Programma 3: Sociale leefomgeving

Thema I: Inkomen

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

I.d De gemeente neemt bij voorkeur een faciliterende rol aan om de rol van inwoners en de kracht van de samenleving te stimuleren (MD09).

Terug naar navigatie - I.d De gemeente neemt bij voorkeur een faciliterende rol aan om de rol van inwoners en de kracht van de samenleving te stimuleren (MD09).

Thema II: Sociaal domein - Participatie en re-integratie

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema III: Sociaal domein - WMO

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

III.a. We willen meer sturen op kwaliteit en effectiviteit van aangeboden ondersteuning.

Terug naar navigatie - III.a. We willen meer sturen op kwaliteit en effectiviteit van aangeboden ondersteuning.

III.f. Verder versterken opvoed- en opgroeiklimaat (MD02).

Terug naar navigatie - III.f. Verder versterken opvoed- en opgroeiklimaat (MD02).

Thema IV: Sociaal domein - Jeugd

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema V: Onderwijs en ontwikkeling

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Financiële ontwikkelingen Sociale leefomgeving

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen Sociale leefomgeving
Bedragen x €1.000
Feiten en ontwikkelingen Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027
Lasten
4.2A - Openbaar basisonderwijs 199 92 92 42
5.1A - Sportbeleid en activering -39 -39 -39 -39
5.3A - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 467 8 8 8
5.3B - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie -120 0 0 0
5.6B - Media 14 0 0 0
6.2A - Toegang en eerstelijnsvoorzieningen 45 47 47 47
6.72A - Jeugdhulp begeleiding 104 108 108 108
6.72B - Jeugdhulp behandeling 153 159 159 159
6.72C - Jeugdhulp dagbesteding 74 77 77 77
6.73A - Pleegzorg 79 83 83 83
6.73B - Gezinsgericht 41 42 42 42
6.73C - Jeugdhulp met verblijf overig 49 51 51 51
6.74A - Behandeling GGZ zonder verblijf 184 192 192 192
6.74B - Crisis/LTA/GGZ-verblijf 26 27 27 27
6.74C - Gesloten plaatsing 7 7 7 7
6.82A - Jeugdreclassering 57 60 60 60
6.82B - Jeugdreclassering 7 7 7 7
Totaal Lasten 1.346 921 921 871
Baten
4.2A - Openbaar basisonderwijs -53 -8 -8 -8
5.2A - Sportaccommodaties -39 -39 -39 -39
5.3A - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie -196 -1 -1 -1
6.1A - Samenkracht en burgerparticipatie -1 -1 -1 -1
6.2B - Toegang en eerstelijnsvoorzieningen 12 12 12 12
6.72B - Jeugdhulp behandeling 0 860 860 860
Totaal Baten -277 824 824 824
Saldo van baten en lasten -1.623 -97 -97 -47

Toelichtingen financiële ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Toelichtingen financiële ontwikkelingen

Lasten

4.2A - Openbaar basisonderwijs (nadeel € 199.000 )   
Huisvestingskosten onderwijs (nadeel € 43.000 )
Jaarlijks worden de belastingen en gemeentelijke heffingen doorbelast op de diverse exploitatiebudgetten. Bij het bijzonder onderwijs blijkt de raming echter al sinds 2021 te laag te zijn begroot en niet aangepast aan de werkelijke kosten. Voor 2024 wordt dit nu gecorrigeerd en wordt de raming ook structureel verhoogd met € 44.000,-.  In 2024 is in het kader van het huisvestingsprogramma 2024 een aanvraag van Het Erf van € 6.000,- toegekend. Aangezien deze aanvraag betrekking heeft op huurlasten, kan dit niet worden geactiveerd en moeten de kosten in 2024 ten laste van de exploitatie worden gebracht. 

