Voortgang inhoud inspanningen/acties

Voortgang risico's

Voortgang inhoud inspanningen/acties

Voortgang risico’s

Terug naar navigatie - Voortgang risico’s

Voor de 1e bestuursrapportage 2024 zijn de gemeentelijke risico’s weer geactualiseerd. In de toelichting van tabel 2 vindt u informatie over de risico’s en de voortgang van de genomen beheersmaatregelen en andere ontwikkelingen.  Peildatum van deze risico's is 1 mei 2024.

De omvang van een risico wordt berekend op basis van:
1. Kans
2. Gevolg

Tabel 1
Kans Score kans Gevolg Score Gevolg
> 10 jaar 10% 1 X < € 50.000 1
5 jaar < x < 10 jaar 30% 2 € 50.000 < x < € 200.000 2
2 jaar < x < 5 jaar 50% 3 € 200.000< x < € 500.000 3
1 jaar < x < 2 jaar 70% 4 € 500.000< x < € 1.000.000 4
X < 1 jaar 90% 5 X > 1.000.000 5

De risicoscore wordt als volgt berekend:
Een risico dat zich 1 maal in de 3 jaar kan voordoen met een gevolg van € 250.000 krijgt voor kans een 3 en voor gevolg een 3 en scoort dus 3 x 3 = 9.
Een risico dat zich 1 maal in de 2 jaar kan voordoen met een gevolg van € 600.000 krijgt voor kans een 4 en voor gevolg een 4 en scoort dus 4 x 4 = 16.

In de hiernavolgende tabel is een overzicht opgenomen van de belangrijkste gemeentelijke risico’s. Het betreft de 10 grootste risico's.  De risico’s zijn extern van karakter. Het betreft een totaalbedrag van € 12 miljoen aan incidentele risico’s. De structurele risico’s bedragen € 0,8 miljoen.

Tabel 2: Top 10 risico's (in miljoenen euro's)
Omschrijving risico (omschrijving beheersmaatregel) Effect Kans BSc NSc
1. Onvoldoende beschikking over kwalitatief en kwantitatief personeel (Strategische personeelsplanning – Monitoring budget loonkosten – werving op basis van toekomstige talenten). € 2,5 (i) 90% 25 25
2. Aantrekken van leningen wordt als gevolg van de stijging van de rente boven de 3,5 % duurder dan geraamd in de begroting (Anticiperen op rentestijging – kasgeldfinanciering toepassen). € 2,5 (i) 50% 15 15
3. Door onzekerheden op politiek terrein en economische ontwikkelingen kan de algemene uitkering afwijken van de raming. Ook kan de groei van het aantal inwoners en andere indicatoren zorgen voor een beperkte afwijking van de raming. Op grond hiervan wordt rekening gehouden met mogelijke mee/ tegenvallers van de algemene uitkering. € 1,5 (i) 50% 15 15
4. De BUIG-uitkering van het rijk neemt af of de uitkeringslasten stijgen door een toename van het aantal cliënten. (De inzet van re-integratie- en poortwachters-instrumenten waardoor het aantal cliënten wordt beperkt). € 0,8 (i) 70% 20 16
5. Hogere kosten Jeugdzorg (2 maandelijkse monitor) € 0,8 (s) 70% 16 16
6. Financiële tegenvallers bij gemeenschappelijke regelingen. (Nauwgezet volgen ontwikkelingen gemeenschappelijke regelingen en bijsturen waar mogelijk). € 1,0 (i) 70% 16 12
7. De prijs van aardgas c.q. LNG kan door internationale ontwikkelingen behoorlijk schommelen. De energierekening van de gemeente en aan de gemeente gelieerde organisaties kan hierdoor stevig oplopen (vaste contracten, energiebesparing en verduurzaming). € 1,2 (i) 50% 20 15
8. De invoering van de Omgevingswet is een complex en intensief traject met meerdere risico's, zoals: leges derving, veranderende samenwerking met derden, onzekerheid over de kosten, software aanpassingen en nieuwe juridische procedures. (Projectgroep begeleid de invoering van de Omgevingswet). € 1,0 (i) 50% 12 12
9. Impact Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen VPB (Ondersteuning via Fiscaliade). € 0,9 (i) 50% 12 12
10. De verbetering van het exploitatieresultaat van DEVO blijft achter bij de prognose doordat de ACM een bovengrens vaststelt ten aanzien van het maximale resultaat over de investeringen en de consument meer inzet op energiebesparing (overleg met de ACM en hogere energie-efficiënte energie-installatie). € 0,6 (i) 50% 12 12

