Voortgang inhoud inspanningen/acties

Programma 3: Sociale leefomgeving

Voortgang inhoud inspanningen/acties

Thema I: Inkomen

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

I.a We willen meer sturen op kwaliteit en effectiviteit van aangeboden ondersteuning (MD10).

Terug naar navigatie - I.a We willen meer sturen op kwaliteit en effectiviteit van aangeboden ondersteuning (MD10).

Thema II: Sociaal domein - Participatie en re-integratie

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Thema III: Sociaal domein - WMO

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

III.g Vroeger signaleren en handelen en dit dichtbij de inwoner organiseren (MD04) .

Terug naar navigatie - III.g Vroeger signaleren en handelen en dit dichtbij de inwoner organiseren (MD04) .

Thema IV: Sociaal domein - Jeugd

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

IV.d We willen meer sturen op kwaliteit en effectiviteit van aangeboden ondersteuning (MD10).

Terug naar navigatie - IV.d We willen meer sturen op kwaliteit en effectiviteit van aangeboden ondersteuning (MD10).

Thema V: Onderwijs en ontwikkeling

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken? (doelstellingen)

Financiële ontwikkelingen Sociale leefomgeving

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen Sociale leefomgeving
Bedragen x €1.000
Feiten en ontwikkelingen Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026
Lasten
4.2A - Openbaar basisonderwijs 0 0 0 0
5.1A - Sportbeleid en activering 23 0 0 0
5.2A - Sportaccommodaties 0 0 0 0
5.3A - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 0 0 0 0
6.1B - Samenkracht en burgerparticipatie -110 0 0 0
6.2A - Toegang en eerstelijnsvoorzieningen 202 0 0 0
6.3C - Inkomensregelingen 87 0 0 0
6.3D - Inkomensregelingen 9 0 0 0
6.3E - Inkomensregelingen 2 0 0 0
6.4 - WSW en beschut werk -69 -107 -132 -165
6.72A - Jeugdhulp begeleiding 469 0 0 0
6.72B - Jeugdhulp behandeling 664 0 0 0
6.72C - Jeugdhulp dagbesteding 334 0 0 0
6.73A - Pleegzorg 358 0 0 0
6.73B - Gezinsgericht 183 0 0 0
6.73C - Jeugdhulp met verblijf overig 221 0 0 0
6.74A - Behandeling GGZ zonder verblijf 833 0 0 0
6.74B - Crisis/LTA/GGZ-verblijf 117 0 0 0
6.74C - Gesloten plaatsing 30 0 0 0
6.82A - Jeugdreclassering 259 0 0 0
6.82B - Jeugdreclassering 30 0 0 0
Totaal Lasten 3.641 -107 -132 -165
Baten
4.2A - Openbaar basisonderwijs -5 0 0 0
5.2A - Sportaccommodaties 16 0 0 0
5.3A - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie -39 0 0 0
6.1A - Samenkracht en burgerparticipatie 0 0 0 0
6.2B - Toegang en eerstelijnsvoorzieningen 13 0 0 0
Totaal Baten -16 0 0 0
Saldo van baten en lasten -3.657 107 132 165

Toelichtingen financiële ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Toelichtingen financiële ontwikkelingen

Lasten

5.1A - Sportbeleid en activering (nadeel € 23.000)
Voor het schrijven van het Integraal Huisvestingsplan Sport én het nieuwe beleidskader Sport willen we onderzoek laten doen. We hebben aan het Mulier Instituut gevraagd of zij een capaciteitsstudie kunnen uitvoeren. Daarbij wordt gekeken naar het gebruik van binnen- en buitensport. Ook gaat het onderzoek in op het bewegingsonderwijs in Veenendaal. De kosten van dit onderzoek bedragen € 23.000.

6.1B - Samenkracht en burgerparticipatie (voordeel € 110.000)
We zien dat de aanvragen in 2022 voor sociaal-medische indicaties zijn afgenomen. We verwachten dat deze lijn structureel is. Daarom ramen we € 110.000 af op dit budget.  Deze afwijking is incidenteel verwerkt in deze bestuursrapportage omdat deze positieve bijstelling ook structureel wordt meegenomen in de kadernota 2024-2027.

