Voortgang inhoud inspanningen/acties

Programma 3: Sociale leefomgeving

Voortgang inhoud inspanningen/acties

Thema I: Inkomen

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema I: Inkomen - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema I: Inkomen - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema II: Sociaal domein - Participatie en re-integratie

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema II: Sociaal domein - Participatie en re-integratie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema II: Sociaal domein - Participatie en re-integratie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema III: Sociaal domein - WMO

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema III: Sociaal domein - WMO - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema III: Sociaal domein - WMO - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

III.a. Intensivering samenwerking in 2025 met de gemeenten in de Valleiregio de komende jaren t.b.v. het zorgdragen voor een kwalitatief goede ondersteuningsstructuur voor de doelgroep van Beschermd Wonen (MD1).

Terug naar navigatie - Thema III: Sociaal domein - WMO - Wat willen we bereiken? (doelstellingen) - III.a. Intensivering samenwerking in 2025 met de gemeenten in de Valleiregio de komende jaren t.b.v. het zorgdragen voor een kwalitatief goede ondersteuningsstructuur voor de doelgroep van Beschermd Wonen (MD1).

III.b. Een duurzame beweging voort te zetten om kwalitatief goede, beschikbare en betaalbare hulp dichtbij mensen te organiseren: Van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis (MD1).

Terug naar navigatie - Thema III: Sociaal domein - WMO - Wat willen we bereiken? (doelstellingen) - III.b. Een duurzame beweging voort te zetten om kwalitatief goede, beschikbare en betaalbare hulp dichtbij mensen te organiseren: Van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis (MD1).

III.d. Stevige basis voor een gerichte lokale en regionale aanpak op het gebied van preventie, gezondheid en sociale basis met als stip op de horizon een gezonde generatie in 2040 (MD1, MD2).

Terug naar navigatie - Thema III: Sociaal domein - WMO - Wat willen we bereiken? (doelstellingen) - III.d. Stevige basis voor een gerichte lokale en regionale aanpak op het gebied van preventie, gezondheid en sociale basis met als stip op de horizon een gezonde generatie in 2040 (MD1, MD2).

III.e. Een omgeving waarin jongeren gezond, veilig en kansrijk kunnen opgroeien. Zodat ze lekkerder in hun vel zitten en minder/geen alcohol drinken, roken of drugs gebruiken (MD2).

Terug naar navigatie - Thema III: Sociaal domein - WMO - Wat willen we bereiken? (doelstellingen) - III.e. Een omgeving waarin jongeren gezond, veilig en kansrijk kunnen opgroeien. Zodat ze lekkerder in hun vel zitten en minder/geen alcohol drinken, roken of drugs gebruiken (MD2).

Thema IV: Sociaal domein - Jeugd

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema IV: Sociaal domein - Jeugd - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema IV: Sociaal domein - Jeugd - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

IV.a. Het doel van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming is enerzijds de implementatie van het regionaal veiligheidsteam en de versterking van het lokale team. Anderzijds om de integrale samenwerking en effectiviteit van deze teams te

Terug naar navigatie - Thema IV: Sociaal domein - Jeugd - Wat willen we bereiken? (doelstellingen) - IV.a. Het doel van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming is enerzijds de implementatie van het regionaal veiligheidsteam en de versterking van het lokale team. Anderzijds om de integrale samenwerking en effectiviteit van deze teams te

IV.b. De in 2024 inzichtelijk gemaakte gevolgen van de Hervormingsagenda worden vertaald naar maatregelen op lokaal en regionaal niveau voor het jaar 2025. Ook blijven wij nieuwe ontwikkelingen nauwgezet volgen en nemen daarop actie indien gewenst.

Terug naar navigatie - Thema IV: Sociaal domein - Jeugd - Wat willen we bereiken? (doelstellingen) - IV.b. De in 2024 inzichtelijk gemaakte gevolgen van de Hervormingsagenda worden vertaald naar maatregelen op lokaal en regionaal niveau voor het jaar 2025. Ook blijven wij nieuwe ontwikkelingen nauwgezet volgen en nemen daarop actie indien gewenst.