Vastgoed bijzonder onderwijs (nadeel € 156.000 )
Stichtingskostenvergoeding i.v.m. bewegingsonderwijs CLV (€ 140.000)
Bij de realisatie van de nieuwbouw van gebouw A van het CLV zijn ook middelen opgenomen voor het realiseren van 2 gymzalen. In de afspraken die met CLV zijn gemaakt over de realisatie van deze gymzalen, in het kader van het bouwheerschap, is ook een bijdrage opgenomen voor het organiseren van bewegingsonderwijs in een andere voorziening.
Uitgangspunt was destijds dat de nieuwe voorziening in 2021 gerealiseerd zou zijn. Dit is echter niet gelukt waardoor de bekostiging van deze voorziening is vervallen. In verband hiermee hebben het bevoegd gezag van het Christelijk Lyceum Veenendaal (CLV) en gemeente Veenendaal samen gezocht naar een systematiek om te komen tot een vergoeding voor de kosten die het CLV maakt voor de huur van sportaccommodaties om daarmee te voldoen aan de wettelijke zorgplicht die de gemeente heeft op het gebied van het bewegingsonderwijs zoals die in de Wet is vastgelegd en in de Verordening Onderwijshuisvesting Veenendaal is uitgewerkt.
Het CLV maakt kosten voor de huur van accommodaties voor bewegingsonderwijs en ontvangt daar nu geen vergoeding voor van de gemeente Veenendaal. Deze kosten komen niet volledig voor rekening van de gemeente. Het CLV is zelf verantwoordelijk voor extra kosten doordat de school ervoor kiest om extra uren bewegingsonderwijs aan te bieden.
De stichtingskostenvergoeding wordt verkregen door het ‘huurbedrag commerciële exploitant’ te verminderen met de klokuurvergoeding. Dat geeft voor 2022 en 2023 in totaal € 90.020 stichtingskostenvergoeding.
Voor 2024 zijn de totale huurkosten sportaccommodaties CLV nog niet bekend. Daar is nu een aanname gedaan van ongeveer € 50.000 door de gemeente te vergoeden aan het CLV. Het voorstel is om volgens bovenstaande systematiek jaarlijks een stichtingskostenvergoeding te bepalen, tot het moment dat er een vervangende accommodatie is gerealiseerd voor het CLV. Voorgesteld wordt dan ook om vooralsnog dit bedrag voor 2025 en 2026 in de begroting op te nemen.

5.3 - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie (nadeel € 347.000 )
Vastgoed Cultuurfabriek, Het Spectrum en Sociaal Cultureel Werk (nadeel € 7.000 )
Jaarlijks worden de belastingen en gemeentelijke heffingen doorbelast op de diverse exploitatiebudgetten. De ramingen hiervoor in de gemeentelijke exploitatie zijn structureel te laag begroot.
De raming voor de belastingen en gemeentelijke heffingen op het taakveld 5.3A Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie is structureel €7.000 te laag begroot.  

Vastgoed Lampegiet (nadeel € 460.000 )
In 2023 bent u geïnformeerd (door middel van RIB 2023.24) over de onderhoudssituatie van het theater. Aangegeven is dat in zowel 2024 als in 2025 extra onderhoudsbudget nodig is in verband met een veilige bedrijfsvoering. Voor 2024 is dit budget in de begroting 2024 opgenomen. Voor 2025 is dit nog niet gebeurd. Aangezien de voorbereiding van de in 2025 uit te voeren werkzaamheden in het najaar van 2024 wordt gestart, stellen wij voor om het nog benodigde budget van € 460.000 via deze bestuursrapportage beschikbaar te stellen.

St. Volksuniversiteit (voordeel € 55.000 )
Bij de derde bestuursrapportage 2023 zijn middelen overgeheveld naar 2024 (€55.000).   Deze middelen zijn destijds overgeheveld naar 2024 om -in het  geval er geen Crisisherstelfonds zou worden ingesteld- eventueel in te kunnen zetten voor compensatie voor energiekosten. Met het Crisisherstelfonds en vervolgens de Subsidieregeling eenmalige lastencompensatie zijn middelen beschikbaar gesteld, waardoor deze middelen weer terugvloeien naar de algemene middelen. 