6.3 - Inkomensregelingen (nadeel € 98.000)
Sinds september 2022 heeft de minister de mogelijkheid geboden om ruimere normen te hanteren voor het vermogen van de belastingplichtige bij de kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Hierdoor krijgen meer mensen met een laag inkomen en een klein vermogen ook recht op kwijtschelding. In Veenendaal gaat het om circa 250 inwoners. De extra last van afgerond € 98.000,- die de toepassing hiervan veroorzaakt in 2023 brengen we voor het overgrote deel ten laste van de egalisatiereserve afvalstoffenverwijdering en -verwerking (afgerond € 87.000) en de voorziening riolering (afgerond € 9.000). Vanaf 2024 kunnen we de extra lasten dekken door deze in de tarieven te verwerken.
Het deel hondenbelasting (afgerond € 2.000) zal ten laste van de algemene middelen gebracht worden.

6.2A - Toegang en eerstelijnsvoorzieningen, 6.72A - Jeugdhulp begeleiding, 6.72B - Jeugdhulp behandeling , 6.72C - Jeugdhulp dagbesteding,  6.73A - Pleegzorg,  6.73B - Gezinsgericht, 6.73C - Jeugdhulp met verblijf overig,  6.74A - Behandeling GGZ zonder verblijf, 6.74B - Crisis/LTA/GGZ-verblijf, 6.74C - Gesloten plaatsing, 6.82A - Jeugdreclassering, 6.82B - Jeugdreclassering (nadeel € 3.700.000)
Voor de tweedelijns zorg Jeugd verwachten we € 25.500.000 aan uitgaven in 2023. Dit komt door de in 2022 ingezette stijging van kosten op ambulant en zware residentiele jeugdhulp (verblijf) in 2023 naar verwachting aanhoudt. Daarnaast zijn de loon- en prijsstijgingen hoger gebleken dan bij programmabegroting bekend was, door de landelijke ontwikkeling van de inflatie. Ook voorzien we een kostenstijging door frictiekosten in het kader van transformatie bij een landelijk opererende grote zorgaanbieder. Het verschil tussen het bedrag dat is opgenomen in de begroting 2023 bedraagt afgerond € 3.700.000. De kostenontwikkeling jeugd 2023-2027 is ook meegenomen in de kadernota 2024-2027 en daarom worden deze financiële afwijkingen incidenteel verwerkt in deze bestuursrapportage. We kijken in de komende periode naar hoe we de raad verder kunnen informeren over de kostenontwikkeling.

6.4 - WSW en beschut werk (voordeel € 69.000)
In maart 2023 is de evaluatie transitieplan IW4 vastgesteld. Door de verhoging van de rijksbijdrage per WSW-er en de positieve financiële ontwikkelingen binnen de bedrijfsvoering van IW4 is geconcludeerd dat een extra gemeentelijke bijdrage voor een subsidietekort niet meer nodig is. In de afgelopen jaren is een deel van de middelen reeds structureel afgeraamd. De nog gereserveerde extra gemeentelijke middelen vallen nu ook vrij. 

Het aantal beschutwerkers in Veenendaal blijft iets achter op de taakstelling vanuit het Rijk. Het Rijk is bezig om de verdeling van de aantallen te herzien. Hierdoor is de kans groot dat Veenendaal op termijn minder beschut werkers toegewezen krijgt met als gevolg minder budget. Verder toont landelijk onderzoek aan dat de landelijke vergoeding voor begeleidingskosten per beschutwerker ontoereikend is. Het is vooralsnog onduidelijk of dit leidt tot een hogere rijksvergoeding per beschutwerker. Voorgesteld wordt om rekening te houden met een extra gemeentelijke bijdrage in de begeleidingskosten van € 3.000 per werker. Afhankelijk van de ontwikkelingen is naar verwachting € 200.000 nodig om nadelige mutaties op te vangen. 