Thema VI: Sport

Thema VII: Cultuur

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema VII: Cultuur - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema VII: Cultuur - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

VII.d. Invoering zorgplicht bij bibliotheken naar aanleiding van de wetswijziging Wsob (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen).

Terug naar navigatie - Thema VII: Cultuur - Wat willen we bereiken? (doelstellingen) - VII.d. Invoering zorgplicht bij bibliotheken naar aanleiding van de wetswijziging Wsob (Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen).

Thema VIII: Welzijn

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema VIII: Welzijn - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Thema VIII: Welzijn - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Financiële ontwikkelingen Sociale leefomgeving

Terug naar navigatie - Programma 3: Sociale leefomgeving - Financiële ontwikkelingen Sociale leefomgeving
Bedragen x €1.000
Feiten en ontwikkelingen Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028
Lasten
4.3A - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken -75 0 0 0
5.3B - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 50 0 0 0
6.22A - Toegang en eerstelijnsvoorzieningen Jeugd 191 0 0 0
6.3A - Inkomensregelingen -350 0 0 0
6.4 - WSW en beschut werk 51 0 0 0
6.5A - Arbeidsparticipatie -371 0 0 0
6.752 - Jeugdhulp ambulant regionaal 1.984 0 0 0
6.762 - Jeugdhulp met verblijf regionaal 796 0 0 0
6.821 - Jeugdbescherming 254 0 0 0
Totaal Lasten 2.530 0 0 0
Baten
4.2A - Openbaar basisonderwijs 0 4 4 4
6.751 - Jeugdhulp ambulant lokaal -860 0 0 0
Totaal Baten -860 4 4 4
Saldo van baten en lasten -3.390 4 4 4

Toelichtingen financiële ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Programma 3: Sociale leefomgeving - Toelichtingen financiële ontwikkelingen

Lasten

4.3A - Onderwijsbeleid en leerlingenzaken (voordeel € 75.000)
Er is  een doorrekening gemaakt van het leerlingenvervoer 2025. Daarbij is rekening gehouden met het project reiskoffer voor het schooljaar 2025-2026 en het verwachte (lagere) aantal aanvragen voor het leerlingenvervoer voor het schooljaar 2025-2026. Op basis van de doorrekening houden we incidenteel  € 75.000 over op het budget leerlingenvervoer vanwege minder uitgevoerde ritten. Op basis van de daadwerkelijk (nieuwe) aanvragen voor het schooljaar 2025-2026 zullen we bij de decemberwijziging een nieuwe prognose maken voor de kosten voor het leerlingenvervoer.   

5.3B - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie (nadeel € 50.000)
Uitvoering amendement één cultuurbedrijf
Op 15 mei 2025 heeft het college de raad geconsulteerd over de verdere uitvoering van het amendement één cultuurbedrijf (A2024.57). In de komende periode wordt hieraan een vervolg gegeven. De eerstvolgende stap is om samen met de culturele partijen een gedetailleerd plan van aanpak te maken, inclusief een financiële vertaling van het vervolgtraject, dat vervolgens aan de raad zal worden aangeboden. Voor het opstellen van dit plan van aanpak is geen dekking binnen de reguliere begroting, daarom wordt voorgesteld om € 50.000,- via de tweede bestuursrapportage 2025 beschikbaar te stellen voor externe inhuur en voor ambtelijke formatie om dit plan van aanpak tijdig te kunnen realiseren. 

