belastingcapaciteit is met € 8 miljoen (structureel, was 7, 1 miljoen bij 1e berap) een belangrijke bron voor de weerstandcapaciteit. De onbenutte belastingcapaciteit is in de afgelopen periode geactualiseerd op basis van de info uit de mei circulaire, de toename van het aantal woningen en de verhoging van de OZB met € 1,65 miljoen uit de kadernota 2025.
De gemeentelijke weerstandscapaciteit bedraagt totaal € 36,8 miljoen.
Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit | Bedrag in € |
---|---|
Algemene Reserve (incl resultaat 2e berap) | 28.700.000 |
Onbenutte belastingcapaciteit OZB | 8.000.000 |
Onvoorzien | 105.000 |
Totaal | 36.805.000 |
Op zich is er een goede verhouding tussen structurele risico's (€ 1,6 miljoen) en structurele weerstandscapaciteit (€ 8 miljoen). Ook de verhouding incidentele risico's (€ 11,2 miljoen) en incidentele weerstandscapaciteit (€ 28,8 miljoen) is goed op orde.
De ratio bedraagt nu op basis van een voorlopige berekening 3,1 (3,4 bij de 1e Berap 2024). Deze ratio is dan gebaseerd op een weerstandscapaciteit van € 36,8 miljoen en een risicobedrag van € 11,8 miljoen bij een zekerheid van 90% (volgens de bestaande gemeentelijke risicomanagement methode). De daling van de ratio wordt vooral veroorzaakt door een lagere stand van de algemene reserve. De stand is nu € 28,7 miljoen en was € 34,9 miljoen bij de eerste berap.
In de termen van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement is de waardering gelijk gebleven met de classificatie 'goed'. Het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement geeft aan het cijfer 3,1 de classificatie 'goed' (> 2,0 = goed). Dit was ook goed in de begroting 2024.