Ontwikkeling Gemeentefonds
Het Rijk is al enige jaren bezig met de voorbereidingen voor de herijking (herverdeling) van het gemeentefonds. Deze herverdeling moet zijn beslag krijgen met ingang van 2023. De herverdeling is nodig omdat het huidige model verouderd is en op onderdelen (waaronder het sociaal domein) niet meer voldoet aan de huidige ontwikkelingen en bestaande kostenpatronen.
De minister van Binnenlandse Zaken heeft het voorstel over de herverdeling in juli 2021 voor advies naar de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de VNG gestuurd. In oktober 2021 heeft het ROB in haar advies aangegeven dat het nieuwe verdeelmodel weliswaar een verbetering inhoudt, maar onvoldoende rekening houdt met de problematiek waar gemeenten mee geconfronteerd worden. Het model vertoont patronen die niet uitlegbaar zijn, bevat keuzes die meer bestuurlijke verantwoording behoeven en er moet beter rekening gehouden worden met de draagkracht van de gemeenten.
In een reactie op dit advies en op basis van nadere informatie vanuit het ministerie heeft de VNG in haar ledenvergadering van 13 januari jl. een resolutie aangenomen waarin zij de minister oproept het nieuwe verdeelmodel pas in te voeren als het model is aangepast in lijn met de aanbevelingen c.q. randvoorwaarden vanuit het ROB-advies en wanneer het gemeentefonds verhoogd is naar een acceptabel niveau.
Ondanks de negatieve adviezen van de VNG en ROB heeft de minister van Binnenlandse Zaken toch besloten dat het herziene verdeelmodel van het gemeentefonds al per 1 januari 2023 wordt ingevoerd. Daarbij heeft de minister toegelicht dat geen enkele gemeenten in de periode 2023-2025 er financieel op achteruit gaat. Daarbij merken wij op dat het verdeelsysteem wel tot financiële nadelen kan leiden, maar dat deze worden gecompenseerd door extra storting in het gemeentefonds in die periode op basis van het regeerakkoord. Zoals bekend presenteerden VVD, D66, CDA en ChristenUnie op 15 december jl. het landelijke coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. De uitwerking hiervan is van groot belang met het oog op de begrotingsvoorbereiding en de coalitiebesprekingen van het nieuwe college om zicht te krijgen op de financiële gevolgen van het landelijk coalitieakkoord voor onze gemeente. Daarom is eind maart door de Minister van Binnenlandse Zaken, vooruitlopend op de meicirculaire 2022, een eerste doorkijkje gegeven van de financiële gevolgen voor de gemeenten.
Verloop van de algemene uitkering Gemeentefonds
Het kabinet Rutte IV heeft er voor gekozen om de komende kabinetsperiode extra middelen uit te trekken voor gemeenten en provincies om de grote maatschappelijke uitdagingen te realiseren. Provincies en gemeenten leveren hierin een grote bijdrage.
In het regeerakkoord is daarom rekening gehouden met de volgende zaken:
• Een toename van het gemeentefonds tijdens de regeerperiode 2022-2025 door onder meer voorgenomen beleidsintensiveringen, het schrappen van de oploop van de huidige opschalingskorting en het beschikbaar stellen van additionele financiering voor de jeugdzorg;
• Het in het leven roepen van nieuwe c.q. ophogen van bestaande fondsen, waarop gemeenten een beroep kunnen doen, zoals het Klimaat- en Transitiefonds (€ 35 mld), het Stikstoffonds (€ 25 mld), de Woningbouwimpuls en het Volkshuisvestingsfonds (€ 750 mln. voor de periode 2023-2025); het Mobiliteitsfonds ( € 7,5 mld.) en het Nationaal Groeifonds (€ 3 mld.).
Een belangrijk aandachtspunt hierbij is dat het Rijk ervoor gekozen heeft om de extra middelen toe te kennen voor de periode 2022 – 2025. Voor 2026 en de daaropvolgende jaren wordt het accres aanzienlijk verlaagd en is ook de oploop van de opschalingskorting weer volledig van kracht. Hierdoor hebben de extra middelen vanuit het regeerakkoord op dit moment een incidenteel karakter. Naar verwachting zal in de meicirculaire 2022 duidelijk worden wat de exacte gevolgen van het regeerakkoord voor de gemeente Veenendaal voor de periode 2022 – 2025 zijn.