6.22A - Toegang en eerstelijnsvoorziening Jeugd - 6.752 Jeugdhulp ambulant regionaal - 6.762 Jeugdhulp met verblijf regionaal - 6.821 Jeugdbescherming (nadeel € 3.224.000) 
In de Kadernota 2026-2029 is vermeld dat op basis van de definitieve jaarrapportage van de regio JeugdFV over 2024 er sprake is van een (structurele) kostenstijging van de jeugdhulp. Uit de eerste voorgangsrapportage van de regio JeugdFV over 2025 blijkt dat deze kostenstijging zich in 2025 verder doorzet naar afgerond € 35 miljoen.
De bijkomende kostenstijging bedraagt in 2025 ten opzichte van onze begroting afgerond € 3,2 miljoen. Dit wordt enerzijds voor een bedrag van afgerond € 1,9 miljoen hoofdzakelijk veroorzaakt door een verdere toename van de ambulante jeugdhulp, met name ambulante begeleiding. Ook wordt de kostenstijging mede veroorzaakt door een hogere loon en prijsstijging dan waarmee in de begroting rekening mee is gehouden. Anderzijds wordt ingeschat dat de opgenomen taakstelling in onze begroting van afgerond € 1,3 miljoen in 2025 niet of niet volledig gerealiseerd wordt. De ingezette maatregelen voor het terugdringen van de kosten voor het residentieel verblijf en het terugdringen van de 2e lijnskosten voor ambulante begeleiding en veiligheid sorteren vooralsnog niet het volledige effect, en dit effect wordt mede tenietgedaan door de kostenstijging op andere onderdelen binnen de jeugdhulp. Deels worden deze maatregelen ook nog geïmplementeerd en is de verwachting dat het effect in een latere fase zichtbaar zal worden.
Vooralsnog gaan we er daarom van uit dat het niet realiseren van de taakstelling in 2025 een incidenteel karakter heeft. In deze tweede bestuursrapportage 2025 is het negatieve budgettaire effect voor 2025, ad € 3,2 miljoen, verwerkt. 
Zoals hierboven aangegeven, hebben we in 2025 te maken met een aanvullende kostenstijging van afgerond € 1,9 miljoen vooral veroorzaakt door een verdere toename van de ambulante jeugdhulp. Het ligt in de lijn der verwachting dat deze kostenstijging een doorwerking heeft naar 2026 en volgende jaren. In de Kadernota  2026-2029 is het financieel kader voor de jeugdzorg voor de jaren 2026 tot en met 2029 vastgesteld waarbij kostenstijgingen als aanvullend risico in de risicoparagraaf opgenomen worden. In lijn met dit kader wordt de kostenstijging in 2025, ad € 1,9 miljoen, als aanvullend risico in de risicoparagraaf verwerkt. In de Programmabegroting 2026 en meerjarenraming 2027 tot en met 2029 wordt hier nader op ingegaan.
In de septembercirculaire 2025 zal duidelijk worden of het Rijk de gemeente nog eenmalig compenseert voor de tekorten in de jeugdzorg over de jaren 2023 en  2024.

6.3A - Inkomensregelingen (voordeel € 350.000)
In de eerste bestuursrapportage  2024 is een aanzienlijk bedrag bijgeraamd om uitvoering te geven aan de minimaregelingen en de effecten van nieuw beleid op te vangen. De financiële effecten van de verruiming in de Doe mee-budgetten, spaaroptie en wijziging van de Regeling Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten- die 1 juli 2024 in werking zijn getreden - zijn inmiddels beter in te schatten. 
Op basis van de huidige stand van zaken, en met het uitgangspunt om ‘scherper aan de wind te zeilen’, zien we ruimte om een deel van het budget af te ramen. Voorgesteld wordt om voor 2025 € 350.000 af te ramen, in 2026 € 120.000 en vanaf 2027 € 80.000. Van belang om hierbij te realiseren is dat het minimabudget een grote mate van onzekerheid kent vanwege de openeinderegelingen en de afhankelijkheid van de ontwikkeling van het aantal aanvragers, pashouders en het daadwerkelijk pasgebruik. In de Programmabegroting 2025 en meerjarenraming 2026-2028 is, na verwerking van de aangenomen amendementen, een stelpost onderuitputting opgenomen van afgerond € 1,3 miljoen. Voorgesteld wordt de hierboven genoemde bedragen te verwerken op de stelpost. De mutatie verloopt daarmee budgettair neutraal. 