Door het vrijvallen van de extra gemeentelijke bijdrage WSW ontstaat er financiële ruimte binnen dit taakveld. In de derde bestuursrapportage 2022 is aangegeven dat in 2023 voorstellen worden gedaan voor een structurele budgetverdeling tussen de taakvelden Begeleide Participatie en Arbeidsparticipatie, waarbij onder andere ook de benodigde personeelscapaciteit wordt betrokken. De (verwachte) groei en facilitering van de doelgroep Baanafspraak in combinatie met het krimpende (Rijks-)budget binnen het taakveld Arbeidsparticipatie geven aanleiding om te komen tot een budgetherverdeling. Voorgesteld wordt om € 250.000,- structureel over te hevelen naar het taakveld Arbeidsparticipatie. 

Na verwerking van bovenstaande resteert (in 2024) een voordeel van € 69.000,-.  

Baten

4.2A - Openbaar basisonderwijs, 5.2A - Sportaccommodaties, 5.3A - Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie, 6.1A - Samenkracht en burgerparticipatie en 6.2B - Toegang en eerstelijnsvoorzieningen (nadeel € 16.000)
Voor het begrotingsjaar 2023 is het huurregister voor een aantal vastgoedobjecten geactualiseerd en is voor 2023 gerekend met een  huurindex van 6,5%. 

Risico's / ontwikkelingen Sociale Leefomgeving

Terug naar navigatie - Risico's / ontwikkelingen Sociale Leefomgeving

Wmo en Welzijn
Binnen de Wmo blijft de stijging bij Schoonmaakondersteuning een risico. We zien de eerste maanden van 2023 nog steeds een sterke stijging. Als dit doorzet levert dit een tekort op het Wmo-budget op. De hoogte is nu nog niet te voorspellen.
De voorbereidingen op rijksniveau over de aanpassing van de eigen bijdrage zijn volop gaande. Naar verwachting gaat de nieuwe bijdrageregeling in per 2025. Dit zal invloed hebben op de kosten en de personele krapte bij de aanbieders van Schoonmaakondersteuning. Zodra hier meer duidelijkheid over is zullen we u hierover informeren. 

Jeugd
Binnen Jeugd zien we vanaf 2022 een sterke stijging van kosten, die wordt veroorzaakt door stijging van intensiteit op ambulante jeugdhulp en een sterke stijging van residentiele casuïstiek. Het CJG heeft in het bijzonder een beperkte invloed op de sterke ontwikkeling van de stijging residentiele casuïstiek. We houden daarnaast rekening met kosten ten behoeve van een herstelplan van een grote en landelijk opererende zorgaanbieder. Dit maakt dat de verwachting is dat we in 2023 verder doorstijgen naar een kostenniveau van circa € 25.000.000.

We werken aan maatregelen om kosten om te buigen. Een van deze maatregelen is het werken in de proeftuin Kind- en gezinsbescherming. Er bestaat een risico dat de kosten op veiligheid in het preventieve kader hoger uitvallen dan verwacht. Dit heeft te maken met het feit dat we binnen de proeftuin kind- en gezinsbescherming, de inzet van professionals van de externe partijen financieren op basis van maatwerk in het preventieve kader. Vanaf eind 2022 is gebleken dat bij deze gezinnen geen maatregelen in het gedwongen kader noodzakelijk bleken te zijn, waarmee het lijkt dat de kosten van het gedwongen kader verschuiven naar het preventief kader, wat inhoudelijk een gewenste beweging is.

Leerlingenvervoer
De verwachting is dat het budget in 2023 niet volledig wordt benut. In 2023 gaan we van start met projecten waarbij we het zelfstandig reizen  verder stimuleren en ondersteunen. Afhankelijk van die resultaten, inclusief de nog onzekere gevolgen van de komst van Al Amana, kan in dit eerste kwartaal  nog niet aangeven worden hoeveel budget wellicht resteert eind 2023. 

