Wmo
Schoonmaakondersteuning
We zien nog steeds een stijging in het aantal cliënten dat gebruik maakt van schoonmaakondersteuning. Daarnaast zien we dat zorgaanbieders weinig tot geen plek meer hebben om nieuwe cliënten aan te nemen. Het is erg lastig om in de huidige arbeidsmarkt aan nieuw personeel te komen. Hierdoor kan het zo zijn dat mensen langer op schoonmaakondersteuning moeten wachten. We informeren cliënten over de huidige problematiek. Ook blijven we met de aanbieders in contact over de problematiek en zoeken gezamenlijk naar mogelijke, passende oplossingen.
Sterke stijging cao’s Wmo Immaterieel
Elk jaar indexeren we de tarieven voor Wmo Immaterieel. Dit is nodig om de zorgaanbieders te compenseren voor stijgende kosten en te blijven voldoen aan de Algemene maatregel van bestuur reële prijs. Het Rijk betrekt de loonstijgingen in de zorg bij de indexering van het gemeentefonds. De cao’s waar zorgaanbieders Wmo Immaterieel onder vallen (GGZ, gehandicaptenzorg en VVT) voeren stijgingen van het salaris door in 2023. Zowel voor 2023 als 2024 bestaat het risico dat het indexeren van tarieven eerder moet óf hoger is dan de verhoging van het gemeentefonds.
Nieuwe aanbesteding immaterieële Wmo voorzieningen
In 2023 starten we met de voorbereidingen voor de aanbesteding Wmo Immaterieel. Per 1 januari 2025 gaan de nieuwe contracten in. Het uitvoeren van deze aanbesteding kost ongeveer € 35.000,- onder andere voor een kostprijsonderzoek. Deze kosten dekken we uit de reguliere Wmo-middelen.
Jeugd
Vanaf 2022 stijgen de jeugdzorgkosten sterk. De trajecten van ambulante jeugdhulp duren langer en het aantal residentiële plaatsingen neemt toe. Het CJG heeft een beperkte invloed op de sterke ontwikkeling van de stijging residentiele casuïstiek. Daarnaast zijn er kosten ten behoeve van een herstelplan van een grote en landelijk opererende zorgaanbieder. Hierover hebben we in de eerste bestuursrapportage 2023 gerapporteerd.
In de eerste vier maanden van 2023 zien we een verdere stijging van kosten op met name ambulante jeugdhulp. De stijging van het aantal zaken residentiele zorg lijkt te stabiliseren, maar het is nog te vroeg om te kunnen zeggen of de kosten zullen dalen. We houden rekening met een prognose van € 25,64 miljoen, inclusief Veilig Thuis van ca. € 650.000. Deze prognose is op dit moment binnen de gemeentelijke begroting te dekken. We blijven dit nauwlettend volgen.
We werken blijvend aan maatregelen om kosten om te buigen. Een van deze maatregelen is het werken in de proeftuin Kind- en gezinsbescherming. Dit is een regionale pilot. Er bestaat een risico dat de kosten op veiligheid in het preventieve kader door deze proeftuin hoger uitvallen dan verwacht, omdat de inzet van de medewerkers uit het budget van maatwerk. Door deze proeftuin zijn er geen gedwongen maatregelen meer nodig geweest voor onze inwoners, en hebben we kunnen volstaan met preventieve maatregelen, Hiermee zijn de kosten ook verschoven. We volgen alle trends en ontwikkelingen. In juni 2023 is de landelijke Hervormingsagenda Jeugd vastgesteld. In het derde kwartaal wordt onderzocht hoe hier lokaal uitvoering aan zal worden gegeven.
Minimaregelingen
Op 1 december 2021 is de Veenendaalpas geïntroduceerd als uitvoeringsinstrument van de minimaregelingen. Het bereik van de pas is de afgelopen anderhalf jaar met 36% toegenomen. We zien dat er een nieuwe groep gebruik maakt van de diverse regelingen. Dit komt enerzijds doordat het aanvragen van de energietoeslag is gekoppeld aan de Veenendaalpas en anderzijds dat er een hogere urgentie is om gebruik te maken van de minimaregelingen door de oplopende inflatie.