6.4 - WSW en Beschut Werk (nadeel € 51.000)
Gemeenten ontvangen op dit moment financiering op basis van de vastgestelde taakstelling voor beschut werk, en niet op basis van het daadwerkelijk aantal gerealiseerde beschutte werkplekken. De gemeente Veenendaal biedt momenteel 47 beschutte werkplekken aan, terwijl de taakstelling ligt op 41. Deze zgn. overrealisatie van zes plekken wordt niet financieel gecompenseerd, waardoor de bijbehorende begeleidingskosten volledig voor rekening van de gemeente komen. Voor 2025 verwachten wij hierdoor een tekort van circa € 51.000.

6.5A - Arbeidsparticipatie (voordeel € 371.000)
Op basis van de huidige stand van zaken zien we -ondanks de stijgende lasten vanwege de hierboven genoemde verzwaring van de doelgroepen- ruimte om een deel van de beschikbare middelen af te ramen. Voorgesteld wordt om voor 2025 € 371.000 af te ramen,  en vervolgens voorgesteld om € 381.000 in 2026, € 351.000 in 2027 en € 324.000 vanaf 2028 toe te voegen aan de stelpost onderuitputting. Hiermee ‘zeilen we scherp aan de wind’: in het geval de budgetten in de toekomst toch ontoereikend blijken te zijn zal worden voorgesteld om budget bij te ramen. 

Baten

6.751 - Jeugdhulp ambulant lokaal (nadeel 860.000)
Zie ook 0.7 algemene uitkering voor het voordeel
Het Rijk heeft de gemeenten voor 2025, 2026 en 2027 gedeeltelijk gecompenseerd voor de hogere kosten in de jeugdzorg.  In de Kadernota is deze compensatie verwerkt voor de jaren 2026 en 2027. In de begroting  voor 2025 is in een eerdere fase de rijksvergoeding van € 860.000 geraamd als inkomst bij het taakveld jeugdhulp. De rijksvergoeding is echter via de algemene uitkering ontvangen, waardoor de inkomstenraming op dit taakveld afgeraamd wordt en bij het taakveld 0.7 Algemene Uitkering wordt bijgeraamd.  Op het taakveld 0.7 Algemene Uitkering maakt het bedrag  onderdeel uit van de totale bijraming van € 1.845.000.

Risico's / ontwikkelingen Sociale Leefomgeving

Terug naar navigatie - Programma 3: Sociale leefomgeving - Risico's / ontwikkelingen Sociale Leefomgeving

Minimabeleid
In de meicirculaire 2024 heeft het Rijk aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor participatie en re-integratie. Het gaat dan o.a. om de gebruikelijke aanvulling voor loon- en prijscompensatie. Deze middelen zijn destijds begrotingstechnisch per abuis verwerkt op het taakveld inkomensregelingen. Deze kosten zijn budget neutraal verwerkt op het juiste taakveld. 

In de eerste bestuursrapportage  2024 is een bedrag bijgeraamd om uitvoering te geven aan de minimaregelingen en de effecten van nieuw beleid op te vangen. De financiële effecten van de verruiming in de Doe mee-budgetten, spaaroptie en wijziging van de Regeling Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten- die 1 juli 2024 in werking zijn getreden - zijn inmiddels beter in te schatten. 

Arbeidsparticipatie
Onder andere in de jaarrekening 2024 is aangegeven dat personen die bijstandsafhankelijk zijn/worden een grotere afstand hebben tot de arbeidsmarkt en vaker te kampen hebben met multi-problematiek.  Personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben vaak voor een langere tijd en soms ook meer re-integratie instrumenten nodig. Daarnaast groeit (volgens verwachting) de groep inwoners met een indicatie doelgroepenregister. Langzamerhand stijgen hiermee de kosten voor participatie en re-integratie. 