Gevolgen maartbrief 2022 Gemeentefonds
In de raadsinformatiebrief (2022/1913341) van 25 april jl. is informatie gegeven over ontwikkelingen met betrekking tot het gemeentefonds gebaseerd op de maartbrief van het Rijk. Deze brief geeft een eerste beeld van de gevolgen voor individuele gemeenten van de belangrijkste maatregelen uit het landelijke coalitieakkoord van het kabinet Rutte-IV die betrekking hebben op het gemeentefonds. Ook wordt in de brief een indicatie gegeven van het bedrag wat de gemeente in 2022 ontvangt voor de eenmalige energietoeslag ten behoeve van huishoudens met een laag inkomen. Tenslotte wordt in de brief aangekondigd dat de nieuwe verdeling van het gemeentefonds per 1 januari 2023 wordt ingevoerd.
• De ingroeiperiode wordt ingekort naar 3 jaar;
• De herverdeeleffecten in het eerste jaar worden beperkt tot € 7,50 per inwoner. Na 3 jaar is het maximale herverdeeleffect € 37,50 per inwoner;
• Jaarlijks zullen de fondsbeheerders monitoren of de nieuwe verdeling de kosten in het sociaal domein goed blijft volgen;
• Voor een beperkte groep gemeenten met beperkte financiële draagkracht en een lage sociaal-economische status komt er een aangepast ingroeipad;
• In 2025 wordt de invoering van het nieuwe model geëvalueerd.
Met het coalitieakkoord lijkt in de komende jaren weliswaar een ruime hoeveelheid extra middelen beschikbaar te komen, maar over de financiële positie van gemeenten na 2026 blijven grote zorgen bestaan. Veel van de extra middelen zullen vanaf dat jaar weer wegvallen door het stopzetten van de normeringssystematiek en de terugkeer van de opschalingskorting. De VNG wil dat er zo snel mogelijkheid duidelijkheid van de overheid over de financiële zekerheid na 2026.
Hoewel het in de brief slechts om indicatieve bedragen gaat (in de meicirculaire zullen naar verwachting de definitieve bedragen worden gegeven) worden de nu genoemde bedragen wel in deze Kaderbrief opgenomen, om een zo compleet mogelijk perspectief te schetsen voor de komende jaren. In de Programmabegroting 2023-2026 worden de gegevens dan verder uitgewerkt.
Schrappen opschalingskorting
Uitgegaan is van een bedrag per inwoner van € 22 in 2023, € 29 in 2024 en € 36 in 2025. Het aantal inwoners is 66.900 (o.b.v. betaalspecificatie uitkering gemeentefonds mrt. 2022).
Stijging accres
Uitgegaan is van een bedrag per inwoner van € 45 in 2023, € 83 in 2024, € 94 in 2025 en € 36 in 2026. Het aantal inwoners is 66.900 (o.b.v. betaalspecificatie uitkering gemeentefonds mrt. 2022).
Onderuitputting
Aannemelijk is dat er de komende jaren opnieuw sprake is van een onderuitputting van de rijksbegroting. Voor de berekening zijn de volgende percentages gehanteerd: 20% in 2023, 15% in 2024 en 25% vanaf 2025. De percentages zijn gebaseerd op het landelijke rekenmodel.
Inflatie 2% aan lastenkant
Voor de berekening van de verwachte inflatie over het extra accres is een indexcijfer van 2% gehanteerd.
Aanvullend 25% jeugdzorg
In de huidige meerjarenbegroting is rekening gehouden met 75% van de toegezegde bedragen vanuit de Hervormingsagenda. De resterende 25% is hier opgenomen.
Extra besparing jeugdzorg
Het betreft extra beleidsmaatregelen (normeren behandelduur of eigen bijdrage). Momenteel is door het kabinet het voornemen uitgesproken om het hiermee gemoeide bedrag van € 500 miljoen te schrappen. Wat de gevolgen hiervoor zijn voor de gemeenten is op dit moment niet duidelijk.
WMO abonnementstarief
Het gemeentefonds wordt gekort in verband met het invoeren van een verplichte eigen bijdrage.
Overige kortingen
Er vindt een uitname plaats m.b.t. de financiering voor de lokale omroepen.
(bedragen x € 1.000,-) |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
1. Schrappen opschalingskorting |
1.472 |
1.940 |
2.408 |
0 |
2. Stijging accres |
3.011 |
5.553 |
6.289 |
3.011 |
3. Onderuitputting |
-587 |
-814 |
-875 |
-875 |
4. Inflatie 2% aan lastenkant |
-59 |
-109 |
-124 |
-41 |
5. Aanvullend 25% jeugdzorg |
1.668 |
1.566 |
1.444 |
995 |
6. Extra besparing jeugdzorg |
0 |
-459 |
-2.295 |
-2.295 |
7. WMO abonnementstarief |
35 |
35 |
-280 |
-280 |
8. Overige kortingen |
-39 |
-39 |
-144 |
-144 |
Saldo effecten maartbrief 2022 |
5.501 |
7.673 |
6.422 |
370 |