Minimaregelingen
Op 1 december 2021 is de Veenendaalpas geïntroduceerd als uitvoeringsinstrument van de minimaregelingen. Het bereik van de Veenendaalpas is niet 100%. Het niet-gebruik maken van de Veenendaalpas is soms een bewuste keuze van mensen en soms uit onbekendheid of onvermogen. We zien wel dat het bereik is toegenomen. Door de hoogte van de energietoeslag heeft een deel van de groep die nog niet in beeld was bij de gemeente nu wel de moeite genomen om de pas aan te vragen.

Het aantal inwoners dat een Veenendaalpas heeft is op 1 maart 2023 met 33% toegenomen ten opzichte van 1 januari 2022. We zien dat deze nieuwe groep ook gebruik maakt van andere minimaregelingen. De stijgende kosten als gevolg van het hogere bereik verwachten we vooralsnog binnen het bestaande budget te kunnen opvangen.

Energietoeslag
In 2022 hebben inwoners met een laag inkomen een energietoeslag kunnen aanvragen ter compensatie van de hoge energierekening. Om meer huishoudens te compenseren heeft de gemeente besloten om de inkomensgrens te verhogen van 120% naar 150% van de toepasselijke bijstandsnorm. 
Het Rijk heeft besloten om de energietoeslag te verlengen voor 2023. Net als vorig jaar heeft de gemeente beleidsvrijheid om te bepalen hoe zij de energietoeslag precies vormgeeft. Er is besloten om de energietoeslag 2022 met € 500,- te verhogen. Dit betekent dat iedereen die de energietoeslag 2022 heeft ontvangen, voor 1 juli 2023 nogmaals € 500,- krijgt.

Inwoners kunnen vanaf 1 juli 2023 de energieslag 2023 aanvragen. Voor aanvragers die ook de energietoeslag 2022 hebben ontvangen bedraagt de toeslag voor 2023 € 800,- per huishouden. Aanvragers die niet eerder energietoeslag hebben ontvangen hebben recht op een energietoeslag van € 1.300,- over 2023. De inkomensnorm voor deze toeslag blijft 150% van de toepasselijke bijstandsnorm met een vermogenstoets voor huishoudens met een inkomen tussen 120% en 150% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Het bereik van de energietoeslag 2022 was 96% voor huishoudens met een inkomen tot 120% en 29% voor huishoudens met een inkomen tussen 120% en 150%. Voor de energietoeslag 2023 hebben we in de communicatie extra aandacht voor deze laatste doelgroep.

Inburgering
De verwachting is dat de instroom hoog blijft. Hierop is geanticipeerd door de formatie tijdelijk uit te breiden, hiermee is de verhoogde werkdruk afgenomen. De werkdruk bij budgetbeheer, voor het uitvoeren van financieel ontzorgen van statushouders, blijft hoog. Recent heeft het Rijk besloten om gemeenten meer beleidsvrijheid te geven op dit onderdeel. De komende maanden wordt onderzocht hoe dit instrument beter vorm kan worden gegeven, meer gericht op het bevorderen van financiële zelfredzaamheid.

De wachtlijst bij de grootste taalschool (vanwege personeelstekort) neemt iets af door extra maatregelen vanuit de taalschool zelf. Daarnaast wordt er via kortdurende (taal)trajecten geprobeerd om inburgeraars tot die tijd een zinvolle tijdsbesteding aan te bieden. Dit leidt op de korte termijn tot extra kosten, maar hiermee wordt een zo kort mogelijk taaltraject en zo hoog mogelijk taalniveau bevorderd. Verder wordt onderzocht of de trajecten naar participatie en zelfredzaamheid kan worden verbeterd. In de loop van 2023 zal duidelijk worden hoe het nieuwe traject eruit komt te zien en of dit tot extra kosten leidt. 

Schuldhulpverlening
De verwachte toename aan aanmeldingen blijft vooralsnog uit. Wel stijgt het aantal signalen in het kader van vroegsignalering. In 2023 wordt de aanpak armoede en schulden van minister Schouten uitgewerkt. Een eerste ontwikkeling is dat de duur van de wettelijke schuldsanering (Wsnp) is teruggebracht van 36 maanden naar 18 maanden. Dit heeft ook gevolgen voor de lopende trajecten bij gemeenten. Vooralsnog leidt deze ontwikkeling tot onduidelijkheid bij schuldenaren en schuldeisers.