Regionaal Werkcentrum (RWC) 
De veranderende arbeidsmarkt vraagt om een toekomstbestendige arbeidsmarktdienstverlening. Daarom wordt gewerkt vanuit landelijke wetgeving, aan een nieuwe arbeidsmarktinfrastructuur voor de dienstverlening aan werkenden, werkzoekenden en werkgevers. Deze voegt de huidige loketten en netwerkorganisaties zijnde Leerwerkloket, Regionaal Mobiliteitsteam en Werkgeversservicepunt samen in één regionale samenwerkingsvorm, het Regionaal Werkcentrum (RWC). Wij richten ons op een start van het RWC in 2026. Het van rijkswege beschikbare budget voorziet in de bekostiging van de basis. Uiterlijk 1 oktober 2025 moet inzichtelijk zijn of daarmee voldoende budget beschikbaar is voor een dekkend formatieplan.  

Simpel Switchen
De gemeente Veenendaal neemt met een aantal partners die bij het project Simpel Switchen- Kansen voor Veenendaal betrokken zijn (IW4 en zorgaanbieders) deel aan de Lerende Praktijk van Movisie, VGN en Cedris. Voor de gemeente Veenendaal en deze partners gezamenlijk is maximaal € 50.336, - subsidie beschikbaar. Maximaal € 24.805,- daarvan komt ten goede aan IW4 en de betrokken zorgaanbieders. Het overige deel wordt toegevoegd aan het projectbudget dat is opgenomen in het re-integratiebudget, ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe manieren van samenwerking gericht op het switchen. Op dit moment is nog niet bekend of het subsidieresultaat volledig in 2026 wordt ontvangen of deels al in 2025.

Inburgering
 Landelijke ontwikkelingen 
Recent heeft de Tweede Kamer wetsvoorstellen aangenomen die de rechtspositie van vluchtelingen en statushouders raken. Andere voorstellen, zoals het intrekken van de Spreidingswet en de taakstelling huisvesting statushouders, zijn in voorbereiding. De VNG waarschuwt voor negatieve gevolgen voor de uitvoering van de Wet Inburgering en de Participatiewet.
Een verbod op urgentieverlening voor statushouders kan de keten van opvang, huisvesting en inburgering doorbreken. Statushouders trekken dan mogelijk naar gemeenten met beschikbare woonruimte of blijven bij opvanglocaties, wat leidt tot een ongelijke verdeling. Dit beïnvloedt de grip op financiën, omdat de Wet Inburgering wordt gefinancierd op basis van huisvestingstaakstelling. Onduidelijkheid over doelgroepomvang en financiering raakt ook de formatie en het contractmanagement.
Als wetsvoorstellen over gezinshereniging en tijdelijk verblijf worden aangenomen, kan dit het inburgeringsproces en duurzame arbeidsdeelname negatief beïnvloeden. Inburgeraars blijven in onzekerheid en richten zich minder op integratie. Door wachttijden bij taalscholen is er onderbesteding in het eerste inburgeringsjaar. Om terugvordering door het Rijk te voorkomen, worden re-integratietrajecten uit dit budget gefinancierd. Bij intrekking van de wet ontstaat mogelijk een tekort in latere jaren. De wens van het kabinet om de Spreidingswet in te trekken brengt risico’s met zich mee: ongelijke druk op gemeenten, meer noodopvang, onzekerheid over kosten, maatschappelijke onrust, druk op regionale samenwerking en belemmering van integratie. Deze ontwikkelingen bemoeilijken de regie op het inburgeringsbudget.

Bovenlokale ontwikkelingen
 Het Rijk heeft het budget voor uitvoeringskosten tot en met 2024 verhoogd. Vanaf 2025 heeft het Rijk het uitvoeringsbudget teruggebracht naar het oorspronkelijke niveau, terwijl de effecten van de verhoogde instroom tot in ieder geval 2026 worden verwacht. 

Schulddienstverlening
Eén van de doelstellingen uit het landelijke Programma Armoede en Schulden (voorheen Aanpak Armoede en Schulden) is het terugbrengen van problematische schulden. Het Rijk ontwikkelt voor de korte en lange termijn een aantal hervormingsvoorstellen. Op lokaal niveau betekent dit de implementatie van de basisdienstverlening. Onderdelen hiervan zijn een aanpak voor jongeren, doorontwikkeling budgetcoaching en nazorg. De uitwerking wordt in een plan van Aanpak opgenomen. Voor de Aanpak is structureel € 200.000,- benodigd. De kosten worden gedekt uit het Rijksbudget Aanpak Armoede en Schulden. 