Cultuurvisie (voordeel € 65.000 )
Bij de derde bestuursrapportage 2023 zijn middelen overgeheveld naar 2024 (€65.000).   Deze middelen zijn destijds overgeheveld naar 2024 om -in het  geval er geen Crisisherstelfonds zou worden ingesteld- eventueel in te kunnen zetten voor compensatie voor energiekosten. Met het Crisisherstelfonds en vervolgens de Subsidieregeling eenmalige lastencompensatie zijn middelen beschikbaar gesteld, waardoor deze middelen weer terugvloeien naar de algemene middelen. 

Diverse taakvelden Jeugdhulp 6.72  -  Pleegzorg 6.73 -  GGZ 6.74  -  Jeugdreclassering 6.82 Jeugd ( nadeel € 825.000 )
Op basis van de voortgangsrapportage van Jeugdregio FoodValley juli 2024 verwachten we dat de kosten voor Jeugdzorg ultimo 2024 € 825.000,- hoger uitkomen dan waarmee in onze begroting rekening is gehouden. Dit bedrag is gebaseerd op de werkelijke kosten over de eerste vier maanden van 2024, en vervolgens doorgerekend voor geheel 2024. De stijging van de kosten wordt veroorzaakt door de autonome groei in het aantal cliënten en een toename van de intensiteit. Deze kosten hebben een structureel karakter. 
In de hervormingsagenda is opgenomen dat “onvoorziene ontwikkelingen en autonome groei, vallen onder de verantwoordelijkheid van het Rijk’. Bij navraag hoe dit moet worden geïnterpreteerd geeft de VNG aan dat “de betreffende passage is te lezen als een opdracht aan de deskundigencommissie om vanuit deze principes een uitspraak te doen". Dit zal een zwaarwegend advies zijn. In dit advies worden ook de (autonome) kostenontwikkelingen en eventuele compensatie over de jaren 2023 en 2024 meegenomen. Dat betekent dat de deskundigencommissie volgend jaar januari een uitspraak doet, het kabinet zich er dan nog op zal gaan beraden, en evt. financiële compensatie bij de Voorjaarsnota 2025/meicirculaire 2025 van het gemeentefonds verwerkt zal worden. Iedereen (inclusief VWS) houdt er rekening mee dat er compensatie zal komen volgend voorjaar, maar de grote vraag is hoeveel. Dat weten we dus wellicht richtinggevend in januari 2025, maar pas echt zeker in mei 2025”. 
Voor de jaren 2025 en verder vinden we het, gezien de afspraak vanuit de Hervormingsagenda en de reactie van de VNG, verantwoord om tegenover de structurele autonome kostenstijging van afgerond € 860.000 (€ 825.000 incl. indexering voor 2025) een inkomstenpost, zijnde de compensatie vanuit het Rijk, voor hetzelfde bedrag in de begroting op te nemen. Aangezien de besluitvorming van het Rijk over de compensatie niet eerder dan in het voorjaar van 2025 wordt verwacht, nemen we in de risicoparagraaf het mogelijk niet of niet volledig toekennen van deze compensatie als aanvullend risico bij de jeugdzorg op . 

Baten

4.2A - Openbaar basisonderwijs (nadeel 53.000 )

Huisvestingskosten overig onderwijs (nadeel € 8.000 )
Voorafgaand aan het opstellen van de nieuwe begroting van de gemeente Veenendaal worden de financiële kaders vastgesteld. De daadwerkelijke index voor de huuraanpassing wordt echter, zoals opgenomen in de afgesloten huurcontracten, gebaseerd op de consumenten prijsindexcijfers die maandelijks gepubliceerd worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De stijging van deze index was 0,31%. Hierdoor wordt in 2024 minder huurinkomsten ontvangen dan begroot. 