Toeslagenaffaire
Sinds het laatste kwartaal van 2022 melden gedupeerden van de toeslagenaffaire zich voor brede hulp en ondersteuning door de gemeente op talloze uiteenlopende terreinen. In het eerste kwartaal van 2023 wordt hier extra formatie op ingezet en is er een proces uitgewerkt om deze gedupeerden goed en adequaat te helpen. 

Ontheemden Oekraïne
Het tweede jaar opvang ontheemden uit Oekraïne is ingegaan en het is de verwachting dat de opvang nog wel 1 tot 2 jaar zal voortduren. Dit is aanleiding om meer inzet te plegen op controle op het recht op leefgeld en actief onderzoek te doen naar de mogelijkheden om aan het werk te gaan. Op basis van een onderzoeksplan wordt iedere ontheemde binnenkort regelmatig gesproken over de feitelijke woonsituatie en mogelijkheden om aan het werk te gaan. Bovendien wordt onderzocht of de gemeente in 2023 een vorm van inburgering kan aanbieden. 

Breed offensief
Op 1 juli 2023 treden de wetswijzigingen uit het wetsvoorstel “Uitvoeren Breed Offensief” in werking. Het Rijk heeft aan gemeenten incidenteel budget toegekend voor de implementatie ervan en structureel budget in de BUIG voor de extra inkomstenvrijlating. Gemeenten ontvangen geen extra middelen voor de verstrekking van ondersteuning bij re-integratie en op de werkvloer. Verder worden gemeenten onder de nieuwe regelgeving verantwoordelijk voor het verstrekken van op het werk gerichte voorzieningen aan werknemers uit de doelgroep loonkostensubsidies. Het gaat daarbij om voorzieningen waar een werkgever niet regulier voor verantwoordelijk is,  zoals aangepast vervoer, werkplekaanpassingen en voorzieningen voor werknemers met een visuele of motorische beperking. 

Vrijval extra gemeentelijke middelen  Wet sociale werkvoorziening (WSW)
In maart 2023 is de evaluatie transitieplan IW4 vastgesteld. Gegeven de verhoging van de rijksbijdrage per WSW-er en de positieve financiële ontwikkelingen binnen de bedrijfsvoering van IW4 is geconcludeerd dat een extra gemeentelijke bijdrage voor een subsidietekort niet meer nodig is.  In de afgelopen jaren is een deel van de middelen reeds structureel afgeraamd. De nog gereserveerde extra gemeentelijke middelen vallen nu ook vrij. Hiermee vallen de gereserveerde extra gemeentelijke middelen vrij.  Na verwerking van bovenstaande resteert (in 2024) een voordeel van € 69.000,-.  

Beschut werk
Het aantal beschut werkers in Veenendaal blijft iets achter op de taakstelling vanuit het Rijk. Het Rijk is bezig om de verdeling van de aantallen te herzien. Hierdoor is de kans groot dat Veenendaal op termijn minder beschut werkers toegewezen krijgt met als gevolg minder budget.  Verder toont landelijk onderzoek aan dat de landelijke vergoeding voor begeleidingskosten per beschut werker ontoereikend is. Het is vooralsnog onduidelijk of dit leidt tot een hogere rijksvergoeding per beschut werker.

Doelgroep arbeidsgehandicapten
De doelgroep arbeidsgehandicapten ontvangt geen uitkering, maar de gemeente is wel verantwoordelijk voor de begeleiding en plaatsing naar een passende plek op de arbeidsmarkt. Daarnaast zijn we belast met het vaststellen, verstrekken en controleren van de loonkostensubsidie. De verwachting is dat de komende jaren deze doelgroep zal uitbreiden. Hierdoor gaan de uitvoeringskosten en programmakosten stijgen.