Als we deze tabel vergelijken met de tabel in de begroting 2024 valt op dat het risico hogere kostenstijgingen MIP uit de top 10 is verdwenen. Inmiddels is de inflatie sterk gedaald waardoor dit risico in omvang afgenomen is. Daarnaast is het risico jeugdzorg teruggebracht van € 2,2 miljoen naar € 0,8 miljoen als gevolg van genomen maatregelen en het beschikbaar stellen van extra financiële middelen.  Verder is het risico opvang oorlogsvluchtelingen Oekraïne uit de top 10 verdwenen door de toename van de omvang van andere risico's. Het risico opvang oorlogsvluchtelingen Oekraïne bestaat dus nog wel degelijk in onze totaal inventarisatie risico's.  

De impact Wet modernisering Vennootschapsbelasting Plicht  (VPB) overheidsondernemingen is een reeds langer bestaand risico dat nu opnieuw in de top 10 komt doordat andere risico kleiner zijn geworden. Het risico over DEVO komt opnieuw in de top 10 voor als gevolg van het feit dat de klanten van DEVO bewuster met energie omgaan enerzijds maar ook omdat de Autoriteit Consument en Markt regels stelt over het rendement op het geïnvesteerde kapitaal. Deze ontwikkelingen zorgen voor een lagere energierekening van de inwoners van Veenendaal-oost (Buurtstede en Veenderij).

De beschikbare weerstandscapaciteit wordt voor het belangrijkste deel gevoed door de algemene reserve met een bedrag van € 34,9 miljoen (incidenteel). Ook de onbenutte belastingcapaciteit is met € 7,1 miljoen (structureel) een belangrijke bron voor de weerstandcapaciteit. Doordat er sprake is van een structurele post is deze post belangrijker dan hij zo op het eerste gezicht oogt in vergelijking met de algemene reserve. Onvoorziene uitgaven bedraagt  € 105.000 (structureel). 

De gemeentelijke weerstandscapaciteit bedraagt totaal € 42.1 miljoen.

Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit Bedrag in €
Algemene Reserve 34.900.000
Onbenutte belastingcapaciteit OZB 7.100.000
Onvoorzien 105.000
Totaal 42.105.000

Op zich is er een goede verhouding tussen structurele risico's (€ 0,8 miljoen) en structurele weerstandscapaciteit (€ 7,1 miljoen). Ook de verhouding incidentele risico's (€ 12 miljoen) en incidentele weerstandscapaciteit (€ 34,9 miljoen) is goed op orde. 

Door een daling van de totale risico omvang van € 58 miljoen naar € 56 miljoen en een stijging van de weerstandscapaciteit naar € 42,1  (was € 39,8 miljoen), exclusief het resultaat van deze bestuur rapportage, bedraagt de ratio op basis van een voorlopige berekening 3,4 (2,7 bij de begroting 2024). Deze ratio is dan gebaseerd op een weerstandscapaciteit van € 42,1 miljoen en een risicobedrag van € 12,4 miljoen bij een zekerheid van 90% (volgens de bestaande gemeentelijke risicomanagement methode).  Bij de berekening moeten we er wel rekening mee houden dat nu ook het resultaat over 2023 volledig in de weerstandscapaciteit is opgenomen. Dit was bij de behandeling van de begroting 2024 niet zo.

Als we het resultaat van deze bestuursrapportage van afgerond -/- € 5,3 miljoen betrekken in de berekening krijgen we een slechter beeld. In dat geval komt de ratio uit op 3,1 (€ 42,1 miljoen - € 5,3 miljoen = € 36,8 miljoen/ € 12,4 miljoen).  Er blijft in dat geval wel sprake van een stijging van de ratio van 2,7 naar 3,0 maar een stuk minder dan de 3,4.  Deze laatste berekening geeft wel een realistischer beeld van de werkelijkheid.

In de termen van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement is de waardering gelijk gebleven met de classificatie 'goed'. Het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement geeft zowel aan het cijfer 3,4 als ook aan het cijfer 3,0 de classificatie 'goed' (> 2,0 = goed). Dit was ook goed in de begroting 2024.