Huisvestingskosten IKC Franse Gat (nadeel € 45.000 )
Voor de begroting 2024 is € 45.070 huurinkomsten geraamd voor het IKC-Franse Gat. Het pand is echter nog niet gereed en opgeleverd waardoor voor 2024 geen huurinkomsten ontvangen worden.

5.2A - Sportaccommodaties (nadeel € 39.000)    
Voorafgaand aan het opstellen van de nieuwe begroting van de gemeente Veenendaal worden de financiële kaders vastgesteld. De daadwerkelijke index voor de huuraanpassing wordt echter, zoals opgenomen in de afgesloten huurcontracten, gebaseerd op de consumenten prijsindexcijfers die maandelijks gepubliceerd worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De stijging van deze index was 0,31%. Hierdoor wordt in 2024 minder huurinkomsten ontvangen dan begroot. De lagere huurinkomsten worden deels weer gecompenseerd door een lagere subsidie uitkering aan SSV in 2024 voor de sportaccommodaties.

5.3A - Cultuurpresentatie, Cultuurproductie en Cultuurparticipatie (nadeel € 196.000 )
Met het vertrek van de Volksuniversiteit uit het Spectrum komen er minder huurinkomsten binnen. Gedeeltelijk zijn de leegstaande ruimtes in het onderhuurcontract met De Muzen opgenomen (zoals enkele kantoorruimtes, de Spectrumzaal en enkele praktijkruimtes). Echter is er niet meer subsidie uit de cultuurbegroting beschikbaar om de laatste ruimtes en de algemene ruimtes (verkeersruimtes) hier onder te brengen. Verkeersruimtes zullen naar verwachting ook niet verhuurd gaan worden, omdat deze enkel te gebruiken zijn als gangen/hallen, technische ruimtes en toiletruimtes.
Daarnaast geldt dat voorafgaand aan het opstellen van de nieuwe begroting van de gemeente Veenendaal de financiële kaders worden vastgesteld. De daadwerkelijke index voor de huuraanpassing wordt echter, zoals opgenomen in de afgesloten huurcontracten, gebaseerd op de consumenten prijsindexcijfers die maandelijks gepubliceerd worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De stijging van deze index was 0,31%. Hierdoor wordt in 2024 minder huurinkomsten ontvangen dan begroot.

6.1A - Samenkracht en burgerparticipatie (nadeel € 1.000)
Voorafgaand aan het opstellen van de nieuwe begroting van de gemeente Veenendaal worden de financiële kaders vastgesteld.  De daadwerkelijke index voor de huuraanpassing wordt echter, zoals opgenomen in de afgesloten huurcontracten, gebaseerd op de consumenten prijsindexcijfers die maandelijks gepubliceerd worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De stijging van deze index was 0,31%. Hierdoor wordt in 2024 minder huurinkomsten ontvangen dan begroot.

6.2B - Toegang en eerstelijnsvoorzieningen (voordeel € 12.000)
Voorafgaand aan het opstellen van de nieuwe begroting van de gemeente Veenendaal worden de financiële kaders vastgesteld. De daadwerkelijke index voor de huuraanpassing wordt echter, zoals opgenomen in de afgesloten huurcontracten, gebaseerd op de consumenten prijsindexcijfers die maandelijks gepubliceerd worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De stijging van deze index was 0,31%.
Voor het taakveld 6.2B Toegang en eerstelijnsvoorzieningen betekent dit een inkomsten stijging van € 12.000.

6.72B - Jeugdhulp behandeling

We gaan er op dit moment van uit dat het Rijk de autonome kostenstijging van de jeugdhulp, zoals die in deze bestuursrapportage is opgenomen, vanaf 2025 compenseert. Hiervoor wordt structureel een inkomstenraming vanaf 2025 geraamd van afgerond € 860.000 (zijnde € 825.000 inclusief indexering voor 2025). Zie voor een nadere toelichting de eerder vermelde tekst  bij 'Diverse taakvelden Jeugdhulp 6.72  -  Pleegzorg 6.73 -  GGZ 6.74  -  Jeugdreclassering 6.82 Jeugd ( nadeel € 825.000 )'.