Programma Opvang 
De druk op de opvang voor Oekraïners blijft hoog, terwijl landelijk nauwelijks opvangplekken beschikbaar zijn. Dit vraagt van de gemeente om de beschikbare ruimte effectiever te benutten. Daardoor moeten meer bewoners kamers delen of kleiner gaan wonen, wat soms leidt tot weerstand. De Regeling Tijdelijke Bescherming is verlengd tot maart 2027. Vanaf 1 oktober 2025 gaan werkende Oekraïners meer betalen voor verblijf in de gemeentelijke opvang. Dit kan onrust veroorzaken, daarom wordt dit proces zorgvuldig begeleid. De onzekerheid over hun toekomst leidt bij velen, vooral jongeren, tot stress en spanning. Om dit beter op te vangen is het begeleidingsteam uitgebreid.
Ook op het gebied van asiel blijft de gemeente inzetten op goede opvang. Voor de locatie aan de Wageningselaan is de wens uitgesproken dat deze tot maart 2026 onder gemeentelijke verantwoordelijkheid blijft, waarna overdracht aan het COA volgt. Kosten worden gedeclareerd bij het COA.
VISA Veenendaal blijft leidend in de aanpak, met nadruk op vroege inburgering, taalcoaching en begeleiding naar werk. Voor uitvoering is extra capaciteit en budget nodig, waarvoor een subsidieaanvraag bij SZW loopt. Vooruitlopend hierop is tijdelijke formatie ingezet, gedekt uit het programmabudget opvang.

Vervoersvoorziening Participatiewet
De Valleihopper biedt zowel geïndiceerd vervoer als niet-geïndiceerd vervoer. De eerste wordt bekostigd vanuit de Wmo met een eigen bijdrage van de reiziger, de tweede is bedoeld om te kunnen reizen waar de OV dekking niet toereikend is. Deze vorm wordt bekostigd door de provincie met een commerciële ritprijs voor de reiziger. In geval van de groep medewerkers van IW4 neemt de provincie ook het deel voor rekening dat de reiziger zou moeten betalen.

Wmo
Wetswijziging rechtspositie pgb-zorgverleners
In de eerste bestuursrapportage  beschreven we het plan van het kabinet om voor pgb-zorgverleners met een arbeidsovereenkomst van maximaal drie dagen per week de Wet aanpassing Regeling dienstverlening aan huis (Rdah) af te schaffen. Hierdoor is de budgethouder verplicht werkgeverslasten te betalen, zodat de zorgverlener meer rechten krijgt. Inmiddels heeft de SVB in haar communicatie naar de gemeente en budgethouders deze maatregel aangekondigd. De planning is dat de wijziging per 1 januari 2026 wordt doorgevoerd, maar de Eerste- en Tweede kamer moeten de plannen nog goedkeuren. De VNG komt in het najaar met een handreiking die gemeenten ondersteunt bij beleid voor de (tijdelijke) compensatieregeling. Ook houdt de VNG bij het herijken van de modelverordening Wmo rekening met de wijziging. Omdat het wetsvoorstel nog niet is goedgekeurd wachten we met de ontwikkeling van beleid tot duidelijk is of en wanneer deze wijziging ingaat.   

Adviesraden Sociaal Domein
De adviesraden in het Sociaal Domein (Wmo-forum, Cliëntenraad, Jeugdbelang en de Jongerenraad) hebben met een aantal afgevaardigden per raad een verkenningscommissie gevormd in 2025. Het doel van deze commissie is om gezamenlijk te verkennen wat de mogelijkheden zijn om te bewegen naar één adviesraad Sociaal Domein. Mocht de verkenning leiden tot de totstandkoming van een adviesraad Sociaal Domein (instemming leden en college van B&W), dan zal deze adviesraad naar verwachting in 2026 worden geïmplementeerd.