Verder is de regeling meerkosten chronisch zieken met ingang van 1 januari 2023 opnieuw ingevoerd, inclusief een eenmalige verhoging van € 200,- naar € 500,-. Deze regeling was aan te vragen van 5 april 2023 tot 1 juli 2023. Het bereik van de regeling is vele malen hoger dan verwacht vanwege:
• hogere urgentie vanwege oplopende inflatie;
• stijging van de bijstandsnorm (10%) waardoor de doelgroep met een andere inkomensbron dan een bijstandsuitkering eerder in aanmerking komt voor de minimaregelingen;
• toename van het aantal mensen met GarantVerzorgd 3 van Menzis met 53% (dit is een van de mogelijke bewijsstukken voor de regeling meerkosten chronisch zieken);
• veelvuldige communicatie.
Schuldhulpverlening
De tendens is dat het aantal aflossingsafspraken stijgt en dat het aantal schuldregelingen daalt. Dit is het gevolg van vroeger signaleren. Op dit moment is nog niet duidelijk of het terugbrengen van de duur van de wettelijke schuldregeling (van 36 maanden naar 18 maanden) gevolgen heeft. Verwacht wordt dat het aantal dwangakkoorden en het aantal zogenaamde ‘draaideurklanten’ stijgt. Het is nog niet zeker of dit tot stijgende kosten leidt.
De aanpak ‘geldzorgen, armoede en schulden’ heeft gevolgen voor de aanpak van schuldhulpverlening aan ondernemers. In de meicirculaire 2023 zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld. Ook voor 2024 zijn middelen toegezegd, maar de hoogte is nog niet bekend. De ambitie wordt hierop afgestemd.
Er is al enkele jaren een structureel tekort op het budget schulddienstverlening van ongeveer € 50.000,-. Dit tekort werd tot nu toe jaarlijks opgevangen met incidentele middelen voor de aanpak van schulden en geldzorgen. Er is vooralsnog geen zicht op nieuwe incidentele middelen. Bovendien is de besteding van de genoemde incidentele middelen niet optimaal, omdat de middelen nu worden gebruikt om het tekort op te vangen in plaats van gerichte ondersteuning van inwoners met geldzorgen en schuldenproblematiek. Tevens zijn er geen structurele middelen beschikbaar voor uitvoering van de wettelijke taak schulddienstverlening aan ondernemers. Hiervoor is jaarlijks € 40.000,- nodig. In deze bestuursrapportage is daarom vanaf 2024 totaal € 90.000,- bijgeraamd.
Verder heeft het ministerie besloten dat de kosten voor budgetbeheer aan inwoners die onder de Wet langdurige zorg (Wlz) vallen, niet langer worden vergoed op grond van de Wlz. Vergoeding vanuit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening of de Participatiewet (in de vorm van bijzondere bijstand voor bewindvoering) ligt voor de hand.
Voor inwoners die onder beschermd wonen vallen en tevens begeleiding van Kwintes ontvangen, is er geen budget meer voor budgetbeheer vanuit de zorgkantoren. Zorgkantoren hebben geen budget, omdat de verantwoordelijkheid is weggehaald bij de Wlz en is verschoven naar armoede/schuldhulp. Kwintes heeft aangekondigd een aanvullende subsidie aanvraag in te dienen. We gaan onderzoeken of deze stijging valt onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Dit kan tot een stijging van subsidiekosten of kosten voor bijzondere bijstand leiden. De kosten zijn ongeveer € 30.000,- op jaarbasis.
Energietoeslag
Inwoners met een laag inkomen hebben in 2022 een energietoeslag kunnen aanvragen ter compensatie van de hoge energierekening. Door de kabinetsval is de energietoeslag voor 2023 uitgesteld. Het wetsvoorstel is aangeboden aan de Tweede Kamer, maar het is nog onbekend of deze controversieel wordt verklaard of niet. Indien het wetsvoorstel wel wordt behandeld voor de verkiezingen dan is de beoogde ingangsdatum half oktober 2023.
De eventuele energietoeslag 2023 voeren we ook uit voor de gemeenten Rhenen en Renswoude. De vergoeding voor de uitvoeringskosten wordt aan ons uitgekeerd. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het budget dat het Rijk beschikbaar stelt voor deze toeslag. De toekomstige ontvangsten worden budgetneutraal verwerkt.
Inburgering
De verwachting is dat de instroom, ook in 2024, hoog blijft. Dit heeft, naast consequenties voor de formatie, gevolgen voor de uitgaven voor taalmaatjes inburgering. Voor 2024 zijn er opnieuw meer taalmaatjes nodig en dus meer subsidie. De wachtlijst bij de grootste taalschool (vanwege personeelstekort) is inmiddels weggewerkt. Wel is het soms nodig dat inburgeraars wachten op plaatsing in de beste groep. Dit verhoogt de kwaliteit van de lessen, maar ook kunnen er kortdurende (taal-) trajecten nodig zijn om een zinvolle tijdsbesteding aan te bieden.