Risico's / ontwikkelingen Sociale Leefomgeving

Terug naar navigatie - Risico's / ontwikkelingen Sociale Leefomgeving

Verbeteren infrastructuur sociaal ontwikkelbedrijven 
Vanuit het Rijk ontvangen we een bedrag van afgerond € 243.000 aan incidentele middelen met als doel het verbeteren van de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven.  Deze incidentele middelen worden voorlopig toegevoegd aan de reserve van de GR SWZOU, waarmee we toekomstige financiële uitdagingen kunnen opvangen.
Met het raadsbesluit d.d. 20 juni 2024 heeft de raad een zienswijze gegeven over de ontwerpbegroting 2025 van de GR SWZOU. De raad gaf hierbij aan: "De ontwerpbegroting 2025 van de GR SWZOU is niet sluitend, daarnaast ontstaan er extra kosten voor de langlopende lening door de rentewijziging in 2025. De GR onttrekt middelen over de komende jaren vanuit haar bestemmingsreserve: wij vragen om een reactie te formuleren over het sluitend maken van de begroting van de GR."
In de eerstvolgende bestuursvergadering verwachten we meer duidelijkheid over hoe deze middelen worden uitgegeven in afstemming met IW4. 

Ontwikkelingen arbeidsmarkt en bijstandsbestand.  
Een groot deel van de bijstandsgerechtigden heeft door bijvoorbeeld medische, psychische of sociale problematiek langere tijd geen mogelijkheden om uit te stromen naar werk. De arbeidsmarkt laat naast een lagere banengroei ook een toename zien van faillissementen in diverse sectoren, waaronder de detailhandel. Dit zorgt voor een licht hogere instroom in de bijstand ten opzichte van uitstroom uit de bijstand. De krapte op de arbeidsmarkt is structureel. Hierdoor is instroom in de bijstand uit werk veelal kortdurend en ontstaan nieuwe kansen voor mensen die voorheen geen toegang tot werk hadden.

Ontwikkeling BUIG-budget 
Ten behoeve van de bijstandsuitkeringen ontvangen we van het Rijk het BUIG-budget (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten). Aangezien Veenendaal al langere tijd een zogenaamde ‘voordeelgemeente’ is (we ontvangen meer middelen van het Rijk dan we nodig hebben om de uitkeringen te betalen) is een deel van het BUIG budget een aantal jaren geleden structureel afgeroomd. 

Inmiddels zien we dat het bijstandsbestand toeneemt en ook iets sneller groeit dan het landelijk gemiddelde. Veenendaal ontwikkelt zich met 102,75 en landelijk met 101,4%. 
We monitoren deze ontwikkeling de komende maanden en komen hier indien nodig bij de derde bestuursrapportage van 2024 op terug.

Hersteloperatie toeslagenaffaire
De hersteloperatie toeslagenaffaire wordt doorontwikkeld. Allereerst willen we met een lotgenotencontactgroep en de inzet van een ervaringsdeskundige een groep bereiken die zich nog niet heeft gemeld. De personele inzet hebben we hierop aangepast. Daarnaast willen we de uitvoering van de persoonlijke plannen van aanpak (de niet-materiele aanpak) gaan beleggen bij de reguliere organisatie. In het derde kwartaal van 2024 wordt duidelijk wat er nodig is voor de doorontwikkeling. Eventuele financiële consequenties worden vergoed door het Rijk.