Gezondheid
Integraal Zorgakkoord (IZA) en Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
Als opvolging van het IZA en GALA is in juli 2025 op landelijk niveau een onderhandelakkoord gesloten over het Aanvullend Zorg en Welzijn Akkoord (AZWA). Met het AZWA wordt ingezet op een verbreding, intensivering en concretisering van het IZA. Het sociaal domein en de publieke gezondheid krijgen in het AZWA een explicietere plek. Ook is met het AZWA een mechanisme afgesproken voor het verschuiven van zorggeld naar gemeenten. Op het moment van schrijven is er nog geen duidelijkheid over de concrete (lokale) invulling van het AZWA en de financiële middelen die de gemeente Veenendaal gaat ontvangen.   Tijdelijk kan dit opgevangen worden door de bij de jaarrekening ingestelde bestemmingsreserve preventie
De uitvoering van de volgende onderdelen is volledig afhankelijk van de komst van dit AZWA: Opgroeien in een Kansrijke Omgeving, JOGG, Welzijn op Recept (voor het deel dat momenteel vanuit GALA gefinancierd wordt), één tegen eenzaamheid, voortzetten activiteiten vanuit IZA, onderhoud ketenaanpakken overgewicht en de ambtelijke formatie die nodig is om hier uitvoering aan te geven.  Wanneer er onvoldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld door het Rijk heeft dit als gevolg dat deze onderdelen niet meer kunnen worden uitgevoerd. Het preventiefundament waar we in de afgelopen jaren aan hebben gebouwd komt dan te vervallen. 

Cultuur
Decentralisatie-uitkering openbare bibliotheken
In de septembercirculaire 2024 is aangekondigd dat gemeenten in 2025 en in 2026 een decentralisatie-uitkering (DU) ontvangen voor het versterken van het lokale bibliotheekstelsel ter voorbereiding op de wettelijke zorgplicht. Deze DU wordt onder andere ingezet voor het continueren van de eerder met de specifieke uitkering (SPUK lokale bibliotheekvoorziening 2023-2024) in gang gezette ontwikkeling, de zogeheten ‘Wijkhuiskamer’ in de Binnenronde in Veenendaal. De SPUK loopt af in juni 2026. Naar verwachting zijn de DU-gelden in 2025 niet volledig nodig om de met de SPUK in gang gezette ontwikkeling te continueren. Daarom zal in de decemberwijziging 2025 worden voorgesteld om de restantmiddelen van de DU 2025 over te hevelen naar 2026 en in dat jaar beschikbaar te stellen om de met de SPUK in gang gezette ontwikkeling (de Wijkhuiskamer) te kunnen continueren na juni 2026.   

Welzijn
Veens Welzijn
In 2025 overstijgen de kosten van stichting Veens Welzijn de baten die zij van de gemeente ontvangt. Het ontstane tekort wordt in dat jaar gedeeltelijk opgevangen door een onttrekking uit de egalisatiereserve van Veens Welzijn. Dit is geen structurele oplossing waardoor er samen met Veens Welzijn afspraken gemaakt moeten worden over het in evenwicht brengen van de baten en de lasten. Dit doen we door het herzien van de opdracht welzijn.  Het herzien van de opdracht welzijn betekent dat we als gemeente keuzes maken over wat wij belangrijk vinden binnen de opdracht welzijn. Daarbij stellen we prioriteiten, in overleg met Veens Welzijn en richten we de inzet van Veens Welzijn op die thema’s en doelgroepen waar de maatschappelijke impact het grootst is.  Tegelijkertijd voorziet Veens Welzijn dat ook voor de komende periode al keuzes gemaakt moeten worden in het huidige aanbod en/ of personeel.

Vrijwilligers
Op dit moment wordt de subsidieregeling Vrijwilligerswerk en informele zorg herijkt. Er hebben inmiddels twee sessies met vrijwilligersorganisaties plaatsgevonden. Het proces om de regeling zorgvuldig te herijken neemt vanwege personele omstandigheden meer tijd in beslag dan vooraf voorzien. Dit betekent dat de nieuwe regeling gepubliceerd gaat worden in 2026, en van toepassing is voor subsidies vanaf het subsidiejaar 2027.