Verder wordt onderzocht of de trajecten maatschappelijke begeleiding, participatie en zelfredzaamheid kunnen worden verbeterd. Hier wordt gedacht aan buddy’s en een andere invulling van maatschappelijke begeleiding. In de tweede helft van 2023 wordt duidelijk hoe het nieuwe traject er uit kan zien en wat hiervan de kosten zijn.
Ondersteuningsvraag re-integratie
Door de krapte op de arbeidsmarkt en landelijke ontwikkelingen wijzigt de ondersteuningsvraag op het gebied van re-integratie. Deze is niet alleen meer gericht op uitkeringsgerechtigden, maar meer algemeen op inwoners met een ondersteuningsvraag op het gebied van arbeidstoeleiding. Er is in Veenendaal een toename te zien van projecten die zich (mede) richten op deze vraag. Het gaat bijvoorbeeld om gesubsidieerde projecten vanuit het coronaherstelfonds die incidenteel zijn gefinancierd. Een aantal organisaties vraagt om vervolg te geven aan projecten die gericht zijn op bijvoorbeeld tegengaan van voortijdig schoolverlaters of het inzichtelijk maken van onbenut arbeidspotentieel. Er zijn regionale subsidiemogelijkheden, maar we sluiten niet uit dat voor dit soort projecten (deels) dekking uit gemeentelijke re-integratiemiddelen moet worden overwogen. Dit kan zorgen voor extra druk op de beschikbare budgetten.
Beschut werk
Het aantal beschut werkers in Veenendaal blijft iets achter op de taakstelling vanuit het Rijk. Het Rijk is bezig om de verdeling van de aantallen te herzien. Hierdoor is de kans groot dat Veenendaal op termijn minder beschut werkers toegewezen krijgt met als gevolg minder budget.
Minister Schouten heeft op 6 juli 2023 een brief naar de Tweede Kamer gezonden over de extra financiële middelen voor beschut werk. De brief komt tegelijk met de publicatie van een onderzoek van Significant APE, waaruit blijkt dat gemeenten op dit moment tot € 10.000, - per werkplek moeten bijleggen. Voor de infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven wordt voor 2024 een budget van € 63,9 miljoen beschikbaar gesteld op de begroting van SZW. Voor beschut werk gaat het in 2024 om een extra investering van € 23,1 miljoen. Dit bedrag loopt vervolgens op naar € 64,7 miljoen in de structurele situatie. Per 2024 krijgen gemeenten een aanvullend bedrag van € 2.157, - per beschutte werkplek. Tot die tijd worden de plekken door de gemeente Veenendaal voor het standaardbedrag ingekocht bij IW4 en andere sociale werkbedrijven. Nu gaat het om totaal 26 beschut werkplekken in gemeente Veenendaal waarbij het overgrote gedeelte werkt bij IW4 en de rest bij overige bedrijven in de regio.
Breed offensief
Op 1 juli 2023 zijn de wetswijzigingen uit het wetsvoorstel “Uitvoeren Breed Offensief” in werking getreden. De wijzigingen die als gevolg hiervan moeten worden verwerkt in de integrale verordening Sociaal Domein worden in december voorgelegd aan de gemeenteraad. Het Rijk heeft aan gemeenten incidenteel budget toegekend voor de implementatie van de wijzigingen en structureel budget in de BUIG voor de extra inkomstenvrijlating. Gemeenten ontvangen geen extra middelen voor de verstrekking van ondersteuning bij re-integratie en ondersteuning op de werkvloer. Er wordt beter inzichtelijk welke voorzieningen gemeenten kunnen bieden aan inwoners uit de doelgroep loonkostensubsidie. Hierdoor stijgt mogelijk het beroep daarop. Een toename in de vraag naar vervoersvoorzieningen kan de druk op de gemeentelijke budgetten vergroten. Het effect is echter op dit moment onzeker.
Aanvraag ESF-subsidie
De gemeenten in de arbeidsmarktregio Foodvalley nemen samen deel aan het subsidietraject ESF REACT-EU. Dit traject richt zich op re-integratie van inwoners met een kwetsbare positie op de arbeidsmark en loopt door tot en met 2027. De verantwoording over de periode 2020 – 2022 is begin dit jaar ingediend. Wij verwachten dit boekjaar het resultaat te ontvangen. Hoe hoog deze zal zijn en of we het resultaat inderdaad dit jaar ontvangen is afhankelijk van de toetsing door het ministerie.