Schulddienstverlening
Het aantal aanmeldingen bij het Budgetloket en onze (contract-)partners stijgt. Voor de eerste helft van 2024 was deze toename 50% ten opzichte van 2021. Deze toename is in het derde kwartaal weer gedaald. Deze toename komt door de inzet van het instrument vroegsignalering en het communicatieplan schulddienstverlening 2024. Op basis van dit plan wordt regelmatig gepubliceerd via de gebruikelijke kanalen en daarnaast is de zichtbaarheid op de website verbeterd. Zodoende weten inwoners de weg naar schuldhulpverlening steeds beter te vinden. 
Deze toename heeft vooralsnog geen financiële of formatieve gevolgen. De hogere werkdruk en de toename van wachtlijsten wordt opgevangen door de interne werkprocessen efficiënter te organiseren – door inzet van ICT-middelen - zonder dat de kwaliteit van dienstverlening achteruit gaat.   

Verder is er recent een landelijk bestuurlijk akkoord gesloten over de basisdienstverlening schulddienstverlening. Doel is dat het hulpaanbod toegankelijker wordt en dat iedere gemeente minimaal dezelfde basisdienstverlening aanbiedt. Het gaat in totaal om 20 elementen die ingevoerd dienen te worden. Niet alle elementen kunnen nu al geïmplementeerd worden, zoals het landelijk meldpunt. Sommige elementen, zoals het saneringskrediet en het Schuldenknooppunt, zijn al geïmplementeerd door onze gemeente. In het vierde kwartaal van 2024 wordt uitgewerkt hoe de basisdienstverlening in Veenendaal wordt geïmplementeerd. Het Rijk stelt voor de basisdienstverlening en de aanpak armoede structureel € 120.000  per jaar beschikbaar. We zetten de ene helft ( € 60.000 ) in voor basisdienstverlening en de andere helft voor de aanpak armoede.

Inburgering
Door een verhoogde instroom in de inburgering verwachten we tot en met 2026 hoge caseloads. We zijn bezig om de formatie hierop aan te passen. Naast een hoge instroom zijn de caseloads hoger dan vooraf ingeschat, doordat de uitstroom uit het inburgeringsproces vertraging oploopt. Dit komt door wachtlijsten bij diverse aanbieders. Om te voorkomen dat de motivatie van inburgeraars wegzakt onderzoeken we of er extra taallessen ingekocht kunnen worden. De kosten hiervan komen bovenop de kosten voor de reguliere inburgeringstrajecten. De rechtvaardiging voor deze extra kosten kan worden gevonden in een snellere en duurzamere uitstroom uit de bijstand. 

In 2023 is ingezet op verbetering van het traject maatschappelijke begeleiding zoals dat lokaal door Vluchtelingenwerk wordt uitgevoerd. De eerste tekenen van verbeteringen zijn zichtbaar. We blijven dit de komende periode monitoren. Daarnaast starten we eind 2024 een pilot om te onderzoeken of de begeleiding ook anders ingericht kan worden. Er is namelijk een overlap met reguliere taken van medewerkers van onze gemeente. Bovendien bestaat het vermoeden dat een deel van de taken beter bij een professional belegd kunnen worden. De bevindingen van deze pilot worden meegenomen in de Europese aanbesteding inburgering die naar verwachting eind 2025 is afgerond.

Wmo Schoonmaakondersteuning
Het aantal cliënten Schoonmaakondersteuning blijft zoals verwacht stijgen.  Het aantal cliënten is gestegen van 1560 (begin april) naar ongeveer 1600 (begin juli). Daar staat een lichte daling van het aantal cliënten begeleiding individueel licht tegenover. Vanaf 1 januari 2025 worden deze twee producten samengevoegd tot hulp bij huishouden. Voor 2024 blijft de prognose voor Schoonmaakondersteuning gelijk aan de prognose uit de eerste bestuursrapportage 2024.

Vastgoed Rembrandt College
Voor de gevel van het Rembrandt College zijn constructieve werkzaamheden noodzakelijk in verband met de veiligheid. Het schoolbestuur heeft in verband met het herstel van constructiefouten een aanvraag gedaan in het kader van het huisvestingsplan. De werkzaamheden blijken echter aanzienlijk omvangrijker dan vooraf ingeschat, de gemeente is verantwoordelijk voor de kosten van het herstel van deze constructiefout. Over de werkzaamheden vindt overleg plaats tussen het schoolbestuur en de gemeente. Het is nog niet duidelijk welke extra kosten hiermee zijn gemoeid.

Opvang Oekraïense ontheemden
De opvang van Oekraïense ontheemden in Veenendaal is verspreid over negen gemeentelijke opvanglocaties. Op dit moment worden er in totaal circa 290 personen opgevangen 
verspreid over de gemeentelijke opvanglocaties en in de particuliere opvang. Recent hebben wij het pand aan de Kerkewijk 59 geopend en is daar onze negende opvanglocatie. 
 Op landelijk en provinciaal niveau blijven we zien dat de opvang van Oekraïense vluchtelingen onder druk staat. Zeker ook gelet op het feit dat er in de aankomende periode ook grotere opvanglocaties binnen de provincie Utrecht gaan sluiten. De richtlijn tijdelijke bescherming (RTB) is recent verlengd tot maart 2026. De financiering vanuit het Rijk van de opvang zelf voorziet in de door de gemeente gemaakte kosten van opvang, leefgeld en ambtelijke inzet.

Crisis Noodopvang Wageningselaan
Sinds augustus 2022 is er een crisisnoodopvang locatie aan de Wageningselaan 2 (het voormalig Belcompany gebouw). Voor de organisatie van deze opvanglocatie werken wij 
samen met de Veiligheidsregio Utrecht. De kosten die gemaakt worden voor deze crisisnoodopvang factureren wij één op één door aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Op dit moment hebben wij 236 bedden op de crisisnoodopvang. 

Spreidingswet
Sinds 31 januari 2024 is de Spreidingswet van kracht. Met de Spreidingswet hebben gemeenten de taak gekregen om asielopvang binnen de gemeente te organiseren. 
Voor Veenendaal geldt dat wij een taakstelling hebben van 380 personen. Momenteel onderzoeken we op welke manier langjarige opvang mogelijk is in het voormalig Belcompany gebouw en daarnaast zijn we ons bewust dat daarmee nog niet voldaan wordt aan onze taakstelling vanuit de Spreidingswet. We onderzoeken op welke manier we hier mogelijk invulling aan kunnen geven

Kosten ontwikkeling jeugd
Op basis van de Voortgangsrapportage van Jeugdregio FoodValley juli 2024 verwachten we dat de kosten voor Jeugdzorg ultimo 2024 € 825.000,- hoger uitkomen dan waarmee in onze begroting rekening is gehouden. Dit bedrag is gebaseerd op de bekende kosten over de eerste vier maanden van 2024, en vervolgens doorgerekend voor geheel 2024. De stijging in de kosten worden veroorzaakt door de autonome groei in het aantal cliënten en een toename van de intensiteit. 
Per jaar neemt deze autonome groei toe met circa 8%. Deze autonome groei komt overeen met de landelijke en regionale trends. In de informatie die in de komende periode gedeeld wordt met de raad, zullen wij gedetailleerder toelichten welke trends wij zien in de diverse productgroepen. 

Voor de  financiële verwerking van deze structurele kostenstijging en de nadere toelichting hierop wordt verwezen naar hetgeen hierover bij  de toelichting op de financiële ontwikkelingen is opgenomen. 

Mogelijke incidentele teruggave over 2023
Gemeente Veenendaal betaalt maandelijks een voorschot aan het knooppunt (op basis van de verwachte kosten). Het facturatieproces over 2023 loopt nog door tot mei 2025. Medio 2025 vindt de uiteindelijke afrekening plaats en wordt duidelijk of  we nog geld ontvangen en zo ja, wat de hoogte van dit bedrag zal zijn. Dit wordt dan verwerkt in de P&C cyclus.